HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
Margaiig TB;
J. H. VAN BALEN.
Een slachtoffer van een
administratief verschil.
TTST'-IUV»
,En desespereert uiminorl*
Jan Pielen. Coen.
T 11JUU.5 11 (JUpiClHUCI IÜC71.
f ick tot ia 4« éoot.
VersonUnt locier01a Diasdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3
Voor de courant binnen de gemeeente
1 i naar dc overige plaatsen van Nederland
1 alle landen, die in het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
iii 1 Zuid-Afrika
maanden:
f 0.70, met Zondagsblad f 1.05
0.90, ,1.35
1.75,
2.50,
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein. Helder.
Telefoonnummer 18.
Prijs der A d v e r t e n t i n
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer IR cent. Bij abonnement, naar galaag van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingeaonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tuaschen den tekst, par regal 10 Ct.
Advsrtenticn voor liefdadige doeleinden1»
Dienstaanbiedingen voor den werkenden standi»
Agent in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles.
Cornelis Bossard, onderofficier bij het
O.-I. leger, had den lande sedert 1855 bijna
onafgebroken, trouw en eerlijk gediend,
waarvan gedurende vier jaren in Atjeh.
Toen zijn tijd om was en hij zijn pensioen
verdiend had, verlangde hij dan ook niet
zonder grond na een rustiger leven in het
moederland.
Versierd met de zilveren medaille voor
24 jaren trouwen dienst, bij de overhandi
ging waarvan zijn commandant op 3 Dec.
1884 zeide „ge draagt nu uw pensioen op
de borst, gij hebt het meeste recht erop",
verzocht hij dan ook verlof om terepatrieeren,
ten einde zijn pensioen te gaan genieten.
Doch zie, in Nederland aangekomen en
pensioen aangevraagd hebbende, kreeg hij
van den minister van Koloniën dd. 14
Febr. 1885 (Letter C, No. 47) het bericht
dat zijn verzoek niet voor
inwilliging vatbaar was, om
dat hij geen 24 dienstjaren
kon doen gelden.
Hoe nu Van 23 Maart 1855 tot 16 Dec.
1871 en van 21 Sept. 1878 tot 29 Jan.
1885 had hij gediend, waaronder ruim
12 jaren in Indie t En zijn commandant had
hem bepaald verzekerd, dat hij de 24
jaren had, want anders zou hij er nog een
poos gebleven zijnEn hij had dan ook
immers zijn zilveren medaille voor die 24
jarenDat moest dus een vergissing
zijn aan Koloniën. En Bossard verzocht,
ter audiëntie bij den minister te worden
toegelaten.
Die audiëntie werd hem verleend.
Maar de minister hield vol. En op zijne
vraag, waarom hem dan de zilveren
medaille was toegekend, werd hem door
Z. Exc. toegevoegd, dat hij zich daarover
maar tot den legercommandant moest
wenden, als hij er niet mee tevreden
was, maar dat hij geen pensioen kreeg.
Wanhopig over het verlies van het
zuur verdiende pensioen, bood Bossard
daarop aan, dan nog eens twee jaren,
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwed. Courant.
86> M A R U J A,
door
BRET HARTE.
«Gij hebt geen recht, trotscher te zijn dan
ik, Sir," zeide zij, opstaande, met iets *an
haren ouden aanmatigenden toon van spreken.
«Neen Harry doe dat niet toe, blijf
daarDes ondanks gaf hij toe; toen zij voort
ging met spreken, lag haar hoofd op zijn
schouders. «Deze geheimzinnige, bedriegelijke
wijze van met elkaar om te gaan hindert mij
boven alles, Harry 1 lk denk dat ik alles zou
kunnen verduren, indien iedereen het wist
of indien gij om mijn hand kwaamt vragen
zooals anderen dat zouden doen. Al wilden zij
niets met u te maken hebben al spraken
ze van uw twijfelachtige afkomst, van uwe ar
moede, van uwe betrekking, dat zou mij niet
kunnen schelen. Indien zij u belasterden, zou
ik hen tegen kunnen spreken indien zij
zeiden dat gij geen vader hadt, waarop gij u
beroepen kondet, zou ik u toch kunnen ver
dedigen, Harryen zeggen dat gij er wel
degelijk een gehad hebtindien zij op uw
armoede wezen, zou ik met mijn fortuin voor
den dag komen indien zij van uwe vroegere
positie spraken, dan zou ik zeggen dat ik
trotsch was op uw moed om zooveel te
doorstaan indien ik ten minste mijne
tranen kon bedwingen." Zij kwamen nu voor
den dag. Hij kuste ze weg.
«Maar indien zij u beleedigden Indien
zij mij het huis ontzeiden
«Dan zou ik met u vluchten," zeide zij,
haar hoofd tegen 'zijn borst verbergende.
«Wat zoudt gij zeggen, indien ik u thans
vroeg met mij meê te gaan zeide hij
«omber.
»Nu 1" herhaalde zij, terwijl zij hare ang-
zonder handgeld, naar Indie terug te gaan.
Maar ook dit werd hem geweigerd, nu
omdat hijte oud was
Bossard is geen revolutionair. Hij heeft
in dienst leeren zwijgen en verdragen. Hij
„gooide" 't niet „hooger op" en klaagde
niet in de krant, maar leed en sloeg er
zich doorheen. Ook zonder pensioen kwam
hij er.
Tot hij nu, zes jaren later, door een
toeval te weten kwam want in de
resoluties staan zulke kleinigheden niet,
en Z. Exc. vergat 't hem te zeggen, of
wist 't denkelijk zelf niet dat
Men zal 't niet gelooven, maar 't is toch zoo
dat de weigering, niettegen
staande de zilveren medaille en het brevet
van den legercommandant, gegrond was op
het feit (want een feit schijnt 't te zijn),
dat aan zijn diensttijd enkele dagen ont
braken De dagen, op de terugreis naar
Nederland aan boord doorgebracht, werden
nl. door den minister niet als dubbelen
(Indischen) diensttijd in rekening aange
nomen.
Toch blijkt uit de artt. 611 van het
Gagementsreglement (Kon. besluit van 24
Augustus 1875) volstrekt niet, dat de terug
reis naar Nederland als enkel moet
worden in rekening gebracht. Wel is dit
bepaald voor hen, die met verlof naar
Nederland vertrekken. Maar daaruit is
juist de gevolgtrekking te maken, dat dit
voor hen, die in dienst zijn, niet het
geval is. En dit te meer, omdat bij
art. 28 der wet van 28 Aug. 1851 zeer
stellig is bepaald, dat de tijd, in 's Rijks
overzeesche bezittingen doorgebracht, met
inbegrip van de heen- en terugreis
dubbel wordt gerekend, waaruit dus toch
wel zal mogen worden afgeleid (ofschoon
't dan in het Gagementsreglement niet
nogmaals is omschreven) dat het in de
bedoeling van den wetgever heeft gelegen,
dat de tijd van de terugreis in militairen
dienst steeds als dubbel in rekening zal
worden gebracht, wat dan ook blijkbaar
de opvatting van den legercommandant
en de andere chefs is geweest, toen zij aan
Bossard op 3 Dec. 1884 de zilveren
medaille voor volbrachten 24 jarigen trouwen
dienst toekenden.
Bossard heeft zich thans tot H. M.
gewend. In de eerste plaats met de eerbie
dige vraagof het den militair geoorloofd
zou zijn, zoo weinig vertrouwen te stellen
in zijne chefs, dat hij zich eerst nog eens
stige blikken op de zijne richtte.
Zijn gelaat betrok en verkreeg de oude
uitdrukking van onbedwingbare lichtgeraakt
heid. «Hoor eens, Maruja," zeide hij, hare
handen stevig in de zijne nemende. «Toen
ik mijzelf vergat toen ik mij dien dag
in het aquarium zoo aanstelde, was de eenige
boete die ik mij oplei, dezedat ik plechtig
zwoer dat ik nooit eenige partij van uwe
vergevensgezindheid zou trekken, dat ik u
nooit zou trachten over te halen om u zelf,
uwe vrienden, uwe familie voor mij, een on
bekenden verstooteling, te vergeten. Toen
ik merkte dat gij medelijden met mij hadt
en mijn liefde beantwoorddet, toen was ik te
zwak om mij van den eenigen zonnestraal in
mijn verwoest leven te onthouden. Ik had
mijzelf te hoog geschat, Maruja. Ik heb
thans te veel van u gevergd. Gij hebt gelijk,
mijn lieveling, deze geheimzinnige omgang,
deze bedriegelijke handelwijze is onzer
onwaardig. Ieder uur hoe heerlijk het
voor mij ook was ieder oogenblik hoe
zalig ook verduistert de zaligheid onzer
liefde, maakt uwe positie valsch en mij tot
een lafaard. Vandaag moet het voor het
laatst zijn. God weet, mijn teerbeminde,
eenige lieveling, wat de gevolgen mijner
plannen zijn mogen. Wij hebben slechts
eene kans over. Ik moet vandaag van hier
vertrekken en hier nimmer terugkeeren of u
met mij meenemen. Kijk me zoo niet aan,
Maruja, maar luister naar me. Durft gij
alles wagen Durft gij nu met mij vluchten,
vanavond nog, en met my naar den ouden
Padre gaan, die bij de vervallen missie woont,
en ons door hem in dien band laten veree
nigen, welken niemand meer verbreken kan
Wij kunnen Taquita met ons meenemen
het is maar een mijl of wat en wij kun
nen dan terugkeeren en ons aan uw moeders
voeten werpen. Zij kan ons niets anders
doen dan ons te samen uit het huis jagen.
Wij kunnen dan al die vervloekte weelde
zou moeten vergewissen, of de legercom
mandant wel terecht verklaarde, dat hij
24 dienstjaren heeft, of dat de militaire
autoriteiten 't misschien mis hadden.
Maar daarnevens, ten tweede, met den
vraagof hij het slachtoffer mag zijn, het
zij dan van onwetendheid dier chefs, of
van de uitlegging van de reglementen aan
het ministerie.
Bossard heeft daarom aan H. M. verzocht,
hem alsnog gagement te verleenen.
Laten we hopen en vertrouwen, dat het
Departement thans eene andere uitlegging
zal huldigen, of er anders iets op zal weten
te vindenof desnoods dat H. M.
zal bevelen, dan maar eens van de
jurisprudentie, precedenten en antecedenten
af te wijken.
Met zes jaren gemis van zijn pensioen
heeft de man in elk geval nu voldoende
geboet voor zijn „lichtvaardig" geloof in
zijne chefs. (H. Ct.)
NEDERLAND.
HELDER, 10 September.
Te 's Gravenhage wordt verzekerd,
dat weldra een Centraal-bureau voor de
Statistiek zal opgericht worden en mr. A.
F. baron van Lijnden, thans referendaris
bij het Departement van Binnenlandsche
Zaken, tot directeur daarvan zal benoemd
worden.
Naar „De Echo" verneemt, is door
eenige philanthropen een som gelds bijeen
gebracht, om een aantal Nederlanders, die
in Argentina gebrek lijden, naar Holland
terug te voeren.
Naar men aan dat blad verder mede
deelt, moet reeds een transport van die
ongelukkigen onderweg zijn en zullen
weldra meerdere volgen.
Naar „het Vad." nader verneemt,
worden de kosten van de ontvangst van
den Duitschen Keizer hier te lande niet
geheel door de betrokken gemeenten
gedragen, maar voor een deel uit de
onvoorziene uitgaven op de Staatsbegrooting
bestreden.
ontvluchten en hebben dan nooit meer iets
te maken met al de ellende, welke deze voor
ons meebracht I*
Zij hief haar hoofd op, legde hare beide
handen op zijne schouders en keek hem met
haar vaders doordringende oogen flink in
het gelaat, alsof zij tot in het binnenste van
zijn ziel wilde lezen.
«Zijt gij krankzinnig, Harry Denk eens na
wat gij voorsteltNoemt gij dit niet mij
in verzoeking brengen Denk nog eens na,
liefste!" zeide zij, terwijl zij zenuwachtig zijn
arm greep, toen haar hand van zijn schouder
afgegleden was. Een oogenblik stonden zij
elkander stil aan te kijken, maar een hevige
bons op de gegrendelde deur en een onver-
staanbaarw oest geschreeuw deed hen opschrik-
keu. Onwillekeurig sloeg Guest zijn arm
om haar middel.
«Het is Pedro," zeide zij haastig fluiste
rend, maar zichzelf meer dan ooit meester.
«Hij zoekt u! Maak u dadelijk voort. Hij
is krankzinnig, Harry, en woest daarenboven.
Hij ging ons den laatsten tijd na. Hij heeft
ons hier opgespoord. Hij verdenkt u. Gij
moet hem niet ontmoeten. Door de andere
deur, die in het woud uitkomt, kunt gij
ontsnappen. Indien gij mij bemint
vlucht dan.
«En u aan zijne woede overlaten dat
kunt gij denken. Neen. Vlucht zelf, door
de andere deur, doe ze achter u toe en ga
de bedienden roepen. Ik zal deze deur voor
hem open doen, hem hier opsluiten en dan
heengaan. Wees voor mij niet bang. Er
bestaat werkelijk geen gevaar en vergis
ik mij niet," voegde hij er beteekenisvol
bij, «mij zal hij niet aanvallen."
«Maar hij heeft den heelen boel reeds in
rep en roer gebracht. Hoor maar I"
Men vernam leven buiten de deur alsof
er gevochten werd, en daarop de stem van
kapitein Carroll, die kalm en kort zijn be
velen gaf. «U zijt geheel en al veilig, miss
Volgens een Reuter-telegram uit
Londen, zou het der firma Alfred Holt
Co. te Liverpool, gelukt zijn met de
Nederlandsche regeering een overeenkomst
te sluiten over het vervoer van de Neder
landsche mail tusschen Amsterdam en
Nederlandsch-Indie.
Vermoedelijk slaat dit bericht op de
Stoomvaartmaatschappij „Oceaan", waarvan
onlangs de statuten zijn goedgekeurd en
waarvan de heeren Holt de grootste aandeel
houders zijn. Hetdoel van deze vernootschap
is „het tot stand brengen en onderhouden
eener stoomvaartverbinding tusschen Indie
en Nederland en tusschengelegen havens".'
Zoolang zij echter niet een dienst op gezette
dagen bezit, is het niet waarschijnlijk dat de
regeering met haar een postcontract zal aan
gaan, als met de Maatschappij Nederland en
de Rott. Lloyd thans bestaat.
Wij herinneren, dat het ontwerp over
nieuwe overeenkomsten met de beide laatst
genoemde maatschappijen door de Tweede
Kamer is afgestemd. Vermoedelijk zullen de
onderhandelingen over een nieuwe regeling
wel hervat zijn of worden, en het is zeer
onwaarschijnlijk dat onze regeering intus-
schen een overeenkomst zou hebben aan
gegaan met een nieuwe maatschappij.
Het bericht heeft dus wel bevestiging
noodig. (Hbld.)
De minister van Buitenlandsche
Zaken, de heer Van Tienhoven, is jl.
Maandagavond, na op het Loo aan het
middagmaal te hebben deelgenomen, naar
Den Haag teruggespoord. Het ligt voor
de hand, dat zijn bezoek in verband
wordt gebracht met de vaststelling der
openingsrede van Dinsdag 15 dezer.
Omtrent de revue op de Renkum-
sche heide, op Maandag, wordt nog
gemeld, dat even vóór halfdrie de roffels
en de muziek de komst van HH. MM.
aankondigden. Zij waren gezeten in een
open rijtuig met 4 paarden, door jockeys
gereden.
De Vorstinnen reden langs de opgestelde
troepen en stelden zich daarna tegenover
het centrum op, waarna het defileeren
begon.
Een ontzettende menschenmassa was er bij
tegenwoordig en had achter HH. MM.
plaats gevonden.
Vooropstellende dat het Koninklijk
paleis noch koninklijk, noch wegens de
Saltonstall. Ik hoop dat ik hem secuur beet
heb, maar wellicht doet gij beter de deur niet
te openen, vóór dat er hulp komt."
Zij zagen elkander aan zonder een woord
te spreken. Guest nam eene uitdagende
houding aan. Maruja sloeg hare hand
aarzelend om zijn hals en zeide zacht, doch
kalm, alsof de veiligheid, die de stilte en
de duisternis hen aanbood, hen tegen alles
beveiligde«Gij hebt mij gevraagd of ik
met u vluchten wilde of ik zonder toe
stemming der familie en ondanks het verzei
mijner vrienden met u wilde trouwen. Ik
aarzelde Harry, want ik was verlegen en bang.
Maar ik zeg u thans dat ik met u trouwen
wil, waar en wanneer gij wilt, want u
bemin ik Harry, u alleen heb ik lief."
«Laat ons dan terstond gaan," zeide hij,
haar hartstochtelijk tot zich trekkende «wij
kunnen den weg door het woud bereiken,
vóór er hulp komt, dus vóór dat wij ontdekt
worden. Kom mee
«En gij zult nooit vergeten, Harry zeide
zij, nog steeds bedaard en met hare armen
nog om zijn hals geslagen, «dat ik nooit
iemand anders dan u lief heb gehad, dat
ik nooit geweten heb wat liefde was en dat
ik, sedert ik u beminde, nooit aan een ander
gedacht heb. Belooft gij dat?"
«Ja, dat beloof ik, en thans
«En thans," zeide zij, met een indrukwekkend
gebaar op de afsluiting wijzende, welke hen
van Carroll scheidde„Doe de deur open."
XIII.
Met een vluchtigen blik vol bewondering
op Maruja, wierp Gnest de deur open. De
in der haast bijeengeroepen bedienden brach
ten den krankzinnige reeds weg, wiens krachten
uitgeput waren. Kapitein Carroll alleen bleef
rechtop, zonder zich te verroeren, voor den
drempel staan. Op een wenk van Maruja trad
hij het vertrek binnen. Toen de deur open
nabijheid van stinkslooten en een drassigen
tuin gezond is, geeft de heer T. H.A.
(in „het Vad.") een plan in overweging,
nl. een nieuw paleis te bouwen op het
terrein der Groothertogin van Saksen aan
den Scheveningschen weg, ongeveer op de
plaats waar thans het buitenverblijf der
Groothertogin staat, met een uitgestrekt
parkt voor welk doel het z. i. zonder twijfel
door H. K. H. zou worden afgestaan.
Wij lezen in het „Hbld.":
De koffieoogst van Java en Menado
bedraagt in 1891 c.a. 295,000 pikols; aldus
zullen in 1892 meer dan in 1891 kunnen
worden verkocht 150,000 pikols. De
regeering raamde voor 1891 een zuivere
winst van f 44 per pikol, en er is geen
reden om voor het volgende jaar op lagere
prijzen dan de thans geraamde (52 cent)
te rekenen. Er zal thans 6 millioen
meer ontvangen worden, en het feitelijk
tekort van 5 millioen op de gewone
ontvangsten en uitgaven, dat voor 1891
geraamd werd, is daarmede ruimschoots
gedekt.
De klacht over het uitbetalen van loon
aan werklieden in drankwinkels, ingekomen
bij den Arbeidsraad voor de Bouwvakken,
werd gesteund door een betoog van de
noodlottige gevolgen, welke deze gewoonte
voor den werkman en zijn gezin heeft, zoo
wel omdat het veeltijds gebeurt dat de
werklieden, die in drankwinkels hun geld
moeten gaan ontvangen, daar zelfs een
paar uren moeten wachten, eer de uitbe
taling plaats heeft, als omdat de werkman
in elk geval genoodzaakt is om er vertering
te maken.
Vandaar een beroep op alle architecten,
werkgevers, patroons en hoofdaannemers,
om dit kwaad tegen te gaan. Wanneer
deze heeren zelf niet uitbetalen, dan zullen
zij toch, meenen de klagers, wel de macht
hebben, aan hun onderaannemers, ploeg-
of onderbazen, door wie voornamelijk, zij
't ook zonder bijbedoelingen, het kwaad
wordt gepleegd, te verbieden, het werkvolk
in kroegen af te betalen.
De Arbeidsraad is niet zonder hoop, dat
allen, die er iets aan kunnen doen, hun
medewerking zullen willen verleenen tot
beteugeling en uitroeiing van dit kwaad.
Ten aanzien van een ander belang dat
de Arbeidsraad zich heeft aangetrokken,
bleek tot dusver een misverstand te be
staan.
gedaan werd, had hij zeergoed haar gezelschap
opgemerkt, maar geen blik, geen trek in zijn
gelaat verried zulks. De tucht, waaraan hij
in zijn jeugd onderworpen gewee«t was,
bewees hem goede diensten en maakte heni
voor het oogenblik meester van de positie.
«Ik geloof dat ik mij voor dit onverwachte
bezoek niet behoef te verontschuldigen", zeide
hij koel. «Pedro scheen van zins te zijn
iemand of iets te vermoorden en ik volgde
hem daarom tot hier. Ik denk wel dat ik
hem op eene minder rumoerige manier hier
vandaan zou gekregen hebben, maar ik was
bang dat gij, zonder er bij na te denken, de
deur zoudt openen." Hij zweeg even en
voegde er toen bij«maar ik zie nu in, hoe
ongegrond mijne veronderstelling was."
Dit toevoegsel werd hem noodlottig, hij
had dat er af moeten laten. Onmiddellijk ver
anderde Maruja, die naast Guest stond, van
houdingzij was zich bewust dat zij den
man, die voor haar stond, ontrouw was ge
worden, en dat het aan haar was, berouw te
toonen, derhalve wachtte zij bedaard hare
straf, of liever hare bestraffing af; maar dit
ongelukkig gezegde deed de oude Maruja
bij haar ontwaken.
«Gij vergist u, kapitein," zeide zij zacht
«gelukkig was mr. Guest dien gij, naar
ik merk, gedurende uwe afwezigheid vergeten
hebt, bij mij, en ik denk wel dat hij het tot
zijn plicht zou gerekend hebben mij te be
schermen. Maar desalniettemin dank ik u
en ik hoop dat mr. Guest niet zoo afgunstig
zal zijn op uw geluk, om mij zoo galant te
hulp te komen, dat hij uw daad niet ten
volle waardeert. Het spijt mij alleen dat
gij op uw terugkeer naar La Mision Perdida
in de handen van een gek gevallen zijt, in
plaats van in die uwer vrienden en bekenden."
(Slot volgt.)