w
HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT,
Woensdag 19 Augustus 1891.
Jaargang 49
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
J. H. VAN BALEN.
I dosespereert nimmer
Jan Pieten. Coen.
Het Vaderlandt ghetronwe
Blijf iek tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Versoliljnt lodoron Dlasaag, Dond.erd.as en Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden:
Voor da conrant binnen de gemeeentef 0.70, met Zondagsblad f 1.05
r u g naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.35
alle landen, die in het postverdrng
rijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika). 1.75, 2.10
Wa» s Zuid-Afrika2.50, 3.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prjji der A d v er t e n t i n
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Iugezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen den tekst, per regel 15 Ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 w
Agenten in het buitenland: België, Mr N. Bertonx, Agenee de pnblicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Go, Pasaaic.
NEDERLAND.
HELDER, 18 Augustus.
Ook de schout-bij-nacht Mac Leod
moet voor de portefeuille van Marine
bedankt hebben. Thans moest zij zijn
aangeboden aan den heer Rahusen, voor
zitter van het college voor zeevisscherijen.
Wat die van Waterstaat betreft, volgens
het „Hbld," zou zij aanvaard worden door
een Katholiek -deskundige. Wellicht is
bedoeld de heer Nivel, secretaris der
Exploitatie-Maatschappij, met wien althans
is onderhandeld.
Zaterdag heeft er weder een samen-
spreking plaats gehad, waartoe de heer
W. K. Van Dedem naar 'sGravenhage is
gekomen.
Nader meldt men uit den Haag, dat er
kans bestaat, dat de heer Conrad de porte
feuille van Waterstaat zal aannemen.
Gisteren werd aan het „Hbld." bericht,
dat als minister van Marine zou optreden
de heer J. C. Jansen, hoofdingenieur der
Marine, thans chef van de afdeeling „Mate
rieel der zeemacht" aan het Departement
van Marine.
Consequentie Terwijl de infan
terie de Willemskazerne te Arnhem verliet
om „wegens gezondheidsredenen" op den
Galgenberg te gaan kampeeren, is de
artillerie in de Willemskazerne gebleven
en is zelfs de opgekomen oude lichting er
in onder dak gebracht.
Volgens de „Pinang Gazette" leest
men in de „Amoy Times" o. m. „dat ie
mand die belang stelt in den loop der
wereldsche zaken, niet missen kan op te
merken, dat Nederland zich in Indie en speci
aal in Deli met reuzensnelheid ontwikkelt.
De Hollanders zijn nu de evenknieën van
Engeland geworden en zij zullen, zoo voort
gaande, binnen een tiental jaren de Britten
zeker overvleugeld hebben
„Jaarlijks begeven zich een half millioen
Chineesche koelies naar hunne bezittingen,
tegen 50000 naar de Engelsche en eenige
honderden naar de Portugeesche en Duit-
Feuilleton ven de Helderiche- en Nieuwed. Conrant.
MARUJA,
DOOR
BRET HARTE.
sche koloniën, Hawaii en de Zuid Ame-
rikaansche Republieken. En wat meer
zegt, zij hebben zich van de medewerking
der Chineesche regeering en van het Chi
neesche volk verzekerd. Zij dragen de
meeste zorg voor de koelies. Van de tien
die het Hemelsche rijk verlaten, keeren
vijf binnen tien jaar met eenige spaarpen
ningen terug en 3 met meer geld dan ze
verdiend zouden hebben indien zij thuis
waren gebleven".
„Wat de ontwikkeling der stoomvaart
betreft, toonen de Hollanders dezelfde
geestkracht, welke dan ook met succes
wordt bekroond. Deli heeft zes Stoom
vaart-Maatschappijen en wordt aangedaan
door de booten van 28 stoomvaart-lijnen.
Het overtreft daardoor Amoy en is bijna
de gelijke van Hongkong en Shanghai.»
i „Alleen in dit jaar heeft de heer Jacob
van Nie, een der eerste kooplieden, twee
nieuwe Maatschappijen opgericht en het
daarvoor benoodigde kapitaal in zijn ei-
gen stad verkregen. De uitvoer van Su-
matra, Java en de overige Hollandsche
bezittingen bedraagt reeds meer dan hon-
1 derd millioen mark en neemt vijfmaal
sneller toe dan de bevolking. Geen enkel
j volk kan in de Oost op zoo'n wonderbaar-
j lijken vooruitgang bogenIntegendeel,
velen zijn aan 't aftakelen. Holland heeft
dit succes verkregen door hard werken en
onverzettelijke kloekheid."
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Het was jl. Zaterdag voor
een onzer plaatsgenooten een feestdag,
ook voor deze gemeente zelve niet zonder
beteekenis.
Waar men in de gemeente onzer inwo
ning in vroeger dagen van mee kon spreken,
welke affaires ook reeds ettelijke jaren hier
werden uitgeoefend, ééne was er, en in den
tegenwoordigentijd eenelang niet onbelang
rijke, die hier nog niet bestond. Wij bedoelen
de bloemisterij en aanverwante vakken.
Welnu, Zaterdag was het juist vijf-en-
twintig jaren geleden, dat onze bij groot
en klein, rijk en arm bekende plaatsge
noot, de heer W. Jansen, op de Laan, zich
als bloemist hier vestigde. Vóór dien tijd
waren bloemen en aangelegde tuinen hier
zeldzaam, thans is bijna ieder in 't bezit
van een net aangelegd tuintje en prijken
voor de meeste ramen der woningen
potten met bloemen of sierlijk opgevulde
„Het was een ongeluk. Hij werd van
zijn paard gegooid en zoo kwam hij om,"
antwoordde Sanchez ernstig.
„Door zijn paard vermoord! zeg je?"
zeide Pedro, terwijl zijn blik plotseling ver
helderde.
„Ja, goede Pedro. Herinner je je niet,
dat de hengst met hem op ons afstormde,
daar in de laan, en dat je toen zei dat hij
met dat beest aan een ongeluk zou komen
De heilige Antonius zij geprezen
binnen een half uur was hij dood
„Wat, heb je het gezien
„Wel neen het beest holde voort, zoodat
ik het niet volgen kon. En toch gebeurde
het. De Alcade, die er alles van weet,
vertelde het ons een uur geleden. Juan
bracht het nieuws van den rancho waar hij
geschouwd werd. Overmorgen wordt hij
begraven, en daarbij zullen eenige leden van
de familie tegenwoordig zijn. Stel je voor,
Pedro een Guittierrez bij de begrafenis van
den Amerikaanschen dokter. Wellicht vraagt
dona Maria je wel of je bij zijn doodkist
wilt gaan bidden
„Houd je mond en spreek niet zoo over je
meesteres," donderde de oude man, recht over
eind in bed zittende. „Ga naar je stal! Versta
je me. Gauw, vort
„Heilige moeder Gods riep Sanchez, die
zich haastte uit de kamer te komen toen de
magere gedaante van den ouden man als een
spook op eens midden in het vertrek stoud,
„hij is de oude weer. Heilige Antonius, hij
genezen."
bloemenmandjes, bouquetten of ruikers. En
dat het genoegen, ons door bloemen ver
schaft, veel wegneemt van al de proza in
het menschelijk leven, dat ze ons schoon
heidsgevoel opwekken, wie zal het ont
kennen? Een woord van waardeering aan
den ijveren en bekwamen dienaar van
Flora, de godin naar wie ook zijne kweekerij
is genoemd, vinde hier eene plaats.
Bij de belangstelling, aan welke het den
heer Jansen en de zijnen dien dag zeker
niet zal ontbroken hebben, voege zich onze
hartelijke wensch, dat het hem mogegegeven
zijn, nog vele jaren hier werkzaam te wezen,
als Helder's eerste en oudste bloemist. Moge
nog menig zaadje en stekje door hem
worden gevormd tot een sierlijke plant en
kostelijke bloem, tot verfraaiing der gemeente
onzer inwoning, tot opwekking bij ieder
van liefde tot het schoone.
(Ingezonden.)
1 Texel. Uitslag van gehouden verkoo-
ping, op Donderdag 13 Aug. aan den
I Burg, ten overstaan van den Notaris G. J.
O. D. Dikkers.
1.49.30 land „de Kamp," kooper de heer
J. Flens qq voor f 1590.
2.79.70 en 2.80.60 land „Waal en Burg»,
kooper de heer C. Pz. Keijser, voor f 2500.
2.00.10 land „Geesje in Evertsekoog" en
1.75.40 „Hooigeesje" kooper de heer S. R.
Keijser voor f 1080.
Texel. Eindelijk zijn de mazelen op
de verschillende dorpen zoo goed als
geweken. Meestal werden kinderen bene
den 9 jaar aangetast; slechts enkele vol
wassen personen kregen deze ziekte. Het
sterftecijfer aan mazelen was gering.
Wieringerwaard. Aan de jl. Zondag
alhier gehouden harddraverij met paarden
van zessen klaar, aangespannen, namen r3
dravers deel. De prijs, f 100, werd behaald
door Bonnie L., van den heer H. F.
Bultman, te Haarlemmermeer, tevens
berijder, de iste premie, f 30, door Jonge
Willem III, van den heer C. Broers, te
Benningbroek, mede berijder, de 2 de
premie, f 20, door Willem, van den heer
T. Schilder, te Spierdijk, berijder de heer
Jb. Schilder en de 3de premie, f 10, door
Flevo, van den heer M. J. Koelman te
Schagen, berijder de heer J. de Wit.
Schagerbrug. Op de jl. Woens
dagavond gehouden bijeenkomst op de
bovenzaal van den heer A. Zander alhier,
werd door 14 der aanwezige heeren de
Den volgenden dag nam hij zijne gewone
bezigheden waar, misschien was hij nog iets
stroever en strenger dan gewoonlijk. De ver
vulling zijner voorspelling, door Sanchez rond
gestrooid, bevorderde zijne toch reeds groote
reputatie in den omtrek zeer, ofschoon Ta-
quita zoo vrij was de meening te verkondi
gen, dat het niet heel moeilijk kon wezen
om het ongeluk, ,den dokter overkomen, te
voorspellen, wanneer de profeet zelf het paard
op hol had zien gaan. Dit beweren nu, hoe
sceptisch ook, won veld. Men vertelde ook,
dat Dona Maria's afkeer van Pedro sedert
het ongeluk toegenomen was, daar zij geloofde
dat hij er niet geheel onschuldig aan was.
Maar Sanchez had er vooral op gewezen, dat
hij Pedro eenigen tijd voor dat het ongeluk
plaats had gehad, iu een van die buitenge
wone zenuwtoevallen had gevonden, die hem
voor alles ongeschikt maakte en die zijn ge-
heele zorg vereischte. Pedro woonde evenals
mevrouw Saltonstall de begrafenis niet bij,
maar de familie werd door Maruja en Amita
vertegenwoordigd, die door een paar donker
kleurige neefjes, door kapitein Carroll en
Raymond vergezeld werden. Een aantal
vrienden en mannen die zaken met hem ge
daan hadden uit de naburige steden, Aladdin
en een gedeelte van zijn personeel, de pach
ters en eene massa arbeiders en werklui uit
de molens maakten het gezelschap voltallig,
dat zich bij de schuren en werkplaatsen ver
zameld had om dr. West de laatste eer te
bewijzen. Karakteristiek was zeker zijn be
schreven verlangen, dat hij te midden van
een der bloeiendste korenvelden moest begra
ven worden, bij wijze van eene afschuwelijke
belooning aan de natuur, waarvan hij zooveel
mogelijk geprofiteerd hadvoorts had hij
doen weten, dat geen steen of gedenkteeken
zijne begraafplaats mocht aanwijzen ep dat
de groud boven hem tegen den volgenden
zaaitijd even zoo goed omgeploegd moest
worden als de andere aarde. Dientengevolge
was er een kwartier van zijn kantoor een
graf gegraven tusschen de weligste oogst die
men zich denken kan de menigte, die het
lijk grafwaarts vergezelde, scheen zich op een
gouden amphitheater te bewegen.
Een bekend geestelijke uit San Francisco
sprak de rede uit. Hij wees met veel takt
en met inachtneming eener voorzichtige poli
tiek op het hoogst gunstige verleden van den
overledene, op ziju practisch weldoen ter
wille van de beschaving en bloei dezer streek,
en zelfs zag hij in het gruwelijk pantheïsme,
dat uit zijn wensch om hier begraven te
worden sprak, de gewaarwording van den
tekst„stof zijt gij en tot stof zult gij
wederkeerenHij bracht voorts een lang
niet onverdienstelijk compliment aan de aan
deelhouders en mede-directeuren en commis
sarissen der verschillende maatschappijen, en
zonder in het gewone slot te vervallen en
aan de erfgenamen op te dragen „de sporen
van den waardige overledene te drukken,"
sprak hij de opvolgers in het beheer der
zaken van dr. West toch zoo krachtig aan,
dat Aladdin later verklaarde, dat deze preek
zoo goed was „als vijf percent per aandeel."
Maruja, die treurig, stil en, ondanks de tee-
dere attenties van Carroll, afgetrokken bij
haar rijtuig stond, werd eensklaps aangetrok
ken door een ander paar oogen, dat op haar
gevestigd was. Toen zij opkeek verwonderde
het haar, dat zij gefixeerd werd door den
man, dien zij tweemaal ontmoet had, eens
als landlooper, een anderen keer als voet
reiziger bij de fondade man stond rustig
bij een groepje, niet ver van haar af. Het
viel haar op, dat het de eerste keer was dat
hy haar werkelijk aankeekeene onverklaar
bare beschroomdheid maakte zich van haar
meester, ja het ging zelfs zoover, dat zij zich
tot hare eigene verstomming en verontwaar
diging verplicht zag, hare oogen voor de zijne
wensch uitgesproken voor de oprichting
van een muziekvereeniging. De voorloo-
pige besprekingen hebben daartoe geleid,
dat eene commissie uitgenoodigd zal
worden.
Barsingerhorn. Jl. Woensdag werd
bij W. Groen prijskolven gehouden en
behaalde de heeren J. Westerman van
hier den prijs, C. Zomer van Zuidschar-
woude de iste premie, W. Smit van hier
de 2de premie en van Eden van Nieuwe
Niedorp en A. Heddes van Alkmaar, die
beiden evenveel punten hadden, de 3de
premie.
Bij den biljartwedstrijd wonnen de heeren
van Eden van Nieuwe Niedorp den isten
prijs, J. Kuilman van Nieuwe Niedorp
de iste premie en C. Kooi van Nieuwe-
sluis, gem. Wieringerwaard, de 2de premie.
Alkmaar. Door vrij goed weder
begunstigd, gaf de Schager Harmonie-kapel
jl. Donderdagavond in de nieuwe tent,
geplaatst op de markt alhier, een goed
geslaagd volks-concert, waarvoor een talrijk
publiek was opgekomen.
Edam. In de jl. Zaterdag gehouden
raadsvergadering werd voorgelezen het
koninkl. besluit, waarbij de heffing van
wik- en weegloonen is toegestaan tegen
f 0.65 per 100 kilogram kaas.
Marine en Leger.
Een gedeelte van Hr. Ms. fregat „Anna
Paulowna," liggende op 's Rijkswerf te Am
sterdam, zal worden ingericht tot verblijf voor
jongens van Hr. Ms. opleidingsschip „Admi
raal van Wassenaer", op welken bodem, bij
het toenemend aantal jongens, geen voldoende
ruimte tot huisvesting is.
De kadet W. van Aken, uit het eerste
studiejaar van de Kon. Milit. Akademie, is
eervol uit den militairen dienst ontslagen.
Benoemd tot kapitein voor speciale diensten
R. M. Hoogeveen, van het 4de reg. vesting
artillerie alhier.
De vice-admiraal P. ten Bosch, uit Oost-
Indië in Nederland teruggekeerd, is op non-
activiteit
De torpedo, in de vorige week door de
torpedoboot „Idjen" in 't Goereesche gat
verloren, heeft men niet kunnen vinden.
De luit. ter zee 2de kl. A. F. J. Roms-
winckel is geplaatst aan boord van Hr. Ms.
schroefstoomschip 1ste kl. „Johan Willem
Friso", ter vervanging van den luit. ter zee
2de kl. W. A. J. van Diggelen, die op non
activiteit is gesteld.
De kapt. ter zee W. A. Arriëns, comman
dant van Hr. Ms. schroefstoomschip late kl.
„van Galen*, is als zoodanig vervangen door
den kapt. ter zee P. C. Pabst.
De off. van adm. late kl. H. J. Knotten
belt is geplaatst aan boord van Hr. Ms.
schroefstoomschip lste kl. „Johan Willem
Friso", ter vervanging van -den off. van adm.
1 lste kl. J. J. van den Berge, die op pensioen
j is gesteld.
I Gedetacheerd alhier tot het bijwonen 'der
j proeven met kustgeschut, de kapitein P. Haitsma
Muiier en de lste luit. L. Op ten Noort, van
het lste reg. veld-art. te Utrecht.
Departement van Marine in Oost-Indië. -
BenoemdTot 2de machinist, de machinist
leerling lste kl. M. C. van Norde.
Ingetrokken De detacheering van den off.
van admin. 2de kl. P. van Teutem.
GedetacheerdOm werkzaam te worden
gesteld by de lste afd..van dat dep., de c
van adm. 2de kl. O. Willematijn.
OvergeplaatstJ. C. Hoorweg, adjunct-
adm., van „Koning der Ned." op „Macassar
O. Willemstijn, off. van adm. 2de kl., van
„Macasser" op „Gedeh J. H. de Bruijn,
van „Java" op „SoerabajaH. T. Hoven,
luit. ter zee 2de kl., van „Benkoelen" op id.
Jhr. E. G. Wichers, id., van „Atjeh" op
„Benkoelen H. J. Boldingh, id., van „Ben-
koelen" op „AtjehJ. R. van Osselen,
adelborst lste kl., van „Koning der Ned."
op „Benkoelen A. F. J. Frackers, kapt.-
luit. ter zee, van id. op „Java C. Yreede,
Ht? ter zee lste kl., van „Sindore" opl
„Koning der Ned.;" W. J. de Bruijne,
id., van „Gedeh" op „Sindoro P. H. Brox,
id., van „Prins Hendrik" op „Gedeh;" J.
H. Beucker Andreae, id., van „Gedeh" op
„SamarangH. J. Verveen, off. van adm.
lste kl., van id. op „Java;" C. J. Eeg, id.,
van „Java" op „Soerabaja J. B. M. ten
Bosch, luit. ter zee 2de kl., van „Gedeh" op
„Ceram M. H. J. Sachse, id., van „Merapi"
op „GedehJ. O. Kolkmeijer, id., van
„Samarang" op „Merapi;" R. van Leent, id.,
van „Sambas" op Gedeh J. A. van Hooff,
adelborst lste kl., van „Koning der Ned.»
op „Sambas H. v. d. Slooten, id., van id.
op „Samarang."
Vergunning verleend om te repatriëeren
L. J. K. A. Jeekel, luit. ter zee lste kl. en
M. H. E. Sachse, id. 2de kl., wegens lang-
neer te slaan. Te vergeefs trachtte zij hem
te nopen, met de verblindende kracht, die
uit hare oogen straalde, voor zich te kijken.
Als zij ooit had kunnen blozen, voelde zij
dat zij bet nu gedaan had. Zij begreep, dat
haar gelaat baar verraden moest, zoodat zij
Maruja, de allesbeheerschende, oppermachtige
godin zich op eens tot Carroll wendde en
zich op de wijze van een grillig, verlegen
meisje de attenties liet welgevallen, die hij
haar gaarne schonk. Zij wist op zijn best
dat de geestelijke uitgesproken was, toen
Raymond zachtjes achter hen kwam. „Wat
ik u bidden mag," zeide hij met aandrang,
„geloof toch niet dat alle menschelijke deug
den de wereld uit zijn, of zooals ik in dit
korenveld dien te zeggen, weggemaaid zijn.
Er zijn er nog enkelen overgebleven en deze
dwalen boven het graf van den dokter. Laat
ik u eene geschiedenis mogen verhalen, welke
mij juist verteld is en wanhoop dan nog
als gy durft aan de menschelijke dank
baarheid. Ziet gij dien schilderachtigen, jon
gen landlooper daarginds?»
Maruja sloeg hare oogen niet op. Zij hield
haar adem in, uit vrees voor hetgeen volgen zou.
„Héis dat niet de jonge man uit de
fonda, die uw waaier opraapte vroeg Carroll.
„Misschien wel," zeide Maruja losweg.
Zij had geld gegeven als zij in staat was ge
weest zich bedaardweg om te draaien en hem,
evenals de anderen, aan te kijken, maar zij
dorst niet. Zij vergenoegde zich met eenig
stof met haar waaier zachtjes van kapitein
Carrolls arm te vegen en hem op vrouwelijk
lieftallige wijze aan te zien, waardoor deze
van verrukking trilde.
„Nu," vervolgde Raymond, „die Robert
Macaire dan, kwam hier een dag ol' drie,
vier geleden en had overal behoefte aan, zelfs
aan een eerlijk verdiend stuk brood. Onze
beklagenswaardige vriend wenschte met hem
te spreken, hetgeen iets eigenaardigs in den
dokter was.
Nog opmerkelijker werd het geval, toen
hij hem een stel kleeren gaf en hem met
eenig geld heenzond, maar het opmerkelijkste
van alles was, dat onze vriend, toen hij den
dood van zijn weldoener vernam, hierheen
terugkeerde, ten einde de begrafenis bij te
wonen. Nu de dokter dood is en zijne exe
cuteuren zeker niet gezind waren des doktere
buitensporige uitingen van edelmoedigheid na
te bootsen en er dus geen kans meer bestaat
op verdere gunstbewijzen, moet deze daad
slechts toegeschreven worden aan zuivere,
eenvoudige dankbaarheid. Waarachtig, ik kan
het niet zeggen, maar ik geloof dat hij de
eenige hier is, die werkelijk rouw draagt.
„Ik ben hier, omdat uwe zuster hier is;
Carroll is hierheen gekomen omdat gij hier
zijt en gij omdat uwe moeder niet komen
kon."
„En wie heeft u deze aardige geschied
verteld vroeg Maruja, met haar gelaat
steeds op Carroll gericht.
„De meesterknecht, Harrison, die zeer veel
ervaring van landloopers heeft, stond als
verslagen over deze uitzondering op den^alge-
meenen regel."
„Arme kerel; wij moesten iets voor hem
doen," zeide Amita medelijdend.
„Wat," zei Raymond met nageaapten schrik,
„en deze kostelijke historie bederven P Dat
nooitIndien ik hem tien dollars aanbood,
zou ik denken dat hij mij vermoorden zou,
en indien hij ze aannam, zou ik hem mis
schien overhoop steken.
„Hij ziet er niet kwaad uit, vindt ge niet,
Maruja vroeg Amita hare zuster. Maar
Maruja was met Carroll reeds een eindje
doorgeloopen en scheen slechts ooren voor
hem te hebben. Raymond glimlachte- om
Amita's verontwaardigden blik over deze ge«
pronoceerde indiscretie.
(Wordt vervolgd.)