NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 69. Zondag 11 Juni 1S93. Jaargang 51 Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. Premiën. Het uitroamen der Melk, De Veefokker. De Referendaris. NEDERLAND. Het Vaderlandt ghetronwe Blijf iele tot in den doot. Wilhefmutlied. a «fe a EN „En dtKtpcrrerl nimmer!" Jan Pitten, (oen. VersoüUnt lederen Dinsdag, Dondorrtn« on Zaterdag. A b o n n e m e n t p r ij per 3 Voor de courant binnen de gemeeente 4 naar de overige plaatsen van Nederland alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indië en Amerika). ii» i Znid- Afrika f 0.70, met Jong Holland 1.20 0.90, i ,1.40 1-75, 2.50, UITGEVER J. H. VAN BALEN. Molenplein.Kelder. Prgs dar Ad Van 15 regels 50 cents, elke regel meer hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advertentiën voor liefdadige doeleinden Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand erta 10 cent. Bij abonnement, naar gelaag r per rage! 5 De Advertentiën hunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst. Voor de abonnés van ons blad zijn, tegen veel verminderde prijzen, ver krijgbaar de volgende werken Aanteekeiiliigen van den fokker omtrent zijn melkvee, door E. B. Eylkema, Directeur der Leeuwarder Melkinrichting. Prijs 40 cent, franco 50 cent. door II. li. Hylkema, Directeur der Leeuwarder Melkinrichting. Prijs 20 cent, franco 25 cent. Het Geheim van den Toovenaar, door Andrê Laurie. Prijs 50 cent, franco 60 cent. OorsjroiMij'te (Baassclie) Roman, door J. STORM. Prijs 50 cent, franco 60 cent. Het bedrag kan per postwissel worden overgemaakt. Bestellingen, die niet vergezeld gaan van het bedrag, worden niet uitgevoerd. HELDER, io Juni. Offlciëele berichten uit de „Staatscourant". Bij Kon. besluit is benoemd tot kanton rechter te Hoorn rar. H. Wisseling, tban9 griffier der arrond.-rechtbank te Alkmaar. De ofF.-macli. 1ste kl J. L. Vermeer wordt met 11 Juni a. s. geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis en met 26 daaraanvolgende belast met de opleiding der maeh.-leerl., ter vervanging van den ofF.- mach. Ie kl. J. A. Goetz, die met laatstge- melden datum op non-act. wordt gesteld. Met eerstgenoemden datum wordt geplaatst bij de conservatie in de directie der Marine te Hellevoetsluis de off.-mach. der 2de kl. L. Klompé. Personeel en bedrijfsbelasting. Een belangrijk amendement is door de Commissie van rapporteurs voorgesteld, om voor de middenklassen, die tevens personcele belasting betalen, den druk reeds aanstonds bij invoering der bedrijfsbelasting te verlich ten, in afwachting dat het personeel op zich zelf wordt herzien. Daartoe stelt de Commissie een grens van f 4500 inkomen, hetzij enkel uit bedrijf, beroep, enz., hetzij tevens uit vermogen (berekend tegen 4 pCt. rente). Wie aldus onder f 4500 zuiver inkomen heeft en in de personeele belasting valt, mag van zijn aan slag voor de bedrijfsbelasting 2 pCt. aftrek ken voor elke honderd gulden welke die in komsten beneden f 4500 blijven. Deze aftrek zal echter nimmer meer dan veertig pCt. mogen bedragen. Wie derhalve f 1000 inkomen heeft en daarover, volgens het ontwerp, 2 pCt. van f 400 (dus f 8) aan bedrijfsbelasting ver schuldigd is, zal indien hij ook in de personeele belasting is aangeslagen 40 pCt. mogen aftrekken en dus slechts f 4.80 be drijfsbelasting hebben te betalen. Van een inkomen van f 1600 enkel uit bedrijf of ambt zal niet f 20 zijn verschuldigd, maar f 12 van f 2000 niet f 28, maar f 16.80 van f 3000 niet f 48, maar f 28.80 van f 3600 niet f 60, maar f 42 van f 4000 niet f 68, maar f 58 van f 4400 niet f 76, maar f 74. Deze cijfers veranderen, wanneer in de ge zamenlijke inkomsten renten van vermogen zijr. begrepen, waarover de aftrek niet wordt verleend. Ook dan echter mag men voor elke f 100 beneden de f 4500, van den aanslag in de bedrijfsbelasting 2 pCt. af trekken, ten hoogste echter 10 pCt. Wie dus f3000 inkomen heeft met een ka pitaal van f 20,000, wordt geacht vaD dat laatste f 800 rente te trekken, zoodat zijn bedrijfs- of beroepsinkomsten op f 2200 wor den gesteld. Daarvan moet hij volgens het ontwerp 2 pCt. over f 2200 f 600 betalen, dus f 32. Het amendement staat hem daar over een altrek toe 40 pCt., dus f 12.80, zoodat hij aan vermogensbelasting f 12.50 en aan bedrijfsbelasting f 19.20, te'amen t 31.70 heeft op brengen. Aanneming van het amendement zal dus voor de middenklasse een niet te versmaden verlichting van druk opleveren. Bismarck over Holland. „G een land, maar een weid e." De onlangs uitgegeven brietwisseling van Otto von Bismarck, indertijd afgevaardigde op den Bondsdag te Frankfurt, met gene raal Von Gerlach, den invloedrijken adju dant van Frederik Wilhelm IV en hoofd van de Camarilla, heeft niet bijzonder veel waarde als geschiedkundige bron, want nieuwe feiten ot tot nu toe geheimgehouden onderhandelingen, leert zij ons niet kennen. Maar de brieven van Bismarck aan Ger lach zijn belangwekkend, omdat zij ons een blik doen slaan in de geestelijke werk plaats van den staatsman, die toen nog in zijne leerjaren was en toonen, dat hij een meester in den stijl, een geestig, scherp en dikwijls genoeg satirisch waarnemer van personen en verhoudingen was. Uit een aesthetisch oogpunt verschaften zij veel ge noegen. Misschien zal men daarom juist in Nederland belang stellen in een koite be schrijving, die Bismarck van Amsterdam geeft. In Augustus 1833 bezocht hij voor de eerste maal op zijn reis van Ostende naar Norderney het hem nog onbekende Nederland, en 24 Aug. schreef hij uit Am sterdam aan zijn vriend „Alleen voor het geval, dat u in den overvloed van tijd, dien gij te Bohrbeck (het landgoed van graaf Von Gerlach) hebt, de onbedwingbare lust mocht bekruipen mij te schrijven, ver oorloof ik mij u te melden, dat ik van morgen tot 10 Sept. ongeveer te Norderney zal zijn. Als ik zeg van morgen, dan kan dat ook wel overmorgen worden, doordat ik van hier naar Texel en verder ga, waar bij de pink, waaraan ik mijzelf en mijn bediende toevertrouw, van den wind afhangt. Men zegt, de reis kan van 1248 uur duren en ik zal mij van zooveel pro- - viand kunnen voorzien, dat ik niet behoef te teren op de zeehonden en dolfijnen, die ik van plan ben onderweg te schieten. Tot nu toe heb ik opgemerkt, dat de plaats, die op de kaart Holland beet, in het geheel geen land is voor een landheer van Rohr- beck. Het is een 10 mijlen lange weide, waar vele boschjes staan en tusschen ontel baar vele herkauwende koeien steden lig gen, die naar oude prentenboeken gebouwd zijn. Dat Amsterdam met zijn lindeboo- men en bezette kanalen en grachten, met de rookerige lucht, waarin men een phan- tastisch gewirrewar van straten, van zonder linge huisgevels, van schoorsteenen in on bepaalde omtrekken ziet, heeft ondanks zijn bedrijvige werkzaamheid iets zoo spookachtigs voor mij, dat ik nooit aan verschijningen zal gelooven, als het hier niet spookt. Ik ben er op voorbereid 's nachts vele Vliegende Hollanders in buffelleder en Spaansche kragen met pun tige hoeden en nog puntiger baarden voor mijn bed te zien". (Hbld.) De afd. Leerdam der „Maatschappij van Geneeskunde" heeft voor de alg. vergade ring het voorstel aan de orde gesteld, dat van het hoofdbestuur worde opgedragen, der Regeering te verzoeken, bij de ophan den zijnde behandeling der" Legerwet maat regelen voor te stellen, waardoor de toe stemming tot uitoefening der burgerpractijk aan officieren van gezondheid, bij Kon. besluit verleend, worde opgeheven. De afdeeling wenscht echter, dat hun het recht tot het houden van consulten toege staan zij. 186 hem spottend aan en zeide„Is het uit met onze vriend schap Gevoelt uw hart niets meer voor mij Ach, wat had zij toch nog een macht over hem. Wat sidderde hij nog onder den blik dier schoone oogen en onder het geluid van die fraaie stem. Hij moest zich geweld aandoen om zich goed te houden. Maar toch zeide hij met gemaakte verbazing: „Hoe komt ge op dat idee? Waarmede heb ik dat verdiend?" „Wel, ge zijt vandaag zoo koel tegen mij, Sam o, doe geen moeite het te loochenen. Ik laat mij niet bedriegen en kan heel goed zien of men mij liefheeft of niet." Zij deed alsof zij beleed igd was. „Het geeft mij toch niets of ik u liefheb of niet," zeide hij. „Dat kunt ge niet weten. Ge hebt ook geen geduld, lieve Sam.' „Als men zoo oud is als ik, heeft men daar ook geen tijd meer voor." „Zoo oud als gij. Wat een huichelaar zijt ge toch. Ik ben echter in ieder geval nog jong." „Ja, nog zeer jong, inderdaad," zeide hij, met bijzonderen nadruk. „Maar laat ik u zeggen, waarvoor ik ben gekomen. Nu ik niet meer in uwe gunst deel, kan ik u ook niet meer van dienst zijn. Hier breng ik u het vermogen, dat ik door speculeeren voor u heb gewonnen. Gij hebt mij tweemaal honderdduizend francs gegeven en ik breng u het zesvoudige terug. Een millioen winst. Van nu af aan behoeft ge van niemand meer afhankelijk te zijn en zoo uwe zonderlinge liefhebberij u op den een of anderen dag in moeielijkheid brengt, hebt gij in ieder geval minstens zooveel, dat ge er fatsoenlijk van kunt leven." Hij verwachtte een woord van dank, maar Lydia ant woordde zeer droog: „Ik ben u wel verplicht, lieve vriend, maar ik geloof toch, dat ge de papieren wel een beetje te spoedig te gelde hebt gemaakt. Sedert gij ze verkocht hebt, zijn zij aanhoudend gestegen; ik verlies daardoor een aanzienlijke som." Zij keek hem onderzoekend aan en hij zag, dat zij in zichzelf dacht of hij inderdaad wel zoo scherpzinnig was als zij tot heden geloofd had. „Nu houdt zij mij ten slotte nog voor een domkop," dacht hij. „Dat is waarachtig aardig „Dat gij mij hebt uitgevraagd op deze manier, mijn beste voogd, bewijst mij, dat Raimond door een ernstig gevaar wordt bedreigd. Ik heb genoeg losgelaten om u te doen begrijpen hoezeer Lydia te vreezen is. Als ge er meer van wilt weten, moet ge het aan Ploërné vragen; het is zijn geheim en ik heb geen recht het u te vertellen. Maar wees zeer voorzichtig met hem en spreek nooit van Lvdia, maar van mij verstaat ge, van mijdat is genoeg om u klaarheid te verschaffen. En in ieder geval, waakt over hem ik ben er zeker van, dat zijn geluk en zijn leven worden bedreigd!" Bernheimer vatte hare hand en zeide: „Therese, het ware toch veel eenvoudiger, als ge mij alles zelf wilde vertellen." „Neen, dat is onmogelijk!" herhaalde zij. „Denkt ge dat, terwijl ik gezwegen heb toen het mijn geluk gold, ik nu zou spreken, nu het offer gebracht is?' „Dus uwe intrede in dit klooster is het gevolg van die gebeurtenis?" „Ik zeg u niets meer!' riep Therese bewogen uit. „Als gij medelijden met mij hebt, laat mij dan met vrede. Leef wel, God behoede u.... en waak over hem!" Zij liet zich door Samuel kussen, drukte hem in groote ontroering de hand en verliet snel de kamer. Toen Bernheimer in zijn coupé zat, gingen hem allerlei gedachten door het hoofd. De daadzaak, dat Lydia Rai mond haatte en zijn ondergang zocht, stond echter het meest op den voorgrond. Maar waarom wilde zij dat? Om wraak te nemen over „dien andere'. Maar wie was die andere? Was hij dood? Ja, dat moest wel zoo zijn. Zeker door Raimond gedood. Hoe en wanneer was dat gebeurd Men ziet, dat Bernheimer al niet ver meer van de waar heid was. Maar de geschiedenis van het duel te Toulon was indertijd met de meeste geheimzinnigheid behandeld. De prefect had in de papieren van Girani zekere aanwij zingen gevonden die ertoe geleid hadden, den jongen officieren eene berisping toe te dienen, dat zij vreemdelingen te veel vertrouwen schonken. En Listel, Houehard en hunne kameraden waren, nu de zaak zoo'n keer had genomen, blijde, dat zij er met eene berisping afkwamen en lieten STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 8 Juni. De omvang van het debat over het be trekken van den landbouw in de Bedrijfs belasting deed den Voorzitter met een avondzitting dreigen. Als bestrijder van de vrijstelling trad op de heer Heldt, die daarin een onrechtvaar digheid zag tegenover hen, die, gelijk de landbouwers, dusver vrij van patent waren. Hij deed het voorstel om, wordt de land bouw niet belast, ten minste de bloembol lenteelt en het fabriekmatige landbouwbe drijf wel te doen betalen, waartegen de heer A. Van Dedem, voor wat betreft de kwee- kerijen, opkwam. De heer Harte verdedigde uitzondering van den landbouw, evenals de heer Ree kers. Daarentegen wenschte de heer Henne- quin geen bevoorrechting van den land bouw. In dit langdurige bebat sprong mr. Levy tegenover de theorie van den heer Sanders in de bres voor de heiligheid van den grondeigendom. De Minister van Financiën verdedigde uitvoerig de vrijstelling van den landbouw, als billijk en in overeenstemming met de overige belastingwetten. De vrijstelling van bloembollencultuur acht hij noodig, om den schijn niet op zich te laden, dat de fiscus de bloemencultuur ongenegen is. Ook het tweede ainend.-Heldt bestrijdt hij. De stemming over de amendementen op art. 3 was aldus 1. Verworpen met 69 tegen 21 stemmen het amend.-De Beaufort, om den aftrek van kosten te doen vaststellen voor ambtenaren bij Kon. besluit. 2. Aangenomen met 63 tegen 38 stemmen het amend.-Donner, om verhuurders van ongemeubileerde wöningen niet in de Be drijfsbelasting aan te slaan. 3. Verworpen met 57 tegen 55 stemmen het amend.-Van Reuningen, om pensioenen, wachtgelden en lijfrenten ten volle te treffen. 4. Verworpen met 76 tegen 16stemmen het araend.-Poelman, om alle vaste tracte- menten voor slechts 75 pCt. te berekenen. 5. Verworpen met 79 tegen 13 stemmen het amend.-Heemskerk, om ambtenaren, predikanten, militairen en onderwijzers slechts voor de helft aan te slaan. 6. Verworpen met 47 tegen 45 stemmen het amend.-Seret, om lijfrenten ten volle te belasten. 7. Verworpen met 67 tegen 25 stemmen het amend.-De Ras, om van alle vaste trac- tementen slechts de eerste f 1000 voor de helft te belasten. 8. Aangenomen met 64 tegen 28 stem men het amend.-Borgesius, om van pensi oenen, wachtgelden en lijfrenten de eerste f 1000 voor de hel (t te belasten. 9. Verworpen met 73 tegen 20 stemmen het amend.-Poelman, om de vrijstelling van den landbouw te doen vervallen. 10. Verworpen met 70 tegen 22 stemmen het amend.-Heldt, om de boom- en bloem bollenkweekers niet vrij te stellen, en 11. Verworpen met 73 tegen iS stemmen het amend.-Heldt, om de zuivelfabrieken niet vrij te stellen. Derhalve blijft de landbouw in zijn gan- schen omvang vrijgesteld. Zitting van Vrijdag 9 Juni. Van de reeks amendementen op art. 3 der Bedrijfsbelasting, die jl. Donderdag eindelijk in sterwning kwamen, was het meest principieele dat van den heer Van Beuningen, die aan tractementen, pensioe nen enz. geen voorrecht wilde toekennen en alle inkomsten, vaste en wisselvallige, uit beroep zoowel als uit bedrijf, wilde ge lijkstellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1