fabriek, waar hij door commissarissen ont Vier volle aren hadden wij te sporen, maar niet te lang, want indrukwekkend schoon was ti bet gedeelte der Padangsche Bovenlanden, dat U wij zoo mochten aanschouwen. Althuns toen ,e wij het zeshonderd voet boven de oppervlakte '1 der zee gelegen jKayoe-Tanam achter ons hadden, en de hellingen al steiler werden U, met het oog waarop een tandradspoorweg was aaugelegd toen wij gekomen waren in die reusachtige kloof of bergspleet, welker bodem de bedding vormt van de Aneh, die A klaterend en bruisend tusschen groote en kleine rotsblokken heen met verbazende snel- heid naar de vlakte zich voortspoedttoen wij genaderd waren tot dat punt, waar van eene duizelingwekkende hoogte een waterval naar beneden stort, welks benedenste gedeelte le in fijne straaltjes, en eindelijk als in stof uiteenvalttoen wij het plateau van Padang- ai Pandjang, twee duizend voet hooger dan ia Padang, bereikt hadden, en alzoo links van a ons den Singalang zagen, dien bergreus van ,n tusschen 9000 en 10000 voet, welks wanden jj tot den top toe begroeid zijn met weelderig ,m geboomte, terwijl zich rechts van ons de Merapi verhief, eveneens tot eene aanmerke lijke hoogte van geboomte voorzien toen heerschte vooral onder hen, welke Ir die grootsche natuur voor de eerste maal mochten bewonderen, eene eerbiedige stilte. I» Ben diepen indruk ontvingen wij ook van f° de terreinbezwaren, die men had moeten over- winnen, en dat met 200 onvoldoende werk krachten, maar die meesterlijk, hier door I bruggen, waaronder zelf» van grooten omvang, en op aanzienlijke hoogte, en daar door cit tunnels overwonnen waren. fb Op den daarvoor aangewezen tyd reden wij het fraai met groen en vlaggen ver- sierde Station Padang-Pandjang binnen, waar ook een eerepoort prijkte met het opschrift IJzerman, j Cluijsenaer, deGreve. p' Eere den Meester 1 ft* De Europeesche bewoners van die plaats en de voornaamste Inlandsche hoofden der Padangsche bovenlanden stonden geschaard op het perron, en wachtten ons daar op. Na het aanbieden van den eerewijn riep de >ft Resident der Padangsche bovenlanden ons *d het welkom toe. Onze Gouverneur was 5< daarna gedachtig aan de mannen, wier naam y' op de eerepoort vermeld stondden Mijn- M ingenieur de Greve, die in 1870 het Om- q bilinkolenvcld ontdekte en bij het zoeken van een afvoerweg voor de kolen in Oostelijke c richting twee jaren later jammerlijk om het n leven kwam den Ingenieur Cluijsenaer, die in 1873 de opdracht ontving, een onderzoek nl( in te stellen naar de beste gelegenheid, om e- op Sumatra spoorwegen aan te leggen, zoo ter verbetering van het transportstelsel in het algemeen, 'als in het bijzonder voor de afvoering ,n van steenkolen naar de kusten den in ons mid- UK den aanwezigen Hoofdingenieur IJzerman, aan r& wien de uitvoering der bovenaangehaalde ep' Wet van 6 Juli 1887 werd opgedragen, en die onlangs met het Ridderkruis van deu rij N. L. werd begiftigd, weinige dagen na het DK volbrengen van een' moeilijken en gevaar- '6 vollen tocht dwars door Midden-Sumatra, Ir om te onderzoeken of spoorwegverbinding ,a& van het Ombilinkolenveld met de Oostkust etJ mogelijk en wenschelijk is. Met groote belangstelling werd die toespraak gevolgd, en toen qnze Gouverneur besloot met de II woorden: «Heil Sumatral" «Heil Nederland _f en zijne koloniën «Leve de Koningin, f en de Koningin -Regenteswerd een dave rt rend hoerah vernomen. Dat toen ons mu- ziekkorp», vereenigd met dat van Padang- Pandjang, eenige onzer volksliederen ten beste gaf, zult gij u kunnen voorstellen. De Hoofdingenieur IJzerman bedankte 2 daarna onzen Gouverneur voor diens toespraak bracht hulde zoowel aan het korps ambte naren, waarover hij bij zijne moeilijke taak -< tot dusverre had mogen beschikken, als aan de ambtenaren van het civieie bestuur, die tot het verkrijgen van de benoodigde gronden 4 hem met raad en daad hadden ter zijde gestaan, en erkende, dat ook onze Gouverneur van ^een regelmatig vormen en 'samengé&ieiu uu c gen. DIT faataïe gaf 'hein 'aanleiding, tengihhëbnfu, UTè TH net voigenu ja 14) het geheim tan wilde-meg. Naar FARGEON. «De rest kan ik gissen, mijn zoon. Ik heb dat alles ook mee gemaakt. Goeden nacht, Jack/ zei Ster-bij-Naclit, die zag dat Jack op beete kolen stond om weg te gaan. «Goeden nacht, maat." Jack liep haastig van het dal in de richting van de rivier. Zijn weg liep over de heuvels't was een eenzame weg, onge bouwd en buiten de gewone richting van het verkeer. De maan was in het derde kwartier, en was nog niet opgekomen. «Ik zal op mijn terugweg maneschijn hebben," dacht Jack, en versnelde zijn P**-.. Hij zag reeds de schaduw van Breeknek- punt in de verte, en tegelijkertijd een licht, dat, zoonis hij wist, in Meg's tent brandde. Het gcdruisch van de rivier kwam met een dof geluid tot hem. Aan de Punt stroomde het water tusschen hooge rotsen, en de ttnelle stroom, in zijn loop tegengehouden, werd woest en onstuimig. Men zeide algemeen, dat, als iemand van Brecknekpunt in de rivier viel, zijn leven zoo goed als verloren was. Geen zwemmer was krachtig genoeg om het tegen den wilden stroom, door de rotsen veroor zaakt, uit te houden. Onder den indruk van de waarschuwing van Ster-bij-Nacht, hield Jack zijn mes geopend in zijn hand, gereed om er, zoo noodig, gebruik van te maken. Onder het opklimmen van de rotsen, stiet zijn voet eensklaps tegen een steen, en hij viel languit sb-.tte op het welzijn te drinken van den vertegenwoordiger der Regeering in ons midden, den Gouverneur vau Sumatra's Westkust. Heersohte ook nog bij die toespraak de noodige stilte, het zij tot onze schande gezegd, dat geen voldoende aandacht geschon ken werd aan de toespraak vau den Assistent- Resident vau Padaug, waarmede hij in hunne taal de aanwezige Inlandsche hoofden dank zeide voor de van hen ondervonden mede werking. Maar men kan van het goede te veel krijgen, en menigeen zal op zijn programma hebben gelezen, dat nu volgen zou eene feestelijke optocht naar de Sociëteit van P. P. Die optocht was inderdaad feeste lijk. De muzikanten, die voorop giugen, bliezen er lustig op los. De geheele weg, dien wij hadden te volgen, was aan weers kanten met Inlandsche vlaggetjes versierd. Meer dan één' eereboog trokken wij door. De duizenden Inlanders, uit alle deelen der Bovenlanden tot het feest opgegaan, allen in hunne nationale veelkleurige kleeding, die bij enkelen zelfs rijk met goud versierd was, leverden een fantastisch schouwspel op. Wij waren door een en ander in zoo opge wekte stemming, dat wij ons van de warmte het was juist middag en van de stoffigheid der wegen niet veel aantrokken. Intusschen, de maag deed hare rechten gelden, en daarom was ons de aanbieding op de Sociëteit van allerlei ververschingen zeer welkom. Wij waren in dat onlangs geheel vernieuwde gebouw genoegelijk bijeen, maar voor hen, die niet voornemens waren den tegemoet gezien, de spoorweg daar heen is gereed Z.Exc. de Gouverneur- Generaal zal tegenwoordig zijn. Dat zal me dan een feest wezen Moge ik ook daarvan U een verslag kunnen toezenden Inmiddels met allen, die mij kennen, hartelijk gegroet van tt. L. VAN 'T SANT. N EDERLAND. HELDER, 22 Augustus. Het nieuwe Ministerie waarvan, naar men aan het „N. v. d. D." meldt, de heer Tak het voorzitterschap zal bekleeden is gisteren benoemd. De eedsaflegging geschiedde gisterenmiddag te 12 uren, in handen van de Koningin-Regentes op Het Loo, in bijzijn van den heerAlewijn, directeur van het kabinet der Koningin. De ministers dejeuneerden vervolgens in het hotel Keizerskroon. Met den nieuwen minister van Marine, den hoofdingenieur van scheepsbouw J. C. Jansen, zegt het „N. v. d. D.", wordt een vuur iigu, uic met ruuiuguigna waigu de j speciaal vak van ons zeewezen in het verdere festiviteiten bij te wonen, brak weldra I Kabinet vertegenwoordigd. In die tech- de tijd van heengaan aan. De feesttrein nische betrekking was de heer Jansen moest vóór het vallen van den avond in Padang terug zijn.Aandoenlijk was het afscheid tusschen enkele Padangers en Padang- Pandjangers. Het kwam mij voor, dat menige dronk onderling gewisseld en daar door een' Zekere gemoedelijkheid ontslaan was. Gelukkig voor de treurende Padangers, dat bij het vertrek ons muziekkorps een opwek- kenden marsch deed hooren Trouwens, zoo'n opwekking hadden allen, welke dien dag terugkeerden, wel noodig. Het zegt toch nog al wat, op een' tijd van den dag, waarop men in Indië zich ter ruste begeeft, vier uren achtereen in een' spoortrein te moeten zitten, al is het ook in een feesttrein, en al rijdt men ook door dat nooit genoeg te bewonderen gedeelte van de Padangsche bovenlanden, dat ik U beschreven heb. Van de eigenlijke feesten te P. P. ben ik geen getuige geweest. Ze zijn naar ik gehoord heb goed van stapel geloopen, met uitzonde ring van het vuurwerk, waarvan het meeste vochtig was geworden; doch de Inlanders waren bij het oplaten van een vuurpijl al buiten zichzelven van verrukking. O, sancta simplicitaB Met al dien eenvoud zijn de Inlanders toch nooit te vertrouwen. Juist op de plek, waar toen feest gevierd werd, waren zij vóór 50 jaren zeer onverwachts in opstand gekomen, en bij die gelegenheid moest de bezetting, die daar een' der grootste is van de Bovenlan den, terugtrekken uit de benting (fort) met achterlating van drie zeer zwaar gewonde soldaten, welke evenwel op het oogenblik, dat de benting in de handen der opstande lingen vallen zou, den brand in het kruit staken en met een groote menigte hunner omkwamen. Ter herinnering aan dat helden feit verheft zich te P. P. in de nabijheid der kazerne een wit, naaldvormig gedenkteeken. Uit de lucht gegrepen was dus de vrees niet, dat bij de spoorwegfeesten een of andere overval geschieden zou. De noodige voorzorgsmaatregelen waren ook genomen. Maar bij den vermelden optocht naar de Sociëteit, toen wij door duizenden Inlanders als waren ingesloten, zeide iemand tot mij «Wij hebben niets te vreezen. Ze hebben hun' vrouwen en kinderen bij zich." Dit was volgens mijn zegsman een afdoend bewijs, dat zij geen kwaad in den zin hadden. Ze hebben zich dan ook gedurende het geheele feest uitstekend gehouden. ter aarde. Door den schok vloog het mes uit zijne hand, en, hoe hij ook een kwartier lang zocht, hij kon het niet terugvinden. «Nu heeft Ster-bij-Nacht zijn zin," mom pelde hij, «ik ben mijn mooie mes kwijt. Duivels wat is dat aan mijn hand." Het was bloed en tegelijk voelde hij een hevige pijn in zijn been, dat, in zijn val, aan een steen geschrampt was. Door de drift, waarmede hij naar zijn mes zocht, had hij de pijn niet eerder gevoeld. Hij ging zitten en veegde het bloed van zijne hand daarna, zijn zakdoek aan repen scheurende, verbond hij zijne wonden stevig. «'t Zijn maar schrapjes," dacht hij, «een stukje van Ered's hechtpleister zou net van pas komen." Hij lachte bij de herinnering aan het voorval in Daan DufFs binnenkamer, maar werd dadelijk weer rustig, toen hij dacht aan de moeilijkheid, waarin zij verkeerden, ora benoodigdheden te verkrijgen, ten einde hun werk in de schacht te kunnen voortzetten. Op korten afstand van Meg's tent gena derd, floot hij zachtjes. Zijn sein werd dadelijk beantwoord. De deur van de tent werd geopend en weldra lag Patty in zijn armen. Het was de oude geschiedenis een mooi, lief meisje en een knappe, kloeke jongen, die elkander bij toeval ontmoeten en dadelijk op elkaar verlieven. In nieuwe en in oude landen, in paleizen en hutten, overal speelt moeder Natuur haar spel met de jeugdige harten. Deze twee hielden elkander een poosje zwijgend omarmd. Toen zei Patty, zacht verwijtend «Wat komt ge laat!" «Ik vreesde vanavond in 't geheel niet te kunnen komen," antwoordde Jack. «Is Meg achtereenvolgens aan verschillende direc- tien der Marine werkzaamlater werd hij als hoofdingenieur voor den algemeenen dienst beschikbaar gesteld. In dien werk kring heeft de minister zich ten volle ver trouwd kunnen maken met de inrichting der schepen, het materieel en het beheeren der Rijkswerven. Sedert eenige jaren, tot aan zijne benoeming tot minister, stond hij aan het hoofd der afdeelingmaterieel der zeemacht en het bestuur van 's Rijks werven, zoodat de technische en admini stratieve zaken hem meer bijzonder bezig hielden. De hoofdingenieur Jansen staat be kend als een bekwaam man met helder oordeel, die gelegenheid had zich vaak op de hoogte te stellen van de inrichting der marine bij verschillende andere mo gendheden. Deze minister van Marine bekleedt den rang van kapt. ter zee, welke aan zijn be trekking geassimileerd is. Zijn verdiensten werden nog onlangs gewaardeerd door zijne benoeming tot ridder van den Nederlandschen Leeuw. Van den minister van Oorlog zegt het „Vad." Een minder bevredigende benoeming, aangaande welke wij het plicht achten onze beduchtheid niet te verhelen, is die van den heer Seyffardt tot Minister van Oorlog. De heer Seyffardt zal zelfkennis genoeg bezitten, om te weten, dat zijn benoeming door de overgroote meerder heid van het officierskorps en door de overgroote meerderheid van de Vertegen woordiging met wantrouwen wordt begroet. Niet om zijn talenten of karaktermen waardeert zijn algeraeene kennis en de warmte zijner overtuiging, en de rond borstige rechtschapenheid van zijn karakter staat boven elke verdenking verheven. Maar wantrouwen om het stelsel van legervorming, waarvan hij nu sinds jaren de onvermoeide pleitbezorger is. Dat de officieren, zelfs niet alleen die meerderheid die de beginselen van het wetsontwerp Bergansius was toegedaan, maar ook velen, die aan andere stelsels de voorkeur geven, de denkbeelden van overste Seyffardt voor de verdediging van ons land noodlottig achten, is bekend genoeg, en het is de vraag, of het van liberale zijde verstandig thuis «Ja, zij is den geheelen dag in een zon derling humeur geweest. Als zij mij niet heel erg, erg liefhad dat doet zij, Jack!" «Ik twijfel er niet aan, dat Meg u lief heeft, Patty." «Was dat het geval niet, dan geloof ik niet, dat ik by haar zou kunnen blijven." «Ik wou, dat je op een betere plaats waart, lieve." «Die vreeselijke man, die Mijk, is vandaag hier geweest en hij beeft met Meg gekeven, vreeselijkIk kon niet hooren waarover, want Meg zond mij weg. Was het niet om u, Jack, dan zou ik bijna spijt hebben Enge land te hebben verlaten. Alles is met Meg zoo héél anders, als vader en ik hoopten." Zij zweeg even en vroeg toen aarzelend «Jack, zou het wnl goed zijn voor u en mij, over sommige zaken te spreken P" «*t Is beter om niets te zeggen, Patty, totdat wij getrouwd zijn. Ik zal hemel en aarde bewegen, dat het spoedig kan gebeuren." Hij keek naar boven in het rond,misschien naar donderwolken, om hemel en aarde te bewegen, opdat hij in staat mocht zijn, een nestje voor zijn vogeltje te bouwen. Zij drong zich tegen hem aan, met die lieftallige en vertrouwelijke beweging, waartoe slechts een minnend hart in staat is. Zij had de tentdeur achter zich gesloten. Deze werd nu geopend door eene andere hand dan de hare. Terzijde van de deur was eene boomtronk, die zoo gehakt was, dat hij tot zitplaats kon dienenMeg want zij was het kwam naar buiten, en zette er zich op neder. Haar kin op de beide handpalmen steunende, staarde zij naar de donkere gestalten der luiicvi partij onverschillig behooren te zijn. Doch ook in de vertegenwoordiging konden die denkbeelden tot nog toe niet op veel steun rekenen, bepaaldelijk ook niet in de liberale partij. Ja, een korten oefeningstijd vindt elk antimilitairist heel mooi, maar als de heer Seyffardt met zijn hooge contingenten en langen diensttijd aankomt, houdt de sympathie op. In de vorige Kamer hebben wij 't gezien hoe de heer Seyffardt, wakker geholpen door den heer Van Houten in zijn strijd voor zijn stelsel, telkens groote meerder heden tegen zich vond, totdat wij eindelijk getuige waren van het tragisch verschijnsel eener pijnlijke scheiding tusschen deze tweelingbroeders, waarvan de eene ter rechter ging en de andere ter linker. Dat alles weet de heer Seyffardtde vraag iswat komt de heer Seyffardt dan thans doen met de nieuwe Kamer De mogelijk heid bestaaten alleen dan zouden wij vrede kunnen hebben met zijn optreden dat hij in de dringende behoeften aan ver sterking onzer weerkracht door een nood wet wil voorzien, om aan een Kamer, op anderen grondslag gevestigd, de principieele regeling onzer legerorganisatie en leger vorming over te laten. Beschikt deze onstuimige strijder over genoeg zelfver loochening om zich te plooien tot die nederige taak Dan zullen veler beden kingen wijken, maar daaromtrent behoort dan ook van meet af geen dubbelzinnig heid te bestaan. Seyffardt vindt de Leger wet onafgedaan lig gen. Hij, devurige voorstander van algemeene oefen- en dienstplicht, moet ongetwijfeld tot voorwaarde hebben gesteld, dat die wet niet worde begraven. Mr. G. Van Tienhoven, de nieuwe minister van Buitenlandsche Zaken, was vroeger hoogleeraar in de rechtsgeleerdheid aan het toenmalig athenaeum te Amster dam, daarna lid der Tweede Kamer en vervolgens burgemeester van Amsterdam, tevens lid der Eerste Kamer. Mr. H. J. Smidt is reeds vroeger minis ter van «Justitie geweest, nl. in het Kabi- net-Kappeyne. Alvorens Assen hem tot lid der Tweede Kamer koos, was hij grif fier der Staten van Drente. Na zijn mi nisterschap was hij achtereenvolgens lid van den Raad van State (afd. geschillen van bestuur), gouverneur van Suriname en na de Grondwetsherziening van 1888 we der lid der Tweede Kamer voor Eramen. Hij is een groot voorstander van beperking van den kinderarbeid. Ook de heer Tak van Poortvliet was reeds eenmaal minister, en wel de eerste minister van Waterstaat, H. en N. Hij trad als zoodanig met Kappeyne af, tengevolge van de weigering des Konings om machti ging te verleenen tot de indiening van een voorstel tot Grondwetsherziening. Kort na zijne promotie benoemd tot commies-griffier der Tweede Kamer, had de heer Tak nau welijks den daartoe vereischten leeftijd be reikt, of het district Middelburg koos hem tot lid dier Kamer, en later, toen Middel burg „om" ging, in 1875, Zutphen. Toen Amsterdam hem, onder den invloed der anti-Kappeyniaansche strooming, niet her koos, benoemden de Staten van Noord- Holland hem dadelijk tot lid der Eerste Kamer. In Maart 1888 kwam echter Am sterdam op zijn besluit terug en vaardigde den heer Tak weder naar de Tweede Kamer af. De heer Tak is ook dijkgraaf van Delf land. De heer Pierson, de minister van Finan cien, is als financier algemeen bekend. Hij is een autodidact, doctor in de rechten I „honoris causa", en was, behalve president van dfe Ned. Bank, ook voorzitter van de Vereeniging voor de Statistiek". I Overste Seyffardt doceerde in vroeger 1 jaren de artillerie-wetenschappen aan de gelieven, die op korten afstand stonden. «Patty riep zij, waarop het meisje haastig naar haar toeliep. De kaarB wierp van uit d'e tent een flauw licht op de beide vrouwen. De vergelijking tusschen hen was vreeselijk en bedroevend vreeselijk om de verdierlijking der vrouw, bedroevend om de onschuld van liet meisje. Was het der reinheid mogelijk, om in zulk gezelschap aan de besmetting te ontkomen P «Is dat Jack Thumbwood ginder?" vroeg Meg op schorren toon. «Ja," antwoordde Jack, naar haar toe gaande. «Blijf waar je benten jij, Patty, ga naar binnen, ik moet met dien jongen van je praten." Patty snelde naar Jack, en, terwijl zij elkaar kusten, fluisterde zij «Zal je niet hard tegen haar zijn om mijnentwille Jack." «Er zijn andere dingen om aan te denken, om uwentwilmaar ik zal haar niet hard vallenzij is uw zuster." Hij drukte zijne lippen nogmaals op de hare, en liet haar toen gaan. «Kus mij ook, Pattyschreeuwde Meg heftig en de sterke vrouw drukte de tengere gestalte van hare zuster aan haar borst en duwde haar ruw in de tent. Hierna kwam zij op Jack af, en keek hem in het gelaat. «Zeg eens, jijOm wie kom je hier, om mij of om Patty P" «Wat een vraag, Meg," riep Jack uit, die haar tot kalmte wilde brengen. «Ben ik ooit om u gekomen P Gy zaagt my zooeven Patty kussen, gij zaagt dat zij mij kuste. Zijn er ooit kussen gewisseld tusschen u en mij?" «Neen, dat's zeker. Ik zou je vroeger hem tot lid der Tweede Kamer, is voorstander van algemeenen dienstplicl met korteren oefenïngstijd. In Juni j|J stelde hij zich voor de Kamer niet herkies baar, ten einde weer in actieven dienst over te gaan. De nieuwe minister van Marine, de heer J. C. Jansen, is hoofdingenieur voor scheeps bouw. De heer Jansen was achtereenvolgens aan verschillende directien der Marine werkzaam en stond sedert eenige jaren aan het hoofd der afdeeling Materieel der zee macht en bestuur van 's Rijks werven. Hij heeft den rang van kapt. ter zee. De heer C. Lely, minister van Waterstaat enz., is civiel-ingenieur, nog jong, nog geen 40 jaren oud. Hij was vroeger leeraar aan de Polytechnische school te Delft en leidde in de laatste jaren het gewichtige voorbereidende onderzoek, door de „Zuider- zee-vereeninging" ingesteldzijne rapporten als zoodanig werden door de mannen van het vak zeer geroemd. Mr. W. K. baron Van Dedem, minister van Koloniën, lid der Tweede Kamer voor Hoorn sedert September 1880, heeft vele jaren in Indie doorgebracht, als advocaat en procurenr. Hij was in de Kamer een vurig strijder voor het recht en de ont wikkeling van den inlander, de hervorming van onze bestuursinrichting, krachtige maatregelen tegen de opium en financieele scheiding tusschen Nederland en Indie. Hij was ook burgemeester van Hoorn en voorzitter van het „Indisch Genootschap" en is steeds een groot ij veraar voor de belangen van den landbouw geweest. „Het Vad." is overtuigd, dat het nieuwe ministerie aan kiesrechthervorming wel een voorname plaats op zijn program zal inruimen, doch dat het kabinet niet meer zal zijn dan een kabinet ad hoe kan het niet aannemen. Dan had de samen stelling niet zooveel moeite gekost en dan zouden mannen als Smidt, Pierson en Van Dedem niet te vinden zijn geweest om de j nederige rol van tijdelijke bewaarders der ministerieele portefeuilles te vervullen. De benoeming dier drie ministers begroet dit blad met groote ingenomenheid. „Het Vad." besluit zijn beschouwingen als volgt: Het nieuwe ministerie treedt in zoo- j verre op onder een gunstig gesternte, daar j het in de Kamer tegenover zich vindt! een minderheid, ter neergeslagen, gedesor- j ganiseerd en van al haar bekwaamste j elementen beroofd, een minderheid, i wier aangewezen leider de Kamer binnen-1 komt, niet als triumphator, omstuwd door l jongeren, die vertrouwend naar hem opzien. maar als verslagene, binnengeslopen door een achterdeurtje en met wantrouwen bejegend, en daar het steunt op een n^erderheid, die meer dan ooit de behoefte J zal gevoelen om door eensgezinde samen werking aan de natie te toonen, dat, na 't droevig echec van het Christelijk bewust- I zijn, van de liberale beginselen alleen hervorming is te wachten van zoo veel, dat vraagt om hervorming. De laatste daad van het aftredende Kabinet is geweest de benoeming van den heer Mackay tot minister van Staat. Wij misgunnen den premier de eervolle onder scheiding niet, hem door zijne dankbare j collega's toegedacht, maar moeten toch I opmerken, dat deze titel vrij wat sneller j en gemakkelijker verdient schijnt te worden 1 dan voorheen. De heeren van Lijnden, Heemskerk en van Reenen ontvingen dien 1 titel aan den avond van een lange, vaak met succes bekroonde, staatmansloopbaan, de heer Mackay reeds, nu hij een eerste proeve heeft geleverd van zijn staatsmans- talent, en de proeve lang niet in 1 alle opzichten gelukkig is uitgevallen. Wij willen aan de verdiensten van den afgetreden premier niet te kort doenhij heeft zich steeds onderscheiden door zijn hoffelijke vormen, zijn concilianten zin en j hebben willen kussen, als je er mij om gevraagd hadt vóór dat iemand anders te Wilde-Meg kwam. Nu niet meer Jack er is maar één man, dien ik nu zou willeu 1 kussen, maar die is niet gemaakt voor mijn's gelijken «Fred Mellon P" «Ja, dat is die man. Ik heb niets dan vriendelijke woorden en vriendelijke bejege ning van hem ondervonden, van het oogen blik af, dat ik hem ontmoette. Maar dat zijn jou zaken niet. Wel, Jack, nu over Patty. Met welke bedoeling loop je haar na met eerlijke of duivelsche P" «'t Is goed, dat je eene vrouw bent. Als een man mij die vraag deed,dan zou ik de woor den in zijn strot terug stompen «Flink gezegd van je l" riep Meg, terwijl een glans van tevredenheid haar gelaat verhelderde. «Wat zou je er van denken, als ik je vertelde, dat ik om iemand heb gezonden een man geen jongen, j zooals jij een man, die de wereld kenl, die voor Patty zorgen en haar bescher men zal?" «Dat kan ik ook doen," zei Jack, die met geweld zijn drift bedwong, «gij schijnt te vergeten, dat Patty al een keus gedaan heeft." «Jy, gek 1 denk je in het hart van eene vrouw te kunnen lezen P* «In Patty's hart wel «Wel, laten we hier geen woorden over vermorsen. Je bent een eerlijke jongen, Jack, en ik zal je een raad geven. Pas op je leven. Er is een man, die ik beter ken, dan het eene fatsoenlijke vrouw pastdie man heeft gezworen, dat hij je bloed zou hebben." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2