den lieer A. dé" Koning, <le premie door ue
bruine merrie wKenau Hasselanr*, van den
heer A. A. van den Berg, te Haarlem, bere
den door den heer C. Persoon.
Het prachtige weder, dat al de feesten te
Alkmaar bijblijft, begunstigde ook weder deze
harddraverij, welke in de beste orde afliep.
1
NEDERLAND.
HELDER, 15 September.
Met machtiging van H. M. de Koningin-
Weduwe-Regentes zijn o. a. de navolgende
wetsontwerpen ingetrokken, als Bekrach
tiging van de overeenkomst met Groot-
Brittannie en Ierland tot vaststalling der
grenzen tusschen de Nederl. bezittingen op
het eiland Borneo en de Staten op dat
eiland, die onder Britsch protectoraat
staantot gedeeltelijke herziening der wet
vun 4 Dec. 1872 tot voorziening tegen
besmettelijke ziekte; onteigening voor het
stichten van een nieuw post- en telegraaf
kantoor te Amsterdam en voor en ten
j behoeve van de verbreeding van de Huis-
I zittensteeg en Korte Huiszittensteeg aldaar
intrekking der wet tot onteigening ten
behoeve van een spoorweg (tramweg) van
Arasterdam naar Amstelveenbepalin
gen omtrent de heffing van invoerrechten
naar de waarde der goederen en omtrent
de statistiek van den in-, uit- en door
voer regeling van den diensttijd van
ambtenaren bij den stenographischen dienst
voor de berekening van hun pensioenen
overeenkomst met de Billiton-Maat-
schappij, betreffende de vernieuwing harer
concessie tot het winnen van tin op het
eiland Billiton; verhooging der begroo
ting Ned.-Indië voor 1891, ten behoeve
der voorbereiding der exploitatie van het
Orabiliën-kolenveld door het gouverne
ment; de legerwet en daarmede in
verband staande ontwerpenbepalingen
ter uitvoering van art. 187 der Grondwet
(staat van oorlog en beleg); wijzigingen
in de wet op de rechterlijke organisatie;
j bepalingen tot waarborging van de vrije
beschikking door werklieden over verdiend
loon; regeling van het faillissement en
de surséance van betaling; herziening
der algemeene regels ten aanzien der plaat-
selijke belastingen.
De Koloniale Staten van Suriname
hebben besloten, afschriften te zenden aan
de beide Kamers der Staten-Generaal van
het op 25 Juni jl. door hen aan den Minister
van Koloniën ingediend verslag van de
gebeurtenissen, welke in de maand Mei jl.
te Paramaribo zijn voorgevallen.
Een goed voorbeeld. Bij de
Fransche Kamer is een wetsontwerp aan
hangig gemaakt, dat de strekking heeft om
aan de hooge onkosten der rechtsgedingen
een einde te maken.
Dat voorstel strekt nl. tot afschaffing van
de griffie-, zegel- en registratierechten van
processtukken en hun vervangen door een
heffing, welke de rechter bij het vonnis
bepaalt naar evenredigheid van de waarde
1 der bestreden vordering. Die vonnis-belas-
ting zal bedragen: pCt. voor homolo
gatie of insolventverklaring bij faillisse
ment; 1 pCt. bij minnelijke schikkingen,
vonnissen van kantonrechters, scheidslieden
enz., bij toewijzing van roerende en onroe
rende goederen, scheidingen, bevestigde
vonnissen of arresten3 pCt. bij handels
zaken en 4 pCt. bij burgerlijke gedingen.
Men berekent dat de schatkist niet minder
dan thans zal ontvangen, omdat tegen
over veel lagere kosten bij kleine procedu-
HET GEHEIM YAN WILDE-MEG.
Naar FARGEON.
Maar toen hij trachtte zich op te richten,
bemerkte de Prins, dat zij'vastgekluist lagen.
Eer hij den tijd had om zich rekenschap te
geven van deze teleurstelling, greep er eene
plotselinge verwarring plaats. De aarde trilde
en werd opgeheven, terwijl een machtige
geest er zich met geweld een doortocht
baande en de Prins en zijne Prinses werden
met geweld uit hunne rustplaats geslingerd.
De schok was veroorzaakt door het ont
branden van eene kruitlading, die door de
1 mijnwerkers, die met wilde haast in de
schacht werkten, was aangebracht.
Zekere kenteekenen in de aardlagen hadden
hun het bewijs geleverd, dat zij niet voor niets
zoo lang en met zooveel geduld hadden gedolven.
Jack en een ander mijnwerker stonden
aan het windas. Jack had angstvallig des
I morgens naar Fred uitgezien, maar zijn
vriend kwam niet. Na het ontbijt brachten
twee mannen een briefje van Fred aan de
tent.
„Waarde Jack*, schreef hij, „ik zal heden
niet kunnen komen, daar ik andere zaken
heb te regelen. Ik zend in mijn plaats twee
mannen, die in de schacht zullen werken en
wier loon ik zal betalen. Ik heb goed
nieuws voor je wij zullen niet in den
a brand meer behoeven te zitten door gebrek aan
W, geld. Uw Fred.
Jack wierp het briefje Ster-bij Nacht toe.
«Dat is zoo kwaad niet," zei deze.
dj „Vooruit maats Jack, waar is dat mes, dat je
gisterenavond hadtP"
-5WV..H.V.U -rira
HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes kwamen gisterenmiddag te 3
uren met een extra-trein der Staatsspoorweg-
Maatschappij van Het Loo in de Residentie
aan.
Op het stationsplankier, waar, buiten de
autoriteiten, geen publiek werd toegelaten,
hadden zich ter begroeting van de Konin
ginnen vereenigdde mintsters van Binnen
landsche Zaken, Marine, Financien en
Oorlog, de Commissaris der Koningin,
de waara. burgemeester, de heer Lisman,
de generaals-majoor Van Helden en Teats
van Amefongen, de kolonel, plaatselijke
commandant, voorts de groot-officieren
van het Koninklijk Huis, graaf Schimmel-
penninck, generaal graaf Dumonceau,
benevens de vice-admiraal jhr. De Casem-
broot.
Nadat de Regentes, gevolgd door haar
dochter, die een pop in de armen droeg,
den salon wagen had verlaten, stelde
Hr. Ms. commissaris den waarn. burgem.
aan H. M. voor. De Regentes begaf
zich daarna naar de vermelde autoriteiten
en staatsdienaren en richtte tot elk hunner
een woord, terwijl de jeugdige Koningin
ieder van de heeren met een vriendelijke
neiging de hand reikte.
Toen de beide Koninginnen het open
rijtuig bestegen, gingen er hoera's op uit
de rijen der menigte, die de aankomst
van het Koninklijke gezin afwachtte.
Langs den weg van het station naar het
Paleis bewogen zich honderden nieuwsgie
rigen.
Hare Majesteiten keeren Donderdag
17 dezer naar Het Loo terug.
Jl. Zaterdag had in de ruime eetzaal
van het hótel Den Ouden Doelen het
banket plaats, door den minister van Wa
terstaat, ter eere van het Internationaal
Landbouwcongres, gegeven.
STATEN-GENERAAL.
Vereenigde Vergadering der beide
Kamers
op Zaterdag den 12den dezer, tot sluiting
van de tegenwoordige zitting der Staten-
Generaal.
(Geopend te 3 uren.)
De heer Van Naamen van Eemnes,
Voorzitter der Eerste Kamer, bekleedt den
Voorzitterstoel.
De Voorzitter laat door den griffier der
Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk besluit
van den lsten dezer, waarbij de Minister
van Binnenlandsche Zaken wordt gemachtigd,
om zich heden, des namiddags te drie uren,
te begeven naar de vergadering der Staten-
Generaal, ten einde in een Vereenigde Ver
gadering der beide Kamers de zitting in
naam der Koningin te sluiten.
De Voorzitter benoemt eene commissie
van acht leden der Eerste en Tweede Kamer,
bestaande, uit de heerenVlielander Hein,
Van Nispen van Pannerden, Land, Bevers,
Van Linden van Hemmen, Nebbens Sterling,
Goekoop en Van Nuuen, om den heer
Minister van Binnenl. Zaken in- en uitgeleide
te doen.
Kort daarna wordt de Minister van Bin
nenlandsche Zaken, die zich op statelijke
wijze naar de vergadering der Staten-Generaal
heeft begeven, de zaal binnengeleid.
De heer Tak van Poortvliet, Minister
van Binnenl. Zaken, plaatst zich voor den
troon en houdt de volgende aanspraak
„Mijne Heeren 1
„De ernstige ziekte en het daarop gevolgde
overlijden van Nederlands geliefden Koning
wierpen een donkere schaduw op het afgeloo-
pen jaar. Zij dedeu in groote mate hun
invloed gevoelen op den loop der werk/aam
heden van de thans geëindigde zitting der
Staten-Generaal.
„In het Regentschap werd eerst tijdelijk
voorzien. Spoedig daarna moest het voor
den duur der minderjarigheid van onze
Koningin aanvaard worden.
De hieruit voortvloeiende geldelijke rege-
Verloren," antwoordde Jack knorrig.
Ster-bij-Nacht nam hem ter zijde en zei
„Mijn zoon, je bent op een verkeerden
weg. Neem den raad van een oud man aan.
Werk er flink over heen, en als de dag om
is, dan zal je mij misschien vertellen, wat je
hindert."
„Ik zal mijn werk niet in den steek
laten, zooals een ander, die ik niet noemen
wil.
Ster-bij-Nacht schudde afkeurend zijn
hoofd, en de vier mannen gingen naar de
schacht. Jack en een der delvers draaiden
het windasSter-bij-Nacht en de andere
delver werkten beneden.
Het was toen, dat zij ontdekten dat zij
het goudrif naderden. Zij besloten dien dag
twee ladingen af te vureu. De eene was
juist ontbrand, de andere werd gereed ge
maakt.
De schok, die den Goudprins en zijne
Prinses van hun rustplaats had losgerukt, had
ook Kristalhart van zijn plaats geslingerd
zij hoorden hem in hunne nabijheid kermen.
„Zijt gij bezeerd," vroeg de Prinses.
„Neen," antwoordde Kristalhart, „maar ik
denk alleen met angst aan 't geen komen
zal."
„Het ware beter," antwoordde de Prins
waardig, „met onderworpenheid te dragen,
wat ons wordt opgelegdzijt gij niet be
vreesd, Zilverziel
„Ik ben niet zoo sterk en wijs als gij,
mijn Prins!"
„Laat mij dan wijsheid in uw ziel
storten," zeide de Prins teederlijk, „laat mij
u leeren moedig en gelaten te zijn. Ons
lot kon' erger zijn. Nog zijn wij vereenigd.
Indien rampen ons komen treffen, dan
vak overeenkomstig de Grondwet geregeld.
„Tot al deze maatregelen verleenden de
Staten-Generaal hun hartelijkemedewerking.
„De regeling der levende strijdkrachten
hield uw aandacht langen tijd en ernstig
bezig. Het gelukte evenwel niet, om die
regeling ten einde te brengen.
„De uitslag der verkiezingen leidde kort
geleden tot een wisseling van verantwoordelijke
raadslieden der Kroon.
„De Koningin-Weduwe-Regentes heeft mij
opgedragen U, Mijne Heeren, haar dank te
betuigen voor uw ook in deze zitting betoon
den ijver tot bevordering van 's Lands
belangen.
„Door de Koningin- Weduwe- Regentes
daartoe gemachtigd, verklaar ik deze zitting
der Staten-Generaal in naam der Koningin
te zijn gesloten."
De Minister van Binnenlandsche Zaken
wordt, na het uitspreken dezer rede, door de
Commissie uitgeleide gedaan.
Nadat de Commissie in de vergaderzaal
is teruggekeerd, sluit de Voorzitter de
Vereenigde Vergadering.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Onlangs schreven wij naar
aanleiding van ophanden zijnde promotien
bij de Marine dat het ons zou benieuwen
of nu eindelijk de heer Land zou worden
bevorderd. Thans schrijft het „Hbld" onder
het opschriftPromotie bij de Marine Met
groote spanning wordt bij onze Marine uitge
zien naar de beslissing, door de regeering te
nemen omtrent de promotie van den luit. ter
zeerste kl., den heer Land, lid der Tweede
Kamer voor Helder. Immers op die be
slissing wachten reeds geruimen tijd de
besluiten tot bevordering van Marine-offi
cieren.
Voor den nieuwen minister van Marine,
die ingenieur bij de zeemacht is en dus
buiten het eigenlijke corps staat, is het niet
moeilijk tot een onpartijdig besluit te
komen.' In zulke omstandigheden heeft
het oordeel der vlag-officieren zeker groote
waardede minister zal, hopen wij, dat
dan ook wel inwinnen. In alle gevalle
behoort er weldra een beslissing te worden
genomen.
Helder. Het doet ons genoegen te
kunnen melden.'dat de Koning van België
het Kmis iste klasse voor burgerlijke ver
diensten heeft toegekend aan den heer
T. C. Zurmtlhlen, vice-consul van België,
alhier.
Helder. Onder presidium van den
heer L. W. F. Oudenhoven vergaderden
gisterenavond iu „Musis Sacrum" een 24tal
heeren, hoofdzakelijk tot het verdeelen der
verschillende wijken en het voeren van bespre-
kingeu, in verband met de morgen (Woensdag)
alhier te houden collecte, ten voordeele van
de uit Rusland verdreven Israëlieten. Voor
het honden dezer collepte- stelden zich met
de meeste bereidwilligheid bescliiknaar de
heerenG. Bas, A. L. Beek, J. Bels, J.
Bethlehem, H. G. Bischoff, T. Bolwerk, J.
van Brederode, J. Graalï, L. J. Groen, D.
J. Grünwald, A. A. Hes, J. H. Hoffman, S.
A. Kannewasser, C. Kikkert, P. Kunst, S.
M. Manheim, B. Oudkerk, E. Oudkerk, J.
N. Prins, J. Stavinga, D. Spier, F. van
Twisk, P. L. Vrieslander en H. Wijker.
Met ingenomenheid ontving de vergadering
de mededeeling dat bij den heer Oudenhoven
reeds is ingekomen een gift van f 30 en bij
den heer Vrieslander eene van f 12.
Nadat nog was bepaald, dat in tie ver
schillende Sociëteitslokaleii inteekcnlijsten
zullen worden nedergelegd en dat de ont
vangen gelden a. s. Donderdag aan den
Penningmeester van het plaatselijk Comité
zullen worden afgedragen, sloot de Voorzitter
de bijeenkomst met het uitspreken van den
wensch, dat de te houden collecte aan de
goede verwachting, die men daaromtrent
koestert, moge beantwoorden.
zullen wij ze moedig het hoofd bieden.
Daar wij elkander liefhebben zullen wij
gelukkig zijn. Zelfs als die barbaren, de
meuschen, ons in hunne macht krijgen, dan
behoeven wij daarom nog niet ongelukkig
te zijn. Wij zullen vreemde zaken zien wij
zullen onze kennis verrijken en wij zullen
ons niet rampzalig gevoelen. Slechts onont-
wikkeiden treuren bij het onvermijdelijke."
Op deze wijze troostte en bemoedigde
de Prins zijne Prinses, en het gelukte hem
zoo goed, dat zij zelfs begon te gelooven,
dat zij in hunne nieuwe gevangenis even
gelukkig waren sis zij in hun oude Paleis
geweest waren. Het was eene gelukkige
omstandigheid, dat haar Prins haar zoo had
opgevrolijkt, want haar moed werd op een
zware proef gesteld. De welluidende klanken
van metalen gereedschap werden hoe langer
hoe duidelijker en kwamen eindelijk zoo
nabij, dat Zilverziel de stemmen der goudzoe
kers kon vernemen.
„Warm werkje, Ster-bij-Nacht!"
„Warm heet noem ik 't. Laat me eens
een slok koude thee nemen. Héen Ster-
bij-Nacht smakte met zijn lippen„dat
smaakt 1 De lading, die wij nu klaar maken,
maat, zal ons wel aan het rif brengen, of ik
heb geen verstand meer van steen. Kijk
hier die laag blauwe lei waar wij net
aankomen Neem eens een stukje er van
tusschen je vingers. Vettig en verteerd, is 't
niet Dat's een zeker kenteeken van goud.
Hak er op, maatwe hebben geen tijd tot
praten."
De del vers hervatten het werk met kracht.
Ring-ring-ring klonk het helder en scherp,
en Zilverziel verbeeldde zich een stem te
hooren, te midden van het welluidende
geluid, die riepUw rust is voorbij
dat zij deernis hebben met het lot der
ongelukkige Russische Israëlieten en dat het
plaatselijk Comité niet tevergeefs op hunnen
steun heeft gerekend.
Texel. Uitslag van de gehouden
verkooping op Donderdag 10 dezer, aan
den Burg, ten overstaan van den notaris
G. J. O. D. Dikkers0.74.90 land „de
Speelman". Kooper P. Jbz. Kok, voor
f 4°5-
1.52.30 „Achter de Kooi Kooper
H. Dijt voor f 1580.
0.90.70 „Voorste Broekertje". Kooper
S. Sraidt qq. voor f 730.
♦Wieringen, 11 Sept. In tegenwoor
digheid van den heer Burgemeester, den
Wethouder, den heer Obreen en enkele
leden van den Raad, werd heden de eerste
steen gelegd van de havenmeesterswoning
door den jongsten zoon van den Burge
meester. De achtjarige knaap nam der.
met bloemen versierden troffel en den
steen op, nadat men hem het schootsvel had
voorgebonden en sprak met heldere stem
„Nu ik hier den eersten steen mag
leggen, hoop ik, dat de haven tot heil en
geluk voor Wieringen zijn mag."
Daarna sprak de Burgemeester „Ik sluit
mij aan bij den wensch van mijn' jongsten
zoon, hier geuit. Het is namens de
gemeente, dat ik hulde breng, ten eerste
aan den afgetreden Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid, den heer Havelaar,
eh ten tweede aan den heer Commissaris
der Koningin, die het gemeentebestuur
zoo werkdadig hebben gesteund. Eindelijk,
na tal van jaren te hebben gezucht en
gevraagd, wordt in deze dringende levens
behoefte voor het eiland voorzien en de
haven alhier aangelegd. Moge deze
haven werkelijk blijken tot zegenen voor
spoed dezer gemeente te strekken."
Daarna richtte de Burgemeester zich tot
de aannemers en opzichters van dit werk
en sprak tot hen woorden van waardeering
over de uitvoering van het door hen
aangenomen werk.
De aannemer, de heer van der Plas Sr.,
wenschte den Burgem. daarna geluk er
mede, dat onder zijn bestuur de haven
van Wieringen tot stand mocht komen en
hoopte, dat de wensch, door hem uitge
sproken, in de toekomst zou worden ver
vuld. Ook de heer S. Gorter, opzichter
bij den Waterstaat, sloot zich hierbij aan en
wenschte den heer van Kempen nog vele
jaren tot Burgem. van Wieringen te
behouden, opdat hij zeli getuige mocht
zijn van de welvaart, die Wieringen door
den aanleg van de haven zal genieten.
Marine en Leger.
Den ingenieur 1ste kl. der marine F. S. C.
M. Wijs alhier, met 1 Oct. a. s. benoemd
tot ingenieur 1ste kl. voor algemeene diensten
der marine, is 's Gravenhage als standplaast
aangewezen.
Hr. Ms. gaffelschoener „Argus", comman
dant de (luit. ter zee lste kl. L. C. Rovers,
is gisteren van de uitoefening van politie
toezicht op de visscherij alhier teruggekeerd.
Hr. Ms. stoomschoener „Dolfijn", comman
dant de luit. ter zee lste kl. J. H. Mijer,
vertrok gisteren van hier naar de Noordzee,
ter bescherming van de visschersvloot.
Ingevolge Koninklijke machtiging bij besluit
van den 11 dezer worden met den 3den
Oct. a. s. dc schroefstoomschepen der lste kl.
„Johan Willem Friso", „Koningin Emma der
Nederlanden" en „Van Galen" voor een
oefeningstocht in den Atlantischen Oceaan
tot een divisie vereenigd, onder bevel van
den kapt. ter zee K. A. Stakmau Bosse,
commandant van eerstgenoemd schroefatoom-
schip.
voorbij voorbijUw vijanden komen
nader nader nader
Het rif trilde bij iedere slagtoen het
houweel dieper, steeds dieper in zijn boezem
doordrong, trilde zij onder de onverbiddelijke
houwen van het wreede staal, dat scheen te
roepen
„De schatten, die gij eeuwen lang
verborgen hebt, zijn mijnIk zal uw
bloed hebben uw bloed hebben, uw bloed
hebben
Na eenigen tijd kwam er een oogenblik
stilte, weldra gevolgd door doffe dreunen, die ver
oorzaakt werden door het va9tstampen van
het kruit in de lading. Daarna volgde eene
laugduriger stilte, die afgebroken werd door
een ontzettende ontploffing. Het rif werd
tot in het hart geschokt en brokken er van
vlogen in alle richtingen uiteen.
„O 1" zuchtte Zilverziel.
„Het beslissende oogeoblik is daar," 3prak
de Prins, „vrees niet, geliefde."
„Ik ben tevreden, lieve Prins, zoolang wij
slechts te zamen blijven."
Voordat nog de rook opgetrokken was,
daalde Ster-bij-Nacht, doorzijn makker gevolgd,
in de schacht af.
Zij hadden brandende kaarsen in de hand,
welke zij in de spleten van den ruwen wand
staken. Ster-bij-Nacht stak zijn houweel
tusschen een scheur, die door den schok van
de ontploffing was gevormd, en riep, bevend
van vreugde, uit
„Hoerahoerawe hebben 't, we heb
ben 't
„Het rifP" vroeg zijn makker opge
wonden.
„Ja, het rif!" antwoordde Ster-bij-Nacht
en, al zijne krachten inspannende, maakte hij
een groot stuk kwarts los, en ontblootte de
horst, A. W. Tirion, A. J. De Graaf, jhr. W.
G. Van Panhuys en G. A. H. Van der Stolk,
dienende aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Hellevoetsluis, worden met den 16den dezer
op non-activiteit gesteld.
De 2de luit. der art. T. F. M. Bucker,
van het 4de reg. vest.-art. alhier, die in zijn
rang is overgeplaatst bij het leger in Ned.-
Indië, heeft zich bij het Kol. Werdepot gemeld
en wordt, in afwachting van zijn vertrek der
waarts, a la suite van dat korps gevoerd.
Bij het te Amsterdam gehouden vergelij
kend examen voor stuurmansleerling, zijn acht
jongens van Hr. Ms. instructiekorvet „Nau
tilus", te Hellevoetsluis, geslaagd. Er waren
maar tien plaatsen.
Het tweede gedeelte der zeemiliciens vertrok
jl. Zaterdag van hier naar Hellevoetsluis, om
aldaar over te gaan op de in dienst zijnde
schepen van het gepantserd materiëel.
Jl. Vrijdag vertrokken de miliciens der
lichting van 1890 van het 5de bat. lste reg.
infanterie, alhier in garnizoen, met groot verlof.
Bij Kon. besluit van 12 dezer is 1. de
luit .-kol. W. Rooseboora, van den generalen
staf, thans op non-activiteit als lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, te rekenen
van den dag waarop hij ophoudt lid dier
Kamer te zijn, in actieveD dienst hersteld,
met bepaling, dat hij vanaf dien datum tot
en met den 30 dezer zal rekenen in de
sterkte van den generalen staf en ter beschik
king zal zijn van den Minister van Oorlog
2. genoemde hoofdofficier, met 1 Oct. a. s.,
benoemd tot directeur van de Ilde afdeeling
der Krijgsschool.
Bij Kon. besluit van den 12den dezer is
de vice-admiraal J. B. A. De Josseling de
Jong met 16 dezer op zijn verzoek, op
pensioen gesteld, onder dankbetuiging voor
de vele en goede diensten aan den lande
bewezen en met toekenning van een pensioen
van f 3000 's jaars en een verhooging van
dat pensioen ten bedrage van f 900 's jaars
voor werkelijk verblijf in militairen dienst
in 's Rijks overzeeschebezittingen en koloniën
en tusschen de keerkringen.
De officier van gez. lste kl. bij de zeemacht
D. W. C. Yan Dort Kroon, behoorende tot
de rol van Hr. Ms. wachtschip alhier en
gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. stoom
schoener „Dolfijn", wordt met den 22 dezer
op non-activ. gesteld en vervangen door den
officier van gez. lste kl. bij de zeemacht
R. Willemsen.
De luit. ter zee der 2de kl. G. L. Goed
hart, geplaatst als off. vanjpolitie bij het Kon.
Inst. voor de Marine alhier, wordt met
den lsten Oct. a. s. vervangen door den
luit. ter zee 2de kl. O. Van Leunep.
Ingevolge Kon. besluit van 12 dezer,
wordt de divisie voor binneulandschen dienst,
vereenigd krachtens Kon. besluit van 6 Juni jl.
met den lsten October a. s. ontbonden, en
de kapt. ter zee D. G. Brand eervol van het
door hem over die divisie gevoerde bevel
ontheven.
Departement van Marine in Oost-Indië.
OvergeplaatstUit de rolle van „Gedeh"
in die van „Onrust", de off. van gez. 2de kl.
F. Schreuderuit de rolle van „Onrust"
in die van „Macusser", de off. van gez. 2e kl.
P. R. Bentz van den Berg. Van het stoom
schip „Havik" op het stoomschip „Sperwer"
de 2de machinist Ch. Carels.
GeplaatstAan boord van het stoomschip
„Havik", verwacht te Soerabaja, de benoemde
2de machinist G. J. Dassal.
Benoemingen, enz.
Bij kon. besluit van 5 dezer is aan mevrouw
A. M. H. Mulder, wed. van den heermr. J.
W. Mouton, in leven president van de Arr.-
Rechtbank te Alkmaar, een pensioen verleend
van f 920 per jaar.
gevangenis van Prins en Prinses Zilver
goud.
Deze zagen voor 't eerst huns levens de
menschen, die zich een weg tot hen hadden
gebaand.
„Wat vreemde schepselsfluisterde de
Prinses.
„Wonderbaarantwoordde de Prins.
„In onze wereld waren er geen van die
vorm."
„Goud Goud 1" bulderde Ster-bij-Nacht,
de Prins eu de Priuses in het oog krijgende.
Hij haalde hen, op zijne knieën liggende, uit
het kwarts te voorschijn.
Hij draaide het klompje goud in zijne
handen om en om, met dat gevoel van
gloeiende blijdschap, dat alleen een goud
zoeker kent, als zijn langdurige arbeid beloond
wordt, met het vinden van goud
„Wat is dat?" riep hij, terwijl hij Kris
talhart opraapte, die wanhopig tusschen stukken
kwarts en steen in lag.
„Een stuk Kristal, en een mooi stuk ook
Nu gauw aan Jack verteld, dat ons fortuin
gemaakt is."
Hij gaf het sein om op te halen en stond
weldra naast Jack, aan den rand van de
schacht.
„Alles in orde, Jack, wij hebben het
rijkste rif gevonden, dat er te vinden
is. Wij zullen alle oude schulden kunnen
afbetalen.*
„Nieuwe schulden ook", zei Jack met een
somber gelaat.
„Je schijnt er niet blij over te zijn, mijn
zoon. Fred zal het zooveel te meer zijn, als
hij 't nieuws hoort.*
(Wordt vervolgd.)