den lieer A. dé" Koning, <le premie door ue bruine merrie wKenau Hasselanr*, van den heer A. A. van den Berg, te Haarlem, bere den door den heer C. Persoon. Het prachtige weder, dat al de feesten te Alkmaar bijblijft, begunstigde ook weder deze harddraverij, welke in de beste orde afliep. 1 NEDERLAND. HELDER, 15 September. Met machtiging van H. M. de Koningin- Weduwe-Regentes zijn o. a. de navolgende wetsontwerpen ingetrokken, als Bekrach tiging van de overeenkomst met Groot- Brittannie en Ierland tot vaststalling der grenzen tusschen de Nederl. bezittingen op het eiland Borneo en de Staten op dat eiland, die onder Britsch protectoraat staantot gedeeltelijke herziening der wet vun 4 Dec. 1872 tot voorziening tegen besmettelijke ziekte; onteigening voor het stichten van een nieuw post- en telegraaf kantoor te Amsterdam en voor en ten j behoeve van de verbreeding van de Huis- I zittensteeg en Korte Huiszittensteeg aldaar intrekking der wet tot onteigening ten behoeve van een spoorweg (tramweg) van Arasterdam naar Amstelveenbepalin gen omtrent de heffing van invoerrechten naar de waarde der goederen en omtrent de statistiek van den in-, uit- en door voer regeling van den diensttijd van ambtenaren bij den stenographischen dienst voor de berekening van hun pensioenen overeenkomst met de Billiton-Maat- schappij, betreffende de vernieuwing harer concessie tot het winnen van tin op het eiland Billiton; verhooging der begroo ting Ned.-Indië voor 1891, ten behoeve der voorbereiding der exploitatie van het Orabiliën-kolenveld door het gouverne ment; de legerwet en daarmede in verband staande ontwerpenbepalingen ter uitvoering van art. 187 der Grondwet (staat van oorlog en beleg); wijzigingen in de wet op de rechterlijke organisatie; j bepalingen tot waarborging van de vrije beschikking door werklieden over verdiend loon; regeling van het faillissement en de surséance van betaling; herziening der algemeene regels ten aanzien der plaat- selijke belastingen. De Koloniale Staten van Suriname hebben besloten, afschriften te zenden aan de beide Kamers der Staten-Generaal van het op 25 Juni jl. door hen aan den Minister van Koloniën ingediend verslag van de gebeurtenissen, welke in de maand Mei jl. te Paramaribo zijn voorgevallen. Een goed voorbeeld. Bij de Fransche Kamer is een wetsontwerp aan hangig gemaakt, dat de strekking heeft om aan de hooge onkosten der rechtsgedingen een einde te maken. Dat voorstel strekt nl. tot afschaffing van de griffie-, zegel- en registratierechten van processtukken en hun vervangen door een heffing, welke de rechter bij het vonnis bepaalt naar evenredigheid van de waarde 1 der bestreden vordering. Die vonnis-belas- ting zal bedragen: pCt. voor homolo gatie of insolventverklaring bij faillisse ment; 1 pCt. bij minnelijke schikkingen, vonnissen van kantonrechters, scheidslieden enz., bij toewijzing van roerende en onroe rende goederen, scheidingen, bevestigde vonnissen of arresten3 pCt. bij handels zaken en 4 pCt. bij burgerlijke gedingen. Men berekent dat de schatkist niet minder dan thans zal ontvangen, omdat tegen over veel lagere kosten bij kleine procedu- HET GEHEIM YAN WILDE-MEG. Naar FARGEON. Maar toen hij trachtte zich op te richten, bemerkte de Prins, dat zij'vastgekluist lagen. Eer hij den tijd had om zich rekenschap te geven van deze teleurstelling, greep er eene plotselinge verwarring plaats. De aarde trilde en werd opgeheven, terwijl een machtige geest er zich met geweld een doortocht baande en de Prins en zijne Prinses werden met geweld uit hunne rustplaats geslingerd. De schok was veroorzaakt door het ont branden van eene kruitlading, die door de 1 mijnwerkers, die met wilde haast in de schacht werkten, was aangebracht. Zekere kenteekenen in de aardlagen hadden hun het bewijs geleverd, dat zij niet voor niets zoo lang en met zooveel geduld hadden gedolven. Jack en een ander mijnwerker stonden aan het windas. Jack had angstvallig des I morgens naar Fred uitgezien, maar zijn vriend kwam niet. Na het ontbijt brachten twee mannen een briefje van Fred aan de tent. „Waarde Jack*, schreef hij, „ik zal heden niet kunnen komen, daar ik andere zaken heb te regelen. Ik zend in mijn plaats twee mannen, die in de schacht zullen werken en wier loon ik zal betalen. Ik heb goed nieuws voor je wij zullen niet in den a brand meer behoeven te zitten door gebrek aan W, geld. Uw Fred. Jack wierp het briefje Ster-bij Nacht toe. «Dat is zoo kwaad niet," zei deze. dj „Vooruit maats Jack, waar is dat mes, dat je gisterenavond hadtP" -5WV..H.V.U -rira HH. MM. de Koningin en de Koningin- Regentes kwamen gisterenmiddag te 3 uren met een extra-trein der Staatsspoorweg- Maatschappij van Het Loo in de Residentie aan. Op het stationsplankier, waar, buiten de autoriteiten, geen publiek werd toegelaten, hadden zich ter begroeting van de Konin ginnen vereenigdde mintsters van Binnen landsche Zaken, Marine, Financien en Oorlog, de Commissaris der Koningin, de waara. burgemeester, de heer Lisman, de generaals-majoor Van Helden en Teats van Amefongen, de kolonel, plaatselijke commandant, voorts de groot-officieren van het Koninklijk Huis, graaf Schimmel- penninck, generaal graaf Dumonceau, benevens de vice-admiraal jhr. De Casem- broot. Nadat de Regentes, gevolgd door haar dochter, die een pop in de armen droeg, den salon wagen had verlaten, stelde Hr. Ms. commissaris den waarn. burgem. aan H. M. voor. De Regentes begaf zich daarna naar de vermelde autoriteiten en staatsdienaren en richtte tot elk hunner een woord, terwijl de jeugdige Koningin ieder van de heeren met een vriendelijke neiging de hand reikte. Toen de beide Koninginnen het open rijtuig bestegen, gingen er hoera's op uit de rijen der menigte, die de aankomst van het Koninklijke gezin afwachtte. Langs den weg van het station naar het Paleis bewogen zich honderden nieuwsgie rigen. Hare Majesteiten keeren Donderdag 17 dezer naar Het Loo terug. Jl. Zaterdag had in de ruime eetzaal van het hótel Den Ouden Doelen het banket plaats, door den minister van Wa terstaat, ter eere van het Internationaal Landbouwcongres, gegeven. STATEN-GENERAAL. Vereenigde Vergadering der beide Kamers op Zaterdag den 12den dezer, tot sluiting van de tegenwoordige zitting der Staten- Generaal. (Geopend te 3 uren.) De heer Van Naamen van Eemnes, Voorzitter der Eerste Kamer, bekleedt den Voorzitterstoel. De Voorzitter laat door den griffier der Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk besluit van den lsten dezer, waarbij de Minister van Binnenlandsche Zaken wordt gemachtigd, om zich heden, des namiddags te drie uren, te begeven naar de vergadering der Staten- Generaal, ten einde in een Vereenigde Ver gadering der beide Kamers de zitting in naam der Koningin te sluiten. De Voorzitter benoemt eene commissie van acht leden der Eerste en Tweede Kamer, bestaande, uit de heerenVlielander Hein, Van Nispen van Pannerden, Land, Bevers, Van Linden van Hemmen, Nebbens Sterling, Goekoop en Van Nuuen, om den heer Minister van Binnenl. Zaken in- en uitgeleide te doen. Kort daarna wordt de Minister van Bin nenlandsche Zaken, die zich op statelijke wijze naar de vergadering der Staten-Generaal heeft begeven, de zaal binnengeleid. De heer Tak van Poortvliet, Minister van Binnenl. Zaken, plaatst zich voor den troon en houdt de volgende aanspraak „Mijne Heeren 1 „De ernstige ziekte en het daarop gevolgde overlijden van Nederlands geliefden Koning wierpen een donkere schaduw op het afgeloo- pen jaar. Zij dedeu in groote mate hun invloed gevoelen op den loop der werk/aam heden van de thans geëindigde zitting der Staten-Generaal. „In het Regentschap werd eerst tijdelijk voorzien. Spoedig daarna moest het voor den duur der minderjarigheid van onze Koningin aanvaard worden. De hieruit voortvloeiende geldelijke rege- Verloren," antwoordde Jack knorrig. Ster-bij-Nacht nam hem ter zijde en zei „Mijn zoon, je bent op een verkeerden weg. Neem den raad van een oud man aan. Werk er flink over heen, en als de dag om is, dan zal je mij misschien vertellen, wat je hindert." „Ik zal mijn werk niet in den steek laten, zooals een ander, die ik niet noemen wil. Ster-bij-Nacht schudde afkeurend zijn hoofd, en de vier mannen gingen naar de schacht. Jack en een der delvers draaiden het windasSter-bij-Nacht en de andere delver werkten beneden. Het was toen, dat zij ontdekten dat zij het goudrif naderden. Zij besloten dien dag twee ladingen af te vureu. De eene was juist ontbrand, de andere werd gereed ge maakt. De schok, die den Goudprins en zijne Prinses van hun rustplaats had losgerukt, had ook Kristalhart van zijn plaats geslingerd zij hoorden hem in hunne nabijheid kermen. „Zijt gij bezeerd," vroeg de Prinses. „Neen," antwoordde Kristalhart, „maar ik denk alleen met angst aan 't geen komen zal." „Het ware beter," antwoordde de Prins waardig, „met onderworpenheid te dragen, wat ons wordt opgelegdzijt gij niet be vreesd, Zilverziel „Ik ben niet zoo sterk en wijs als gij, mijn Prins!" „Laat mij dan wijsheid in uw ziel storten," zeide de Prins teederlijk, „laat mij u leeren moedig en gelaten te zijn. Ons lot kon' erger zijn. Nog zijn wij vereenigd. Indien rampen ons komen treffen, dan vak overeenkomstig de Grondwet geregeld. „Tot al deze maatregelen verleenden de Staten-Generaal hun hartelijkemedewerking. „De regeling der levende strijdkrachten hield uw aandacht langen tijd en ernstig bezig. Het gelukte evenwel niet, om die regeling ten einde te brengen. „De uitslag der verkiezingen leidde kort geleden tot een wisseling van verantwoordelijke raadslieden der Kroon. „De Koningin-Weduwe-Regentes heeft mij opgedragen U, Mijne Heeren, haar dank te betuigen voor uw ook in deze zitting betoon den ijver tot bevordering van 's Lands belangen. „Door de Koningin- Weduwe- Regentes daartoe gemachtigd, verklaar ik deze zitting der Staten-Generaal in naam der Koningin te zijn gesloten." De Minister van Binnenlandsche Zaken wordt, na het uitspreken dezer rede, door de Commissie uitgeleide gedaan. Nadat de Commissie in de vergaderzaal is teruggekeerd, sluit de Voorzitter de Vereenigde Vergadering. Binnenlandsch nieuws. Helder. Onlangs schreven wij naar aanleiding van ophanden zijnde promotien bij de Marine dat het ons zou benieuwen of nu eindelijk de heer Land zou worden bevorderd. Thans schrijft het „Hbld" onder het opschriftPromotie bij de Marine Met groote spanning wordt bij onze Marine uitge zien naar de beslissing, door de regeering te nemen omtrent de promotie van den luit. ter zeerste kl., den heer Land, lid der Tweede Kamer voor Helder. Immers op die be slissing wachten reeds geruimen tijd de besluiten tot bevordering van Marine-offi cieren. Voor den nieuwen minister van Marine, die ingenieur bij de zeemacht is en dus buiten het eigenlijke corps staat, is het niet moeilijk tot een onpartijdig besluit te komen.' In zulke omstandigheden heeft het oordeel der vlag-officieren zeker groote waardede minister zal, hopen wij, dat dan ook wel inwinnen. In alle gevalle behoort er weldra een beslissing te worden genomen. Helder. Het doet ons genoegen te kunnen melden.'dat de Koning van België het Kmis iste klasse voor burgerlijke ver diensten heeft toegekend aan den heer T. C. Zurmtlhlen, vice-consul van België, alhier. Helder. Onder presidium van den heer L. W. F. Oudenhoven vergaderden gisterenavond iu „Musis Sacrum" een 24tal heeren, hoofdzakelijk tot het verdeelen der verschillende wijken en het voeren van bespre- kingeu, in verband met de morgen (Woensdag) alhier te houden collecte, ten voordeele van de uit Rusland verdreven Israëlieten. Voor het honden dezer collepte- stelden zich met de meeste bereidwilligheid bescliiknaar de heerenG. Bas, A. L. Beek, J. Bels, J. Bethlehem, H. G. Bischoff, T. Bolwerk, J. van Brederode, J. Graalï, L. J. Groen, D. J. Grünwald, A. A. Hes, J. H. Hoffman, S. A. Kannewasser, C. Kikkert, P. Kunst, S. M. Manheim, B. Oudkerk, E. Oudkerk, J. N. Prins, J. Stavinga, D. Spier, F. van Twisk, P. L. Vrieslander en H. Wijker. Met ingenomenheid ontving de vergadering de mededeeling dat bij den heer Oudenhoven reeds is ingekomen een gift van f 30 en bij den heer Vrieslander eene van f 12. Nadat nog was bepaald, dat in tie ver schillende Sociëteitslokaleii inteekcnlijsten zullen worden nedergelegd en dat de ont vangen gelden a. s. Donderdag aan den Penningmeester van het plaatselijk Comité zullen worden afgedragen, sloot de Voorzitter de bijeenkomst met het uitspreken van den wensch, dat de te houden collecte aan de goede verwachting, die men daaromtrent koestert, moge beantwoorden. zullen wij ze moedig het hoofd bieden. Daar wij elkander liefhebben zullen wij gelukkig zijn. Zelfs als die barbaren, de meuschen, ons in hunne macht krijgen, dan behoeven wij daarom nog niet ongelukkig te zijn. Wij zullen vreemde zaken zien wij zullen onze kennis verrijken en wij zullen ons niet rampzalig gevoelen. Slechts onont- wikkeiden treuren bij het onvermijdelijke." Op deze wijze troostte en bemoedigde de Prins zijne Prinses, en het gelukte hem zoo goed, dat zij zelfs begon te gelooven, dat zij in hunne nieuwe gevangenis even gelukkig waren sis zij in hun oude Paleis geweest waren. Het was eene gelukkige omstandigheid, dat haar Prins haar zoo had opgevrolijkt, want haar moed werd op een zware proef gesteld. De welluidende klanken van metalen gereedschap werden hoe langer hoe duidelijker en kwamen eindelijk zoo nabij, dat Zilverziel de stemmen der goudzoe kers kon vernemen. „Warm werkje, Ster-bij-Nacht!" „Warm heet noem ik 't. Laat me eens een slok koude thee nemen. Héen Ster- bij-Nacht smakte met zijn lippen„dat smaakt 1 De lading, die wij nu klaar maken, maat, zal ons wel aan het rif brengen, of ik heb geen verstand meer van steen. Kijk hier die laag blauwe lei waar wij net aankomen Neem eens een stukje er van tusschen je vingers. Vettig en verteerd, is 't niet Dat's een zeker kenteeken van goud. Hak er op, maatwe hebben geen tijd tot praten." De del vers hervatten het werk met kracht. Ring-ring-ring klonk het helder en scherp, en Zilverziel verbeeldde zich een stem te hooren, te midden van het welluidende geluid, die riepUw rust is voorbij dat zij deernis hebben met het lot der ongelukkige Russische Israëlieten en dat het plaatselijk Comité niet tevergeefs op hunnen steun heeft gerekend. Texel. Uitslag van de gehouden verkooping op Donderdag 10 dezer, aan den Burg, ten overstaan van den notaris G. J. O. D. Dikkers0.74.90 land „de Speelman". Kooper P. Jbz. Kok, voor f 4°5- 1.52.30 „Achter de Kooi Kooper H. Dijt voor f 1580. 0.90.70 „Voorste Broekertje". Kooper S. Sraidt qq. voor f 730. ♦Wieringen, 11 Sept. In tegenwoor digheid van den heer Burgemeester, den Wethouder, den heer Obreen en enkele leden van den Raad, werd heden de eerste steen gelegd van de havenmeesterswoning door den jongsten zoon van den Burge meester. De achtjarige knaap nam der. met bloemen versierden troffel en den steen op, nadat men hem het schootsvel had voorgebonden en sprak met heldere stem „Nu ik hier den eersten steen mag leggen, hoop ik, dat de haven tot heil en geluk voor Wieringen zijn mag." Daarna sprak de Burgemeester „Ik sluit mij aan bij den wensch van mijn' jongsten zoon, hier geuit. Het is namens de gemeente, dat ik hulde breng, ten eerste aan den afgetreden Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, den heer Havelaar, eh ten tweede aan den heer Commissaris der Koningin, die het gemeentebestuur zoo werkdadig hebben gesteund. Eindelijk, na tal van jaren te hebben gezucht en gevraagd, wordt in deze dringende levens behoefte voor het eiland voorzien en de haven alhier aangelegd. Moge deze haven werkelijk blijken tot zegenen voor spoed dezer gemeente te strekken." Daarna richtte de Burgemeester zich tot de aannemers en opzichters van dit werk en sprak tot hen woorden van waardeering over de uitvoering van het door hen aangenomen werk. De aannemer, de heer van der Plas Sr., wenschte den Burgem. daarna geluk er mede, dat onder zijn bestuur de haven van Wieringen tot stand mocht komen en hoopte, dat de wensch, door hem uitge sproken, in de toekomst zou worden ver vuld. Ook de heer S. Gorter, opzichter bij den Waterstaat, sloot zich hierbij aan en wenschte den heer van Kempen nog vele jaren tot Burgem. van Wieringen te behouden, opdat hij zeli getuige mocht zijn van de welvaart, die Wieringen door den aanleg van de haven zal genieten. Marine en Leger. Den ingenieur 1ste kl. der marine F. S. C. M. Wijs alhier, met 1 Oct. a. s. benoemd tot ingenieur 1ste kl. voor algemeene diensten der marine, is 's Gravenhage als standplaast aangewezen. Hr. Ms. gaffelschoener „Argus", comman dant de (luit. ter zee lste kl. L. C. Rovers, is gisteren van de uitoefening van politie toezicht op de visscherij alhier teruggekeerd. Hr. Ms. stoomschoener „Dolfijn", comman dant de luit. ter zee lste kl. J. H. Mijer, vertrok gisteren van hier naar de Noordzee, ter bescherming van de visschersvloot. Ingevolge Koninklijke machtiging bij besluit van den 11 dezer worden met den 3den Oct. a. s. dc schroefstoomschepen der lste kl. „Johan Willem Friso", „Koningin Emma der Nederlanden" en „Van Galen" voor een oefeningstocht in den Atlantischen Oceaan tot een divisie vereenigd, onder bevel van den kapt. ter zee K. A. Stakmau Bosse, commandant van eerstgenoemd schroefatoom- schip. voorbij voorbijUw vijanden komen nader nader nader Het rif trilde bij iedere slagtoen het houweel dieper, steeds dieper in zijn boezem doordrong, trilde zij onder de onverbiddelijke houwen van het wreede staal, dat scheen te roepen „De schatten, die gij eeuwen lang verborgen hebt, zijn mijnIk zal uw bloed hebben uw bloed hebben, uw bloed hebben Na eenigen tijd kwam er een oogenblik stilte, weldra gevolgd door doffe dreunen, die ver oorzaakt werden door het va9tstampen van het kruit in de lading. Daarna volgde eene laugduriger stilte, die afgebroken werd door een ontzettende ontploffing. Het rif werd tot in het hart geschokt en brokken er van vlogen in alle richtingen uiteen. „O 1" zuchtte Zilverziel. „Het beslissende oogeoblik is daar," 3prak de Prins, „vrees niet, geliefde." „Ik ben tevreden, lieve Prins, zoolang wij slechts te zamen blijven." Voordat nog de rook opgetrokken was, daalde Ster-bij-Nacht, doorzijn makker gevolgd, in de schacht af. Zij hadden brandende kaarsen in de hand, welke zij in de spleten van den ruwen wand staken. Ster-bij-Nacht stak zijn houweel tusschen een scheur, die door den schok van de ontploffing was gevormd, en riep, bevend van vreugde, uit „Hoerahoerawe hebben 't, we heb ben 't „Het rifP" vroeg zijn makker opge wonden. „Ja, het rif!" antwoordde Ster-bij-Nacht en, al zijne krachten inspannende, maakte hij een groot stuk kwarts los, en ontblootte de horst, A. W. Tirion, A. J. De Graaf, jhr. W. G. Van Panhuys en G. A. H. Van der Stolk, dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, worden met den 16den dezer op non-activiteit gesteld. De 2de luit. der art. T. F. M. Bucker, van het 4de reg. vest.-art. alhier, die in zijn rang is overgeplaatst bij het leger in Ned.- Indië, heeft zich bij het Kol. Werdepot gemeld en wordt, in afwachting van zijn vertrek der waarts, a la suite van dat korps gevoerd. Bij het te Amsterdam gehouden vergelij kend examen voor stuurmansleerling, zijn acht jongens van Hr. Ms. instructiekorvet „Nau tilus", te Hellevoetsluis, geslaagd. Er waren maar tien plaatsen. Het tweede gedeelte der zeemiliciens vertrok jl. Zaterdag van hier naar Hellevoetsluis, om aldaar over te gaan op de in dienst zijnde schepen van het gepantserd materiëel. Jl. Vrijdag vertrokken de miliciens der lichting van 1890 van het 5de bat. lste reg. infanterie, alhier in garnizoen, met groot verlof. Bij Kon. besluit van 12 dezer is 1. de luit .-kol. W. Rooseboora, van den generalen staf, thans op non-activiteit als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te rekenen van den dag waarop hij ophoudt lid dier Kamer te zijn, in actieveD dienst hersteld, met bepaling, dat hij vanaf dien datum tot en met den 30 dezer zal rekenen in de sterkte van den generalen staf en ter beschik king zal zijn van den Minister van Oorlog 2. genoemde hoofdofficier, met 1 Oct. a. s., benoemd tot directeur van de Ilde afdeeling der Krijgsschool. Bij Kon. besluit van den 12den dezer is de vice-admiraal J. B. A. De Josseling de Jong met 16 dezer op zijn verzoek, op pensioen gesteld, onder dankbetuiging voor de vele en goede diensten aan den lande bewezen en met toekenning van een pensioen van f 3000 's jaars en een verhooging van dat pensioen ten bedrage van f 900 's jaars voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's Rijks overzeeschebezittingen en koloniën en tusschen de keerkringen. De officier van gez. lste kl. bij de zeemacht D. W. C. Yan Dort Kroon, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip alhier en gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. stoom schoener „Dolfijn", wordt met den 22 dezer op non-activ. gesteld en vervangen door den officier van gez. lste kl. bij de zeemacht R. Willemsen. De luit. ter zee der 2de kl. G. L. Goed hart, geplaatst als off. vanjpolitie bij het Kon. Inst. voor de Marine alhier, wordt met den lsten Oct. a. s. vervangen door den luit. ter zee 2de kl. O. Van Leunep. Ingevolge Kon. besluit van 12 dezer, wordt de divisie voor binneulandschen dienst, vereenigd krachtens Kon. besluit van 6 Juni jl. met den lsten October a. s. ontbonden, en de kapt. ter zee D. G. Brand eervol van het door hem over die divisie gevoerde bevel ontheven. Departement van Marine in Oost-Indië. OvergeplaatstUit de rolle van „Gedeh" in die van „Onrust", de off. van gez. 2de kl. F. Schreuderuit de rolle van „Onrust" in die van „Macusser", de off. van gez. 2e kl. P. R. Bentz van den Berg. Van het stoom schip „Havik" op het stoomschip „Sperwer" de 2de machinist Ch. Carels. GeplaatstAan boord van het stoomschip „Havik", verwacht te Soerabaja, de benoemde 2de machinist G. J. Dassal. Benoemingen, enz. Bij kon. besluit van 5 dezer is aan mevrouw A. M. H. Mulder, wed. van den heermr. J. W. Mouton, in leven president van de Arr.- Rechtbank te Alkmaar, een pensioen verleend van f 920 per jaar. gevangenis van Prins en Prinses Zilver goud. Deze zagen voor 't eerst huns levens de menschen, die zich een weg tot hen hadden gebaand. „Wat vreemde schepselsfluisterde de Prinses. „Wonderbaarantwoordde de Prins. „In onze wereld waren er geen van die vorm." „Goud Goud 1" bulderde Ster-bij-Nacht, de Prins eu de Priuses in het oog krijgende. Hij haalde hen, op zijne knieën liggende, uit het kwarts te voorschijn. Hij draaide het klompje goud in zijne handen om en om, met dat gevoel van gloeiende blijdschap, dat alleen een goud zoeker kent, als zijn langdurige arbeid beloond wordt, met het vinden van goud „Wat is dat?" riep hij, terwijl hij Kris talhart opraapte, die wanhopig tusschen stukken kwarts en steen in lag. „Een stuk Kristal, en een mooi stuk ook Nu gauw aan Jack verteld, dat ons fortuin gemaakt is." Hij gaf het sein om op te halen en stond weldra naast Jack, aan den rand van de schacht. „Alles in orde, Jack, wij hebben het rijkste rif gevonden, dat er te vinden is. Wij zullen alle oude schulden kunnen afbetalen.* „Nieuwe schulden ook", zei Jack met een somber gelaat. „Je schijnt er niet blij over te zijn, mijn zoon. Fred zal het zooveel te meer zijn, als hij 't nieuws hoort.* (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2