HELDERSCHE NIEUWEDIEPER COURANT. 14 lotfi. jaargang 4a. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN J. H. VAN BALEN. #En dewsperecrl uimmerl* Ja» Pieters. Co«». Het Vadorlandt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Wilhelmuslied. VersotiJJnt lederen Dinsdag, Donderdag ©n Zaterdag. Abonnementsprijs per 3 Voor do courant binnen de gemeeente t n j naar de overige plaatsen van Nederland tllt w olie landen, dio in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indië en Amerika). ma» Zuid-Afrika maanden: 0.70, niet Zondagsblad 1.05 m 0.90, m m m 1-35 1.75, 2.50, 2.10 3.— REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. Pr (ja der Advertentie n: Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, nanr gelang fin de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen den tekst, per regel 15 Ct. Advartenticn voor liefdadige doeleindene 5 t Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jeraey en Omatreken: Mr. P. Langevold M», Okonite Co, Passaie. Brieven uit Zuid-Afrika. Sprinkhanen in Transvaal. Leven overal levenvóór, achter, links, rechtsEn achter de «bulten", die de zoo genaamde «Hoogeveld" vormen, duiken «voort durend nieuwe zwarte wolken van levende en wriemelende stipjes op. Millioenen van in secten gonzen ons langs de ooren. We mee- nen het ruischen van den wind te hooren en nochtans voelen we slechts een nauw merk bare koelte, 't Is of we ons in een ontzag lijken sneeuwstorm bevinden, terzelfder tijd dat de zon hare warme stralen naar de narde zendt. De illusie is zoo volkomen, dat we ondanks de koestering der zon, ieder oogen- blik verwachten, door de verstijvende kou van'den «Kapok" te zullen aangegrepen worden. Het is gegons en gesjirp en getik overal ora ons heen en de lucht is vervuld met wit glinsterende stipjesWij zijn te midden van een sprinkhanenzwerm Over eene uitgestrektheid vau honderden, van duizenden bunders land, is de grond overdekt met de diertjes en de lucht daar boven verduisterd door hun ontzaglijk aantal. Ze vliegen eenige oogenblikken en strijken dun neer om hunne altyd hongerige magen te vullen. Dicht aaneengesloten vallen zij op alles aan, wat onder hun bereik komt. Als iemand ze opjaagt, hullen ze hem iu een zoo dichten wriemelende wolk, dat hij bijna geheel onzichtbaar wordt. Dikwijls zitten de gevreesde insecten drie, vier dik op elkaar gepakt. Is alles wat van hunne gading is, schoon weg gevreten, dan vliegen ze op om verder op nieuw hun verwoestenden arbeid voort te zetten zooals bekend is, geschiedt de spijs vertering bij deze dieren in een minimum van tijd. Waar een zwerm geweest is, zijn alle plnnten verdwenen alleen gele en verdorde grashalmpjes blijven stnnn, eene eentonige afwisseling vormende met den zwarten of rood- - achtigen grond, die heinde enverre zichtbaar is en waarop groote massa's van de geelachtige uitwerpselen der sprinkhanen zijn achterge bleven. Onbegrijpelijk is het vanwaar een zoo enorm aantal insecten komt. Vraag het een hoer, hij zal u zeggen «het is een straf." In die verklaring berust hij, zonder ecnig verder onderzoek. Reeds geruimen tijd te voren ging het FeuiUetos vau de HeUterache- en NieuweJ. Courant. M A R U J A, DOOR BRET HARTE. «Ik dacht altijd, dat de oude man een beetje te druk op de casa kwam maar zij was eene vrouw en bij een man van over de zestig, maar aan deze combinatie beb ik nooit gedacht. Het verwondert mij alleen maar, dat zij hem vóór dien tijd niet ingerekend heeft." Kapitein Carroll's gelaat verried geen spoor van verbazing en tevens van voldoening bij het hooren van dit bericht, waarvan hij on bewust de overbrenger geweest was. «Er schijnt geen aanteekening van deze overdracht te bestaan," vervolgde Prince, ter wijl hij de papieren doorsnuffelde. «Heeft u dit ingekeken vroeg Carroll, met het pakketje in de hand. «Neen het schijnt dat zij eenige brie ven van bijzonderen aard terugwensebt, althans als ik haar schrijven wel begrijp." «Laat ons eens kijken," zeide Carroll, bet pakket losmakende. Er waren drie of vier, nauw in elkaar, in het Engelsch ofSpaansch geschreven briefjes in." «Minnebrieven, denk ik," zeide Prince, wdua daarom wil de oude juffer ze terug hebben. Zij hoeft niet bang te zijn dat haar minnekozerijtjes op papier publiek gemaakt gerucht, dat de sprinkhanen in Kaapkolonie groote verwoestingen hadden aangericht. Daar hoorden we op zekeren dag dat zij van Stan- derton tot in den Vrijstraat, d. i. over eene uitgestrektheid van meer dan honderd Engel- sche mijlen, eene vast aaneengesloten massa vormden. Wat wij vreesden, geschieddede wind draaide naar het zuiden en het leed geen drie dagen, of bij Middelburg was de «voorpunt" van den zwerm aangekomen, 's Maandagsmiddags omstreeks twaalf uur kregen we de eerste sprinkhanen te zien en na verloop van een half uur w as de hemel zwart van de sjirpende zespooten. Tegen den avond schenen ze verdwenen te zijn. Ze strijken clan neer, eten zich dik en, door de koude avondlucht overvallen, blijven ze als dood liggen. Den volgenden morgen echter keert met de warme zonnestralen het leven terug en de verwoestiug begint opnieuw. Voor de Matabele-Kaffers is nu een drukke tijd aangebroken. Bij zakken vol worden 's avonds en 's nachts de verstijfde sprink hanen ingezameld. De volgeude dagen wor den besteed om de insecten te koken en ze daarna de vleugels uit te trekken. Vervolgens worden ze gedroogd en dan tusseben twee steenen fijngemalen, waarna dit poeder, met het maïsmeel gemengd, in de traditioneele «maïspap" gegeten wordt. Ook paarden, geiten en schapen eten bij gebrek aan ander voedsel sprinkhanen en worden er vet van. De insecten zijn van drie tot vier centi meters lang en bruin van kleur. De vleugels zijn sterk ontwikkeld en steken ver achter het lichaam uit. De kop is verder van het borststuk verwijderd, dan bij andere soorten het geval is. In het begin van den winter (Mei) boren de wijfjes met een puntvormig uitsteeksel aan 't achterlijf een gaatje in den grond, liefst in zandachtige narde, waarin ze hare eiereu leg gen, ten getale van 150 a 200. Na den winter, omstreeks Augustus, wanneer de eerste voorjaarsregens vallen, komen de eieren uit en de larven, of zooals ze hier genoemd worden, de «roodbaafjes" of «voetgangers" beginnen een vreeselijk vernielingswerk. In dicht aaneengesloten colonnes trekken ze altijd voorwaarts. Door niets laten zij zich keeren. Komen ze voor een huis, dan wijken zc niet uit, maar ze beklimmen het gebouw en dalen er aan de andere zijde weer af. Even goed als bet tot sprinkhaan ontwikkelde insect, trekken de larven zelfs over de breedste rivieren. Millioenen vallen in den stroom en worden een eind benedenwaarts weer aan den oever gespoeld. Daar blijven ze voor dood liggen, totdat de zonnestralen opnieuw het leven in hen wekken. Wanneer gij ze recht van voren tracht te keeren, springen de voorste even achteruit, zullen worden." «Laten wij ze eens beter bekijken," zeide Carroll beleefd, terwijl hij iederen brief open voor Prince hield, maar zoodanig dat de ander er geen woord van kon lezen. «Er schijnt geen aanteekening van te bestaan dit zijn alleen familiebrieven." «Juist zoo," zei Prince. Kapitein Carroll deed bet pakje toe en stak het in zijn zak. «Dan zal ik ze haar terugbrengen," zeide hij kalm. «Hei! geef hier! zeg ik," zei Prince, op springend. «Ik zeide, dat ik ze haar terug zou geven," antwoordde Carroll kalm. «Maar ik heb ze u niet gegeven. Ik heb er nooit in toegestemd dat ze tusschen de papieren zouden uitgezocht worden." «Het spijt mij dat gij het niet deedt," zeide Carroll koel«het was beleefder van u geweest." «Beleefd Verd mijnheer I Maar dit noem ik stelen." «Stelen, Mr. Prince, is een woord dat ge bruikt mag worden door de persoon die deze brieven opciscbt en die daarmede de daad wil bestempelen van hem, die ze haar wil onthouden. Ik kan het woord noch op u, noch op mij toepassen." «Kort en goed, wilt ge ze mij niet terug geven?" vroeg Prince, bleek van drift. «Volstrekt niet." «Goed mijnheer dat zullen we zien." Hij ging naar de hoek van de kamer en schelde. «Ik heb mijn keldermeester ontbo- maar zoodra ge stilstaat komen zc weer vooruit. Worden vuren aangelegd, dan springen zeer in en de volgende die voortdurend opdringen en altijd denzelfdcn weg volgen als de voor gaande, storten insgelijks in de vlammen, totdat eindelijk hunne gebraden en verkoolde lichaampjes bet vuur uitgedoofd hebben. En de overigen vervolgen weder ongestoord hun weg, zonder dat hun aantal verminderd schijnt te zijn. In hun tweede ontwikkelingsperiode zijn zij zoo vraatzuchtig, dat op de plaatsen, die zij bezoeken, letterlijk niet3 overblijftwat voor stukbijten vatbaar is wordt opgegeten. De eenige manier, om hen van zaailanden verwijderd te houden, is deze men bindt roode doeken aar. stokken en drijft daarmede de voorste der insecten zijwaarts de andere volgen de eerste blindelings en dus zet het geheele leger in eene zijwaartsche richting zijn tocht voort. Dit wordt volgehouden totdat de raeesten voorbij zijn en het gevaar geweken is. De vliegende veelvraten uit korenlanden verwijderd te houden, gaat moeilijker. Als de wind sterk waait, wordt een vuur aangelegd aan de zijde van bet land, vanwaar de sprinkhanen komen. De rook dwingt hen hoogerop te vliegen en zoodoende gaan ze hoog over de landerijen heen, om eerst ver aan de andere zijde neer te strijken. De enkelen, die toch in het koren vallen, worden opgejaagd of gedood. Als er gezaaid wordt tijdens het trekken der diertjes, worden de graankorrels even vlug opgevreten, als zij door den zaaier worden uitgestrooid. De vliegende zwermen zijn geheel afhan kelijk van den wind. Het gebeurt, dat zij weken-, maandenlang in eene zelfde land streek blijven door het voortdurende draaien vau den wind, die ze morgen weer op de zelfde plaats terugvoert, welke ze heden ver laten hebben. De zwerm, die zich bier ver toond heeft, begon Maandagmiddag, en het einde kregen we 'eerst op Woensdagmorgen te zien. Het is onmogelijk iemand, die het niet gezien heeft, duidelijk te maken, hoe groot de massa der voorbijtrekkende insecten was, die zich over ccne breedte van verscheidene uren gaans uitstrekte. Na Woensdagmorgen werd weer een deel door den wind teruggedreven en de andere kon men als dikke zwarte wolken lang3 den horizon zien voorbijtrekken naar andere oorden. Eene week lang hebben ze ons in onrust gehouden en daarna zijn ze, naar we hopen, voor goed verdwenen. Middelburg (Transvaal), 25 Juni 1891. D. v. d. P. den en zal u in zijn tegenwoordigheid van diefstal betichten." «Gij zult het wel laten." «Waarom «Omdat de tegenwoordigheid van een der de mij de gelegenheid aan zou bieden dezen handschoen in uw gezicht te gooien, hetgeen ik als fatsoenlijk man niet zonder getuigen doen kan." Er werden voetstappen in de gang ver nomen Prince was tot zekere hoogte geen lafaard, maar hij deed niets ondoordacht. Hij wist dat Carroll zijn woord zou houden hij begreep dat, als hij met hem duéllecren moest, hoe de uitslag van het duel zijn mocht, de reden er van bekend zou worden en dat zijn crediet daaronder lijden zou. De brieven waren geene beleediging waard. Hij giug naar de deur, opende die en zeide: «niet noo- dig" en sloot haar weder. Hij keerde op een zoogenaamde noncha lante wijze naar zijn stoel terug. «U hebt gelijk. Het is ook waar dat ik niet geroepen ben om hier een scène te maken over eene zaak, die de wet voor mij in orde kan brengen. Het zal trouwens gauw genoeg j blijken in boever u recht op deze brieven I hebt en of u de rechte manier gekozen hebt om ze mij te ontfutselen, mijnheer I «Ik heb geene begeerte eenige verantwoor- J delijklieid, hetzij eene wettige of eene andere, 1 deze zaak betreffende, van mij af te schui ven," zeide Carroll koel, terwijl hij opstond. «Kijk eens even hier," zeide Prince plot seling op zijn ruwen, openharligen toon: «U hadt my toch om deze brieven kunnen NEDERLAND. HELDER, 13 Augustus. Nu, tengevolge der gewijzigde Grond wet, de bepaling vervallen is, dat bedie naren van den godsdienst geen lid kunnen zijn van de Staten-Generaal, hadden de heeren Segers en Bredius bij de Synode derNed. Herv. Kerk een voorstel ingediend, om te bepalen, dat het lidmaatschap der Staten-Generaal niet vereenigbaar is met de bediening van herder en leeraar. en daartoe art. 1. regl. op de vacaturen aldus te wijzigen „De vacature van een predi- „kantsplaats ontstaat door het overlijden, „het vertrek, het emeritaat, het aanvaarden „vau het lidmaatschap der Staten-Generaal, „door vrij willigen afstand, het ongevraagd „ontslag of de afzetting van hem, die het „bekleedt." Om allen schijn van partijdigheid te vermijden en om misverstand te voorkomen, hebben de voorstellers hun voorstel niet ingediend dan nadat het lid der Synode, de heer Houwing, die tot lid der Tweede Kamer bij de jongste verkiezing werd gekozen, openlijk had verklaard, dat het zijn voornemen is zijn betrekking van predikant neer te leggen. Geamendeerd in dier voege, dat gelezen wordt: „het zitting nemen als lid der Staten-Generaal" als laatste deel van het desbetreffend artikel, werd de wetswijziging jl. Zaterdag aangenomen met 10 tegen 8 stemmen. In «Het Nieuws van den Dag" vinden wij een schrijven uit Argentina opgenomen, onderteekend door een dertigtal Nederlandsche landverhuizers, waarin een droevig tafereel wordt opgehnngeu van de ellende, die daar geleden wordt door de Iiollandsche emi granten. Slechts zeer enkelen hebben een goede betrekking gekregen, de overigen zijn zonder werk. Soms krijgt een een karweitje van een paar dagen, doch verdient daarmede een loon, dat gelijk staat met 40 of 50 cents per dag bier te lande. En met zulk een bedrag is niets uit te richten, daar alles peperduur is. Bedelen of sterven van honger, voor die keuze staan de meesten. Verbetering is niet te verwachten in een land als Argentina, dat stoffelijk bankroet en, zooals nader uiteengezet wordt, tevens geheel gedemoraliseerd is. Ten minste 60 vragen «En u badt ze mij kunnen weigeren," zeide Carroll. Prince lachte. «Dat is zoo. Zeg kapitein, hebben ze u deze manier van schermen te West-Point geleerd «Zij hebben mij geleerd, dat ik nooit een beleediging kan ontvangen of geven onder een witte vlag," zeide Carroll bedaard. «En zij stonden mij toe ouder gelijke omstandig heden elkander iets te geven. Ik vond dit zakboekje op de plaats waar dr. West het ongeluk overkwam; blijkbaar hoordé het hem toe. Ik laat het u, daar gij zijn executeur zijt." De afkeer die deze man, met wien hij nooit vertrouwelijk zou kunnen zijn, hem inboezemde, bracht hem er toe zijn andere vondst te verzwijgen. Prince nam het zakboekje en opende liet werktuigelijk. Nadat hij een oogenblik de aanteekeningen doorbladerd had, onderging zijn gelaat dezelfde verandering, die het bij liet begin van het onderhoud ondergaan had. Plotseling keek hij Carroll strak aan en zeide haastig«Hebt u het nagekeken «Slechts zoover, om te zien dat het niets belangrijks voor mijne lastgcefster bevatte," antwoordde Carroll eenvoudig. De kapitalist keek den jongen officier in de heldere oogen. Een spoor van verlegenheid was in zijne eigene oogen zichtbaar, toen hij zich omkeerde. «Zeker, zeker! Niets dan aanteekeningtn van de zaken van den dokter. Voor ons van geen beteekenis, weet u. Maar ook van elang voor uw principaal." Hij lachte. •an geen «Dank millioen raensclien zouden ruim kunnen be staan, als niet een handvol roovers alle macht bezat om zich ten koste van de algemeene welvaart te verrijken en alle kassen totaal uitgeplunderd hadden. Er schiet niet anders over dan naar Ne derland terug te keeren, doch het ontbreekt den landverhuizers aan de noodige middelen daartoe. Komt er in Nederland niet op de een of andere wijze genoeg bijeen, om hun den terugtocht mogelijk te maken, dan zijn zeker velen den hongerdood gewijd. Men kan wel óén of twee dagen zonder eten, maar honger is een scherp zwaard. En wat zal er groeien van de kinderen, die daar moeteu gaan bedelen? Zijn zij ook voor geheel hun leven niet bedorven «Naar wij hooren, zeggen de briefschrijvers, wordt er in verschillende landen vau Europa werk van gemaakt, de mcnschen van hier terug te halen. Iu Spanje o. a. zou dit van regeeringswege geschieden. Zou de Ned. regcering in dezen niets kunnen of willen doen «Zij toch was beter bekend met den toestand hier te lande dan wij, eenvoudige lieden, die door valsche voorspiegelingen misleid zijn, en zonder van regeeringswege gewaarschuwd te wezen, het ongeluk in den arm zijn geloopen. En van al de vreemden die hier zijn, zijn wij er wel het ergste aan toe, daar Spanjaarden, Italianen en zelfs Franschen nog eenigszins met de taal op de hoogte zijn. liet weinige werk, dat er dan. ook nog is, komt voor 't grootste gedeelte in handen van Italianen, die hunne landslieden bij voorkeur nemen. «En voor ben is dc toestand zelfs zoo on houdbaar, dat reeds duizenden vertrokken zijn, anderen volgen en de meesten wel zouden gaan als ze maar konden. «Was het in Brazilië maar wat beter, dan konden wij daar heengaanmaar wij hebben 't nu eenmaal ondervonden wat kostelooze emigratie is en zullen ons voor een tweede proef wachten. Menschen, die van daar terug gekomen zijn, hangen een treurig tafereel op van de vreeselijke sterfte aan gele koorts, en 't gebrek, dat ook daar geleden wordt." De brief, gedagteekend Rosario 29 Juni, is onderteekend door P. Hamket, B. v. d. Engel, I. H. Verhagen, J. C. v. Poepelen, J. C. Akker, A. de Graaf, L. v. d. Berg, Vrouw v. d. Berg, Vrouw Hamket, Vrouw v. d. Engel, P. Noordijk, Vrouw Noordijk, W. H. Kouwenhoven, Gauwert Westdorp, I. 11. Westdorp, Tjalle E. de Wit, Pieter Wierama, J. v. d. Stoep, B. v. Dijk, B. G. Hunud, W. Wester, R. Bouwers, J. Wester- beke, A. Liebers, P. d. Reu, H. Sielstra, E. v. d. Ploeg, J. v. d. Ploeg, T. t. d. Ploeg, H. Rebel en Gerard Baart. De Minister van Justitie, jhr. Ruys van Beerenbroek, heeft het voornemen aangekondigd en met den aanvang van u voor den ruil. Kom, laten we een glas drinken «Dank u neen, dank u," antwoordde Carroll, naar de deur gaande. «Nu dan, goede reis I" Hij reikte hem de hand. Carroll keek hem vlak in zijn gelaat, deed alsof hij de uitge stoken hand niet merkte, opende de deur, boog en vertrok. Een klein blosje bedekte de wangen van Prince. Toen dc deur weder gesloten was, barstte hij in een onderdrukt lachje uit. Als hij een tooneelboef geweest was, had hij verscheidene hoogdravende zinnen aan een alleenspraak gewijd, waarin hij voornamelijk had laten uitkomen, dat de gelegenheid om zich te wreken «eindelijk gekomen was.;" dat de «hoogmoedige overwinnaar," die hem juist met zijn gestolen buit verlaten had, hem het wapen in de handen gegeven had ten einde zijn vriend to verdelgen «dat het uur geslagen wns," en misschien had hij ook een «HaHalaten hooren. Maar aangezien hij een practische, gemoedelijke, baatzuchtige kerel was, niet veel beter of slechter dan zijne buren, ging hij voor zijn bureau zitten en begon zorgvuldig tc wikken en te wegen, op welke wijze hij het best van deze aanteeke ningen gebruik kon maken, waaruit hem bleek dat Dr. West een zoon bezat en dat dus een wettige erfgenaam zich van de nalatenschap zou meestér maken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1