HELDERSCHE NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN jaargang n J. VAN BALEN. Kosten der Eerediensten. WIE ÏS DE EERSTE? ,En ilssespereert nimmer I» J*n PUterx. Coen. Het Vadorlandt gheirouwe Blijf ick tot in den doot. Wtik*lm%tlUd. VersoHUnt lodoren Diasaag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per 3 Voor de courant binnen do gemeeente naar de overige plaatsen van Nederland tut n alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indië en Amerika). t Zuid-Afrika maanden: 0.70, met Zondagsblad f 1.05 0.90, 1.85 1.75, 2.50, r 2.10 3.- REDACTEUR-UITGBVER Molenplein. Helder. Telefoonnummer 20. Prqa der Advert'entiën: Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang Tin da hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tusschen den tekst, par regel 10 Ct. Advartentiën voor liefdadige doeleindenw Dienstaanbiedingen roor den werkenden standI Agent in het buitenland: België, Mr. N. Bertoui, Agence de pnblicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruaellea. Op de Stnatsbegroofing vindt men in het hoofdstuk VUB (Financiën) een zevende afdeeling, getiteld «Kosten der Eerediensten." Niet altijd kwamen die uitgaven aldus op het jaarlijksch budget des lands voor. Dertig jaren geleden bestonden er nog twee afzon derlijke departementen en ministers voor de kerkelijke zaken. Een daarvan voor de zaken der Katholieke kerkhet tweede voor de Hervormde en andere eerediensten te zamen. De veelvuldige aanrakingen tusschen Kerk en Staat maakten in die dagen zulke afzonder lijke takken van beheer noodig. Op de Staats- begrootingen bevatten dan ook de hoofd stukken VI en VII da uitgaven voor de eerediensten. Sedert echter de Grondwet van 1848 de volledige vrijheid der Katholieke kerk hier te lande heeft bekrachtigd, is die aanraking veel verminderd en grootendeels teruggebracht tot de financiëele betrekking de uitkeering van gelden uit de staatskas voor de verschil lende eerediensten, krachtens art. 168 (thans 171) der Grondwet (1). Een van de laatste daden van het tweede ministerie-Thorbecke was het besluit van 9 Febr. 1866, waarbij de Regeering zich onttrok aan het beheer der goederen van de Hervormde kerk, om aan die kerk gelijke vrijheid te verzekeren als door andere gezindheden genoten wordt. Het behoud van afzonderlijke administraties voor de eerediensten is daardoor overbodig geworden. Thorbecke had reeds in 1862 de afzonder lijke departementen opgeheven, waardoor twee ministerstraktementen van f 8000 elk werden uitgespaard. Wel bleven de afzonderlijke begrootingen bestaan, maar het beheer van de zaken der Katholieke kerk kwam als bij- (1) Art. 171 luidt sedert 1815«De traktementen, pensioeuen en andere inkomsten, vaa welken aard ook, thans door de onder scheidene godsdienstige gezindheden of derzel- ver leeraars genoten wordende, bljjven aan dezelve gezindheden verzekerd. «Aan de leeraars, welke tot nog toe uit 's lands kas geen of een niet toereikend trak tement genieten, kan een traktement toegelegd of het bestaande vermeerderd worden." j Fauilletoa van de Eelderzcbe- en Nieuwed. Conraut. NAAR HET HOOGDUITSCH van Margareth Von Bülow. «Dat is de meester van Laptow, die hier wacht, tot de storm voorbij is." «Dat zie ik. Ja, ik ken hem wel. 'k Ben u al menigmaal voorbijgereden, zonder dat ge mij zaagt, meester dat komt er van, als de lui zooveel in 't hoofd hebben." Met eene vreemdsoortige flikkering in zijne half dichtgeknepen oogen zag hij Wronkow aan, terwijl hij het brood en de koffie, die de molenaarsvrouw voor hem gereedzette, duchtig aansprak. Toch scheen zijn trek, in vergelijking van anders, niet groot te zijn de vrouw kon ten minste niet ^platen op te merken «Het schijnt je niet bijzonder te smaken, Brinkey." «Och, zoo, zoo hernam deze kau wend. Deze knecht was, dat wist iedereen, de rechterhand der molenaarsvrouw eukelen beweerden nog meer. Hij stoud overal goed bekend en de lieden zeiden, dat hij de zaak niet beter behartigen kon, al ware hij zelf de eigenaar van den molen. «Is de baas al terug P" vroeg de vrouw, nadat ze ook Wronkow van koffie voor zien bad. Brinkey schudde ontkennend met het hoofd «Hij zal ook vooreerst nog niet thuis komen." «Er zal hem toch niets overkomen zijn in dat weer «Ach, kom, hij is in de stad blijven lig gen, zoo De molenaarsgezel wierp anel een blik op den gast en zweeg. zondere afdeeling bij Buitenlandsche Zaken, die der andere eerediensten bij Justitie. Het eerste ministerie-Heemskerk bracht bij zijn optreden de Katholieke afdeeling naar Justitie over en de andere eerediensten naar Financiën. Anderhalf jaar daarna, kort vóór zijn aftreding, herstelde dat Kabinet de af zonderlijke ministers voor eeredienst. Zijn opvolger, het kabiuet-Fock, maakte daaraan weder een einde en bracht de zaken der Katholieke kerk weder bij Justitie, die der andere kerken bij Financiën. Dit was echter slechts een voorloopige regeling, want bij besluit van 29 Oct. 1870 werd ook aan de afzonderlijke administratie voor de eerediensten een eind gemaakt. De aanraking tusschen Kerk en Staat was nage noeg geheel teruggebracht tot den geldelijken band. Daarom werden al die financiëele bemoeiingen bij één afdeeling vereenigd en overgebracht naar het Departement van Financiën, niet als afzonderlijke administratie, maar als gewoon onderdeel van het depar tement. De uitvoering en tóepassing der andere wetsbepalingen omtrent de kerkgenootschappen werd tevens opgedragen aan den minister van justitie, tot wiens werkkring zij dan ook uit den aard behooren. Later, toen de nieuwe wet op het hooger onderwijs van 1876 eeu verandering had gebracht in de theologische faculteiten, waardoor deze hun Protestantsch karakter verloren, werden de uitgaven voor de opleiding van predikanten, geestelijken enz. naar de afd. onderwijs van het Dep. van Binnenlandsche Zaken overgebracht. Zoo vindt men thans op de Stnatsbegroo ting op drie plaatsen de eerediensten genoemd. Bij Justitie wat betreft de toelagen aan kerk leeraars in de gevangenissen en (in een bijlage) wat betreft de door het burgerlijk wetboek vereischte toestemming van den Koning voor het aanvaarden van erfenissen, legaten en schenkingen door kerkgenootschappen (2). (2) Blijkens de bijlagen bij hoofdstuk IV zijn in 1860 248 machtigingen verleend voor de aanvaarding van makingen en schenkingen aan kerken en kerkelijke instellingen, en wel voor te zamen een som van f 509,117 (daar van 170 voor f 377,527 voor de Kath. kerken) en voorts 297 zulke makingen enz. aan kerkelijke instellingen van liefdadigheid ten bedrage van f 565,918 (waaronder 138 voor f 319,745 bij de Katholieken). Onder die bedragen is begrepen de waarde van onroerende goederen tot een bedrag ran f 68.259 en wel voor 48,5457 hectaren. Daarvan kwamen 45,0871 hectaren aan Katholieke instellingen. Wronkow moest intusschen, ofschoon hij zich ook daartegen wilde verzetten, er altijd weer aan denken, wat de wereld van deze twee menschen vertelde en her. daar voort durend op aanzien. Hij schaamde zich, maar 't was hem onmogelijk aan zijn gedachten- loop een andere wending te geven. Hij moest den inwendigen drang gehoor geven, die hem aanspoorde zich te overtuigen, dat de men schen ongelijk hadden ongelijk moesten hebben. Wanneer eene zaak eenmaal zijn volle oplettendheid 'vereischte, dan kon zijn blik zeer scherp zijn, dan zag hij tot op den bodera van iemands lmrt en las zijn diepst verborgen geheimen maar dit gebeurde zel den, want het viel den eenzelvigen man zwaur, zeer zwaar, het drukkende gevoel, waaronder zijn ziel gebukt ging, van zich af te werpen en al zijn opmerkzaamheid aan anderen te wijden. Wronkow zag, dat de molenaarsvrouw den knecht met buitengewoon veel vriendelijkheid behandelde, maar 't was ook telkens weer dezelfde toon en blik, die, wanneer hij wat lang duurde, koel en verstrooid werd. Hij gaf het daarom op, de vrouw te begrijpen. Maar hem verstond hij zooveel te beter nog nooit had hij zoo spoedig ontdekt, wat een ander wenschte te verbergen. Hij zag, dat deze mensck, hoe bedaard en onverschil lig hij schijnbaar was, gretig eiken glimlach opving, dien de vrouw hem toewierphoe hij de minuten rekte, om langer van haar gezel schap te genieten hij zag dat de uitdrukking op Brinkey's gelaat geveinsd was, dat die trekken logen en de ware man zich achter de half gesloten oogleden verborg. En toen hij dat alles gezien had, joeg het bloed hem heet en onstuimig door de aderen, 't was alsof hij een vreemd, hem onhekend gevoel Bij Binnenlandsche Zaken komen de bij dragen voor de seminaria en bij Fi nanciën de jaarlijksche uitkeeringen uit de schatkist voor de eerediensten, krachtens art. 171 der Grondwet. Voor dat laatste doel is voor 1892 de som van f 1.975,892.08£ uitgetrokken, zijnde f 500 minder dan voor het Ioopende jaar. Hoe dit bedrag van ongeveer 2 mülioen over de verschillende eerediensten verdeeld wordt, zullen velen wellicht gaarne vernemen. Het zijn meestal vaste posten, waarin weinig verandering komt, sedert als regel is aange nomen, dRt geen nieuwe subsidiën worden verleend. De Proteslanlsche kerkgenootschappen ont vangen f 46,100 voor hunne kerkbesturen, nl. de Hervormden f 40,000, de Evang.- Luthcrschen f 4200, de Herst. Lutherschen f 1400 en de Remonstrantschen f 500. De Doopsgezinden ontvangen daarvoor niets. Het grootste deel der staatshijdragen wordt besteed voor de tractemcnten der predikanten. De Staat betaalt aan de Herv. kerk 1516 zulke tractemcnten, te zamen tot een bedrag van f 1.141.355. Er zijn daarbij 37 van nog geen f 100. Het grootste aantal (605) is van f 7001600 daar beneden zijn nog 562 tractementen. Slechts 44 bedragen f 2000—2300. De 61 Evang.-Luth. predikanten ontvangen te zamen f 37,535 (in Drente is er geen enkel) slechts 1 geniet f 2000—2100 17 meer dan f 700. De 11 Herst. Evang.-Luth. predikanten (8 in Noordholland en 1 •telkcns_ j])_ .Zuid holland, Friesland en Overijsel) hebben te zamen f 4325 tractement uit de staatskas, en wel van f 200900. De doopsgezinde predikanten, ten getale van 37 (waarvan 13 in Noordholland, 11 in Friesland, 4 in Overijsel en 9 in Groningen) ontvangen te zamen f 11,450de tractemen ten zijn alle beneden f 600. De 24 Remoustrantsche predikanten (de helft in Zuidholland geen enkel in het zui den en in Overijsel) trekken te zamen f 20.000er zijn 10 die f 10001200 ge nieten de overigen f 300900. Verder betaalt het Rijk f 10.800 aau de verschillende Protestanten-gezindten voor «kinder-, school- en academiegelden", f 16,000 voor kerkelijke bedienden enz., t 1000 voor hulppredikanten, en is voor nieuwe tracte menten en verhoogingen slechts f 106 uit getrokken. Te zamen bedragen die uitgaven voor de Prot. kerkgenootschappen f 1,385,852. De R.-Kath. kerk trekt f 564,835, en wel waarnam. Zijn hoofd duizelde, het kwam hem voor, als moest hij er zonder ling uitzien, koortsachtig. Als ze mij nu maar niet aanziet," dacht hij, «en van mijn gelaat leest, wat die daar voor haar tracht te verbergen En terwijl hem het angstzweet uitbrak, sprong hij op, liep naar het venster en rukte dat open. Huilend drong de storm wind binnen en voerde een paar leien van het dak mede, die kletterend op den steenen vloer neervielen, daarbuiten wierp de vloed zich bruischend op het molenrad. «Gun u toch tijd, gij komt nog snel genoeg beneden." III. Eens op een nacht ontwaakte de onder wijzer door het geluid van doffe regelmatige slagen, waarvan hij de oorzaak niet begreep. Hij luisterde eenigen tijd met open oogen, terwijl hij naar het venster zagdoor de dik bevroren glasruiten drong een grauwe, onge zellige schemering binnen. Maar Wronkow vond geen verklaring voor hetgeen hij gehoord had en sliep derhalve weer spoedig in. Toen hij daarop den volgenden morgen in den hof trad, om eens naar het weder te zien, vond hij zijn brandhout in kleine, even groote stuk ken gehakt, netjes opgestapeld. «Wat moet dat beduiden?" dacht hij en ging naar de keuken, waar Hintze, zijn knecht en eeriige medebewoner van het huis, voor de koffie zorgde. Deze knecht was uiterst traag en tevens onzindelijk, maar hij kon koken, en dat maakte hem voor den onderwij zer, diegeene vrouw in zijn huis wilde hebben, onontbeerlijk. Hintze had spoedig bemerkt ofschoon hij anders niet vlug van begrip was dat hij hier doen en laten kon wat hij wilde; wel is waar moest Wronkow de gevolgen van elk zijuer nalatigheden onder- f 21,000 voor het kerkelijk bestuur, f 21,555 wegens zoogenaamde «onveranderlijke compe- tentiën, f 521,270 voor tractementen van «plaatselijk dienstdoende kerkleeraars" (ten getale van 1708, waarvan 19 nog geenflOO trekken en 1418 minder dan f 500 slechts 7 f 9001000f 400 aan tijdelijke toelagen en onderstanden (o. a aan Belgische geeste lijken voor diensten in Staats-Vlaanderen) en f 600 voor een kerk te Leiden, krachtens een besluit vau Koning Lodewijk van 1809. De genoemde «onveranderlijke competen- tiën", mede van oude dagteekening, gelden alleen voor Noord-Brabant en Gelderland. In Brabant trekken daaruit 64 pastoors, 19 kapelaans en 6 kerkelijke bedienden te zamen f 21,523; in Gelderland krijgen daar van 2 pastoors te zamen f 41,47 en een kapelaan de som van f 1. De oud-Bisschoppelijke Clerezy komt op de begrooting voor met een bedrag van f 10,900. Daarvan dient f 3900 voor het kerkbestuur en f 7000 voor 19 jaarwedden van f 100500. Dit kerkgenootschap heeft 10 leeraars in Noordholland, 6 in Zuidhol land, 2 in Utrecht en 1 in Gelderland. De Israëlietische kerkgenootschappen ont vangen f 12.775, waarvan f 3550 voor de kerkelijke besturen (het Portugeesche f150), f 8975 voor opperrabijnen en waarneming van rabinaten, en f 250 voor weduwen. Vijf opperrabinaten zijn vacant, twee te 's-Bosch en te Amsterdam (Port. gem.) reeds van 1823 voor de 9 vervulde draagt de Staat f 100 tot f 1500 bij. Met deze posten zijn echter de staatsuit gaven voor de eerediensten niet uitgeput. In een andere afdeeling van het zevende hoofd stuk de pensioenen komen nog aan zienlijke sommen voor. Voor de Katholie ken is daartoe f 47,370, voor de andere eere diensten f 226,989 benoodigd, en bovendien nog f 9400 als subsidie aan. het prov. kerk bestuur van Friesland voor weduwenpen- sioenen. Een specificatie der pensioenen naar de onderdeelen der kerkgenootschappen komt in de stukken niet voor. Eindelijk nog de uitgaven voor het theo logisch onderwijs, in hoofdstuk V onder de onderwijskosten gerangschikt. Voor de kerkelijke hoogleeraren aan de Rijksuniver siteiten is f 32.064 uitgetrokken, voor de kweekschool der Evang.-Lutherschen f 7300, voor die der Herst.-Luth. f 300, voor de Remonstranten f 2403, voor de Kath. semi naria f 13.580 en voor de Israël, kerkge nootschappen f 19.600. Trekt men die verschillende posten bijeen, dan vindt men, dat voor 1892 wordt gevraagd teD behoeve van de Protest, kerkg. f 1,427,906 R. Kath. kerk. 578,515 Oud-Bissch. Cl. 11.900 Israël, kerkg. 32,275 vinden, en somtijds zelfs zeer gevoelig, maar toch kon hij niet besluiten, den knorrigen man eenig verwijt te doen. «Hintze," zei bij nu, «wie heeft het hout klein gehakt?" «Het hont welk hout?" «Ons hout, buiten in den hof." De knecht deed zijn mond wijd open en hield op met koffiemalen. «Ik niet," zeide hij, na van zijne verba zing bekomen te zijn. «Nu, dat geloof ik wel," merkte Wronkow op, «maar wie heeft het dan gedaan Hintze dacht een oogenblik na, waarbij hij er vreeselijk onnoozel uitzag en zei toen «'k Denk, dat die wel spoedig om zijn geld zal komen en zoo niet nu, dan mag de duivel het misschieu gedaan hebben, 't kan me niets schelen." Wronkow wendde zich van hem af, maar wie den onderwijzer aandachtig had gade geslagen, toen de knecht hem de koffie inschonk, zou gezien hebben dat dit raadsel achtige geval hem ergerde. Na den schooltijd, op den middag, wandelde hij het dorp uit tot daar, waar van de hoogte af de weg zich verdeelt en blikte naar omlaag in het dal, hetgeen hij in den laatsten tijd eiken dag placht te doen. Hij zag van hier boven op de groene toppen der pijn'uoomen en daar overheen welfde zich de hemel met zijn liefelijk klaverwant het was een heldere dag, die met het zonnetje een verboud van trouwe vriendschap Scheen gesloten te hebben. De heggen, de kale loof- boomen en de stoppels tegen de glooiing der heuvels waren ruig van den vorst. In het westen hing boven het woud een roodachtige gloed, die zich van daar als een sluier uit breidde en onmerkbaar in de grauwachtige wolkjes aau deu horizou overging. Pensioenen enz. Kath. kerk f - 47,870 Andere 288,389 - f 2,050,596 280,759 Totaal f 2,381,355 In 1882, (oen nog de afzonderlijke Depar tementen voor de eerediensten bestonden, was de gezamelijke raming f 2,436,878. De-, staatsuitgaven voor dat doel zijn dus in 30 j' jaren tijd met ruim f 105,000 verminderd. Wat het Christelijk Gereformeerd Kerkge nootschap vroeger «de Afgescheidenen" genoemd betreft, dit kerkgenootschap dat thans ongeveer 400 gemeenten telt is wel in 1870 erkend door de Regee ring, maar ontvangt geen toelagen uit de Rijkskas. Daarom heeft het trouwens als wij ons niet vergissen nooit gevraagd. Hetzelfde is het geval met de Evangelische Broedergemeenten (Hernhutters) te Zeist en te Haarlem de Duitsch Evangelische gemeenten te Rotterdam en Den Haag de zes gemeenten (te Arasterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem en Weesp) die tot de Anglikaansche of Episcopaalsche kerk van Groot-Brittannië behooren en niet als de Presbyteriaansche en Schotlandsche gemeenten te Arasterdam, Rot terdam, Middelburg en Vlissingen deel uit-j maken van het Ned. Herv. kerkgenoots Een geheel afzonderlijke plaats neemt del Apostolische gemeente te 's Gravenhage in, wier leden geen verschil in de Christelijke kerk erkennen. Die gemeente heeft een opzichter, die den titel van «engel der gemeente" draagt, twaalf apostelen en «pries ters" die ook dienst doen in de filiaal-! gemeenten te Rotterdam, Utrecht, Gro-j ningen, Arnhem, Leeuwarden en Nieuwerkerkj (Zeeland). De leden der gemeente offeren de| tienden hunner inkomsten voor het onderhoud] hunner geestelijken en verdere vrijwillige bijdragen voor den eeredienst en de armen,] geheel naar eigen geweien en zonder eenige controle. k Al deze kerkgenootschappen, waarbij nogM in de laatste jaren de Nederd. Gereformeerdenu (doleerenden) zijn gekomen, voorzien uit eigen! middelen en vrijwillige bijdragen in de kosten» van hunne eerediensten. Ratelend over den harden bodem naderde! een voertuig. Wronkow kon het in den hollen! weg hooren aankomen, lang voordat het inl 't gezicht was. Het was een wagen uit den! molen in 't dal, met een dik, bruin paardI bespannen en Brinkey de knecht, ging tel voet er naast. Hij floot een deuntje en liet! van tijd tot tijd zijn zweep knallen tóen! hij den schoolmeester in 'l oog kreeg, groette! hij dezen vriendelijk reeds van verre. «Goeden dag, meesterHoe staan dezaken?"! Nadat Wronkow hem genaderd was, reikten I ze elkaar de hand, maar bij geen van beiden I ging dit met veel hartelijkheid gepaard. T Wronkow zag heden iu het volle daglicht! beter, dan toen bij de eerste ontmoeting,! welk een krachtige, forsch gebouwde persoon! de knecht was en onwillekeurig schoot! hem de gedachte door het hoofd, dat hij inl een worsteling met dezen het onderspit zou! moeten delven. Intusschen wandelde langzaam met hem naar het dorp terug enl daar hij niet naar de molenaarsvrouw wilde I vragen, vertelde hij den knecht, wat hem met zijn hout was wedervaren. Brinkey lachte; toen hij evenwel zag, dat! de onderwijzer zich over het voorval driftig! maakte, bemerkte hij op goedhartigen toon «Nu, ik wil het u wel zeggen, ik heb die grap uitgehaald, omdat ik juist niets te doen I had." «Gij P" Wronkow bleef eensklaps staan en werd rood tot onder zijn blonde haren. «Ik merk het al," zei de molenaarsgezel,! terwijl hij eveneens bleef staan en den wagen I alleen verder liet rijden «ik merk al,| dat het niet naar uw ziu schijnt te wezen. Als dat zoo is, neem het me dan niet kwa-f lijk, wunt zooals ik u zei, 't was maar een! grap van mij." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1