De audiëntie Yan den minister van Marine werd gisteren bezocht door tal van hoofd-officieren der Marine, die daarvoor uit verschillende plaat sen waren overgekomen. De onlusten in Suriname. Omtrent de oploopjes te Paramaribo wordt dd. 12 Mei jl. aan het „Vad." o. a. het volgende geschreven, dat de berichten bevestigt, uit particuliere bron nen gemeld „lk heb geen tijd om u alles te kunnen berichten wat heden te deicr slede plaats had en de heer Lohmon mag wel tevreden wezen, dat vandaag de kroon op zijn werk door het gepeupel is gezet. J)e bestelling van rijst en meel heeft, zooals ik reeds mededeelde, hem de volksgunst bezorgd. Zijn orgaan „Volksbode" heeft hem daarbij de behulpzame hand geboden, liet volk, wijs gemaakt dat de Gonverneur het vrij wil maken van het betalen van belas- tingeu, doch daarin verhinderd wordt door de Koloniale Staten en de burgerij, evenals zij hem beletten de ontvan gen voedingsmiddelen tegen lagen prijs van de hand te doen, heeft vandaag ergerlijk huis gehouden op de bezittende klasse. Wat vannaoht en morgen gebeuren zal, kan niemand nog voorzien. „Dagen achtereen kwamen Para- en Saramaccanegers naar de staiL om met Bergen te overleggen wat op 12 enlB Mei moest worden gedaan. Ook bjj den Gouverneur vervoegden zij zieh. Voor de Gouverneur een dier deputaties bij zich ontving, heb ik, ten huize van een aanzienlijk ingezetene bij het raam zittende, een gesprek van vier hunner gehoord, waarbij zij zeiden 't niet noodig te oordeelen bij den Gouverneur te gaan, omdat zij recda van Hergen vernomen hadden, wat op 12 Mei te moeten doen. „Terwijl volksspelen op het plein zouden plaats hebben en daarvoor de noodige toestellen waren opgericht, vernielde het gepeupel verscheidene dier toestellen onder het oog van den Gouverneur, die met zijn familie op het bnlkon stond, zonder aan de wacht voor het Gouvernementshuis en de op het plein aanwezige politiemacht te gelasten, dat tegen te gaan. Toen werd de boel in de rivier gesmeten. Deproc.- S Deraal verscheen op het terrein en liet een charge onder n troep doen. Er vielen 4 of 5 gewonden. Daarop gingen eenige van den troep naar den Gouverneur en vroegen of hij mede met de Staten feest vierde, waarop hjj ontkennend antwoordde. „Het volk bedreigde daarop de lieden, die aan den roei- wedstrijd zonden deelnemen, indien zij dit deden. Slechts de burgerjongens van de roeivereeniging namen aan den roeiwedstrijd deel; niemand durfde 'tanders. En zoo viel hst feest in duigen. Toen ging het gepeupel den waterkant op, sloeg alle ruiten van de woningen van de Israëlieten stuk en vernielde hun daken. Mr. Kalff, die waarlijk flink optrad en de meeste kalmte aan den dag legde, ziende dat de politiemacht tegen het gepeupel niet bestand was, liet de troepen oprukken. Maar toen kwam de Gouver neur zelf op het tooneel. Hij zond de militairen naar huis na hun eerst hnn geweren te hebben doen ontladen. Met het gepenpel liep hij mede en telkens, als hg voor de een of andere woning stand hield, scheen dit het sein te zijn voor het gepeupel om die woning te bombardeeren. De woningen van rar. C. H. van Meurs, van den heer Pos, Benjamin Samaoe en Pinto in de Saramaccastraat werden deerlijk gehavend. „Een geloofwaardige ooggetuige verklaart mij zooeven, dat de heer Lohman voor de woning van B. Samson stond te lachen, toen het gepeupel met steenen wierp. Een der bewoners werd daarop zoo verontwaardigd, dat hij den Gonverneur toeriep„mr. Lohman, dit is nw werk I Zeg toch aan dat volk om op te houden." De Gouverneur antwoordde niet, maar ging met het volk verder. Diezelfde persoon wendde zich toen tot den Procnrenr-Ganeraal en bracht een klacht in tegen den Gouverneur als de man, die het oproer had doen ontstaan. Mr. Kalff antwoordde, dat de Gouverneur hem machteloos hnd gemaakt door de troepen naar hnis te zenden, maar dat hij de klacht zon verbaliseeren. Meer en meer groeide het gepenpel in aantal toe, en de Gouverneur, ein delijk ziende dat de zaak te erg werd, smeekte het volk naar hnis te gaan. „Wat gij na doet, is slechts in het voordeel der Joden. Morgen zal ik n een groot feest geven, gaat na maar naar huis," riep de Gonverneur herhaaldelijk de menigte toe. En zoo ging de boel van lieverlede uit elkaar. Maar intusBch'en zijn er verscheidene naar Para en Saramacca ver trokken om helpers op te doen. Een politie-agent, die mis handeld was geworden door een neger en dien hij arresteerde op het oogenblik, dat de Gouverneur op het terrein kwam, moest op bevel van den Gonverneur den arrestant loslaten. Maar onmiddellijk daarop aloeg die neger den politie-agent met een stok neder. En de Gouverneur zweeg." Wat hier gebeurd is, is een schande voor de Nederlandsche He geering, die zulk een dolzinnig man als mr. Lohman tegen alle waarschuwing in zoo lang heeft gehandhaafd. Is 'tniet meer dan erg, dat de burgerij het beschaafde en aan Nederland gehechte deel der bevolking op deze wijze wordt mishandeld P Omdat zij als onafhankelijke mannen, als zonen van de oud-Nederlandera, zich niet wil laten vertrappen door den Gonvernenr, werden de halfbarbaarsche Para- en Sararaacca-negers maandenlaug stelselmatig opge ruid en opgezet tegen hen, die prijs stellen op orde en handhaving van het gezag, en nu als hyena's op dezen losgelaten. De burgerij is verplicht zich te wapeDen. Ter wijl ik u dit schrijf, heb ik politie-agenten in mijne wo ning, om mij te beschermen tegen een aanval van het gepenpel, dat opgezet is om mijn huis in brand te steken. Denk niet, dat het oproer tegen de Joden is, het oproer is tegen allen, die met den waanzinnigen Gouverneur niet Daarom meent deze Maatschappij op de zaak te moeten terugkomen en verzoekt opnieuw aan de Wetgevende Kamer in Belgie haar streven te ondersteunen. Deze berichten zijn van dien aard, dat de Regeering onmogelijk óver de zaak het stil zwijgen mag bewaren. De bijeenkomst der Eerste Kamer in de aan staande week zal haar gelegenheid geven inlich tingen te verschaffen, en daarvan zal zij zeker gaarne gebruik maken. Of de afgetreden gou verneur moet gezuiverd worden van de ernstige blaam, die uit Suriname op hem is geworpen, als zou hij het oproer-hebben aangewakkerd, althans het bedwingen er van hebben tegenge werkt, óf de Regeering zal den ambtenaar, als 't is gebleken dat hij zijn plicht zoo schro melijk heeft verzuimd, de gevolgen van dat plichtsverzuim móeten doen gevoelen. Namens het Bestuur van de 'Volksinaat- schappij „De Veldbloem", te Brussel, is aan de leden der Kamer van Afgevaardigden in Belgie een adres gericht, waarin er op gewezen wordt, dat in 1875, toen de gevolgen van de handels- en nijverheidscrisis zich veel minder deden gevoelen dan tegenwoordig en de handelstractaten van België met vreemde landen niet alleen bestendig schenen, maar zelfs, naar veler gevoe len, nog voordeeliger worden zouden, de Volks maatschappij „De Veldbloem" ondanks alle gunstige voorteekenen meende, dat de toestand wel Jeens anders worden kon. Daarom zond genoemde Maatschappij aan de Wetgevende Kamers een verzoekschrift, waarin zij een tolverbond vroeg vanBelgië met Noord-Nederland. Dit denkbeeld verwierf bijval aan beide zijden van den Moerdijk, doch de noodzakelijkheid van dit verbond scheen zich toch niet genoeg zaam te doen gevoelen. Nu echter wordt de toestand van handel en nijverheid volgens „De Veldbloem" Belgie bedenkelijkde handelstractaten loopen ten einde, en de groote Mogendheden dreigen haar grenzen voor vreemde voortbrengselen te sluiten. Dat zou, zoowel voor Noord- als voor Zuid-Nederland, de ongelukkigste gevolgen hebben. Binnenlandsch nieuws. Texel. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het Postkantoor alhier, gedurende de iste helft der maand Mei jl. M. J. Langeveld, De Rijp. Texel. Aan het postkantoor en de daaronder ressorteerende hulpkantoren, werd gedurende de maand Mei ingelegd f1656.42! en terugbetaald f 2663.81. Zijpe. Men schrijft van hier aan de „Alkra. Ct." De Vrijzinnige Kiesvereeniging alhier hield jl. Maandag eene vergadering, waartoe ook was uitge- noodigd de heer S. T. Land, afgevaardigde voor dit district, die reeds in eene vorige vergadering opnieuw tot haren candidaat was gesteld. Het genoegen, den afgevaardigde te zien en te hooren, hadden zich onbegrijpelijk niet velen verschaft en aangezien zelfs het recht van introductie den leden was ontzegd, was de vergadering niet talrijk bezocht. Zij heette eene huishoudelijke en ver trouwelijke te zijn. De voorzitter had echter geen bezwaar, dat daarvan een kort verslag werd gegeven. Het bestuur had zeker meer in den geest van het publiek gehandeld, indier. deze samenkomst voor allen toegankelijk ware gesteld. Zij zou daarmede zeker velen hebben verplicht en zich meer den naam der vereeniging waardig hebben betoond. Na een korte, doch pittige en opgewekte openingsrede van den Voorzitter en een welkom aan den heer Land, zegt deze, dat het hem aangenaam is, ook met dit gedeelte van zijn district kennis te maken. Hij sprak zijn dank uit voor het in hem gestelde vertrouwen, vooral na de eigenaardige behandeling, die hij van de regeering mocht ondervinden, en verklaart zich ten allen tijde bereid ook te letten op de belangen van den landbouwenden stand. Hij gaf daarop den leden gelegenheid vragen tot hem te richten. De heer Jiramink wenscht allereerst de vrijheid te nemen, het gevoelen van den afgevaardigde te vragen over de wik- en weegloonen en de mutatie rechten. De heer Land brengt in herinnering de historische beteekenis der wik- en weegloonen. Hoe het recht in 1581 aan den Graaf was verleend voor de roem rijke wijze, waarop Alkmaar zich tegen de Spanr jaarden had verdedigd en hoe dit later op de steden was overgegaan. Met het oog echter op de tegen woordige staatsinstellingen, de wijze waarop dit onderwerp bij de Gemeentewet i9 geregeld is hij van meening, dat het historisch recht van deze wik- en weegloonen geen kracht meer heeft. Vooral nu het den boeren in de laatste jaren minder goed gaat, vindt hij het billijk, dat dit recht langzamer hand verminderd wordt. Eene winst van f 38,000, die de boeren moeten storten ten voordeele der bewoners van Alkmaar, vindt ook hij onbillijk. Van de vermindering der mutatierechten, die meest den kleinen eigenaar drukken, verklaart hij zich een voorstander, ook al zou daardoor de grond belasting misschien iets moeten rijzen. De heer Stadt vraagt den heer Land, of hij genegen zou zijn mede te werken tot de invoering eener Rijks-inkomstenbelasting, waarop mede een bevestigend antwoord volgt. Dezelfde spreker vraagt ook zijn gevoelen omtrent leerplicht en wijziging der onderwijswet. Van leerplicht verklaart de heer Land een voorstander te zijn. Wanneer eene libe rale regeering aan het bewind mocht komen, dan zal een wetsontwerp daarop door hem met instem ming worden ontvangen. Wat betreft de tegen woordige wet op het onderwijs, meent hij, dat de liberalen tevreden kunnen zijn met de uitkomsten, nu zij in de minderheid zijn. Nu die wet met medewerking van vele liberalen is tot stand geko men, meent hij, dat op de gegeven concessie niet kan worden teruggekomen, en het zou ook geen goede staatkunde van de liberalen zijn, de vijand schap en de gevoeligheid van de andere partijen weder op te wekken. Over de uitbreiding van de kiesbevoegdheid vraagt nu nog de heer Greidanus het gevoelen van den afgevaardigde en het daarop gegeven antwoord voldeed, blijkens de toejuiching der vergadering, geheel aan hare wenschen. Hoewel de heer Land zich geen illusie maakte van uitbreiding of van algemeen kiesrecht en als zijne overtuiging uit sprak, dat dit volstrekt niet alle nooden zou op heffen, ja, dat het in landen, waar algemeen of bijna algemeen kiesrecht bestaat, nog slechter gaat dan hier, wilde hij echter thans wel medewerken tot uitbreiding van kiesrecht. Vooral nu het een middel van agitatie wordt, meende hij, dat het tijd" was, het kiesrecht om reden van utiliteit uit te breiden tot zoover als dit met de tegenwoor dige grondwet is overeen te brengen. Aangezien niemand meer het woord verlangde, sloot de Voorzitter, met een woord van dank aan den heer Land, deze buitengewone bijeenkomst. Zijpe. Gemeenteraad. Zitting van 2 Juni 1891. Tegenwoordig 9 leden afwezig, met kennisgeving van verhindering, de heeren Paarlberg en v. Beusekom. Na de opening der vergadering door den Voor zitter, legt het nieuwbenoemde lid, de heer Waiboer, in handen van den Voorzitter de belofte af en neemt zitting, na de gelukwenscheu van den Voorz. en zijne medeleden ontvangen en een woord van dank gesproken te hebben. Alsnu wordt overgegaan tot lezing der notulen van de vorige vergadering, welke worden goedge keurd. Daarna worden tot leden van het stem bureau voor de verkiezing op 9 Juni a. s. benoemd de heeren Nobel en van Beusekom en tot plaats vervanger de heer de Wit. De gewone rondvraag niets opleverende, sluit de Voorzitter de vergadering, om over te gaan in comité, tot het behandelen van een tweetal recla mes op den hoofdelijken omslag. (Sch. Ct.) Schagen. Gemeenteraad. Zitting van 2 Juni. Afwezig de heer Jb. Stammes. Na goedkeuring der notulen, werd mededeeling gedaan van missives van HH. Gedep. Staten, waarbij goedkeuring werd verleend aan de Suppletoire be grooting, aan het besluit tot af- en overschrijving en aan de overschrijving uit den post onvoorz. uitg., allen leu behoeve van den dienst 1890. Van den opzichter dfer gemeente-begraafplaats, J. Roos, was ingekomen een verzoek, dat, nu zijne tegenwoordige woning hein is opgezegd en hij geen geschikte woning kan vinden, van gemeentewege voor hem eene woning worde gebouwd, voor den huur waarvan adr. f5 per maand van zijn salaris wil afstaan. B. en W., in beginsel aannemende de wensche- lijkheid, dat gemeente-ambtenaren van gemeentewege worden voorzien van een woning, adviseeren in dit speciale geval tot voldoening aan het verzoek van adressant. B. en W. willen pogingen aanwenden, in de nabijheid van de begraafplaats een geschikte woning hetzij door aanbouw of aankoop te verschaffen. De heer Roggeveen is het niet eens met het be ginsel dat van gemeentewege aan gemeente-ambte naren een woning zou behooren te worden ver strekt, en acht het evenzoo ondoenlijk een woning te bouwen op het terrein der begraafplaats. De Voorzitter gelooft dat in dit geval het ver huren dat is: het innen van de huur al zeer gemakkelijk zou geschieden, immers de jaar wedde van een gemeente-ambtenaar zou daarnaar geregeld worden, en bedraagt de jaarwedde van Roos nu f 200, dan zou het worden f 140 benevena vrij wo»en. De heer Plomp is van oordeel dat de opzichter der begraafplaats moet wonen, zoo dicht mogelijk 'bij de begraafplaats, dat is in het publiek belang. Elk, die het verlangt, moet ten allen tijde toegang tot de begraafplaats kunnen verkrijgen. Spr. gaat dus in zooverre met het voorstel van B. en W. mede. Wenschelijk acht spr. het, dat een gedeelte van het aan den heer Smit behoorend land aangekocht en daarop een woning gebouwd werd. Dan woont de opzichter vlak bij de begraafplaats en toch afge scheiden. Spr. zou wenschen dat door B. en W. daarvoor een nader onderzoek werd ingesteld. B. en W. verklaren zich met het voorstel van den heer Plomp te kunnen vereenigen. De heer v. d. Maaten heeft bezwaar tegen het bouwen en beweert dat de kosten daarvan veel te hoog zullen loopen. Spr. gelooft dat bijv. het perceel Kos9en billijker te koop zal zijn. Wordt aan B. en W. opgedragen een verder onderzoek in deze in te stellen. Ingekomen een missieve van Ged. Staten, behel zende eenige opmerkingen omtrent de in een voor laatste vergadering vastgestelde politie-verordening. Wordt besloten de wijzigingen, ingevolge voorstel B. en W. over te nemen, en de verordening, aldus gewijzigd, vast te stellen. Wordt door B. en W. voorgesteld het aantal hooistekers van twee uit te breiden tot op vier, elk tegen een salaris van f 25. Dit voorstel aangenomen zijnde, wordt de instructie der hooistekers gewijzigd, naar een concept van B. en W. Worden benoemd tot leden van het stembureau bij de verkiezing van een lid der 2de Kamer, de heeren v. d. Maaten en Plompen tot hunne plaatsvervangers, de heeren Asjes en Hopman. Tot leden van het stembureau, voor de in Juli s. te houden verkiezing van gemeenteraadsleden worden gekozen de heeren Asjes en Govers en tot hunne plaatsvervangers de heeren Roggeveen en Kooi. Voorz. deelde mede, dat o. ra. is ingekomen eene reclame van den heer G. Dorbeck op den hoofdei, omslag, met verzoek, dat zijne reclame door den Raad in het openbaar zal worden behandeld, ten einde adressant de discussie kan bijwonen. De Voorz. wijst er op, dat het in opgemeld adres verlangde in strijd is met alle plaatselijk gebruik, ten opzichte van de behandeling van re clames op den hoofdelijken omslag. Ook de heer Plomp betoogt in een uitvoerig pleidooi het schadelijke van behandeling van recla mes in het openbaar. Met algemeene stemmen werd dan ook besloten, de reclames op den H. O. te blijven behandelen in geheime zitting. Bij de rondvraag wordt door den heer Plomp er op gewezen, dat op marktdagen door de marktbezoekers de passage wordt belemmerd, door zelfs op de loopstraat vee te plaatsen, terwijl op het achtergedeelte van het marktplein nog vol doende ruimte over is. Spr. wenschte dat in dit ongerief zoo mogelijk werd voorzien. De heer Asjes wijst er op, hoe eiken Donderdag, na afloop der markt, de marktplaats met vuil bedekt blijft liggen. Voorz. doet toezegging omtrent de belemmering der passage te zullen overleggen met den markt meester, en ten opzichte der markt-reiniging den betrokken ambtenaar op te dragen, gestreng daar op toe te zien. De heeren Hazeu en Kooi wijzen nog op het onvoldoende schoonhouden der sloot op de Laan en verzoeken strenger toezicht. Hierna ging de raad over in Comité, ter behan deling der reclames op den hoofdei, omslag. Schagen. Voor het door Schagen's Mannen koor „Euterpe", aanstaande Maandag te Wierin- •gerwaard te geven Concert, is het volgende pro gramma vastgesteld 1. „Morgenzang," v. Henri Cartol. 2. „Stille," v. Stille. 3. „Meilied," v. W. F. G. Nicolaï, voor te dragen door de heeren W. Roggeveen Cz. en C. Roggeveen Cz. 4. „Lentelied," v. Joh. J. H. Ver hulst. 5. „O. Welt, du bist so wunderschön", v. A. H. Meijroos. 6. „Jagerslust," v. Astholz. 7. „Meiplanting," Muziek van W. H. C. Schmöling. 8. a. „In den vreemde," v. Joh. J. H. Verhulst, b. „Matrozenlied," (Uit „Sinjeur Semeijns," van H. J. Schimmel,) v. Alex. W. A. Heijblom, voor te dragen door den heer A. Hille. 9. „Der Was- serfall," v. DeckerSchenk. 10. „Soldatenkoor," uit de Heilligerlee-Cantate, van Richard Hol. Schagen. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het Postkan toor alhier, gedurende de tweede helft der maand April. J. Vis, te Amsterdam en G. Breed, teZwaag. VanWieringerwaar: d T. Koom, te Westerland. Haarlem. Door het provinciaal bestuur van Noordholland is jl. Donderdag alhier aan besteed het verdiepen en onderhouden van de Noordzeehaven en van het buitenkanaal en het onderhouden van de golfbrekers en havenhoof- Sliedrecht en Gorinchem voor f 1.370,000. Assen. De heer dr. H. Hartogh Heys van Zoute veen, is alhier overleden aan de slepende ziekte, die hem jaren lang aan zijn studeervertrek kluisterde. Het meest bekend was hij zeker als vertolker van Darwin's werken, waaraan hij thans bezig was, een tweede uitgave te bezorgen. Op verwant gebied trouwens deed hij nog menig geschrift het licht zien, hetzij geheel vrucht van eigen studie, of bewerking in het Nederlandsch van anderer arbeid. De overledene werd 13 Febr. 1841 te Delft geboren, promoveerde te Leiden in de rechten en de wis- en natuurkunde, was vervolgens gedurende korten tijd leeraar aan de Hoogere Burgerschool alhier en vestigde zich, na reizen in Egypte en Californie, te Assen. Laatstelijk was hij redacteur-uitgever A Drentsche Courant." van de „Nieuwe Marine en Leger. Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. „Johan Willem Friso", van Curaijao herwaarts, passeerde heden (Zaterdag) morgen 7 uur Dungeness en kan dus, behoudens tegenspoed, morgenochtend vroeg alhier ter reede worden verwacht. Hr. Ms. monitor „Cerberus" is jl. Donderdag van de Zuiderzee alhier aangekomen. Hr. Ms. instructiekorvet „Nautilus", onder bevel van den kapt.-luit tér zee H. G. Hildebrandt, thans tot oefening van de bootmansleerlingen op de Noord zee kruisende, wordt binnen eenige dagen alhier verwacht. Aan de Nederl.-Maatschappij te Rotterdam 19 den bouw opgedragen van 2 schroefstoomschepeu voor den gouvernements-marine in Ned.Indië. Deze schepen zullen heeten „Flamingo" en „Pelikaan". Werd aan de onderofficieren der zeemacht door den minister van Marine de toezegging gedaan, dat bij een herziening van het reglement van het Fonds van dek- en onderofficieren voor de deelhebbers een gunstiger beschikking zou volgen, thans is bij Kon. Besl. van 15 Mei 1891, bepaald, dat 3 malen het bedrag wordt uitgekeerd van desommen, die langer dan tien jaar aan het fonds zijn gecon tribueerd. De gelden, die tien jaren en korter, doch minstens zes maanden, werden bijgedragen, worden tweevoudig uitgekeerd. Bij het overlijden van deelgenooten, tijdens hun dienst bij de Marine of het korps mariniers, wordt, indien de aanspraak op uitkeering niet is verloren, aan de weduwe of de wettige of erkende natuurlijke kinderen, beneden den leeftijd van 18 jaren, hetzelfde uitgekeerd, waarop de levende aanspraak zou hebben gehad. De commissie, ten overstaan van wie de raach.- leerlingen 2de kl. van het jongste studiejaar te Hellevoetsluis eerstdaags overgangs-examen zullen doen, bestaat uit den luit. ter zee lste kl. H. Strootman, den off.-macb. lste kl. A. J. Over de Linden en den luit. ter zee 2de kl. A. L. Roijen De off. van gez. der 2de kl. bq de zeemacht G. A. J. Van der Sande, dienende aan boord van Hr. Ms. schroefstoomschip „Koningin Emma der Ne derlanden', wordt 16 Juni a. a. op non-activiteit gesteld en vervangen door den benoemden off. van gez. 2de kl. bij de zeemacht L. J. Jansen. Bij Kon. besl. van 3 Juni jl. is, als blijk van goed keuring en tevredenheid de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij Kon. besluit van 22 Sept. 1855, toegekend aan F. A. De Groot, marinier 3de kl. te Amsterdam, wegens het met levensgevaar redden van een jongen uit het water aldaar op 1 Februari 1891 Landbouw en Veeteelt Avenhorn. De bouw eener kaasfabriek alhier naar 't plan van den architect, den heer Stoutjesdijk te Hoorn, is gegund aan den laagsten inschrijver, den heer Hille te Ursum. Een zestal deelnemers doen voor hun rekening deze fabriek oprichten. Naar 't model van andere fabrieken zullen ook hier de vertrekken, bestemd voor de kaasmakery, gedeeltelijk onder den grond zijn gelegen, terwijl behalve deze en de bergplaats voor kazen, aan 't gebouw een woning zal worden toegevoegd voor den kaasmaker. De afdeeling Noordholland van de Vereeniging „het Nederl. Paarden-Stamboek", zal de keuringen van merriën, ter uitreiking van zes en twintig aanhoudingspremiën, houden van merriën gehouden wordende in het noorderdeel, te Kolhoru, op Dinsdag 23 dezer a. s., des voormiddags 10 ure, bij D. Kistvan merriën gehouden wordende in het middeldeel, te Uitgeest, op Woensdag 24 dezer a. s., des middags 12 uren, bij Zonjévan merriën gehouden wordende in het zuiderdeel, te Hoofddorp, (Haarlemmermeer), op Donderdag, 25 dezer a. s., des voormiddags 10 uren, bij Sistermans. Een keuring ter inschrijving van hengsten en merriën in het Stamboek, zal plaats hebben te Halfweg, op Woensdag 17 dezer a. s., des middags 12 ure, bij Coppéeterwijl te Kolhorn op 23, en te Uitgeest op 24 dezer a. s., vóór de premiekeu ringen daarvoor gelegenheid zal bestaan. In de. op 14 September a. s. te Alkmaar te hou den alg. verg. der Holl. Maatschappij van Land bouw moet, in de plaats van wijlen mr. D. Visser van Hazerswoude, een voorzitter der Maatschappij worden gekozen, terwijl tevens een lid van het hoofdbestuur uit Noordholland moet worden benoemd in de plaats van den heer Bultman, die met l Jan. als zoodanig moet afireden. Buitenland. Belgie. - De heer Macau, voorzitter van de Belgische Maatschappij „Cockerill", heeft con cessie verkregen voor den aanleg van een spoor weg in Klein-Azie, van Sarasoun, aan de Zwarte Zee, tot de stad Sivas, met toestemming deze lijn tot Caesarea en de Golf van Alexandretta door te trekken. Wanneer dit tot stand komt, verbindt die spoorweg de Zwarte- met de Mid- dellandsche Zee, een afstand van 1800 KM. De rechterzijde der Belgische Kamer heeft jl. Donderdag de vraag der Grondwetsherziening den te IJmuiden. (Raming f 1,527000). Laagste onderzocht. ,Zij was van gevoelen, dat met de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2