1 ^5°™ JU™ -1- ^i--c 'r*~l
i joor toenemende welvaart der ingezetenen
.n de Indische financiën een vasten grondslag
geven, zal mijn ernstig streven zijn.
«De maatregelen van bedwang op Noord-
ïmatra zullen, zoolang noodig, met kracht
orden gehandhaafd, opdat alle verzet worde
skeerd, rast en orde verzekerd.
„In Suriname verwacht ik van eendrachtige
imenwerking met de Koloniale Staten goede
ruchten voor de welvaart en den vooruit
ing dier kolonie.
„Veelomvattend en ernstig is de taak, waar
oor ik, tot verzekering der stoffelijke en
«lelijke welvaart van het Nederl. volk, met
ertrouwen de medewerking inroep der Staten-
eneraal.
„Moge uw arbeid, Mijne Heeren, onder
lods zegen strekken tot blijvend welzijn van
et dierbaar vaderland.
„In naam der Koningin verklaar ik de ge-
'one zitting der Staten-Generaal te zijn ge
pend."
Hare Majesteit de Koningin-Regentes
erlaat, na het uitspreken dezer rede, nadat
jj eenige oogenblikken in de antichambre
ad vertoefd, begeleid door de commissie,
e vergaderzaal, om zich op de bepaalde
'ijee naar het koninklijk paleis terug te
egeven.
De Voorzitter sluit, nadat de commissie
teruggekeerd, de vereenigde zitting.
I Geheel overeenkomstig het programma begaf
e Begentes zich naar het gebouw der Staten-
I reneraal. Op straat was het buitengewoon
ijvendig.
In de zaal waren de tribunes en de diplo-
jatenloge eivol. De meeste leden waren in
mbtsgewaad.
De grootmeesteres Baronnesse Van Harden-
roek en de dame du palais plaatsten zich
chter H. M.
Achter de Koninklijke koets reden de
eneraals Verspijck, Klerck, Schneider, Ale-
■ijn, van Helden, van Amerongen en kolonel
ieijerman.
Slechts weinige leden der Kamers waren
1 zwarten rok. Men zag in burgerkleeding
Heen de heeren Schaepman, Vrolik, Heldt
n dr. Poelmanlaatstgenoemde, die zijn
ezichtsvermogen mist, werd door den heer
chepel de zaal binnengeleid.
De plechtigheid werd ditmaal voor het
eret officieel in de groote, voor hen bestemde
>ge bijgewoond door de leden der Algeraeene
.ekenkamer en van den Hoogen Raad der
federlanden, in ambtsgewaad, en door de
nderscheidene in de residentie vertoevende
lag- en opperofficieren der zee- en land-
tacht. De bedoelde loge werd vroeger steeds,
ij de opening der Kamers, aan haar eigen-
jke bestemming onttrokken en afgestaan aar.
jkele bevoorrechte dames, die daarvoor van
Ie leden der Staten-Generaal toegangskaarten
ptvingen, terwijl bovendien nog de journa-
sten-tribune geheel voor het schoone geslacht
erd bestemd. De opening had Dinsdag,
por deze verandering, meer dan gewonen
lister verkregen! Toch waren de dames niet
eheel uit de loges buitengesloten, (le zijloges
leven voor haar beschikbaar en de journa-
sten^tribune was mede voor haar, voor de
erslaggevers der bladen en voor eenige an-
iere bevoorrechten besterad, terwijl ook op
1'e gewone gereserveerde tribune verscheidene
omes nog plaats hadden bekomen.
De Commissie uit de beide Kamers, die
I. M. in- en uitgeleide deed, bestond uit
e heeren.- Van Eijsinga, Vening Meinesz,
nsinger, W. H. de Beaufort, Ruigere van
Rozenburg, Seret, van Alphen, Goekoop,
loolenburgh, de Bruyn, Hartogh, Land,
)obbelman, van der Borch en Geertsema.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Zitting vin Woensdag 16 September.
In de namiddagzitting werd, na een korte discussie
jjuchen den heer Van Lynden van Hemmen enden
liaister van Enitenl. Zaien, waarin laatstgenoemde
en spreker weea op de wijzigingen van kiesrechten
rlastwgstelsel, die door de verkieiingen op den
oorgrond gekomen waren en door deze Regeering
xiden worden voorbereid, en waarbij hij voorts de
jerzekering gaf dat de landbouwbelangen zonden
ehartigd worden, aangenomen het volgend adres van
ntwoord
„Mevrouw I
|i „Dankbaar waardeerde de Eerste Kamer het voor-
jeht Üwe Majesteit in het midden der Vertcgen-
toordiging te zien, tot opening, in naam der Koningin,
ju de gewone zitting der Staten-Generaal.
„Wij zijn erkentelijk voor de mededeeling omtrent
'en algemeenen toestand van land en volk.
„Met voldoening vernamen wij, dat de betrek
ingen tot alle bnitunlandsche mogendheden van den
■eest vriendschappeiijken aard zijn en dat zee- en
indmacht, op lollelijke wijze voortgaande baren
licht te betrachten, zich, ook waar meer dan gewone
«panning van de zeemacht gevorderd wordt, voor
are taak berekend toonden.
„Wij verbeiden met belangstelling de voorstellen
imlrent wetgeving en Staatsbestuur, waarop Uwe
Majesteit het uitzicht heeft gegeven.
i veelomvattende en ernstige taak, waarvoor
,"we Majesteit tot verzekering der stoffelijke en zede-
jke welvaart van Nederland en zijne Koloniën onze
ledewerking inroept, wordt met opgewektheid door
ns aanvaard.
Van harte beamen wij den weuBeh van Uwe
lajesteit, dat onze arbeid onder Gods zegen strekken
aoge tot blijvend welzijn van het dierbaar vaderland.»
Dit adres zal H. M. worden aangeboden.
Tweede Kamer,
j Zitting van Woensdag 16 September.
t' Alle leden zijn toegelaten zonder discussie, ook de
.leer De Beaufort, voor Wijk-bq-Duurstede, tegen
fiens verkiezing een bezwaarschrift was ingekomen.
J De Kamer plantste op hare candidntenlijst voor
^•.et voorzitterschap de heerenmr. J. G. Gleichman,
viet 69 van de 98 stemmen, tegen 23 op den heer
Ziteelaertsmr. S. Van Houten met 53 stemmen
Cjeoereal P. G. J. Vsn der Schrieck met 75 stemmen,
yilen bij eerste atemming.
Tot de Commissie van aanbieding der lijst aan
'f. M. behooren de heeren Guyot en Conrad.
A Door de daarna samengestelde afdeelingen zijn
gekozen tot Voorzitters, de heeren Rutgers, Mees,
an beiden, Roëll en Van Houten onder-'Voorzitten,
a hoeren De Beaufort, Borgesius, Viruly, van der
Beaufort, Kcrdijk, Van Karncbeek, Roëll en van
Houten.
Onze jeugdige Koningin reed jl.
Dinsdagmorgen door de stad met haar
wagentje, bespannen met twee ponies. Zij
werd door de talrijke menigte hartelijk
toegejuicht.
Bij het vertrek van de Regentes naar de
Staten-Generaal bevondt zich de jonge
Koningin voor een der ramen van de
zijgevels, uitzicht gevende op het Noord-
Einde, met een pop in de hand en wuifde
haar Moeder vriendelijk toe.
Gedurende de afwezigheid der Koningin-
Weduwe vertoonde de Koningin zich voor
verschillende vensters en ontving de
Regentes weder wuivend bij haar terug
keer. Het publiek begroette beiden met
geestdrift.
Op het request van het hoofdbestuur
van den Nederl. bond van oud-onder
officieren, met het verzoek het praedicaat
Koninklijk te mogen voegen bij den
wettig erkenden titel, is namens H. M.
de Koningin-Regentes geantwoord, dat als
vaste regel is aangenomen niet te be
schikken omtrent de zaken, waarover
H. M. de Koningin Wilhelmina later zelve
zal kunnen beslissen, zoodat gedurende
HDs. minderjarigheid de titel Koninklijke
niet verleend wordt.
Binnen weinige dagen zullen de
postzegels met den beeldtenaar van Koningin
Wilhelmina in gebruik worden gesteld.
Aan de ambtenaren, die verleden
jaar tijdelijk bij de volkstelling zijn werk
zaam geweest, is thans, vermoedelijk in
verband met een nieuwe regeling van het
kiesrecht, een nieuwe telling van het
aantal meerderjarige mannelijke Neder-
landsche ingezetenen opgedragen, die
vervolgens in enkele categorieën moeten
worden verdeeld.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Gemeenteraad. Zit
ting van Dinsdag 15 September 1891.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig zijn aanvankelijk 9, later
16 leden afwezig de heeren Hordijk en Van
Neck 1 vacature.
De tribune is eivol.
Na de opening der vergadering worden de
notulen der vorige zitting voorgelezen en
onveranderd goedgekeurd.
De V oorzitter stelt aan de ordede beëedi-
ging der onlangs benoemde leden van den
Raad, wier geloofsbrieven in de vorige ver
gadering zijn onderzocht en in orde bevonden.
Deze worden door den Secretaris de vergader
zaal binnengeleid en leggen achtereenvolgens
in handen des Voorzitters de bij de wet voor
geschreven eeden af. De Voorzitter wenscht
hierna de herkozen leden, de heeren Zurmüblen,
Oudenhoven, Vos, Groen, Verfaille en Govers,
en het nieuwbenoemde lid, den heer Oort-
gijsen, geluk met hunne benoeming, doet een
beroep op hunne welwillendheid ora steeds
eendrachtig samen te werken en spreekt den
wensch uit dat het hun st-cven zal zijn, bij
de beslissingen van den Raad waarheid en
recht voorop te stellen, verre te blijven van
persoonlijke aantijgingen en de leus onzer
vaderen «eendracht maakt macht," in toe
passing te brengen, om zoo het hunne bij te
dragen tot bevordering aan de belangen onzer
gemeente. De benoemden nemen hierop
zitting.
Bij loting wordt nu beslist dat de heer
Oortgijsen, benoemd wegens vermeerdering
vsn het aantal inwoners dezer gemeente
blijkens de jongste volkstelling, in 1897 aan de
beurt van aftreding zal zijn.
Alsnu wordt overgegaan tot benoeming van
een tijdelijk Wethouder (vacature-Groen). Bij
de eerste stemming verkrijgen de heeren Groen
6, Korver 4 stemmen en de heeren Hoogen-
bosch, Van Twisk, Bakker, Vos en Franken
ieder 1 stem en bij de daarop volgende nieuwe
vrije stemming de heeren Groen 10, Korver
4 stemmen, Hoogenbosch en Franken ieder
1 stem. De heer Groen, alzoo gekozen
zijnde, verklaart zich bereid de tijdelijke
waarneming der betrekking op zich te nemen.
Aan de orde is nu de gas-quaestie, of vol
gens de agenda«de medecjeeling van liet
Raadsbesluit en verdere stukken, waarbij in
1883 de prijs van het gas voor gemeente
gebouwen is bepaald op 9 cent." De
Voorzitter deelt mede dat, naar aanleiding van
de in de vorige zitting gevoerde discussie over
den gedurende de laatste jaren door de gemeente
betaalden prijs voor de gasverlichting, door
B. en W. een onderzoek is ingesteld en daarbij
is gebleken dat terecht 9 cent per Ms is
betaald geworden, daar de Raad in zijne ver
gadering van 18 April 1883 die prijs vast
stelde. De Secretaris doet hierop voorlezing
van een extract uit de notulen dier zitting,
waaruit blijkt dat toenmaals met 7 tegen 3
stemmen (de heeren Duinker, Beukenkamp en
Hattinga Raven stemden tegen) is besloten de
prijs van het gas voor de gemeente-gebouwen
op 9 cent per Ms te bepalen, nadat de te
dier zake gevoerde correspondentie bij de
Raadsleden ter kennisneming was rondgezon
den. De Voorzitter is van oordeel dat deze
mededeeling eene voldoende toelichting is en
verdere discussie over deze zaak dus overbodig
kan worden geacht. De heer Van Twisk
echter, verhinderd geweest zijnde om de vorige
vergadering bij te wonen, verzoekt te worden
ingelicht, op welke gronden de heer Korver
toen deze quaestie ter spruke bracht. De
Voorzitter zegt dat deze zulks deed naar aan
leiding van artikel 64 van het met de gas
fabriek gesloten contract. Had de heer Korver
zich echter tot B. en W. gewend, alvorens
deze zaak in publieke zitting ter sprake te
brengen, men had hem dan kunnen inlichten
en alle nu gevoerde discussiën waren tegen-
lifï Wel wat kras is. zi.Vn /aak in i-uiiu openbare
1 vergadering ter tufel te brengen, alvorens
behoorlijk te zijn ingelicht en vindt hierin
aanleiding zijne medeleden den raad te geven
eerst te onderzoeken, voor zoodanige sensatie
te verwekken. De heer Franken, het woord
verkrijgende, wenscht een oogenblik stil te
staan bij den «storm in een glas water," die
wij naar aanleiding van de door den heer
Korver aan de orde gebrachte gas-quaestie
dezer dagen in deze gemeente hebben beleefd
en die ook daarbuiten vele gemoederen in
beweging heeft gebracht. Toen spr. in de
vorige vergadering voor het eerst van het
geval hoorde, liet dit niet na indruk op hem
te maken. Deze indruk heeft hij echter spoe
dig overwonnen, daar hij inzag dat de ver
onderstelde vergissing niet kon zijn ontstaan
dan door samenwerking met den gas-fabrie-
kant. Ook moest er kwade trouw van gemeente
ambtenaren in bet spel zijn geweest en spr.
kon ook dat niet denken. Hij wenscht
nadrukkelijk te doen uitkomen dat de goede
trouw dier ambtenaren boven verdenking ver
heven is ook die yan de Directie der Gas
fabriek kon niet in twijfel worden getrokken.
Het heeft spreker's ergernis speciaal gewekt
dat de heer Korver in deze zaak geene afwach
tende houding heeft aangenomen, maar in
plaats van bescheidenheid te toonen (beschei
denheid is trouwens slechts het deel van
kiesche menschen, zegt spr.), in de vorige
vergadering bij iedere daartoe geschikte gele
genheid op het feit terug kwam, daarbij de
vergadering rondzag en naar de tribune keek,
als iemand die zichzelf zoektdaarom meent
spr. dit woord van protest te moeten doen
hooren. Hij weet dat men opgetogen was
over de activiteit van den heer Korver, dat
men zeide dat Korver de eenige was, die de
belangen der gemeente ter harte namhij
heeft zich zelfs hooren naroepen «leve Izaak
Korver Maar wat znl men nu zeggen vraagt
spr. Hij (spr.) zegt dat de heer Korver de
pers aanleiding heeft gegeven de zaak breed
voerig uit te meten. Hij wil, om dit aan te
toonen, slechts even citeeren wat de „Helder-
sche (en Nieuwedieper) Courant" van den
li September naar aanleiding der opmerking
van den heer Korver zeide. Men leest daar
in de «Nabetrachtingen van den Raad" het
volgende: „Het staat er heel droog en onschul
dig de gemeente heeft ten onrechte te veel
betaald en menigeen zou, zonder te weten
hetgeen verder ter zake door den heer Korver
werd gesproken, over de zaak heenloopen met
een hoofdschudden of schouderophalen, al naar
dat hij zwaartillend is of Diet. Maar onge
lukkig voor «de betrokken personen, krijgt deze
eenvoudige geschiedenis een geheel ander
karakter, als men er het goede licht op laat
vallen," enz. en vertier: «In ieder geval is
men het raadslid Korver grooten dank ver
schuldigd, dat hij tijd noch moeite heeft
gespaard, om tot deze gewichtige en voorde
gemeeute-financiëii in hare gevolgen misschien
nog gewichtiger ontdekking te komen. Dat is
beter dan praten en nog eens praten, dat
snijdt hout!" Het spreekt van zelf, zegt spr.,
dat het groote publiek gaarne met dergelijke
taal meegaat. Hij heeft in het nummer van
lieden opgemerkt dat de „Nabetratfhter" zijn
fout heeft ingezien, bakzeil haalt en den
betrokken heeren geluk wenscht met de ont
dekking dat de quaestie op eene vergissing
berust; in plaats daarvan mocht hij echter wel zijn
excuus maken. In ieder geval wenscht spr. hem
den raad te geven, voor zijne «Nabetrachtingen"
in 't vervolg geene informatiën in te winnen
bij den heer Korver. Welke houding zullen
wij nu tegenover den heer Korver aannemen
vraagt spreker. Zullen wij hem uitlachen
Neen, dat i9 onverstandig, daar de lach
scherper snijdt dan woorden. Den heer Korver
raadt spr. echter, voortaan bij dergelijke
quaesties anders te handelen en te bedenken,
wanneer hij zich op een voetstuk wil plaatsen,
dat voetstuk van cement moet zijn. Spr.
wil hopen dat de goede verstandhouding onder
dit geval niet zal lijdenwil de heer Korver
deze echter niet, dan is spr. niet ongenegen
I zich ook anders te gedragen.
I De heer Korver, verontwaardigd over het
door den heer Franken gesprokene, zegt dat
de gelegenheid om dergelijke persoonlijke
hatelijkheden te debiteeren zeker zeldzaam is.
Hij teekent protest aan tegen de gelatenheid,
waarmede de Voorzitter en de leden van den
Raad de aantijgingen van den heer Franken
hebben aangehoord. De heer Yan Twisk,
zegt spr., heeft het eerst 't woord gevraagd,
om te vernemen wat tot het ter sprake
brengen dezer zaak heeft. Spr. wil daarop
den heer Van Twisk het eerst antwoorden
en zegt nu dat niets dan zijn streven om de
belangen der gemeente te bevorderen, hem
daartoe aanleiding heeft gegeven. Gedachtig
aan de eenmaal door hem afgelegde eeden,
d.e hier ook dezen avond zijn gezworen,
heeft spr. altijd het oog op de behartiging
der gemeeDte-belangen, die hij dikwijls heeft
voorgestaan met opoffering van zijn eigen
persoonlijk belang, dat kan van voldoende
bekendheid worden geacht. Toen nu de
rekening over 1890 in de afdeelingen moest
worden onderzocht, behoorde hij tot de derde
afdeeling, onder voorzitterschap van den
wethouder Groen. Bij het nazien van den
daarop betrekking hebbenden post geheel
zonder eenige nevenbedoeling vragende welke
prijs de gemeente voor het gas betaalde,
ontving spr. ten antwoord: 9 cent perM8.
Toen eerst aandachtig geworden en verder
onderzoekende waurop deze prijsbepaling
berustte, was er niemand die hem daarover
kon inlichten. En toen spr. aantoonde, dat
de prijs niet 9 cent, maar volgens het con
tract 6 J/l0 cent was, ontstond er algeraeene
verbazing. Ook de Voorzitter, die toch in
1883 aan het besluit medewerkte liet niets
van zich hooren. Daartegen moest toch
protest aangeteekend worden en dc rapporteur-
generaal, de heer Vos, heeft dit zeer duide
lijk in zijn rapport weergegeven. Ook toen
met 15. en w. é1iLo^nèiuenng \t0ege117 mjit
deze niet worden gegeven, zelfs niet door
den Voorzitter zegt spreker die
bij het nemen van 't besluit tegeuwoordig
was geweest. Wie kon nu vermoeden dat
iemand van zulke eminente bekwaamheden
kon zijn vergeten wat hij zelf had helpen
tot stand brengen Daarom lag het voor
de hand, meerit spr., dat hij deed wat ligt
op den weg van leden van den Raad op een
nader onderzoek aandringen. Bij het uit
brengen van 't rapport in de vorige verga
dering nu, vond men daarin de kantteekening
opgenomen, dat B. en W. een onderzoek
zouden instellen. Spr. kon hiermede niet te
vreden zijn, omdat hij van een onderzoek
door de personen die zelf order tot betaling
gaven, weinig succes kon verwachten. Hij
stelde daarom voor eene Commissie met dat
onderzoek te belasten, B. en W. en de Raad
hechtten daaraan hunne goedkeuring maar
welk eene verrassing nu blijkt dat in 1883
door den Raad eene andere prijs is bepaald,
dan in het oorspronkelijk contract is over
eengekomen. Iemand die geen kennis draagt
van hetgeen tot die afwijking aanleiding gaf,
kan zich geen voorstelling daarvan maken
zoodanig besluit vindt haar wedergade
niet
De Voorzitter roept den heer Korver tot
de orde, daar deze naar zijne meening te ver
gaat. Het geheele conflict, zegt Voorz.,
is de schuld van mijnheer Korver. Had
deze,' bij het ontdekken der vermeende onre
gelmatigheid, zich om inlichtingen gewend
tot het Dag. Bestuur, dan had hij die kun
nen krijgen en zou de zaak opgelost zijn ge
weest. Voorz. is in 1883 bij 't nemen van
het besluit tegenwoordig geweest, dat is zoo,
maar hij geeft het den beste te doen, te
zeggen wat tien jaar geleden is voorgevallen,
wanneer eene beschuldiging als die van den
heer Korver als een meteoor uit de lucht
komt vallen. De zaak nu voldoende toege
licht beschouwende, wenscht Voorz. de dis
cussie over deze quaestie te sluiten. De
heer Korver verzet zich daartegen, daar hem
de gelegenheid nog niet is gegeven zich te
verweren, terwijl den heer Franken is toege
laten allerlei persoonlijkheden te zeggen en
daarbij zelfs de dagblad-pers aan te halen
om hem verdacht te maken. Wat wilt u
dan vraagt Voorz. Dat mij hetzelfde
recht wordt toegekend als den heer Franken,
zegt de heer Korver. Voorzitter verzekert
nogmaals dat de heer Korver de geheele quaestie
bad kunnen voorkomen, door aan B. en W.
inlichtingen te vragen, want nu wist Voorz.
niets van de zaak, vóórdat deze in de ver
gadering ter sprake kwam. De heer Kor
ver ontkent dithij heeft er over gesproken
en als Voorzitter er niet van heelt geweten,
dan is dit een bewijs dat hij geene voeling
houdt met de Wethouders. De Voorzitter
wil nu de discussie sluiten, maar de heer
Korver beroept zich, ingevolge het reglement
van orde, op zijne medeleden, om hem in
de gelegenheid te stellen zich te verdedigen.
De heer Franken kan den Voorzitter geen
ongelijk geven, wanneer deze aan de discussie
een eiude maakt, omdat de heer Korver de
geschiedenis van het begin af ophaalt. Hij
(spr.) heeft de eigenlijke gas-quaestie niet
aangeroerd, maar alleen een woord van pro
test uitgesproken ten opzichte van de door
den heer Korver in deze aangenomen houding.
Als de heer K. iets tegen dat protest weet
in te brengen, dan is spr. gaarne bereid hem
daarop te antwoorden. De heer Verfaille
betoogt dat de heer Korver alleen rekening
heeft gehouden met het oorspronkelijke con
tract, zonder te bedenken of te kunnen denken
dat later eene andere regeling zou zijn ge
maakt. Daarnaar had hij een onderzoek
moeten instellen, dat is de fout van den heer
Korver. Wat dan te doen, vraagt de heer
Korver, wanneer het Dag. Bestuur zélf ver
klaart er qiet van te weten P De heer
Franken geeft nogmaals den raad, eene zaak
als deze eerst grondig te onderzoeken, alvorens
deze aan de groote klok te hangen, want op
deze wijze wordt een kritiek uitgelokt, die
de achtbaarheid van den Raad niet kan ver
dragen. Spr. wil gaarne aannemen en kan
het billijken dat de Voorz. zich het Raads
besluit van 1883 niet terstond kon herinneren.
Dit kan plaats hebben, daar de op zoodanig
besluit betrekking hebbende stukken gewoon
lijk opgeborgen en niet dikwijls ingezien worden,
dat is spr. als ambtenaar zeer goed bekend.
De heer Korver bekomt nu, op zijn her
haald verzoek, van den Voorzitter verlof, den
heer Franken te antwoorden. Spr. werpt de
beschuldiging, als zou zijne houding in deze
zijn gebaseerd op het enthousiasme van het
publiek, verre van zich. Evenzeer als ieder
ander lid soms naar de publieke tribune ziet,
heeft ook hij het gedaan. Hij streeft naar
de bevordering der belangen onzer gemeente,
dat heeft hij getoond, reeds sedert 1886, toen
hij door de kiezers werd afgevaardigd. Spr.
heeft het Dag. Bestuur in deze niet gewan
trouwd, dat heeft hij ook nooit gezegd. Hij
is het er echter niet mede eens, dat hij de
vermeende onrechtmatigheid onderhands aan
Burgemeester en Wethouders en niet in eene
openbare Raadszitting had behooren te zeggen.
Dat de pers weergeeft en kritiseert wat
hier wordt behandeld, daarvan kan spreker
geen verwijt worden gemaakt, dat blijft
voor hare rekening. Overtuigd als hij is, te
hebben gehandeld in liet belang der gemeente
en niet anders, wil spr. zich gaarne aan eene
nieuwe verkiezing onderwerpen, wanneer zij,
die hem afgevaardigden, zulks verlangen. Wilt
u dat ook doen vraagt spr. den heer Fran
ken dan zullen we zien wie in het gelijk wordt
gesteld. l)e heer Franken wenscht van de
hem aangeboden gelegenheid om den heer
Korver te antwoorden, geen gebruik te maken.
De heer Over de Linden i3 van gevoelen
dat alle onaangenaamheden, uit deze zaak
geboren geworden, niet zouden zijn ontslaan,
wanneer de betrekkelijke stukken in orde
zijn geheel vinden en niet een deel daarvan.
Spr. dringt er daarom op aan, dat alle con
tracten bij elkander gehouden en geheel
bijgewerkt zullen worden, dan zijn dergelijke
vergissingen onmogelijk, dan kunnen de
leden zich door persoonlijk onderzoek over
tuigen. De Voorzitter zegt dat nimmer een
der leden is geweigerd geworden om de stukken
in te zien. Neen, zegt de heer Over de
Linden, dat is de bedoeling niet, maar als
de stukken bijgewerkt waren geweest, dan
zou de heer Korver dadelijk uit den droom
zijn geholpen. Uit art. 16 van het gas-
contract kan toch niet anders worden be
grepen dan dat de gasprijs 62/,„ cent is;
daarom had de wijziging, in 1883 gemaakt,
in het contract bij artikel 16 aangeteekend
moeten zijn gewordenvergissing was dan
onmogelijk geweest. De Voorzitter stemt
toe dat duidelijkheid in zoodanige zaken
noodzakelijk is. Wanneer echter de heer
Korver met zijne bemerking bij B. en W.
ware gekomen, dan zou hij ingelicht zijn
geworden. Het besluit van '83 stond Voorz.
niet helder voor den geest omdat big, toen
pas lid van den Baad zijnde, geen kennis
droeg van de daaromtrent gevoerde corres
pondentie. De heer Over de Linden
betoogt nader dat de quaestie zou zijn voor
komen, wanneer het contract duidelijk was
geweest. De heer Oudenhoven, die zich
volkomen aansluit bij het door den heer
Over de Linden gesprokene, omdat er naar
getracht moet worden zooveel mogelijk klare
wijn te schenken, geelt in overweging nu
de discussie over de gas-quaestie te sluiten.
De Voorzitter gaat hiertoe over, onder
belofte van de wenschen des heeren Over de
Linden nota te zullen nemen.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen
een schrijven van de Timmerlieden-vereeni-
ging «Door eendracht welvaart" alhier, inhou
dende het verzoek om, ten behoeve eener
door die Vereeniging op te richten teekcu-
cursus, gedurende twee avonden per week
van een der gemeente-gebouwen gebruik te
mogen maken. Daar echter de gemeente
geen lokaal beschikbaar heeft, geeft Voorz.
in overweging de adressanten in hun nuttig
streven te helpen door het verleenen eener
kleine subsidie. De heer Over de Lin
den vraagt of niet een der gemeentescho
len beschikbaar kan worden gesteld, waar
op door den Voorzitter ontkennend wordt
geantwoordt. De heer Over de Linden
is er niet tegen om de adressanten te hel
pen, maar vreest dat, wordt vandaag aan de
timmerlieden eene subsidie toegestaan, morgen
een schilders- of metselaars-vereeniging met
dergelijk verzoek voor den dag zal komen.
Is het lokaal van de Industrieschool niet goed?
vraagt de heer Vos's avonds na 9 uur is
dat niet in gebruik. De Voorzitter betoogt
dat zulk een laat uur bezwaar is. 't Is half
tien eer zij zouden kunnen beginnen en 's mor
gens vroeg moeten zij weer aan 't werk. Ook
met het oog op het belendende Ziekenhuis is het
onmogelijk dat lokaal 's avonds laat in gebruik
te nemen. Dc heer Oudenhoven dringt er
op aan een der gemeentescholen disponibel te
stellen, terwijl de heer Vos nader het voorstel
doet het lokaal der Teekenschool aan de
Oostslootstraat in gebruik te geven de adres
santen konden dan tevens gebruik maken van
de daar aanwezige teekentafels. Zouden zij
die moeten aanschaffen, dan moet de subsidie
nogal belangrijk zijn. De Voorzitter maakt
ook hiertegen bezwaar. In de Teekenschool
worden verschillende modellen geplaatst, die
dan voor die 2 avonden in de week zouden
moeten worden gerangeerd. Ook met het oog
op het brandgevaar, wanneer in die school
's avonds van 9 tot 11 uur vuur en licht
wordt gebruikt, achten B. en W. het niet
wenschelijk het voorstel van den heer Vos
aan te nemen. Namens het Dag. Bestuur
stelt Voorz. voor, om voor dit jaar eene
subsidie van f 100 toe te staan en adres
santen dan zelf in de behoefte aan een loka
liteit te doen voorzien. De heeren Vos en
over de Linden kunnen de door den Voorz.
geopperde bezwaren niet deelen. Het
voorstel-Vos, hierna in stemming gebracht,
wordt echter met 9 tegen 7 stemmen ver
worpen. Vóór het voorstel stemden de heeren
Hoogenbosch, Klik, Oudenhoven, over de
Linden, Verfaille, Vos en Zurmuhlen. Het
voorstel van B. en W., om voor dit jaar
eene subsidie van f 100 toe te staan, wordt
aangenomen met 13 tegen 3 stemmen. Tegen
stemden de heeren Hoogenbosch, over de
Linden en Verfaille.
Bij de nu volgende rondvraag ontvangt
de heer Zurmuhlen, op eene desbetreffende
vraag, van den Voorzitter de toezegging, dat
het in de vorige vergadering voorgelezen
voorstel van 7 Raadsleden, tot verpachting
van liet Held. kanaal als vischwater, in de
volgende zitting zal worden behandeld.
De heer Govers vestigt de aandacht op|
den ongunstigen staat van het oude gedeelte'
der Kroonstraat, dat, lager liggende dan het
nieuwe deel, veel last heeft van het daarheen
vloeiende water. De Voorzitter wijst er
op, dat het bedoelde, gedeelte particulier ei
gendom is en de gemeente er daarom weinig
aan kan verbeteren. Hij zegt nochtans toe,
van de opmerking nota te zullen nemen en
daarover ter gelegener tijd het advies der
Bouwcommissie te zullen inwinnen.
Verder niets meer te behandelen zijnde,
wordt de openbare vergadering gesloten en
gaat de Raad over in comité, tot het behan
delen van ingekomen bezwaarschriften tegen
den hoofdelijken omslag.
Helder. Afloop der publieke ver-
kooping op Woensdag 16 September,
's avonds 8 uren, in het lokaal „Musis
Sacrum", alhier, ten overstaan van den
notaris P. S. Hordijk:
14. Een winkelhuis, genaamd „De
Roode Kous", Hoofdgracht, hoek Toren
steeg, Nos. 53 en 54, benevens drie huizen