HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 49.
J^.70. Vrijdag 12 Juni 1891.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BEKENDMAKING.
De zeeoorlog iu Chili.
En d escape reen niuimer I"
Jmn Pietersr. Coen.
Het Vaderlandt ghetronwe
Blijf ick tot in den doot:
Wilhelm ut lied.
VorsoüUnt lodoron Olasdag, Donderdag on Zaterdag.
Abouneinenlaprysjper 3 maanden
Voor de courant biunen de gemeente0.70, mei
w naar de overige plaatsen van Nederland 0.90,
naar alle landen, die in hot postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indië en Amerika) 1.75,
r naar Znid-Afrika2.50,
Zondagsblad 1.05
2.10
r 3.—
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prfjs der a d ve r t e n t i n
Van 15 regela 50 cent, elke regel meer 10 cent.Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tussohen den tekst, per regel 15 et
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5,
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand. 5
Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langereld Mz., Okoriite Co, Passaic.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder
herinneren bij deze de belanghebbenden, dat de
vorderingen ten laste der gemeente over het jaar
1890, vóór den 1 Juli 1891 moeten zijn ingediend,
bij gebreke waarvan die vorderingen volgens de wet
worden gehouden voor verjaard en vernietigd.
Helder, deu 4 Juui 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
De strijd tusschen president Balmaceda en het
congres der republiek Chili duurt voort. Toen het
congres in verzet kwam, koos de Marine partij
tegen de regeering, welke hoofdzakelijk alleen door
het landleger werd gesteund. Vandaar dat een beslis
sende slag niet mogelijk was. De Congres-partij
beschikte over een tc geringe troepenmacht om den
president in zijn hoofdstad Santiago aan te tasten of
Valparaiso van de landzijde te bestoken en president
Balmaceda had geen schepen genoeg om de blok
kade der havens te verbreken of der Congres-Marine
te beletten, de eene haven voor, de andere na te
veroveren.
De eenige bruikbare oorlogsschepen, waarover
president Balmaceda beschikte, waren de kanonneer-
booten „Almirante Lijnch" en /,Almirnnte Condell,"
die nu beide buiten gevecht zijn gesteld. Evenwel
vernielden deze beide .booten toch het beste en
grootste pantserschip der Congres-Marine, de //Blanco
Encalada" in de baai van Caldera. Volgens het
officieel rapport der regeering, dat nu is verschenen,
geschiedde deze strijd aldus.
Zoodra de „Almirante Condell," die het eerst de
baai binnenstoomde, de //Blanco Encalada" zag liggen,
seinde zij terstond de //Almirante Lijnch," die
volgde, om zich gereed te maken voor het gevecht.
Voordat de strijd begon, riep de eerste luitenant
Pedro Salva de geheele bemanning van de „Almirante
Lijnch" op dek en hield eene toespraak, om hen
met nadruk te wijzen op het gewicht van het gevecht
dat men zou openen. Hij zeide„Mannen, ons
wacht eene zeer moeielijke taak, en wij zetten allen
ons leven op het spel. Die gevoelt, dat hem hiertoe
de noodige moed ontbreekt, hij spreke en wij zullen
hem aan wal zetten." Niemand meldde zich aan en
ieder begaf zich naar zijn post. De booten waren
op nog geen 150 meters van de „Blanco Encalada,"
toen deze begon te vuren. De „Almirante Condell"
was de eerste, die hare torpedo's uitschoot, maar
beide misten en gingen op 15 (Eng.) voet afstands
langs het achterschip van den vijand voorbij.
Feuilleton *au de Helderschc- en Nieuwedicper Courant.
DE BERGGIDS.
Uit het Duitse h.
Horst geloofde verkeerd verstaan te hebben
„wraak
„Luister eensHier in de nabijheid ligt een
slot, dat aan een zekeren graaf Kracht behoort
daarheen wilde ik gisteren gaannu moet ik er
vandaag naar toe, om met den ouden graaf een
appeltje te schillen."
De vrijheer was opmerkzaam geworden hij had
echter moeite een lach te onderdrukken, toen hij
vroeg „over welke zaak
Koolhaas bulderde als den vorigen avond„Ik
behoef er geen geheim van te maken, want ons
hij wees op de zijnen ons treft de schande niet
en zoowaar als ik Koolhaas heet, ik zal het aan de
groote klok hangen, door het in alle couranten te
schrijven, als de oude graaf mij geen voldoening
verschaft
Getroffen riep Horst„wat is er dan
„Ik weet niet, wie gij zijt, mijnheer, maar ik
zie, dat gij vader zijt," antwoordde de ander.
„Zeker
„U hebt twee dochters, ik slechts één Hij
•wees op zijn eenige.
„NuP Nu?" drong Horst in groote spanning aan.
„Ik ben bufger in de residentie, ik ben poelier,
en graaf Kracht heeft er een zoon Horst hield
in gespannen verwachting den adem in Die zoon
loopt bij mij in en uit, verliefd op mijn dochter
en spreekt met mij over het huwelijk." De vrijheer
week een schrede terug. Koolhaas vatte die bewe
ging als twijfel op en begon dus nog eens met
nadruk„hij spreekt met mij over het huwelijk
met het kind en laat zich mijn kalkoenen en wilde
De „Almirante Lynch" stoomde tot op 50 meters
van de „Blanco Encalada"toen riep kapitein
Fuentes zijn luitenant Salva toe -. „Mik zorgvuldig
en tracht middenscheeps te treffen daar is de kruit
kamer. Zorg, dat het schip zinktHet volgende
oogenblik werden aan stuurboord twee torpedo's
uitgeschoten, maar er volgde geene ontploffing.
Juist toen een der matrozen opmerkte, dat er „niet
veel van terecht zou komeu," viel een der granaten
van de „Blanco Encalada" op het dek van de
„Almirante Lijnch," ontplofte en doodde zes man,
0. a. ook den zeeman, die daar juist had gesproken.
Twee andere torpedo's werden even vruchteloos op
den vijand afgeschoten.
Kapitein Fuentes, die zich in een der torentjes
bevond, riep naar beneden „Salva, schiet nog een
torpedo uit, maar die moet raak zijn. 't Is nu onze
beurt."
„Best," antwoordde luitenant Salva, „maar dan
moeten wij de „Blauco Encalada" tot op twintig
meters naderen."
Kapitein Fuentes gaf onmiddellijk bevel hiertoe,
en het volgende oogenblik hield de „Almirante
Lynch" recht op de „Blanco Encalada" aan. In
den voorsten toren bevond zich kapitein Fuentes,
terwijl luitenant Salva gebogen lag over het torpe
dokanon. Daar drukt de luitenant op den knop, de
torpedo schiet uit het kanon en klieft het water
als een pijl. Een vreeselijke ontploffing volgtde
zee is als bezaaid met wrakhout. De „Blanco Enca
lada" begint te zinken, eerst naar de eene zijde
overhellende, dan naar de andere.
Nu wijdde de vloot al hare aandacht aan de
„Aconcagua," een ander kleiner pantserschip der
Congres-partij, die ook in de Caldera-baai lag.
„Almirante Lijnch" hield recht op haar middenschip
aan, en de „Almirante Condell" naderde haar ach
tersteven. De „Aconcagua" verdedigde zich dapper en
zocht de open zee, terwijl de kleinere booten haar volg
den. Toen zede „Aconcagua" bereikt hadden, bespeurde
men aan den gezichteinder eerst rook en toen
masten. De bevelhebbers der vloot meenden, dat
dit een nieuw schip der Congres-vloot was en
lieten daarom de „Aconcagua" aan haar lot over,
om het grootere vijandelijke schip te gaan besto
ken. De „Almirante Condell" stoomde zuidwaarts
en de „Almirante Lijnch" hield recht aan op het
vreemde vaartuig, dat men voor de „Esmeralda"
of voor de „O'Higgins" hield. De „Aconcagua"
keerde middelerwijl naar de stad terug en ankerde
onder de bescherming der forten. De beide booten
vervolgden haar koers, totdat zij eindelijk gewaar
werden, dat het schip het Engelsche oorlogsschip
„Warspite" was. Aleer zy dit zagen, had de
„Almirante Condell" haar reeds een kogel over
den boeg gezonden. Toen bespeurde kapitein
Fuentes dat het een Engelsch oorlogsschip was en
seinde de „Condell" met schieten op te houden.
Tijdens het gevecht met de „Blanco Encalada"
kreeg de „Almirante Condell" een bom op haar
zwijnskoppen goed smaken, want een graaf heeft
een fijne tong. Op een goeden avond blijft bij
weg. Natuurlijk denken wij dat hij zich de maag
overladen heeft. Hij komt echter den volgenden
en den derden avond niet terug. „Zou hij ernstig
ziek zijn zegt mijn vrouw. Om haar gerust te
stellen ga ik den volgenden morgen naar mijn
aanstaanden schoonzoon. Hij woont daar echter
nietBegrijpt ge P" Horst wendde geen oog
van den verhaler af „Monsieur had ons een
verkeerd adres opgegeven, en ik was mijn kal
koentjes kwijt."
„Is het mogelijk viel de hoorder' in.
„Het wordt nog mooiervervolgde Koolhaas.
„Eindelijk heb ik de woning van den vos ontdekt,
maar wat gebeurt er Ik word niet toegelaten
Ik schrijf mijn brief wordt niet beantwoord."
„Dat is slechtuitte Horst zijn medelijden.
Koolhaas balde de vuisten, „of ik 't er bij liet
zitten Ik heb mijn burgerrechten zoo goed als
een ander. Van een huwelijk kan geen sprake
meer zijn, maar de oude graaf zal weten, welk
een stamhouder hij heefthij zal mij en de mijnen
van aangezicht tot aangezicht zien, opdat mijnheer
zijn zoon hem geen rad voor de oogen draaien
kan. En dan maar dat zal zich wel vinden
Adelgonde, Betty," riep hij afbrekend, „maak je
klaar
Adelgonde stond op en riep met een fijn stem
metje „Mijnheer Possé begeleidt ons
„Heel goed, als gij nog een man meeneemt,"
knikte de poelier, „want anders sta ik alleen voor
het gevalgij blijft er buiten, totdat er getuigen
noodig zijn."
„Vergeef ons," zei Adelgonde tegen Possé, „wij
zullen vlug toilet gaan maken Zij wenkte haar
dochter, die zich bij haar aansloot en bij het
heengaan Possé beloofde, zich zeer te zullen haasten.
Intusschen bleef Horst als aan den grond vast
genageld staan, met neergeslagen oogen, terwijl hij
rich op de lippen beet. Koolhaas ging naar Possé
dek, die drie man doodde. Daarop sprongen er
52 pijpen van een der stoomketels en deden de
stokers bijna in den stoom stikken. De „Almirante
Lijnch" werd 12 maal door de „Blanco Encalada"
getroffen en 9 maal door de „Aconcagua". Een
der schoten trof haar onder de waterlijn en één
doorboorde het portret van kapitein Pratt, dat in
de commandants-kajuit hing.
Op het oogenblik, dat de tweede torpedo door
de „Almirante Lijnch" werd uitgeschoteu, riep een
der torpedisten „AI ben je ook onze broers, zin
ken moet je". Een der adelborsten, die een
granaat aandroeg, werd door een bom ter neer
geworpen. Eenige zeelieden kwamen aanloopen,
om hem op te nemen, maar hij riep hun toe
„Liggen, mannen, liggen, of je gebeurt een onge
luk". De matrozen vielen onmiddellijk plat op het
dek, velen huuner werden gewond, maar geen
enkele gedood. Waren zij blyven staan, dan was
hun pas geteekend geweest.
Infante, een der meest beminde officieren, we.'d
in het gelaat gewond, verloor twee vingers en
kreeg een groot gat in zijn beeti. Toen hij viel,
wenkte hij den chirurgijn-majoor en zijn helpers
dat zij weg zouden blijven en liever luitenant
Pacheco gaan helpen, wiens beenen bijna waren
afgescheurd door dezelfde bom, die hem ter neder
wierp.
Toen de „Almirante Lijnch" van de „Aconcagua"
wegstoomde, werd aan boord het geroep van „brand,
brand" gehoord. Eenige oogenblikken heerschte
er een ware paniek. De brand werd echter
gebluscht, zonder dat hij veel schade had aange
richt. Luitenant Checon, die de tweede torpedo
van de „Almirante Condell" afschoot met den
kreet„Lang leve Chili" werd zoo gevaarlijk
gewond, dat men voor zijn leven vreest.
Nu echter zijn de „Almirante Lijnch" en de
„Almirante Condell," gelijk reeds uitvoerig is be
schreven, in de beide gevechten aan Chanaral en
Valparaiso door de „Magellanes" zoo geteisterd,
dat deze beide booten wel vooreerst geen dienst
meer zullen doen. Het verlies der „Blanco En
calada" is dus ruimschoots vergoed, daar president
Balmecada niets meer over heeft dan de eveneens
geducht geteisterde kruisei „Sergeauto Aldea" en
een paar torpedo-bootjes, waarvan er nog een, de
„Guacoida", door de „Magellanes" in den grond
werd geboord.
De Congres-marine bestaat nu nog uit de „Ma
gellanes", die ondanks de geleden schade, nog
zeer goed bruikbaar isde „Aconcagua", welke
zoo goed mogelijk opgelapt is de. „Huascar", een
oud pantserschip ,dat tijdens den Peruaanschen
oorlog door de Chileenen veroverd werd, maar dat
ook reeds veel heeft geleden en de „Almirante
O'Higgins. De Congres-partij is nu bezig deze
schepen tot een eskader te vereenigen, teneinde
zoo mogelijk de behaalde voordeelen voort te zetten.
en zei„Nu zullen wij onze rekening eens op
maken Tegelijkertijd haalde hij zijn portemonnaie
te voorschijn. Het ontbijt is voor mijn rekening
Als gij u echter bij mijn karavaan aansluit, spreekt
gij geen woord over den weggij volgt mij blinde
lings Zonder antwoord af te wachten van den
jongen man, ging hij vrouw en dochter na.
Posse naderde den peinzenden vrijheer. „Mijn
heer, vergun mij
„Wat is het vroeg deze als in een droom.
„De wijn, dien gij zoo goed waart, gisterenavond
ter mijner versterking te zenden
„Ik Wie zegt dat
„Mijnheer Koolhaas."
„Hij is niet wijsIk weet nergens van bromde
Horst en keerde hem den rug toe.
„Wie dan?" zuchtte Posse met omhooggeslagen
oogen.
„Ik zelf ben het niet geweestO wee, mijn
schoone lezeressenEmma en Suze kwamen
uit het huis terug en hij maakte zich uit de voeten
De dame3 namen geene notitie van hem achter
haar werd graaf Kracht met hoed en wandelstok
zichtbaar.
„Lieve papa" begon Emma.
Horst wenkte haar stil te zijn. „Ik vernam zoo
even een tijding, die ons bezoek op het slot on
mogelijk maakt."
„Papariep Suze verschrikt.
„Geheel onmogelijk! Ik zal naar het station,
waar onze bagage ligt, schrijven, dat men onze
koffers ergens anders heenstuurt."
„Mijn hemeljammerde Suze.
Emma drukte haar deu arm, dat zij zwijgen zou
en zei toen uiterlijk bedaard, „als papa het zoo
besluit, zal het wel noodig zijn."
„Ik zal het u vertellen, gij zult alles vernemen,
kinderen Kom
Toen trad de graaf, die nog niets gezegd had,
te voorschijn en sprak„Mijnheer
„Waarde vriend," sneed Horst zijne woorden
NEDERLAND.
HELDER, 11 Juni.
Het vertrek van H. K. H. de Groother
togin van Saksen-Weimar van het Loo was be
paald op gisterenavond.
Heden komt de Prinses van Bentheim, zuster
van de Koningin-Regentes, met drie dochtertjes
voor enkele dagen ten paleize logeeren.
De Hertogin van Albany wordt 13 dezer ver
wacht met haar dochter en zoontje. Deze Vor
stelijke personen zullen gedurende veertien dagen
de gasten der Regentes zijn.
H. M. de Regentes is opgetreden als bescherm
vrouwe van het Nederlandsch Bijbelgenootschap.
De Koningin-Regentes deed jl. Zondag met
de Groothertogin van Saksen-Weimar een rijtoer
om en in Apeldoorn.
De Amsterdamsche correspondent van de „In-
dépendance beige" seint aan zijn blad
„Ik verneem uit goede bron, dat, ingeval de
anti-liberalen bij de verkiezingen geene meer
derheid kunnen vormen, een ministère d'affaires
zal worden samengesteld, met den heer Van
Tienhoven, burgemeester van Amsterdam, aan het
hoofd."
Binnenlandsch nieuws.
Helder. In de „Alkm. Crt." lezen wij
„De heer J. Pot, te Alkmaar, heeft verzocht,
ontheven te worden van de verplichting tot uit
voering van de hem verleende concessie voor den
aanleg eener telefoongeleiding te Wormerveer,
daar technische en andere bezwaren hem zulks
ten slotte verhinderen."
Onwillekeurig rijst de vraag of het ten opzichte
van de telefoongeleiding alhier ook niet zoo zal
gaan. Van vordering met die werkzaamheden
is ten minste geen sprake. Sinds vele weken be
zitten wij op ons bureel een heel net kastje met
alles wat er bij behoort, behalvede leiding.
Zou hieromtrent geen zekerheid te krijgen zijn
Helder. Door den kapitein, eerstaanwezend
Ingenieur der Genie alhier werd gisteren open
baar aanbesteed
1. Het leveren en plaatsen van ijzeren water
reservoirs in de stelling Helder, onder het be
heer der Genie. (Raming f 5500.) Ingekomen
waren 3 inschrijvingsbiljetten, ais van de heeren
W. de Jong, ad f 5800: J. Kikkert f 5415 en
Wolbers, te Amersfoort, f 4818.
af, „wij hebben uw diensten niet meer noodig
jen zachter zei hij tot de meisjes „het doet mij
eed, wij moeten hem laten vertrekken."
Suze wrong zich de handen „Emma
„Stilvermaande haar zuster en trok haar mee
den vader na.
Graaf Kracht bleef geheel verbaasd alleen op
het plein achter. „Een mededeeling Welke Hier
blijft mij niets over, dan mijn masker te lichten."
Intusschen verscheen Koolhaas weder, tot den
aftocht gereed en even als bij zijn komst met een
regenscherm gewapend, terwijl hij bij zich zeiven
mompelde „wat mij betreft, gaan wij er dadelijk
op losHij keek op zijn horloge. „Ik wil nu
toch wel eens zien, hoeveel tijd die vrouwen weer
noodig hebbenwant wat dat „haasten "beteekeut,
weten wij."
„Of zou jij daar me uitkomst kunnen schenken P"
mompelde Kracht en richtte zich tot Koolhaas
met de vraag, „ik was als gids bij de andere
familie aangenomen, en nu verklaren ze plotseling
mijn diensten overbodig.
„Dan kan ik u niet helpeu, goede man, ik heb
uw diensten ook niet noodigvandaag zal ik voor
den tweeden keer niet verdwalen I"
„Ik wil mij u ook niet opdringen, "antwoordde
de graaf, „maar slechts weten, waarom ik ontslagen
ben."
„Maar dan ben je verkeerd, als je het mij vraagt
„Tengevolge van een mededeeling, die hij mon
deling ontvangen heeft." Verder kon Kracht zijn
onderzoek niet voortzetten, want Horst kwam haas
tig naar buiten, roepende „Mijnheer ik ben uw
naam vergeten I"
„Anton Koolhaas, handelaar in gevogelte en
wild gaf de parapludrager ten antwoord. De
graaf trad snel ter zijde, maar zóó, dat hij het vol
gende gesprek geheel verstaan kon.
(Wordt vervolgd.)