ran 15.667 steeg tot 16.159 en nieuwe depar
tementen werden opgericht te Berkhout, Beilen,
Broek op Langedijk, Brugge, Driehuizen, Eelde
en Tongeren, terwijl het dep. 's Gravendeel ont
bonden werd. De toestand der financien is echter
niet rooskleurig, tengevolge van de voortdurende
toeneming der werkzaamheden van de Maat
schappij.
Terwijl, zooals men weten zal, het rapport over
de arbeiderswoningen gereed kwam en reeds
verkrijgbaar is gesteld, zal vermoedelijk nog dit
jaar ook het rapport der commissie van onder
zoek naar den toestand en de werking der zieken
en begrafenisfondsen in 't licht verschijnen.
De algemeene vergadering heeft besloten f 1000
ter beschikking van het hoofdbestuur te stellen
tot bevordering van het oprichten van plaatselijke
volkscredietbanken, bij voorkeur op coöperatieven
grondslag, f 1500 voor het (bijna voltooide)
onderzoek naar den toestand en de werking der
ziekenfondsen, f2250 voor voordrachten in
de departementen, en f2000 voor het school
fonds, ter ondersteuning van ouders, die hun
kinderen naar de openbare school zouden zenden,
indien deze voor hen niet te bezwarend ware in
verhouding tot de bijzondere school.
Een voorstel om f 1500 te besteden voor een
onderzoek naar hetgeen in ons land tot verbe-
ring der armenzorg is of wordt beproefd, werd
bij acclamatie goedgekeurd.
Het voorstel van het dep. Rotterdam, om aan
de Industrieschool voor Meisjes aldaar een sub
sidie van f500 te verleenen in de oprichtings
kosten der te bouwen school, werd verworpen
met 721 tegen 71 stemmen.
Het bestuursvoorstel om het kapitaal der maat-
chappij in andere efiecten te beleggen dan cer-
ificaten N. W. Schuld, werd verworpen met 484
egen 309 stemmen.
Het verslag, door eene commissie uit de
Tweede Kamer uitgebracht naar aanleiding van
het onderzoek dat is ingesteld over klachten
betreffende de Militaire Academie te Breda, bevat
de volgende slotsom
„Dat de totaal-indruk, dien uwe commissie
verkreeg bij nauwgezette overweging van hetgeen
het thans afgeloopen „onderzoek nopens aange
legenheid van inwendigen en huishoudelijken
aard" der Koninklijke Militaire Academie heeft
aan het licht gebracht, verre van gunstig is,
behoeft ongetwijfeld geen nader betoog. Men
moge het belang en den omvang der gebleken
feiten trachten te verkleinen, ze trachten te
vergoelijken en te verontschuldigen, de feiten,
thans geconstateerd, moeten tot ingrijpende
maatregelen aanleiding geven, zal de Koninklijke
Militaire Academie aanspraak op een goeden
naam kunnen doen gelden."
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 21 Mei.
Het debat over het gewijzigd art. 28 derLeger-
wet (contingent) werd geopend door den heer A.
van Dedem, die zijn sub-amendement toelichtte,
dat wettelijke vaststelling van het contingent eischt
bij aanneming van het amendement des heeren
Van der Kaay.
De heer Van Houten vroeg, namens de com
missie van voorbereiding, nadere inlichtingen, daar
z. i. het gewijzigd artikel de vermindering van
last, door den minister jl. Woensdag aangekondigd,
niet zou geven.
De heer Rutgere verdedigde sterk het gewijzigd
artikel, waardoor, in verband met den diensttijd,
de druk z. i. niet zwaarder zou worden dan volgens
de bestaande wetgeving.
De heer Veegens echter bleef het nieuwe artikel
te drukkend achten en drong er ernstig op aan,
dat de Regeering alsnog het amendement-Kolkman
of dat van den heer Van der Kaay zou overnemen.
De heer Heemskerk vroeg verduidelijking van de
zienswijze der Regeering omtrent eerstbedoeld
amendement.
Aangenomen werd, met 64 tegen 82 stemmen,
het voorstel van den heer Van Alphen, om Woens
dag niet te vergaderen, wegens de uitnoodigiug tot
bijwoning der ontvangst van de Koninginnen te
Amsterdam.
Een voorstel-Van der Feltz, om na 29 Mei bijeen
te blijven, werd voorloopig ingetrokken, nadat de
heer Schaepman het bestreden had en de Voorzitter
verklaarde dat de beste regeling wellicht deze zou
zijn, 29 Mei weg te gaan, de twee laatste dagen
te gebruiken voor andere onderwerpen en het debat
over de Legerwet zoo spoedig mogelijk te eindigen,
na afdoening der eerste twee hoofdstukken.
Bij het voortgezet debat over de Legerwet be
streed de heer Kolkman sterk de percentsgewijze
heffing van het contingent, als strijdig met de
historie. Een vast cijfer is vereischte.
De heer Van der Kaay heeft zijn amendement
ingetrokken, de verantwoordelijkheid van hethooger
percentage overlatende aan de Regeering.
Dientengevolge verviel ook het amendement-Van
Dedem.
De heer Rooseboom betreurde de regeerings-
wijziging. Voor hem is het mooie er nu afhet
oorspronkelijk voorste] was een geheel en goed ge
motiveerd.
De minister bestreed nader het amendement-
Kolkman en verdedigde het stelsel der Regeering.
Hjj kan noch mag medewerken tot amendementen,
die onvoldoende zijn om het doel te bereiken, dat
zich voorstelt.
Na bestrijding van het artikel door den heer
Van Houten, stelde da heer A. van Dedem voor,
het maximum-contingent te bepalen op 12200 voor
volledige en 1900 voor korte oefening.
Zitting van Vrijdag 22 Mei.
De Kamer bracht 't heden tot een beslissing
over een der hoofdpunten van de Legerwet.
Er werd eerst nog wat gepraat. De heeren
Borgesins en Seyffard bezwoeren den minister,
zich niet langer tegen het amendement-Kolkman te
verzetten en noemden het nieuwe art. 23 een
schijnconcessie.
De heer Van Karnebeek verklaarde dat het Re-
geeringsvoorstel het beste en goedkoopste in gebruik
is, en de heeren A. Van Dedem en Heemskerk
pleitten nogmaals voor verlagi ng van het contingent
tot de uiterste grens, terwijl de heeren Van der
Oye en Van der Kaay voor den minister bleven
pleiten.
In den loop van dit debat wijzigde de heer
Kolkman zijü amendement door nog 800 man
meer voor volledige oefeningen te geven, dus nu
11800, wasirtegenover nu het getal voor korte
oefeningen van 2200 zou dalen tot 1890, ter
wijl de heer A. Van Dedem zijne contingenten
van 12200 en 1900 man van maxima maakte tot
fixum.
De minister van Oorlog verklaarde daarop dit
laatste, aldus gewijzigde amendement niet onaan
nemelijk, hoewel hij de aanneming er van zou be
treuren, terwij! hij zich tegen de overige amende
menten bleef verzetten.
Na deze verklaring protesteerde de heer Rutgers
nog even tegen den ommekeer des ministers, die
z. i. aan de wet hare kracht ontnam, en daarop
ging de Kamer stemmen.
Verworpen werden
1. het voorstel der commissie, om (in art. 26)
den diensttijd te verminderen van acht op zes jaren,
met 61 tegen 36 stemmen
2. het amendement-Haffmans, c. s., strekkende
om het tegenwoordige contingent onveranderd te
laten, met 67 tegen 30 stemmen
3. het amendement-Kolkman c. s., dat het con
tingent van 15,700 wilde verminderen op 13,700
man, met 55 tegen 42 stemmen.
Aangenomen werd daarna het amendement-A. van
Dedem, dat bet contingent brengt op de vaste
cijfers van 12,200 man voor volledige en 1900
man voor korte oafer.ing (dus 2800 man meer dan
nu jaarlijks worden ingelijfd en 1600 man minder
dan de Regeering, als maximum, vroeg) met 52
tegen 46 stemmen.
Nadat vervolgens het amendement der commissie
om geen dienstplichtingen voor korte oefening te
bestemmen, met 53 tegen 49 stemmen was ver
worpen, werd ten slotte art. 23 met 60 tegen 37
stemmen aangenomen.
Art. 22 (contingent zeemacht) werd daarna
goedgekeurd.
Contingent en diensttijd zijn dus afgedaan.
In art. 6 is de organieke sterkte op 106,000
man gebracht.
Art. 8 heeft de Regeering gewijzigd, zoodat dis
trictcommissarissen en adjudanten zoowel uit als
buiten 't leger kunnen worden aangewezen.
Een amendement van de Commissie van Voor
bereiding op art. 12, om dienstplichtige zeevarenden
niet bij het leger te doen dienen, als zij zich bij
de marine-reserve verbinden, is, na sterke bestrijding
door den minister van Marine, verworpen met 47
tegen 44 stemmen.
Besloteu werd, na het derde hoofdstuk de Leger
wet te verdagen en dan nog eenige zaken, o. a.
het Congotractaat en het verslag der Militaire
Academie, af te doen.
Provinciale Staten.
In de gisteren te Haarlem gehouden buitengewone
zitting der Provinciale Staten van Noordholland is
(ter vervanging van wijlen den heer Van Stralen)
gekozen tot lid van Gedeputeerde Staten, mr. J. A.
Sillem te Amsterdam, met 34 van de 55 stemmen.
De heer Sillem was niet in de vergadering tegen
woordig.
Op voorstel van den rapporteur, den heer Calkoen,
zijn de geloofsbrieven goedgekeurd van de nieuwbe
noemde leden Groen van Waarder (Amsterdam) en
Ter Hoffsteede (Haarlem), die daarop zitting hebben
genomen.
Kamer-candidaten.
De heer S. T. Land is door de liberale kiezers-
vereeniging te Oosterend op Texel tot candidaat
geproclameerd.
De heer J. Breebaart Kzn., te Winkel, wenscht
voor eene candidatuur in het hoofdkiesdistrict
Haarlemmermeer niet in aanmerking te komen.
In de algemeene vergadering der Katholieke
Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Beverwijk,
is tot candidaat gekozen de heer W. Bos, burge
meester van Oudorp. Naar men verneemt, zal
deze candidatuur door de anti-revolutionairen
worden gesteund.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Gemeenteraad. Zitting van
Vrijdag 22 Mei 1891.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 14 leden afwezig zijn de heeren
Govers, Over de Linden en Verfaille.
Na de opening der vergadering deelt de Voor
zitter mede dat de vraag, in de vorige zitting ge
daan „of het Gemeentebestuur het recht heeft of
kan verkrijgen, om anderen dan de gemeente-ambte
naren te verbieden langs den havendijk visch af te
slaan," aan het Dagel. Bestuur aanleiding heeft
gegeven om den Raad machtiging te vragen tot het
doen van de vereischte stappen, om te verkrijgen
dat aan de gemeente vergunning worde verleend tot
het exploiteeren van den vischafslag, met uitsluiting
van ieder ander. Tot het vragen van deze machtiging
is deze vergadering door Voorz. belegd. Den heer
Hordijk is 't niet recht duidelijk, op welke voorwaarden
deze vergunning moet worden gevraagd. De
heer Oudenhoven meende dat deze heele zaak
reeds in 't reine was en het Dag. Bestuur daarvoor
niet de bijzondere machtiging van den Raad
behoefde. De Voorzitter is persoonlijk van hetzelfde
gevoelen, maar in den boezem van het Dag. be
stuur bestond daaromtrent verschil. Ook de
heer Van Neck is van oordeel dat, nu de uitvoe
ring van het in de vorige vergadering genomen
besluit aan B. en W. is opgedragen, het dwaasheid
is, daarvoor opnieuw den Raad bijeen te roepen.
De heer Oudenhoven vreest dat de te vragen
vergunning weinig effect zal hebben. Al wordt
aan anderen verboden, langs den havendijk af te
slaan, dan zal men de visch met vletten naar het
strand kunnen vervoeren en daar verkoopen.
De heer Van Neck is er van overtuigd dat de
handel niet aan banden kan worden gelegd,
maar hier wordt alleen voor de gemeente het
uitsluitend recht gevraagd om de visch af
te slaan. Dat kan niet, verzekert de heer
Hordijk wie zal een ander beletten om, van een
patent voorzien, af te slaan De heer Korver
vraagt of het niet noodzakelijk is, vóór alles eene
verordening op den vischafslag vast te stellen.
Volgens zijn oordeel wel, want volgens art. 2
van de Patentwet is de vergunning voor de uit
oefening van een beroep afhankelijk van plaatse-
selijke reglementen en verordeningen. Wordt nu
bij verordening bepaald dat de afslag aan gemeen
te-ambtenaren is opgedragen, dan heeft geen ander
daartoe het recht. De heer Oudenhoven wenscht
te worden ingelicht, hoe de vischafslag te IJmui-
den is geregeld daan slaan wel drie verschillende
firma's gelijk af.De zaak is daar geheel in han
den van particulieren, verzekert de Voorzitter.
De heer Oudenhoven zegt, door ziekte verhinderd
te zijn geweest 0111 alle vergaderingen van den
Raad, waarin de vischafslag-quaestie ter sprake
kwam, te kunnen bijwonen en daardoor niet
voldoende op de hoogte der zaken te zijn. Hij
weet dus ook niet of van de eene of andere zijde
nog stukken zijn ingekomen, welker behandeling
op de te nemen besluiten nog van invloed zou
kunnen zijn. Wanneer zouden die moeten zijn
ingekomen vraagt Voorzitter. Nog de vorige
week heeft eene vergadering van den Raad plaats
gehad en dan zouden ze wel ter tafel zijn gebracht.
Is er dan ook na die vergadering nog iets
ingekomen vTaagt de heer Oudenhoven. Ja,
zegt de Voorzitter, pas hedenmorgen is een adres
door het Dag. Bestuur ontvangen, maar dat is nu
niet aan de orde. De heer Van Neck kan er
zich niet mee vereenigen dat het D. B. alléén ver
gunning wil vragen om langs den havendijk te
mogen afslaanhij wenscht de gemeente-ambte
naren belast te zien met den afslag in het alge
meen. Dat kan niet worden toegestaan,
verzekert de heer Hordijk opnieuwieder heeft
daartoe evenveel recht. Deze meening wordt
door den heer Korver niet gedeeld. De heer
Zurmuhlen wijst er op, dat 't hoogst moeielijk is,
onder alle omstandigheden in het gebouw af te
slaan. Zoo b. v. zou het den geepvisschers, die
nn hun vangst aan den mond der haven markten
en, 's nachts binnenkomende, daardoor nog eenige uren
rust kunnen genieten, niet aanstaan met hun visch
tot achter in dehaven te moeten roeien. Met betrekking
tot de door den heer Oudenhoven gevraagde in
lichtingen omtrent den toestand te IJmuiden, zegt
spr. (lat daar eene geregelde concurrentie door de
verschillende afslagers wordt gevoerd, zooals die
hier niet bestaat. De heer Oudenhoven acht 't
ook voor de sloepen onmogelijk, altijd in het ge
bouw af te slaan en daarmede dient wel ter
dege rekening te worden gehouden, omdat de
visscherij voor onze gemeente een belangrijke bron
van inkomsten is. Ook met de publieke opinie
mag wel rekening worden gehouden. De
heer Korver heeft den indruk ontvangen dat hier
eene kleine spraakverwarring is ontstaan, 't Is
immers, vraagt spreker, niet de bedoeling
van het Dag. Bestuur, vergunning te vragen om
alleen in het gebouw te mogen afslaan, maar ook
op andere plaatsen daarbuiten Ook te Vlaardingen
bestaal eene verordening, waarin uitdrukkelijk wordt
verklaard dat alleen de gemeente-ambtenaren mogen
afslaan. De Voorzitter zegt dat er hier alleen
sprake van is, of de gemeente het uitsluitend recht
van afslag kan krijgen. Is dat eenmaal toegestaan,
dan kan eene verordening worden gemaakt, waarin
de noodige uitzonderings-bepaliugen kunnen worden
opgenomeiP. De heer Hordijk, die zich stel
lig overtuigd houdt dat de te vragen ver
gunning niet zal worden verleend, omdat de
wet zulks verbiedt, vraagt tot wie het Dag.
Bestuur zich wel met dat verzoek zou willen wenden.
Tot de autoriteiten, die het recht hebben den
afslag aan den havendijk te verbieden, dat zijn de
Departementen van Waterstaat en Marine, zegt
Voorzitter. Welnu, merkt de heer Hordijk op,
Waterstaat zal het misschien inwilligen, Marine
zeker niet. De heer Van Neck is hiervan nog
niet overtuigd, omdat de vischafslag vroeger reeds
van het terrein vóór het Paleis is weggejaagd. In
geen geval is er, volgens dezen spreker, iets tegen
om te vragen. De heer Oudenhoven is teleurgesteld
geworden; hij meende dat deze vergadering was uit
geschreven om de belangen van den vischhandel te be
spreken, en vreest dat die belangen zullen worden ge
schaad door de maatregelen, die nu van gemeentewege
worden genomen. De Voorzitter kan die vrees niet
deelen. Reeds sedert vele jaren is het viscbafslag-
vraagstuk aan de orde en het kan dus voldoen
de zijn bestudeerd. De heer Zurmuhlen
raadt tot voorzichtigheid aan. Wanneer de gemeen
te nu vraagt aan anderen het afslaan langs de haven
of elders te verbieden, dan mag dat ook niet aan
de gemeente zelve worden toegestaan. Dat
wordt niet gevraagd zegt Voorz. wèl of de ge
meente het uitsluitend mag doen. De heer
Oudenhoven komt nogmaals op het door B. en W.
ontvangen adres terug. De Voorzitter heeft gezegd
dat dit nu niet aan de orde is, maar als het
in het belang der gemeente is, meent spr., dient
het toch in behandeling te worden genomen,
alvorens eenig besluit wordt uitgelokt. De Voor
zitter verzekert dat, al wordt aan de gemeente de
te vragen vergunning verleend, de Raad ten allen tijde
het recht heeft den afslag op eene andere wijze dan
de nu voorgestelde te regelen. De heer Ouden
hoven acht bet geheel overbodig, het Dag. Bestuur voor
de te vragen vergunning bijzondere machtiging
te verleenen, omdat de zaak in de vorige vergade
ring reeds in handen van B. en W. is gesteld.
Dit is volgens den heer Maalsteed niet het geval
wèl is de zaak toen besproken, maar tot een be
paald besluit is het niet gekomen en daarom
vraagt het Dag. Bestuur nu speciale machtiging.
De Voorzitter wil nu het voorstel in stemming
brengen, maar de heer Hordijk wil precies ingelicht
worden, wat het voorstel is. Om voor de gemeente
het uitsluitend recht te vragen tot het afslaan van
visch langs den havendijk, vanaf het Wierhoofd tot
de Commercie-sluis, zegt Voorz. De heer Van
Neck wil niet. een bepaalden afstand noemen en
vergunning vragen voor het afslaan in het algemeen,
uitsluitend vanwege de gemeente. Aldus wordt
hierna met 10 tegen 2 stemmen besloten. Tegen
stemden de heeren Hordijk en Oudenhoven, terwijl
de heeren Franken en Zurmuhlen zich van stemming
onthielden.
De Voorzitter sloot hierop de vergadering.
Helder. Tot voor weinige jaren had onze
gemeente in het bouwvak een „slechten" naam en
werd met de eenvormigheid onzer huizen in den
vreemde weieens den spot gedreven. Daargelaten nu dat
de toestand meermalen zeer overdreven werd voor
gesteld, lag er toch wel iets waars in de bewering,
dat het meerendeel der huizen hier maar steeds een
vormig onder één dak werd opgetrokken. Ver
schillende ondernemers van bouwwerken hebben den
laatsten tijd met dien regel gebroken en het gevolg
daarvan is, dat in de bouworde thaus meer ver
scheidenheid valt op te merken dan ooit te voren
het geval was en dat men gebouwen ziet verrijzen,
die aan onze gemeente een ietwat meer stadscli
aanzien geven.
Zoo kwam dezer dagen weer een gebouw gereed,
dat onze gemeente, en de Hoofdgracht in 't bijzonder,
tol. sieraad verstrekt. Wc bedoelen het nieuwe
woonhuis van den heer G. T. von Oterendorp.
In oud-Duitschen stijl opgetrokken, naar een ont
werp van den architect B. J. Ouëndag, te Amsterdam,
is dit gebouw hier ter plaatse tot heden eenig in
zijn soort en trekt, èn als zoodanig èn om de keu
rige uitvoering, de aandacht van vreemdeling en
plaatsgenoot. Het verdient deze ten volle, alleen
reeds wat het uitwendige betreft. En dat niet alles
hieraan is opgeofferd, maar dat het inwendige met
het uiterlijke volkomen in overeenstemming is,
daarvan hebben we ons kunnen overtuigen.
Het huis bevat, behalve ruime marmeren ves
tibule, gangen, keuken, badkamer en kelder, zeven
grootere en kleinere kamers, allen even smaakvol
naar de eischen des tijds ingericht.
Met uitzondering van de fraai beschilderde plafond
doeken, die door den decorateur C. Roskamp te
Arnhem werden vervaardigd, is het geheel door
aannemers uit deze gemeente tot stand gebracht.
De heer Jn. Duinker was de uitvoerder van de
timmer- en metselwerken, terwijl de uitvoering van
het verf- en behangwerk aan den heer J. Bethlchem
was opgedragen. Het marraerwerk werd door den
heer J. B. L. Simon, het ijzerwerk, waaronder het
ijzeren hek aan de straatzijde, door de heeren T. J.
en H. F. Leewens geleverd. Deze allen verdienen
een woord van lof voor de uitnemende wijze, waarop
zij, naar de plannen van den heer Ouëndag, een
werk hebben uitgevoerd, dat waarlijk strekt tot
verfraaiing onzer gemeente.
Helder. Afloop der openbare verkooping,
gehouden door notaris Hattinga Raven, op
Donderdag 21 Mei, 's avonds 8 uur, in het
lokaal „Musis Sacrum".
1.-Een koffiehuis en logement, met recht van
vergunning, met erf, Binnenhaven 22. Kooper
de heer G. de Beurs, voor f 1875.
2. Een woonhuis en erf, Koningdwarsstraat 56.
Kooper de heer J. C. v. Wijngaarden, voor f 680.
De overige perceelen zijn opgehouden.
Helder. De Belgische schoener-vischsloep
„Adolph", die bij Callantsoog op strand heeft
gezeten en later alhier is binnengebracht, is
gisteren ten overstaan van den notaris Hattinga
Raven publiek verkocht. Kooper van schip
en inventaris werd de heer L. M. Zachariassen,
alhier qq., voor f 3696.
Helder. |De eerstaanwezend ingenieur alhier
zal, onder nadere goedkenring van den Minis
ter van Oorlog, op Woensdag 3 Juni a. s. in
het openbaar, bij enkele inschrijving aanbeste
den Het doen van voorzieningen aan, en bij
militaire gebouwen in de stelling van den
Helder. (Raming f 3400.)
Nieuwe Niedorp. Bij de herstemming
voor een lid van den Raad is met 124 stemmen
gekozen de heer P. Koopman. De heer D.
Kuilman bekwam 80 stemmen.
Alkmaar. Door de verschillende afdeelingen
van den bond van liberale kiesvereenigingen
in dit hoofdkiesdistrict, waren de volgende
candidaten voor de Tweede Kamer op hel grostal
gesteldWieringerwaard, mr. W. v. d. Kaaij
Barsingerhorn-Kolhorn, J. Breebaart; Schagen,
C. V. GerritsenHarenkarspel, C. V. Gerritsen.
Van de 97 uitgebrachte stemmen verkreeg mr.
W. v. d. Kaaij er 31 en C. V. Gerritsen 45,
zoodat tusschen deze heeren eene herstemming
moet plaats hebben.
Avenhorn. In eene jl. Donderdag alhier
gehouden vergadering is de bestaande kiesver
eeniging van reglement gewijzigd, zoodat zij
voortaan zal zijn een „Vereeniging tot bevorde
ring van staatkundige belangen", die tracht de
belangstelling in en de kennis van politiek te
wekken en te bevorderen door onderlinge be
sprekingen, door het hooren van lezingen enz.
Bovendien zullen telkens, wanneer dat noodig is,
candidaten worden berproken voor de verschil
lende besturen.
Den eersten Juni a. s. des avonds 8 uur precies
zal de afgevaardigde, Baron W. Van Dedem,
in ons midden lokaal C. Dekker een lezing
houden. Moge de opkomst dan bewijzen dat
men het streven van 't Bestuur waardeert.
Niet-leden zullen dien avond toegang kunnen
verkrijgen tegen betaling van 10 cents.
Wognum. Met Pinkster werd in de herberg
van den heer A. Pels een eigenaardig 2 5jarig
jubilé gevierd. 2 5 jaren achtereen had de Heer God-
vliet uit Abbekerk op de Pinksterenkermis in
het lokaal van den heer Pels de Wognummers
naar zijn pijpen excuus naar zijn viool
laten dansen. Onopgemerkt werd dit feest niet
voorbijgegaan. Zijne zitplaats was door de dan
sende paren met groen en vlaggen versierd en
menig glaasje werd op de gezondheid van den
jubilaris geledigd.
Wij willen hopen, dat de Heer Godvliet nog
maar eens 25 jaartjes daar geregeld met de
Pinkster zijn spel mag laten hooren. Hij behoort
zoo bij de kermis. Hij weet met het jonge volk
om te gaan en wanneer wij, getrouwde luidjes,
hem daar zien zitten, komen ons onwillekeurig
de tijden voor den geest, toen wij ook daar
»og rondzwierden. (Ènkh. Ct.)
Marine en Leger.
Bij Kon. besluit van 20 dezer is de heer G. Van
Eysselsteyn, arts, met 1 Juni a. s. benoemd tot
off. van gez. 2de kl. bij de zeemacht.
Bij Kon. besluit, van 20 dezer wordt de adelborst
iBte kl. M. E. Van Assendelft de Coningh, wegens
in doch niet door den dienst ontstane lichaamsge
breken, met ingang van 16 Juli a. s. voor den tijd
van éen jaar op pensioen gesteld en het bedrag van
dat pensioen bepaald op f 400 's jaars.
Ingevolge Kon. besluit van 20 dezer wordt de
ingenieur 2de kl. bij de marine K. F. Koning, met
31 Mei e. k., gedetacheerd aan boord van Hr. Ms.
pantserdekkorvet „Sumatra."
De ingenieur 2de kl. der Marine F. Koning is
aangewezen om den kruistocht in de Noordzee van
Hr. Ms. pantserdekkorvet „Sumatra," onder bevel
van den kapt. ter zee P. G. Bruch, mede te maken.