ran 15.667 steeg tot 16.159 en nieuwe depar tementen werden opgericht te Berkhout, Beilen, Broek op Langedijk, Brugge, Driehuizen, Eelde en Tongeren, terwijl het dep. 's Gravendeel ont bonden werd. De toestand der financien is echter niet rooskleurig, tengevolge van de voortdurende toeneming der werkzaamheden van de Maat schappij. Terwijl, zooals men weten zal, het rapport over de arbeiderswoningen gereed kwam en reeds verkrijgbaar is gesteld, zal vermoedelijk nog dit jaar ook het rapport der commissie van onder zoek naar den toestand en de werking der zieken en begrafenisfondsen in 't licht verschijnen. De algemeene vergadering heeft besloten f 1000 ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen tot bevordering van het oprichten van plaatselijke volkscredietbanken, bij voorkeur op coöperatieven grondslag, f 1500 voor het (bijna voltooide) onderzoek naar den toestand en de werking der ziekenfondsen, f2250 voor voordrachten in de departementen, en f2000 voor het school fonds, ter ondersteuning van ouders, die hun kinderen naar de openbare school zouden zenden, indien deze voor hen niet te bezwarend ware in verhouding tot de bijzondere school. Een voorstel om f 1500 te besteden voor een onderzoek naar hetgeen in ons land tot verbe- ring der armenzorg is of wordt beproefd, werd bij acclamatie goedgekeurd. Het voorstel van het dep. Rotterdam, om aan de Industrieschool voor Meisjes aldaar een sub sidie van f500 te verleenen in de oprichtings kosten der te bouwen school, werd verworpen met 721 tegen 71 stemmen. Het bestuursvoorstel om het kapitaal der maat- chappij in andere efiecten te beleggen dan cer- ificaten N. W. Schuld, werd verworpen met 484 egen 309 stemmen. Het verslag, door eene commissie uit de Tweede Kamer uitgebracht naar aanleiding van het onderzoek dat is ingesteld over klachten betreffende de Militaire Academie te Breda, bevat de volgende slotsom „Dat de totaal-indruk, dien uwe commissie verkreeg bij nauwgezette overweging van hetgeen het thans afgeloopen „onderzoek nopens aange legenheid van inwendigen en huishoudelijken aard" der Koninklijke Militaire Academie heeft aan het licht gebracht, verre van gunstig is, behoeft ongetwijfeld geen nader betoog. Men moge het belang en den omvang der gebleken feiten trachten te verkleinen, ze trachten te vergoelijken en te verontschuldigen, de feiten, thans geconstateerd, moeten tot ingrijpende maatregelen aanleiding geven, zal de Koninklijke Militaire Academie aanspraak op een goeden naam kunnen doen gelden." STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 21 Mei. Het debat over het gewijzigd art. 28 derLeger- wet (contingent) werd geopend door den heer A. van Dedem, die zijn sub-amendement toelichtte, dat wettelijke vaststelling van het contingent eischt bij aanneming van het amendement des heeren Van der Kaay. De heer Van Houten vroeg, namens de com missie van voorbereiding, nadere inlichtingen, daar z. i. het gewijzigd artikel de vermindering van last, door den minister jl. Woensdag aangekondigd, niet zou geven. De heer Rutgere verdedigde sterk het gewijzigd artikel, waardoor, in verband met den diensttijd, de druk z. i. niet zwaarder zou worden dan volgens de bestaande wetgeving. De heer Veegens echter bleef het nieuwe artikel te drukkend achten en drong er ernstig op aan, dat de Regeering alsnog het amendement-Kolkman of dat van den heer Van der Kaay zou overnemen. De heer Heemskerk vroeg verduidelijking van de zienswijze der Regeering omtrent eerstbedoeld amendement. Aangenomen werd, met 64 tegen 82 stemmen, het voorstel van den heer Van Alphen, om Woens dag niet te vergaderen, wegens de uitnoodigiug tot bijwoning der ontvangst van de Koninginnen te Amsterdam. Een voorstel-Van der Feltz, om na 29 Mei bijeen te blijven, werd voorloopig ingetrokken, nadat de heer Schaepman het bestreden had en de Voorzitter verklaarde dat de beste regeling wellicht deze zou zijn, 29 Mei weg te gaan, de twee laatste dagen te gebruiken voor andere onderwerpen en het debat over de Legerwet zoo spoedig mogelijk te eindigen, na afdoening der eerste twee hoofdstukken. Bij het voortgezet debat over de Legerwet be streed de heer Kolkman sterk de percentsgewijze heffing van het contingent, als strijdig met de historie. Een vast cijfer is vereischte. De heer Van der Kaay heeft zijn amendement ingetrokken, de verantwoordelijkheid van hethooger percentage overlatende aan de Regeering. Dientengevolge verviel ook het amendement-Van Dedem. De heer Rooseboom betreurde de regeerings- wijziging. Voor hem is het mooie er nu afhet oorspronkelijk voorste] was een geheel en goed ge motiveerd. De minister bestreed nader het amendement- Kolkman en verdedigde het stelsel der Regeering. Hjj kan noch mag medewerken tot amendementen, die onvoldoende zijn om het doel te bereiken, dat zich voorstelt. Na bestrijding van het artikel door den heer Van Houten, stelde da heer A. van Dedem voor, het maximum-contingent te bepalen op 12200 voor volledige en 1900 voor korte oefening. Zitting van Vrijdag 22 Mei. De Kamer bracht 't heden tot een beslissing over een der hoofdpunten van de Legerwet. Er werd eerst nog wat gepraat. De heeren Borgesins en Seyffard bezwoeren den minister, zich niet langer tegen het amendement-Kolkman te verzetten en noemden het nieuwe art. 23 een schijnconcessie. De heer Van Karnebeek verklaarde dat het Re- geeringsvoorstel het beste en goedkoopste in gebruik is, en de heeren A. Van Dedem en Heemskerk pleitten nogmaals voor verlagi ng van het contingent tot de uiterste grens, terwijl de heeren Van der Oye en Van der Kaay voor den minister bleven pleiten. In den loop van dit debat wijzigde de heer Kolkman zijü amendement door nog 800 man meer voor volledige oefeningen te geven, dus nu 11800, wasirtegenover nu het getal voor korte oefeningen van 2200 zou dalen tot 1890, ter wijl de heer A. Van Dedem zijne contingenten van 12200 en 1900 man van maxima maakte tot fixum. De minister van Oorlog verklaarde daarop dit laatste, aldus gewijzigde amendement niet onaan nemelijk, hoewel hij de aanneming er van zou be treuren, terwij! hij zich tegen de overige amende menten bleef verzetten. Na deze verklaring protesteerde de heer Rutgers nog even tegen den ommekeer des ministers, die z. i. aan de wet hare kracht ontnam, en daarop ging de Kamer stemmen. Verworpen werden 1. het voorstel der commissie, om (in art. 26) den diensttijd te verminderen van acht op zes jaren, met 61 tegen 36 stemmen 2. het amendement-Haffmans, c. s., strekkende om het tegenwoordige contingent onveranderd te laten, met 67 tegen 30 stemmen 3. het amendement-Kolkman c. s., dat het con tingent van 15,700 wilde verminderen op 13,700 man, met 55 tegen 42 stemmen. Aangenomen werd daarna het amendement-A. van Dedem, dat bet contingent brengt op de vaste cijfers van 12,200 man voor volledige en 1900 man voor korte oafer.ing (dus 2800 man meer dan nu jaarlijks worden ingelijfd en 1600 man minder dan de Regeering, als maximum, vroeg) met 52 tegen 46 stemmen. Nadat vervolgens het amendement der commissie om geen dienstplichtingen voor korte oefening te bestemmen, met 53 tegen 49 stemmen was ver worpen, werd ten slotte art. 23 met 60 tegen 37 stemmen aangenomen. Art. 22 (contingent zeemacht) werd daarna goedgekeurd. Contingent en diensttijd zijn dus afgedaan. In art. 6 is de organieke sterkte op 106,000 man gebracht. Art. 8 heeft de Regeering gewijzigd, zoodat dis trictcommissarissen en adjudanten zoowel uit als buiten 't leger kunnen worden aangewezen. Een amendement van de Commissie van Voor bereiding op art. 12, om dienstplichtige zeevarenden niet bij het leger te doen dienen, als zij zich bij de marine-reserve verbinden, is, na sterke bestrijding door den minister van Marine, verworpen met 47 tegen 44 stemmen. Besloteu werd, na het derde hoofdstuk de Leger wet te verdagen en dan nog eenige zaken, o. a. het Congotractaat en het verslag der Militaire Academie, af te doen. Provinciale Staten. In de gisteren te Haarlem gehouden buitengewone zitting der Provinciale Staten van Noordholland is (ter vervanging van wijlen den heer Van Stralen) gekozen tot lid van Gedeputeerde Staten, mr. J. A. Sillem te Amsterdam, met 34 van de 55 stemmen. De heer Sillem was niet in de vergadering tegen woordig. Op voorstel van den rapporteur, den heer Calkoen, zijn de geloofsbrieven goedgekeurd van de nieuwbe noemde leden Groen van Waarder (Amsterdam) en Ter Hoffsteede (Haarlem), die daarop zitting hebben genomen. Kamer-candidaten. De heer S. T. Land is door de liberale kiezers- vereeniging te Oosterend op Texel tot candidaat geproclameerd. De heer J. Breebaart Kzn., te Winkel, wenscht voor eene candidatuur in het hoofdkiesdistrict Haarlemmermeer niet in aanmerking te komen. In de algemeene vergadering der Katholieke Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Beverwijk, is tot candidaat gekozen de heer W. Bos, burge meester van Oudorp. Naar men verneemt, zal deze candidatuur door de anti-revolutionairen worden gesteund. Binnenlandsch nieuws. Helder. Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag 22 Mei 1891. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 14 leden afwezig zijn de heeren Govers, Over de Linden en Verfaille. Na de opening der vergadering deelt de Voor zitter mede dat de vraag, in de vorige zitting ge daan „of het Gemeentebestuur het recht heeft of kan verkrijgen, om anderen dan de gemeente-ambte naren te verbieden langs den havendijk visch af te slaan," aan het Dagel. Bestuur aanleiding heeft gegeven om den Raad machtiging te vragen tot het doen van de vereischte stappen, om te verkrijgen dat aan de gemeente vergunning worde verleend tot het exploiteeren van den vischafslag, met uitsluiting van ieder ander. Tot het vragen van deze machtiging is deze vergadering door Voorz. belegd. Den heer Hordijk is 't niet recht duidelijk, op welke voorwaarden deze vergunning moet worden gevraagd. De heer Oudenhoven meende dat deze heele zaak reeds in 't reine was en het Dag. Bestuur daarvoor niet de bijzondere machtiging van den Raad behoefde. De Voorzitter is persoonlijk van hetzelfde gevoelen, maar in den boezem van het Dag. be stuur bestond daaromtrent verschil. Ook de heer Van Neck is van oordeel dat, nu de uitvoe ring van het in de vorige vergadering genomen besluit aan B. en W. is opgedragen, het dwaasheid is, daarvoor opnieuw den Raad bijeen te roepen. De heer Oudenhoven vreest dat de te vragen vergunning weinig effect zal hebben. Al wordt aan anderen verboden, langs den havendijk af te slaan, dan zal men de visch met vletten naar het strand kunnen vervoeren en daar verkoopen. De heer Van Neck is er van overtuigd dat de handel niet aan banden kan worden gelegd, maar hier wordt alleen voor de gemeente het uitsluitend recht gevraagd om de visch af te slaan. Dat kan niet, verzekert de heer Hordijk wie zal een ander beletten om, van een patent voorzien, af te slaan De heer Korver vraagt of het niet noodzakelijk is, vóór alles eene verordening op den vischafslag vast te stellen. Volgens zijn oordeel wel, want volgens art. 2 van de Patentwet is de vergunning voor de uit oefening van een beroep afhankelijk van plaatse- selijke reglementen en verordeningen. Wordt nu bij verordening bepaald dat de afslag aan gemeen te-ambtenaren is opgedragen, dan heeft geen ander daartoe het recht. De heer Oudenhoven wenscht te worden ingelicht, hoe de vischafslag te IJmui- den is geregeld daan slaan wel drie verschillende firma's gelijk af.De zaak is daar geheel in han den van particulieren, verzekert de Voorzitter. De heer Oudenhoven zegt, door ziekte verhinderd te zijn geweest 0111 alle vergaderingen van den Raad, waarin de vischafslag-quaestie ter sprake kwam, te kunnen bijwonen en daardoor niet voldoende op de hoogte der zaken te zijn. Hij weet dus ook niet of van de eene of andere zijde nog stukken zijn ingekomen, welker behandeling op de te nemen besluiten nog van invloed zou kunnen zijn. Wanneer zouden die moeten zijn ingekomen vraagt Voorzitter. Nog de vorige week heeft eene vergadering van den Raad plaats gehad en dan zouden ze wel ter tafel zijn gebracht. Is er dan ook na die vergadering nog iets ingekomen vTaagt de heer Oudenhoven. Ja, zegt de Voorzitter, pas hedenmorgen is een adres door het Dag. Bestuur ontvangen, maar dat is nu niet aan de orde. De heer Van Neck kan er zich niet mee vereenigen dat het D. B. alléén ver gunning wil vragen om langs den havendijk te mogen afslaanhij wenscht de gemeente-ambte naren belast te zien met den afslag in het alge meen. Dat kan niet worden toegestaan, verzekert de heer Hordijk opnieuwieder heeft daartoe evenveel recht. Deze meening wordt door den heer Korver niet gedeeld. De heer Zurmuhlen wijst er op, dat 't hoogst moeielijk is, onder alle omstandigheden in het gebouw af te slaan. Zoo b. v. zou het den geepvisschers, die nn hun vangst aan den mond der haven markten en, 's nachts binnenkomende, daardoor nog eenige uren rust kunnen genieten, niet aanstaan met hun visch tot achter in dehaven te moeten roeien. Met betrekking tot de door den heer Oudenhoven gevraagde in lichtingen omtrent den toestand te IJmuiden, zegt spr. (lat daar eene geregelde concurrentie door de verschillende afslagers wordt gevoerd, zooals die hier niet bestaat. De heer Oudenhoven acht 't ook voor de sloepen onmogelijk, altijd in het ge bouw af te slaan en daarmede dient wel ter dege rekening te worden gehouden, omdat de visscherij voor onze gemeente een belangrijke bron van inkomsten is. Ook met de publieke opinie mag wel rekening worden gehouden. De heer Korver heeft den indruk ontvangen dat hier eene kleine spraakverwarring is ontstaan, 't Is immers, vraagt spreker, niet de bedoeling van het Dag. Bestuur, vergunning te vragen om alleen in het gebouw te mogen afslaan, maar ook op andere plaatsen daarbuiten Ook te Vlaardingen bestaal eene verordening, waarin uitdrukkelijk wordt verklaard dat alleen de gemeente-ambtenaren mogen afslaan. De Voorzitter zegt dat er hier alleen sprake van is, of de gemeente het uitsluitend recht van afslag kan krijgen. Is dat eenmaal toegestaan, dan kan eene verordening worden gemaakt, waarin de noodige uitzonderings-bepaliugen kunnen worden opgenomeiP. De heer Hordijk, die zich stel lig overtuigd houdt dat de te vragen ver gunning niet zal worden verleend, omdat de wet zulks verbiedt, vraagt tot wie het Dag. Bestuur zich wel met dat verzoek zou willen wenden. Tot de autoriteiten, die het recht hebben den afslag aan den havendijk te verbieden, dat zijn de Departementen van Waterstaat en Marine, zegt Voorzitter. Welnu, merkt de heer Hordijk op, Waterstaat zal het misschien inwilligen, Marine zeker niet. De heer Van Neck is hiervan nog niet overtuigd, omdat de vischafslag vroeger reeds van het terrein vóór het Paleis is weggejaagd. In geen geval is er, volgens dezen spreker, iets tegen om te vragen. De heer Oudenhoven is teleurgesteld geworden; hij meende dat deze vergadering was uit geschreven om de belangen van den vischhandel te be spreken, en vreest dat die belangen zullen worden ge schaad door de maatregelen, die nu van gemeentewege worden genomen. De Voorzitter kan die vrees niet deelen. Reeds sedert vele jaren is het viscbafslag- vraagstuk aan de orde en het kan dus voldoen de zijn bestudeerd. De heer Zurmuhlen raadt tot voorzichtigheid aan. Wanneer de gemeen te nu vraagt aan anderen het afslaan langs de haven of elders te verbieden, dan mag dat ook niet aan de gemeente zelve worden toegestaan. Dat wordt niet gevraagd zegt Voorz. wèl of de ge meente het uitsluitend mag doen. De heer Oudenhoven komt nogmaals op het door B. en W. ontvangen adres terug. De Voorzitter heeft gezegd dat dit nu niet aan de orde is, maar als het in het belang der gemeente is, meent spr., dient het toch in behandeling te worden genomen, alvorens eenig besluit wordt uitgelokt. De Voor zitter verzekert dat, al wordt aan de gemeente de te vragen vergunning verleend, de Raad ten allen tijde het recht heeft den afslag op eene andere wijze dan de nu voorgestelde te regelen. De heer Ouden hoven acht bet geheel overbodig, het Dag. Bestuur voor de te vragen vergunning bijzondere machtiging te verleenen, omdat de zaak in de vorige vergade ring reeds in handen van B. en W. is gesteld. Dit is volgens den heer Maalsteed niet het geval wèl is de zaak toen besproken, maar tot een be paald besluit is het niet gekomen en daarom vraagt het Dag. Bestuur nu speciale machtiging. De Voorzitter wil nu het voorstel in stemming brengen, maar de heer Hordijk wil precies ingelicht worden, wat het voorstel is. Om voor de gemeente het uitsluitend recht te vragen tot het afslaan van visch langs den havendijk, vanaf het Wierhoofd tot de Commercie-sluis, zegt Voorz. De heer Van Neck wil niet. een bepaalden afstand noemen en vergunning vragen voor het afslaan in het algemeen, uitsluitend vanwege de gemeente. Aldus wordt hierna met 10 tegen 2 stemmen besloten. Tegen stemden de heeren Hordijk en Oudenhoven, terwijl de heeren Franken en Zurmuhlen zich van stemming onthielden. De Voorzitter sloot hierop de vergadering. Helder. Tot voor weinige jaren had onze gemeente in het bouwvak een „slechten" naam en werd met de eenvormigheid onzer huizen in den vreemde weieens den spot gedreven. Daargelaten nu dat de toestand meermalen zeer overdreven werd voor gesteld, lag er toch wel iets waars in de bewering, dat het meerendeel der huizen hier maar steeds een vormig onder één dak werd opgetrokken. Ver schillende ondernemers van bouwwerken hebben den laatsten tijd met dien regel gebroken en het gevolg daarvan is, dat in de bouworde thaus meer ver scheidenheid valt op te merken dan ooit te voren het geval was en dat men gebouwen ziet verrijzen, die aan onze gemeente een ietwat meer stadscli aanzien geven. Zoo kwam dezer dagen weer een gebouw gereed, dat onze gemeente, en de Hoofdgracht in 't bijzonder, tol. sieraad verstrekt. Wc bedoelen het nieuwe woonhuis van den heer G. T. von Oterendorp. In oud-Duitschen stijl opgetrokken, naar een ont werp van den architect B. J. Ouëndag, te Amsterdam, is dit gebouw hier ter plaatse tot heden eenig in zijn soort en trekt, èn als zoodanig èn om de keu rige uitvoering, de aandacht van vreemdeling en plaatsgenoot. Het verdient deze ten volle, alleen reeds wat het uitwendige betreft. En dat niet alles hieraan is opgeofferd, maar dat het inwendige met het uiterlijke volkomen in overeenstemming is, daarvan hebben we ons kunnen overtuigen. Het huis bevat, behalve ruime marmeren ves tibule, gangen, keuken, badkamer en kelder, zeven grootere en kleinere kamers, allen even smaakvol naar de eischen des tijds ingericht. Met uitzondering van de fraai beschilderde plafond doeken, die door den decorateur C. Roskamp te Arnhem werden vervaardigd, is het geheel door aannemers uit deze gemeente tot stand gebracht. De heer Jn. Duinker was de uitvoerder van de timmer- en metselwerken, terwijl de uitvoering van het verf- en behangwerk aan den heer J. Bethlchem was opgedragen. Het marraerwerk werd door den heer J. B. L. Simon, het ijzerwerk, waaronder het ijzeren hek aan de straatzijde, door de heeren T. J. en H. F. Leewens geleverd. Deze allen verdienen een woord van lof voor de uitnemende wijze, waarop zij, naar de plannen van den heer Ouëndag, een werk hebben uitgevoerd, dat waarlijk strekt tot verfraaiing onzer gemeente. Helder. Afloop der openbare verkooping, gehouden door notaris Hattinga Raven, op Donderdag 21 Mei, 's avonds 8 uur, in het lokaal „Musis Sacrum". 1.-Een koffiehuis en logement, met recht van vergunning, met erf, Binnenhaven 22. Kooper de heer G. de Beurs, voor f 1875. 2. Een woonhuis en erf, Koningdwarsstraat 56. Kooper de heer J. C. v. Wijngaarden, voor f 680. De overige perceelen zijn opgehouden. Helder. De Belgische schoener-vischsloep „Adolph", die bij Callantsoog op strand heeft gezeten en later alhier is binnengebracht, is gisteren ten overstaan van den notaris Hattinga Raven publiek verkocht. Kooper van schip en inventaris werd de heer L. M. Zachariassen, alhier qq., voor f 3696. Helder. |De eerstaanwezend ingenieur alhier zal, onder nadere goedkenring van den Minis ter van Oorlog, op Woensdag 3 Juni a. s. in het openbaar, bij enkele inschrijving aanbeste den Het doen van voorzieningen aan, en bij militaire gebouwen in de stelling van den Helder. (Raming f 3400.) Nieuwe Niedorp. Bij de herstemming voor een lid van den Raad is met 124 stemmen gekozen de heer P. Koopman. De heer D. Kuilman bekwam 80 stemmen. Alkmaar. Door de verschillende afdeelingen van den bond van liberale kiesvereenigingen in dit hoofdkiesdistrict, waren de volgende candidaten voor de Tweede Kamer op hel grostal gesteldWieringerwaard, mr. W. v. d. Kaaij Barsingerhorn-Kolhorn, J. Breebaart; Schagen, C. V. GerritsenHarenkarspel, C. V. Gerritsen. Van de 97 uitgebrachte stemmen verkreeg mr. W. v. d. Kaaij er 31 en C. V. Gerritsen 45, zoodat tusschen deze heeren eene herstemming moet plaats hebben. Avenhorn. In eene jl. Donderdag alhier gehouden vergadering is de bestaande kiesver eeniging van reglement gewijzigd, zoodat zij voortaan zal zijn een „Vereeniging tot bevorde ring van staatkundige belangen", die tracht de belangstelling in en de kennis van politiek te wekken en te bevorderen door onderlinge be sprekingen, door het hooren van lezingen enz. Bovendien zullen telkens, wanneer dat noodig is, candidaten worden berproken voor de verschil lende besturen. Den eersten Juni a. s. des avonds 8 uur precies zal de afgevaardigde, Baron W. Van Dedem, in ons midden lokaal C. Dekker een lezing houden. Moge de opkomst dan bewijzen dat men het streven van 't Bestuur waardeert. Niet-leden zullen dien avond toegang kunnen verkrijgen tegen betaling van 10 cents. Wognum. Met Pinkster werd in de herberg van den heer A. Pels een eigenaardig 2 5jarig jubilé gevierd. 2 5 jaren achtereen had de Heer God- vliet uit Abbekerk op de Pinksterenkermis in het lokaal van den heer Pels de Wognummers naar zijn pijpen excuus naar zijn viool laten dansen. Onopgemerkt werd dit feest niet voorbijgegaan. Zijne zitplaats was door de dan sende paren met groen en vlaggen versierd en menig glaasje werd op de gezondheid van den jubilaris geledigd. Wij willen hopen, dat de Heer Godvliet nog maar eens 25 jaartjes daar geregeld met de Pinkster zijn spel mag laten hooren. Hij behoort zoo bij de kermis. Hij weet met het jonge volk om te gaan en wanneer wij, getrouwde luidjes, hem daar zien zitten, komen ons onwillekeurig de tijden voor den geest, toen wij ook daar »og rondzwierden. (Ènkh. Ct.) Marine en Leger. Bij Kon. besluit van 20 dezer is de heer G. Van Eysselsteyn, arts, met 1 Juni a. s. benoemd tot off. van gez. 2de kl. bij de zeemacht. Bij Kon. besluit, van 20 dezer wordt de adelborst iBte kl. M. E. Van Assendelft de Coningh, wegens in doch niet door den dienst ontstane lichaamsge breken, met ingang van 16 Juli a. s. voor den tijd van éen jaar op pensioen gesteld en het bedrag van dat pensioen bepaald op f 400 's jaars. Ingevolge Kon. besluit van 20 dezer wordt de ingenieur 2de kl. bij de marine K. F. Koning, met 31 Mei e. k., gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra." De ingenieur 2de kl. der Marine F. Koning is aangewezen om den kruistocht in de Noordzee van Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra," onder bevel van den kapt. ter zee P. G. Bruch, mede te maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2