fabriek, waar hij door commissarissen ont
Vier volle aren hadden wij te sporen, maar
niet te lang, want indrukwekkend schoon was
ti bet gedeelte der Padangsche Bovenlanden, dat
U wij zoo mochten aanschouwen. Althuns toen
,e wij het zeshonderd voet boven de oppervlakte
'1 der zee gelegen jKayoe-Tanam achter ons
hadden, en de hellingen al steiler werden
U, met het oog waarop een tandradspoorweg was
aaugelegd toen wij gekomen waren in
die reusachtige kloof of bergspleet, welker
bodem de bedding vormt van de Aneh, die
A klaterend en bruisend tusschen groote en
kleine rotsblokken heen met verbazende snel-
heid naar de vlakte zich voortspoedttoen
wij genaderd waren tot dat punt, waar van
eene duizelingwekkende hoogte een waterval
naar beneden stort, welks benedenste gedeelte
le in fijne straaltjes, en eindelijk als in stof
uiteenvalttoen wij het plateau van Padang-
ai Pandjang, twee duizend voet hooger dan
ia Padang, bereikt hadden, en alzoo links van
a ons den Singalang zagen, dien bergreus van
,n tusschen 9000 en 10000 voet, welks wanden
jj tot den top toe begroeid zijn met weelderig
,m geboomte, terwijl zich rechts van ons de
Merapi verhief, eveneens tot eene aanmerke
lijke hoogte van geboomte voorzien
toen heerschte vooral onder hen, welke
Ir die grootsche natuur voor de eerste maal
mochten bewonderen, eene eerbiedige stilte.
I» Ben diepen indruk ontvingen wij ook van
f° de terreinbezwaren, die men had moeten over-
winnen, en dat met 200 onvoldoende werk
krachten, maar die meesterlijk, hier door
I bruggen, waaronder zelf» van grooten omvang,
en op aanzienlijke hoogte, en daar door
cit tunnels overwonnen waren.
fb Op den daarvoor aangewezen tyd reden
wij het fraai met groen en vlaggen ver-
sierde Station Padang-Pandjang binnen,
waar ook een eerepoort prijkte met het
opschrift
IJzerman,
j Cluijsenaer, deGreve.
p' Eere den Meester 1
ft* De Europeesche bewoners van die plaats
en de voornaamste Inlandsche hoofden der
Padangsche bovenlanden stonden geschaard
op het perron, en wachtten ons daar op.
Na het aanbieden van den eerewijn riep de
>ft Resident der Padangsche bovenlanden ons
*d het welkom toe. Onze Gouverneur was
5< daarna gedachtig aan de mannen, wier naam
y' op de eerepoort vermeld stondden Mijn-
M ingenieur de Greve, die in 1870 het Om-
q bilinkolenvcld ontdekte en bij het zoeken
van een afvoerweg voor de kolen in Oostelijke
c richting twee jaren later jammerlijk om het
n leven kwam den Ingenieur Cluijsenaer, die
in 1873 de opdracht ontving, een onderzoek
nl( in te stellen naar de beste gelegenheid, om
e- op Sumatra spoorwegen aan te leggen, zoo
ter verbetering van het transportstelsel in het
algemeen, 'als in het bijzonder voor de afvoering
,n van steenkolen naar de kusten den in ons mid-
UK den aanwezigen Hoofdingenieur IJzerman, aan
r& wien de uitvoering der bovenaangehaalde
ep' Wet van 6 Juli 1887 werd opgedragen, en
die onlangs met het Ridderkruis van deu
rij N. L. werd begiftigd, weinige dagen na het
DK volbrengen van een' moeilijken en gevaar-
'6 vollen tocht dwars door Midden-Sumatra,
Ir om te onderzoeken of spoorwegverbinding
,a& van het Ombilinkolenveld met de Oostkust
etJ mogelijk en wenschelijk is. Met groote
belangstelling werd die toespraak gevolgd,
en toen qnze Gouverneur besloot met de
II woorden: «Heil Sumatral" «Heil Nederland
_f en zijne koloniën «Leve de Koningin,
f en de Koningin -Regenteswerd een dave
rt rend hoerah vernomen. Dat toen ons mu-
ziekkorp», vereenigd met dat van Padang-
Pandjang, eenige onzer volksliederen ten beste
gaf, zult gij u kunnen voorstellen.
De Hoofdingenieur IJzerman bedankte
2 daarna onzen Gouverneur voor diens toespraak
bracht hulde zoowel aan het korps ambte
naren, waarover hij bij zijne moeilijke taak
-< tot dusverre had mogen beschikken, als aan
de ambtenaren van het civieie bestuur, die
tot het verkrijgen van de benoodigde gronden
4 hem met raad en daad hadden ter zijde
gestaan, en erkende, dat ook onze Gouverneur
van ^een regelmatig vormen en 'samengé&ieiu uu c
gen. DIT faataïe gaf 'hein 'aanleiding, tengihhëbnfu, UTè TH net voigenu ja
14) het geheim tan wilde-meg.
Naar FARGEON.
«De rest kan ik gissen, mijn zoon. Ik
heb dat alles ook mee gemaakt. Goeden
nacht, Jack/ zei Ster-bij-Naclit, die zag dat
Jack op beete kolen stond om weg te
gaan.
«Goeden nacht, maat."
Jack liep haastig van het dal in de
richting van de rivier. Zijn weg liep over
de heuvels't was een eenzame weg, onge
bouwd en buiten de gewone richting van
het verkeer. De maan was in het derde
kwartier, en was nog niet opgekomen.
«Ik zal op mijn terugweg maneschijn
hebben," dacht Jack, en versnelde zijn
P**-..
Hij zag reeds de schaduw van Breeknek-
punt in de verte, en tegelijkertijd een licht,
dat, zoonis hij wist, in Meg's tent brandde.
Het gcdruisch van de rivier kwam met een
dof geluid tot hem. Aan de Punt stroomde
het water tusschen hooge rotsen, en de
ttnelle stroom, in zijn loop tegengehouden, werd
woest en onstuimig.
Men zeide algemeen, dat, als iemand
van Brecknekpunt in de rivier viel, zijn
leven zoo goed als verloren was. Geen
zwemmer was krachtig genoeg om het tegen
den wilden stroom, door de rotsen veroor
zaakt, uit te houden.
Onder den indruk van de waarschuwing
van Ster-bij-Nacht, hield Jack zijn mes
geopend in zijn hand, gereed om er, zoo
noodig, gebruik van te maken. Onder het
opklimmen van de rotsen, stiet zijn voet
eensklaps tegen een steen, en hij viel languit
sb-.tte op het welzijn te drinken van den
vertegenwoordiger der Regeering in ons
midden, den Gouverneur vau Sumatra's
Westkust.
Heersohte ook nog bij die toespraak de
noodige stilte, het zij tot onze schande
gezegd, dat geen voldoende aandacht geschon
ken werd aan de toespraak vau den Assistent-
Resident vau Padaug, waarmede hij in hunne
taal de aanwezige Inlandsche hoofden dank
zeide voor de van hen ondervonden mede
werking. Maar men kan van het goede
te veel krijgen, en menigeen zal op zijn
programma hebben gelezen, dat nu volgen
zou eene feestelijke optocht naar de Sociëteit
van P. P. Die optocht was inderdaad feeste
lijk. De muzikanten, die voorop giugen,
bliezen er lustig op los. De geheele weg,
dien wij hadden te volgen, was aan weers
kanten met Inlandsche vlaggetjes versierd.
Meer dan één' eereboog trokken wij door.
De duizenden Inlanders, uit alle deelen der
Bovenlanden tot het feest opgegaan, allen
in hunne nationale veelkleurige kleeding,
die bij enkelen zelfs rijk met goud versierd
was, leverden een fantastisch schouwspel op.
Wij waren door een en ander in zoo opge
wekte stemming, dat wij ons van de warmte
het was juist middag en van de
stoffigheid der wegen niet veel aantrokken.
Intusschen, de maag deed hare rechten gelden,
en daarom was ons de aanbieding op de
Sociëteit van allerlei ververschingen zeer
welkom. Wij waren in dat onlangs geheel
vernieuwde gebouw genoegelijk bijeen, maar
voor hen, die niet voornemens waren
den tegemoet gezien, de spoorweg daar
heen is gereed Z.Exc. de Gouverneur-
Generaal zal tegenwoordig zijn. Dat zal me
dan een feest wezen Moge ik ook daarvan
U een verslag kunnen toezenden
Inmiddels met allen, die mij kennen,
hartelijk gegroet van
tt.
L. VAN 'T SANT.
N EDERLAND.
HELDER, 22 Augustus.
Het nieuwe Ministerie waarvan, naar
men aan het „N. v. d. D." meldt, de
heer Tak het voorzitterschap zal bekleeden
is gisteren benoemd. De eedsaflegging
geschiedde gisterenmiddag te 12 uren, in
handen van de Koningin-Regentes op
Het Loo, in bijzijn van den heerAlewijn,
directeur van het kabinet der Koningin.
De ministers dejeuneerden vervolgens in
het hotel Keizerskroon.
Met den nieuwen minister van Marine,
den hoofdingenieur van scheepsbouw J. C.
Jansen, zegt het „N. v. d. D.", wordt een
vuur iigu, uic met ruuiuguigna waigu de j speciaal vak van ons zeewezen in het
verdere festiviteiten bij te wonen, brak weldra I Kabinet vertegenwoordigd. In die tech-
de tijd van heengaan aan. De feesttrein nische betrekking was de heer Jansen
moest vóór het vallen van den avond in
Padang terug zijn.Aandoenlijk was het
afscheid tusschen enkele Padangers en Padang-
Pandjangers. Het kwam mij voor, dat
menige dronk onderling gewisseld en daar
door een' Zekere gemoedelijkheid ontslaan was.
Gelukkig voor de treurende Padangers, dat
bij het vertrek ons muziekkorps een opwek-
kenden marsch deed hooren Trouwens, zoo'n
opwekking hadden allen, welke dien dag
terugkeerden, wel noodig. Het zegt toch
nog al wat, op een' tijd van den dag, waarop
men in Indië zich ter ruste begeeft, vier
uren achtereen in een' spoortrein te moeten
zitten, al is het ook in een feesttrein, en al
rijdt men ook door dat nooit genoeg te
bewonderen gedeelte van de Padangsche
bovenlanden, dat ik U beschreven heb.
Van de eigenlijke feesten te P. P. ben ik
geen getuige geweest. Ze zijn naar ik gehoord
heb goed van stapel geloopen, met uitzonde
ring van het vuurwerk, waarvan het meeste
vochtig was geworden; doch de Inlanders
waren bij het oplaten van een vuurpijl al
buiten zichzelven van verrukking. O, sancta
simplicitaB
Met al dien eenvoud zijn de Inlanders
toch nooit te vertrouwen. Juist op de plek,
waar toen feest gevierd werd, waren zij vóór
50 jaren zeer onverwachts in opstand gekomen,
en bij die gelegenheid moest de bezetting,
die daar een' der grootste is van de Bovenlan
den, terugtrekken uit de benting (fort) met
achterlating van drie zeer zwaar gewonde
soldaten, welke evenwel op het oogenblik,
dat de benting in de handen der opstande
lingen vallen zou, den brand in het kruit
staken en met een groote menigte hunner
omkwamen. Ter herinnering aan dat helden
feit verheft zich te P. P. in de nabijheid der
kazerne een wit, naaldvormig gedenkteeken.
Uit de lucht gegrepen was dus de vrees
niet, dat bij de spoorwegfeesten een of
andere overval geschieden zou. De noodige
voorzorgsmaatregelen waren ook genomen.
Maar bij den vermelden optocht naar de
Sociëteit, toen wij door duizenden Inlanders
als waren ingesloten, zeide iemand tot mij
«Wij hebben niets te vreezen. Ze hebben
hun' vrouwen en kinderen bij zich." Dit
was volgens mijn zegsman een afdoend bewijs,
dat zij geen kwaad in den zin hadden. Ze
hebben zich dan ook gedurende het geheele
feest uitstekend gehouden.
ter aarde. Door den schok vloog het mes uit
zijne hand, en, hoe hij ook een kwartier
lang zocht, hij kon het niet terugvinden.
«Nu heeft Ster-bij-Nacht zijn zin," mom
pelde hij, «ik ben mijn mooie mes kwijt.
Duivels wat is dat aan mijn hand."
Het was bloed en tegelijk voelde hij een
hevige pijn in zijn been, dat, in zijn val,
aan een steen geschrampt was. Door de
drift, waarmede hij naar zijn mes zocht, had
hij de pijn niet eerder gevoeld. Hij ging
zitten en veegde het bloed van zijne hand
daarna, zijn zakdoek aan repen scheurende,
verbond hij zijne wonden stevig.
«'t Zijn maar schrapjes," dacht hij, «een
stukje van Ered's hechtpleister zou net van
pas komen."
Hij lachte bij de herinnering aan het
voorval in Daan DufFs binnenkamer, maar
werd dadelijk weer rustig, toen hij dacht
aan de moeilijkheid, waarin zij verkeerden,
ora benoodigdheden te verkrijgen, ten einde
hun werk in de schacht te kunnen voortzetten.
Op korten afstand van Meg's tent gena
derd, floot hij zachtjes. Zijn sein werd
dadelijk beantwoord. De deur van de tent
werd geopend en weldra lag Patty in zijn
armen.
Het was de oude geschiedenis een mooi,
lief meisje en een knappe, kloeke jongen, die
elkander bij toeval ontmoeten en dadelijk op
elkaar verlieven. In nieuwe en in oude
landen, in paleizen en hutten, overal speelt
moeder Natuur haar spel met de jeugdige
harten. Deze twee hielden elkander een
poosje zwijgend omarmd.
Toen zei Patty, zacht verwijtend
«Wat komt ge laat!"
«Ik vreesde vanavond in 't geheel niet te
kunnen komen," antwoordde Jack. «Is Meg
achtereenvolgens aan verschillende direc-
tien der Marine werkzaamlater werd hij
als hoofdingenieur voor den algemeenen
dienst beschikbaar gesteld. In dien werk
kring heeft de minister zich ten volle ver
trouwd kunnen maken met de inrichting
der schepen, het materieel en het beheeren
der Rijkswerven. Sedert eenige jaren, tot
aan zijne benoeming tot minister, stond
hij aan het hoofd der afdeelingmaterieel
der zeemacht en het bestuur van 's Rijks
werven, zoodat de technische en admini
stratieve zaken hem meer bijzonder bezig
hielden.
De hoofdingenieur Jansen staat be
kend als een bekwaam man met helder
oordeel, die gelegenheid had zich vaak op
de hoogte te stellen van de inrichting
der marine bij verschillende andere mo
gendheden.
Deze minister van Marine bekleedt den
rang van kapt. ter zee, welke aan zijn be
trekking geassimileerd is.
Zijn verdiensten werden nog onlangs
gewaardeerd door zijne benoeming tot
ridder van den Nederlandschen Leeuw.
Van den minister van Oorlog zegt het
„Vad."
Een minder bevredigende benoeming,
aangaande welke wij het plicht achten
onze beduchtheid niet te verhelen, is die
van den heer Seyffardt tot Minister van
Oorlog. De heer Seyffardt zal zelfkennis
genoeg bezitten, om te weten, dat zijn
benoeming door de overgroote meerder
heid van het officierskorps en door de
overgroote meerderheid van de Vertegen
woordiging met wantrouwen wordt begroet.
Niet om zijn talenten of karaktermen
waardeert zijn algeraeene kennis en de
warmte zijner overtuiging, en de rond
borstige rechtschapenheid van zijn karakter
staat boven elke verdenking verheven.
Maar wantrouwen om het stelsel van
legervorming, waarvan hij nu sinds jaren
de onvermoeide pleitbezorger is. Dat de
officieren, zelfs niet alleen die meerderheid
die de beginselen van het wetsontwerp
Bergansius was toegedaan, maar ook velen,
die aan andere stelsels de voorkeur geven,
de denkbeelden van overste Seyffardt voor
de verdediging van ons land noodlottig
achten, is bekend genoeg, en het is de
vraag, of het van liberale zijde verstandig
thuis
«Ja, zij is den geheelen dag in een zon
derling humeur geweest. Als zij mij niet
heel erg, erg liefhad dat doet zij, Jack!"
«Ik twijfel er niet aan, dat Meg u lief
heeft, Patty."
«Was dat het geval niet, dan geloof ik
niet, dat ik by haar zou kunnen blijven."
«Ik wou, dat je op een betere plaats
waart, lieve."
«Die vreeselijke man, die Mijk, is vandaag
hier geweest en hij beeft met Meg gekeven,
vreeselijkIk kon niet hooren waarover,
want Meg zond mij weg. Was het niet om
u, Jack, dan zou ik bijna spijt hebben Enge
land te hebben verlaten. Alles is met Meg
zoo héél anders, als vader en ik hoopten."
Zij zweeg even en vroeg toen aarzelend
«Jack, zou het wnl goed zijn voor u en
mij, over sommige zaken te spreken P"
«*t Is beter om niets te zeggen, Patty,
totdat wij getrouwd zijn. Ik zal hemel en
aarde bewegen, dat het spoedig kan
gebeuren."
Hij keek naar boven in het rond,misschien
naar donderwolken, om hemel en aarde te
bewegen, opdat hij in staat mocht zijn, een
nestje voor zijn vogeltje te bouwen.
Zij drong zich tegen hem aan, met die
lieftallige en vertrouwelijke beweging, waartoe
slechts een minnend hart in staat is.
Zij had de tentdeur achter zich gesloten.
Deze werd nu geopend door eene andere
hand dan de hare.
Terzijde van de deur was eene boomtronk,
die zoo gehakt was, dat hij tot zitplaats kon
dienenMeg want zij was het kwam
naar buiten, en zette er zich op neder.
Haar kin op de beide handpalmen steunende,
staarde zij naar de donkere gestalten der
luiicvi
partij onverschillig behooren te zijn. Doch
ook in de vertegenwoordiging konden die
denkbeelden tot nog toe niet op veel
steun rekenen, bepaaldelijk ook niet in
de liberale partij.
Ja, een korten oefeningstijd vindt elk
antimilitairist heel mooi, maar als de heer
Seyffardt met zijn hooge contingenten en
langen diensttijd aankomt, houdt de
sympathie op.
In de vorige Kamer hebben wij 't gezien
hoe de heer Seyffardt, wakker geholpen
door den heer Van Houten in zijn strijd
voor zijn stelsel, telkens groote meerder
heden tegen zich vond, totdat wij eindelijk
getuige waren van het tragisch verschijnsel
eener pijnlijke scheiding tusschen deze
tweelingbroeders, waarvan de eene ter
rechter ging en de andere ter linker. Dat
alles weet de heer Seyffardtde vraag
iswat komt de heer Seyffardt dan thans
doen met de nieuwe Kamer De mogelijk
heid bestaaten alleen dan zouden wij vrede
kunnen hebben met zijn optreden dat
hij in de dringende behoeften aan ver
sterking onzer weerkracht door een nood
wet wil voorzien, om aan een Kamer, op
anderen grondslag gevestigd, de principieele
regeling onzer legerorganisatie en leger
vorming over te laten. Beschikt deze
onstuimige strijder over genoeg zelfver
loochening om zich te plooien tot die
nederige taak Dan zullen veler beden
kingen wijken, maar daaromtrent behoort
dan ook van meet af geen dubbelzinnig
heid te bestaan.
Seyffardt vindt de Leger wet onafgedaan lig
gen. Hij, devurige voorstander van algemeene
oefen- en dienstplicht, moet ongetwijfeld
tot voorwaarde hebben gesteld, dat die
wet niet worde begraven.
Mr. G. Van Tienhoven, de nieuwe
minister van Buitenlandsche Zaken, was
vroeger hoogleeraar in de rechtsgeleerdheid
aan het toenmalig athenaeum te Amster
dam, daarna lid der Tweede Kamer en
vervolgens burgemeester van Amsterdam,
tevens lid der Eerste Kamer.
Mr. H. J. Smidt is reeds vroeger minis
ter van «Justitie geweest, nl. in het Kabi-
net-Kappeyne. Alvorens Assen hem tot
lid der Tweede Kamer koos, was hij grif
fier der Staten van Drente. Na zijn mi
nisterschap was hij achtereenvolgens lid
van den Raad van State (afd. geschillen
van bestuur), gouverneur van Suriname en
na de Grondwetsherziening van 1888 we
der lid der Tweede Kamer voor Eramen.
Hij is een groot voorstander van beperking
van den kinderarbeid.
Ook de heer Tak van Poortvliet was
reeds eenmaal minister, en wel de eerste
minister van Waterstaat, H. en N. Hij trad
als zoodanig met Kappeyne af, tengevolge
van de weigering des Konings om machti
ging te verleenen tot de indiening van een
voorstel tot Grondwetsherziening. Kort na
zijne promotie benoemd tot commies-griffier
der Tweede Kamer, had de heer Tak nau
welijks den daartoe vereischten leeftijd be
reikt, of het district Middelburg koos hem
tot lid dier Kamer, en later, toen Middel
burg „om" ging, in 1875, Zutphen. Toen
Amsterdam hem, onder den invloed der
anti-Kappeyniaansche strooming, niet her
koos, benoemden de Staten van Noord-
Holland hem dadelijk tot lid der Eerste
Kamer. In Maart 1888 kwam echter Am
sterdam op zijn besluit terug en vaardigde
den heer Tak weder naar de Tweede
Kamer af.
De heer Tak is ook dijkgraaf van Delf
land.
De heer Pierson, de minister van Finan
cien, is als financier algemeen bekend. Hij
is een autodidact, doctor in de rechten
I „honoris causa", en was, behalve president
van dfe Ned. Bank, ook voorzitter van de
Vereeniging voor de Statistiek".
I Overste Seyffardt doceerde in vroeger
1 jaren de artillerie-wetenschappen aan de
gelieven, die op korten afstand stonden.
«Patty riep zij, waarop het meisje haastig
naar haar toeliep.
De kaarB wierp van uit d'e tent een flauw
licht op de beide vrouwen. De vergelijking
tusschen hen was vreeselijk en bedroevend
vreeselijk om de verdierlijking der vrouw,
bedroevend om de onschuld van liet meisje.
Was het der reinheid mogelijk, om in zulk
gezelschap aan de besmetting te ontkomen P
«Is dat Jack Thumbwood ginder?" vroeg
Meg op schorren toon.
«Ja," antwoordde Jack, naar haar toe
gaande.
«Blijf waar je benten jij, Patty, ga
naar binnen, ik moet met dien jongen van je
praten."
Patty snelde naar Jack, en, terwijl zij elkaar
kusten, fluisterde zij
«Zal je niet hard tegen haar zijn om
mijnentwille Jack."
«Er zijn andere dingen om aan te denken,
om uwentwilmaar ik zal haar niet hard
vallenzij is uw zuster."
Hij drukte zijne lippen nogmaals op de
hare, en liet haar toen gaan.
«Kus mij ook, Pattyschreeuwde Meg
heftig en de sterke vrouw drukte de tengere
gestalte van hare zuster aan haar borst en
duwde haar ruw in de tent. Hierna kwam
zij op Jack af, en keek hem in het gelaat.
«Zeg eens, jijOm wie kom je hier, om
mij of om Patty P"
«Wat een vraag, Meg," riep Jack uit,
die haar tot kalmte wilde brengen. «Ben
ik ooit om u gekomen P Gy zaagt my
zooeven Patty kussen, gij zaagt dat zij mij
kuste. Zijn er ooit kussen gewisseld tusschen
u en mij?"
«Neen, dat's zeker. Ik zou je vroeger
hem tot lid der Tweede Kamer,
is voorstander van algemeenen dienstplicl
met korteren oefenïngstijd. In Juni j|J
stelde hij zich voor de Kamer niet herkies
baar, ten einde weer in actieven dienst
over te gaan.
De nieuwe minister van Marine, de heer
J. C. Jansen, is hoofdingenieur voor scheeps
bouw. De heer Jansen was achtereenvolgens
aan verschillende directien der Marine
werkzaam en stond sedert eenige jaren aan
het hoofd der afdeeling Materieel der zee
macht en bestuur van 's Rijks werven. Hij
heeft den rang van kapt. ter zee.
De heer C. Lely, minister van Waterstaat
enz., is civiel-ingenieur, nog jong, nog geen
40 jaren oud. Hij was vroeger leeraar
aan de Polytechnische school te Delft en
leidde in de laatste jaren het gewichtige
voorbereidende onderzoek, door de „Zuider-
zee-vereeninging" ingesteldzijne rapporten
als zoodanig werden door de mannen van
het vak zeer geroemd.
Mr. W. K. baron Van Dedem, minister
van Koloniën, lid der Tweede Kamer voor
Hoorn sedert September 1880, heeft vele
jaren in Indie doorgebracht, als advocaat
en procurenr. Hij was in de Kamer een
vurig strijder voor het recht en de ont
wikkeling van den inlander, de hervorming
van onze bestuursinrichting, krachtige
maatregelen tegen de opium en financieele
scheiding tusschen Nederland en Indie.
Hij was ook burgemeester van Hoorn en
voorzitter van het „Indisch Genootschap"
en is steeds een groot ij veraar voor de
belangen van den landbouw geweest.
„Het Vad." is overtuigd, dat het
nieuwe ministerie aan kiesrechthervorming
wel een voorname plaats op zijn program
zal inruimen, doch dat het kabinet niet
meer zal zijn dan een kabinet ad hoe kan
het niet aannemen. Dan had de samen
stelling niet zooveel moeite gekost en dan
zouden mannen als Smidt, Pierson en Van
Dedem niet te vinden zijn geweest om de j
nederige rol van tijdelijke bewaarders der
ministerieele portefeuilles te vervullen. De
benoeming dier drie ministers begroet dit
blad met groote ingenomenheid.
„Het Vad." besluit zijn beschouwingen
als volgt:
Het nieuwe ministerie treedt in zoo- j
verre op onder een gunstig gesternte, daar j
het in de Kamer tegenover zich vindt!
een minderheid, ter neergeslagen, gedesor- j
ganiseerd en van al haar bekwaamste j
elementen beroofd, een minderheid, i
wier aangewezen leider de Kamer binnen-1
komt, niet als triumphator, omstuwd door l
jongeren, die vertrouwend naar hem opzien.
maar als verslagene, binnengeslopen door
een achterdeurtje en met wantrouwen
bejegend, en daar het steunt op een
n^erderheid, die meer dan ooit de behoefte J
zal gevoelen om door eensgezinde samen
werking aan de natie te toonen, dat, na
't droevig echec van het Christelijk bewust- I
zijn, van de liberale beginselen alleen
hervorming is te wachten van zoo veel,
dat vraagt om hervorming.
De laatste daad van het aftredende
Kabinet is geweest de benoeming van den
heer Mackay tot minister van Staat. Wij
misgunnen den premier de eervolle onder
scheiding niet, hem door zijne dankbare j
collega's toegedacht, maar moeten toch I
opmerken, dat deze titel vrij wat sneller j
en gemakkelijker verdient schijnt te worden 1
dan voorheen. De heeren van Lijnden,
Heemskerk en van Reenen ontvingen dien 1
titel aan den avond van een lange, vaak
met succes bekroonde, staatmansloopbaan,
de heer Mackay reeds, nu hij een eerste
proeve heeft geleverd van zijn staatsmans-
talent, en de proeve lang niet in 1
alle opzichten gelukkig is uitgevallen.
Wij willen aan de verdiensten van den
afgetreden premier niet te kort doenhij
heeft zich steeds onderscheiden door zijn
hoffelijke vormen, zijn concilianten zin en j
hebben willen kussen, als je er mij om
gevraagd hadt vóór dat iemand anders
te Wilde-Meg kwam. Nu niet meer Jack
er is maar één man, dien ik nu zou willeu 1
kussen, maar die is niet gemaakt voor mijn's
gelijken
«Fred Mellon P"
«Ja, dat is die man. Ik heb niets dan
vriendelijke woorden en vriendelijke bejege
ning van hem ondervonden, van het oogen
blik af, dat ik hem ontmoette. Maar dat
zijn jou zaken niet. Wel, Jack, nu over
Patty. Met welke bedoeling loop je haar
na met eerlijke of duivelsche P"
«'t Is goed, dat je eene vrouw bent. Als
een man mij die vraag deed,dan zou ik de woor
den in zijn strot terug stompen
«Flink gezegd van je l" riep Meg, terwijl
een glans van tevredenheid haar gelaat
verhelderde. «Wat zou je er van denken,
als ik je vertelde, dat ik om iemand heb
gezonden een man geen jongen, j
zooals jij een man, die de wereld kenl,
die voor Patty zorgen en haar bescher
men zal?"
«Dat kan ik ook doen," zei Jack, die
met geweld zijn drift bedwong, «gij schijnt
te vergeten, dat Patty al een keus gedaan
heeft."
«Jy, gek 1 denk je in het hart van eene
vrouw te kunnen lezen P*
«In Patty's hart wel
«Wel, laten we hier geen woorden over
vermorsen. Je bent een eerlijke jongen,
Jack, en ik zal je een raad geven. Pas op
je leven. Er is een man, die ik beter ken,
dan het eene fatsoenlijke vrouw pastdie
man heeft gezworen, dat hij je bloed zou
hebben."
(Wordt vervolgd.)