HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT. G. J. 0. D. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN J. H. YAN BALEN. ,Ea^d«i«ipereert nimmtrl* JdH Piittrs. Cos». Het Vsderlandt ghetronwe Blyijiclc tot io den doot. WiUekssuütd, VersoHlJnt lederen Dinsdag, Donderdag ©ml Zaterdag. A b o n e m n t p rij per S Voer de ceurtnt binnen de gemeeeite 0 Bur de overige plaatsen ven Nederland 000 0 alle landen, die in het postverdrag eijn opgenomen (inbegrepen Ooit-Tndië en Amerika). 000 0 Zuid-Afrika maanden: 0.70, met Zomlagiblad f 1.05 0.90, 1.85 1.75, 2.50, 2.10 3.- RBDACTEÜR-UITGBVER Molenplein. Helder. Tclefoonnninmer 20. P r der Advertjentiën: Van 1—5 regels 50 cents, elke regol meer 10 cent. Bij abonnement, naargelang van de hoeveelheid regels, «aumerkelijk lager. Ingeionden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst taischen den tekst, per regel 10 Ct. Advertentiën voor liefdadige doeleinden5» Dienstaanbiedingen voor den werkendon stand5» Agent in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles. Voor de verkieiing pvan een lid voor de Provinciale Staten van Noordbolland, op Dinsdag 17 November a. s., bevelen wij den kiezers ten drin gendste aan, bunne stemmen uit te brengen op den Heer Notaris te Texel. NEDERLAND. HELDER, 12 November. In de afdeelingen der Tweede Kamer is aan de Regeering de vraag gesteld, hoe zij denkt te voorzien in het dreigend plaats gebrek, nu het Rijks krankzinnigengesticht te Medemblik gevuld is. Dr. A. Kuyper heeft jL Maandag avond het „christelijk-sociaal congres" te Amsterdam geopend met ecne rede (die in druk verschenen is) over „Het sociale vraagstuk en de christelijke religie". Als het doel van dit congres noemt hij daarin om in besloten vergadering de vraag te bespreken: Wat den belijders van den Christus te doen staat met het oog op de sociale nooden van onzen tijd, evenals door roomsch-katholieke congressen in den laatslen tijd geschiedde. Na de roeping en den plicht der christe nen in deze te hebben uiteengezet, eindigde spreker: „En vraagt ge mij dan, of ik op dit ons congres dan waarlijk hope durf bouwen, dat we de oplossing der brandende kwestie van den dag althans iets nader zullen ko men, vergeet dan niet, dat de sociale nood een wereld-vraagstuk is, een vraagstuk van in eminenten zin internationaal karakter, en hetwelk uit dien hoofde, althans binnen de zoo enge grenzen van ons kleine vader land, nimmer kan worden afgedaan. Er blijven immer verborgenheden. Maar voor ons blijft de geopenbaarde ordonnantie, om, in afwachting van wat komen moge, ook op dit congres te doen wat onze haud vindt om te doen, en dat PauilUtoa tm da HtlAaracha- m Niauwed. Courant. s) Herfstdagen. NAAR HET HOOGDUITSCH van Friedrich Jacobsen. te doen met alle macht. En voorts, dit immers staat bij ons vast, zal er voor onze felbewogen maatschappij nog redding da gen, zoo moet ook aan onze straks ster vende eeuw de Christus als haar Heiland verschijnen. En daarom eindig ik met de bede, dat, al mocht die redding uitblijven, en al moest de stroom der ongerechtighe den nog hooger wassen, er nooit van Neêr- lands Christenen zal kunnen gezegd worden, dat door onze schuld, dat door de lauw heid van ons christelijk geloof in hooger of in lager standen, de redding onzer maat schappij verhinderd en de zegen van den God der Vaderen verbeurd werd." Nu ging ik weer naar het strand terug en keek het meisje vragend aan. „Waarom zijt ge heengegaan?" vroeg zij naïef. Ik wees op de badkoets en zeide vervolgens met eenige aarzeling: „Wel, Margreet, ik meende, dat gij wildet baden „Och, gekheid," zeide zij en stond op. Het bloed was haar naar het voorhoofd geste gen en hare blikken dwaalden onrustig langs het strand met dezelfde raadselachtige uit drukking van daareven. De elfen zandvlakte was nog eenzamer geworden, want ook de meeuwen vlogen niet meer rond, en ofschoon er niet het geringste koeltje blies, voer er toch eene lichte rilling door haar leden. „Kom," zei ze eindelijk, „'t is hier zoo atil." Ik heb later de oplossing van het raadsel gevonden toen evenwel pijnigde ik vergeefs mijne hersens, om hiervan eene verklaring te vinden en op den terugweg spraken wij bijna geen woord. In onzen boomgaard stonden twee zware kastanjeboomen en daartusschen was een achommel aangebracht. Waarom, weet ik niet, want kinderen waren er bij ons thuis niet. Pe appels waren rijp, en ik zat daaga na STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De Kamer nam jl. Dinsdag kennis van het bericht van het ontslag, genomen door den heer Bogaerdt, en het overlijden van den heef Dijckmeester, dat met een brief van rouwbeklag zal worden beantwoord. De heer Land is na goedkeuring zijner geloofsbrieven beledigd. Ingekomen is een wetsontwerp tot instel ling eener ridderorde van Oranje-Nassau. NABETRACHTINGEN YAN DEN RAAD- Zoo hebben we dan den 4den November één wethouder méér gekregen. Wij achten de keuze gelukkig en wenschen den lieer Vos van harte geluk, maar met de heeren Ouden hoven, Van Neck en den Voorzitter hadden we er liever twee meer zien benoemen, voor namelijk om de reden, welke de heer Ouden hoven noemde, dat het wenschelijk is, dat het College van B. en W. uit een oneven getal is samengesteld. De begrooting voor 1892 leverde het ge wone refrein op In één, twee, drie afdee lingen was deze opmerking gemaakt en B. en W. beloven daaraan tegemoet te komen. Maar „veel beloven en weinig geven, doet de gekken in vreugde leven," zegt een oud Hollandsch spreekwoord. Evenwel hopen we dat dit hier niet toepasselijk is. Dat zijn echter de aaukleven vnn begroolingen, maar toch moeten we bij enkele voorstellen of bemer kingen een oogeublik stilstaan, en wel iu de eerste plaats bij dat tot verhooging van het salaris van den Secretaris. Er schijnt twijfel te bestaan of alles wel ons strandtochtje hoog boven in een boom, plukte en liet mij de lekkere vruchten sma ken. Margreet zat kalmpjes op den schommel, wiegelde zachtjes heen en weer en zag droo- merig naar mij op. Daar wierp ik haar voor de grap een appel in den schoot. Zij nam hem op, beet er een stukje af en wierp hem toen terug. Ik ving hem op, beet op dezelfde plaats, waar de sporen van hare scherpe tanden zichtbaar waren, eveneens een stak af en gooide hem toen weer terug. Na een weinig aarzelens herhaalde zij het spel. Maar het vangen gelukte mij voor de tweede keer niet, en de vrucht viel op den grond. Bliksemsnel liet ik mij langs den boom afglijden, greep den appel en stond in het volgende oogenblik naast den schommel. „Nog eens, Margreet Lachend schudde zij haar kopje. „Dan zal ik u zoo lang schommelen, tot ge ja zegt," riep ik stoutweg en greep de touwen. De lichte gestalte vloog een paar malen hoog tusichen het gebladerte der boomen, ik zag twee bekoorlijke, kleine voeten en een tipje van een witte kous. Het meisje zei niets, maar boog haar lichaam eu beproefde met de voeten haar kleedje vast te houden. Toen liet zy zich op eens van den schom mel glijden en riep haastig uit „Geef hier, ik wil uw zin doenhet is echter niet lief van u mij zoo te dwingen." En wij aten samen den appel verder op. Na een poosje was mijn schat dan ook verdwenen en schonk ik aan Margreet een ringetje met een blauwe vergeet-mij-niet er behoorlijk marcheert ter Secretarie en men schijnt de vrees te koesteren, dat de bezig heden, die de Secretaris buiten zijn Secreta riaat heeft, daar de redenen van zijn. Daarom stelt de heer Korver voor, het salaris van den Secretaris met f 500 te verhoogen en hem dan te verbieden andere bezigheden te verrichten dan die aan het Secretariaat zijn ver bonden. De heer K. wordt hierin gesteund door den heer Oudenhoven. Het komt ons voor, dat bij eene zoo kiesche zaak niet voorzichtig genoeg gehan deld kan worden. En dan diende o. i. in de eerste vraag te worden uitgemaakt, of er reden is voor de bewering van de heeren Korver en Oudenhoven. De eerste zeide o. a. „dat de gemeente-administratie lijdt onder de werkzaamheden van den secretaris buiten het secretariaatde heer Oudenhoven betoogt, ■dat men alleen icenscht te bevorderendat de secretaris meer uitsluitend in het belang der gemeente werkzaam zal zijnhij vreest voor de telkens lerugkeerende klachtdat dit te laat is en dat te laat.11 Daarom had de heer Verfaille groot gelijk, te waarschuwen dat men elkander goed begrijpe, daarom ook vond de heer Zurmuhlen terecht het door den beer K. gesprokene vrijwel eene beschul diging, als zouden de zaken niet goed gaan. Indien hij echter consequent ware geweest, had hij datzelfde moeten zeggen aan het adres van den heer Oudenhoven, die hetzelfde beweerde. Is de taak, den Secretaris op de schouders gelegd, te zwaar, dan kan men o. i. dat be zwaar niet wegnemen door zijn salaris te verhoogen. Meerdere beloor-ing maakt de taak niet minder en men kan niet vergen, dat de Secretaris dag en nacht in het getouw zou zijn om de belangen der gemeente goed te behartigen. Er bestaat ook voor den Secre taris een bepaalde werktijd. Daarbuiten is hij vrij om te doen wat hij wil, cn dat moet hij, zooals de Voorzitter terecht opmerkte, blijven. Heeft hij te drukke bezigheden, lijdt, zooals de heer Korver beweerde, de admi nistratie er onder, komen er werkelijk, zooals de heer Oudenhoven zeide, klachten over te late afdoening van zaken, dan dunkt ons ,dat het middel voor de hand ligt. Dat middel is zeer eenvoudighet is, zooals de heer Franken zeide, uitbreiding van het personeel ter Secretarie. Dat is het eenige en afdoende middel. De heer Korver moge daar nu geen heil van verwachten, het is toch de aange wezen weg, zelfs al moest het der gemeente meer kosten dan de voorgestelde f 500 voor verbooging van het salaris van den Secretaris een factor, die trouwens hierbij niet in aan merking mag worden genomen. Het verzoek der Hagelsnood-Commissie om nog eens eene collecte te mogen doen, zouden wij liever hebben zien afwijzen. Waarom? Omdat de Noordbrabantsche boer zich tegen hagelslag kan assureeren. Als behoorlijk de te veld staande oogst verzekerd ware gewor den, zou dit den boeren eene kleinigheid hebben gekost, maar het offeren van die bagatel zou dit gebedel onnoodig hebben gemaakt. Op zoo'n manier boet de burgerij voor de verzuimen van een ander. Ten minste hadden wij het beter gevonden, wanneer liet bij de ééne collecte gebleven ware. Het gaat niet aan de schade, waarschijnlijk door gierigheid of onwil beloopen, te verhalen op anderen. De Commissie van toezicht op het Zieken huis en de Gemeente-apotheek gaf keunis, dat zij met uit. October haar mandaat neer legde. Waarom dat De heer Korver vroeg dit en kreeg van den heer Over de Linden ten antwoord, „dat dit hare zaak was." Nie mand zal ontkennen, dat het in de eerste plaats de zaak der leden is, of zij ontslag wenschen te nemen, maar de redenen, die haar daartoe geleid hebben, kunnen wel degelijk een zaak van publiek belang zijn. Is die reden soms te zoeken in de keuze voor een gemeente-apotheker-directeur van het ziekenhuis Wij vinden helzeer vreemd, dat de heeren niet op inlichtingen aandrongen en zijn zeer benieuwd, of de nieuw gekozen com missieleden de benoeming zullen aannemen. Den heer Vos, die terstond aannam, zijn on getwijfeld volledige inlichtingen verstrekt. Ten slotte verheugde men de schildersver- eeniging „Oefening kweekt Kennis" met een subsidie van f 100.ten einde de leden in de gelegenheid te stellen teekenonderwijs te ontvangen. Wij juichen dit zeer toe, evenals het besluit om geen subsidie te verleenen aan Hehler's Harmoniekapel. De financieele toestand onzer gemeente laat o. i. vooralsnog niet toe, dergelijke vereenigingen te subsidieeren. op, dat ik tot nog toe gedragen had. Het was maar kinderspel, doch het geheim zinnige leverde er eene bijzondere bekoring aan. Niet, dat het voor de wereld een geheim was, maar voor onze eigen harten. Wel waren wij ook van de buitenwereld afgesloten, maar daar letten we niet op. Onze voeten voerden ons langs een afgrond, maar zij struikelden niet, want wij waren er blind voor. Slechts hij, die het gevaar kent, valt het ten offer. Wij doolden samen door de omstreken, liepen elkander ouder de boomen in den tuin na, zaten des avonds by de lamp en lachten en schertsten. En als de klok van den kerktoren tien slagen deed hooren, dan gaven wij elkaar de hand en verlieten elkander, Margreet om naar haar slaapvertrek en ik om naar mijn zolderkamertje te gaan. Daar zat ik dan nog langen tijd voor het open venster en keek naar buiten in de stille natuur en alles ademde herfstvrede; wij waren ook nog zoo jong. Eens wilde ik nnar de woonkamer terug- keeren, omdat ik iets vergeten had; maar toen onder mijne voeten de trap kraakte en het geluid door de stille woning weerklonk, keerde ik op mijne teenen terug. Ik weet stellig, dat ik iets wilde halen, maar misschien had ook het beeld van een engel mij voor oogen gestaan. De zon goot haar licht uit over die herfst dagen. Niet dien heeten zomergloed, maar zoo'n zachte, milde warmte. Ik heb ze sedert nooit weer zoo weldadig gevoeld. In den laatsten tijd van ons te zamen zijn noemde ik Margaretha niet meer bij haren naam, maar „nichtje". Of ik mij er toe gedrongen gevoelde, om onze wederzijdsche verhouding als familieleden in herinnering te brengen, ik weet het zelf nietmaarzij hoorde het gaarne, en daar alles reeds lang tusschen ons uit was, klonk dat woord nog eenmaal als de echo van een smartkreet in mijne ooren maar daarvan later. Aan alles komt een einde in deze wereld, zoo ook aan mijne vacantie. Ik wi9t het niet of, liever gezegd, wilde het niet weten, dat mijne vrije dagen ten einde spoedden. Daar kwam een brief van mijne ouders aan Margreetzij liet hem mij zien en zeide toen„Morgen komen oom en tante terug. „Dan moet ik weg," wa9 mijn antwoord. „Wel, waarom?" vroeg ze verbaasd. „De school begint weer," gaf ik ten ant woord. Dat was geen leugen, maar zonder dat had ik toch heen gemoeten. „Ach, die vervelende school," meende Margreet op een toon van minachting, „ik wou, dat ge al student waart." „Ik ook, nichtjemaar waarom zoudt ge dat wel wenschen Zij kreeg een kleur en zei toen, na een oogenblik zwijgens, lachend: „Wat mij aangaat, mocht ge ook wel blijven, wvt ge nu zijt." Mijn aanstaand vertrek bracht heel wat drukte mee. Margreet hielp mij trouw bij het volpakken van mijne tasch, en toen ze de leerboeken, die ik mede gebracht had, er in stopte, kon ze niet nalaten te zeggen „Die hebben ook hun rust gehadzult gij nu ook uwe lessen kennen Meisjes kunnen op hun zeventiende jaar erg meedoogenloos zijn de tyd der vergelding komt eerst later* Blnnenlandsch nieuws. Texel. Door de Kiesvereeniging ,Nieuw Leven" is voor de a. s. herstem ming voor een lid van de Prov. Staten tot candldaat gesteld de heer G. J. O. D. Dikkers, notaris. Schagen. De mazelen heerschen hier nogal erg; meer dan ioo leerlingen ver zuimen de scholen. Oostwoud. De wintervergaderingen van ons Nutsdepartement zijn in de vorige week weder aangevangen. De heer A. B. Weber, de bekende volks- redenaar van Helder, had zich verbonden, om de eerste spreekbeurt te vervullen en hij heeft zich op meesterlijke wijze van die taak gekweten. Voor de vrij goed opgekomen leden met hunne dames hield hij eene keurige ver handeling over: den Laster, gevolgd door eenige goed gekozen en glad uit het hoofd voorgedragen bijdragen. Het publiek was dankbaar en, zooals de voorzitter aan het einde der vergadering getuigde, ook vol daan. In de volgende vergadering hopen wij het genoegen te hebben dr. Niemeijer, predikant te Sneek, in ons midden te zien, om van wege het hoofdbestuur eene volks^ lezing alhier te houden. Schellinkhout. Omdat de Gymna stiek-Vereeniging „Gezondheid en Kracht" alhier, sedert verleden voorjaar, wegeDS het gering aantal leden, veroorzaakt door vertrek als anderszins, hare oefeningen tijdelijk heeft gestaakt, is door den Directeur, den heer W. Seigers, eene adspiranten afdeeling gevormd, bestaande aanvankelijk uit ia leden. Oude Niedorp. Het fanfarekorps van Winkel, onder directie van den heer A. Egmond Jr., gaf Zondag 8 November alhier een Concert dat goed in den smaak viel en een goeden indruk heeft achter gelaten, zoodat wij hopen het korps meer malen terug te zien. Volondam. De bestaande Zuiderzee haven alhier is te klein voor onze vis-, schersvlootdaarbij komt dat zij met recht eene „vluchthaven" mag genoemd worden, omdat zij daartoe steeds wordt gebruikt. Het bestuur van Edam, waartoe ons dorp behoort, is bezig middelen te beramen om eene tweede zeehaven alhier te verkrijgen. Zij gevoelde zeker, dat ze wat scherp inj haar spreken geweest was, want onmiddellijk, liet ze er goedhartig op volgen „Kom, dat was maar gekheid ik wil Uj. liever een eindje wegbrengen." En nog eenmaal gingen wij naast elkander over den weg. Het was nu een weinig herfst- achtiger geworden en om de zon was eem fijne kring van nevel zichtbaar. Maar da? voorboden der najaarsstormen sliepen nog" altijd. Wij liepen dichter bij elkander dan" anders, mijn neerhangende arm kwam telkentf» tegen Margaretha's kleederen aan, en sora-j wijlen boog ik mij onder het gesprek tot? haar over, zoodat onze schouders elkander» raakten. Er was iets, dat mij onweerstaanbaar" tot haar trok. Zij week niet op zijde, maar werd stiller. Nu verdeelde zich de wegeen jonge eilfl stond aan den kant der straat en wees hete punt van splitsing aan. Daar namen wij afscheid. Toen Margreet mij de hand reikte, trok ik baar wat dichter naar me toe en zag haa^. in de oogen. In die enkele minuut gevoeld^ ik, dat het met hel kinderspel uit was eij iets auders daarvoor in de plaats begon t<n treden, maar tot uiting kwam dat gevoeg, niet. m Het zou mij welliokt maar een enkel woorfl gekost hebben en er ware meer geschied^ doch dat woord werd niet gesproken. Zoo gingen we van elkander, maar ee' woord, dat met moeite ingehouden, ja teru? gedrongen wordt, blijft als eene drukkend, gedachte in de ziel achter i (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1