NIEUW EDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
M. 82.
Woensdag 12 Juli 1893.
s fjr Jaargang 51
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
Het. Vaderlanilt gketronwo
Blijf ick tot ia dea doot.
IFil/ielm U3 lied.
EN
„Bti dcartperrert nimmer I"
Jan Pitltri. Lot*.
VersolUjnt lederen Olnadas, Donderdag ea Zaterdag.
Abonnement!
Voor de courant binnen de gemeeento
j nanr de overige plaatsen
pnja
Prq
Adv
Nederland
alle landen, die in het postrerdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Tndië en Amerika).
Znid- Afrika
1.75,
2.50,
H. VAN BALEN.
Molenplein.Helder.
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. -
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand
Bij abonnement, naar gelang van de
per regel 5 Ct,
De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tnsschen den tekst.
De Redactie van de
Heldersche- en Nieuwedieper
Courant noodigt de kiezers beleefd uit,
bij de aanstaande verkiezing voor het
lidmaatschap van den Raad dezer
Gemeente hunne stemmen uit te brengen
op de heeren
C. A. BEUKENKAMP.
Dr. P. 0. F. FROVVEIN.
0. S. DE WIT.
I. K0RVER.
P. VAN TWISK.
J. H00GEN BOSCH.
Van alles wat.
SIMONOSEKI.
1863—11 Juli—1893.
Het is dertig; jaar geleden, dat een gebeur
tenis voorviel, zóó verheffend voor ons Neder
landers, zóó verheffend bovenal voor onze
Marine, dat wij niet kunnen nalaten die bij
deze gelegenheid in herinnering te brengen.
Wij bedoelen de roemrijke tocht van de
Medusa in de wateren van Japan, het for-
ceeren van den doortocht van Simonoseki.
Het mag bekend verondersteld worden dat
de politieke toestand toenmaals (1863) alles
behalve bevredigend was. Japan, dat eeuwen
lang zijne havens gesloten had gehouden voor
den toegang van buitenlanders, werd door
verschillende mogendheden het mes op de
keel gezet om die havens te openen. De
afgedwongen handelstractaten werden niet
nageleefd en het verbitterde volk, dat de
vreemdelingen wilde weren, bedreef moord op
moord.
Het was in dien veelbewogen tijd, dat Zr.
Ms. „Medusa" van Nagasaki naar Yokohama
vertrok om den consul-generaal den heer graaf
van Polsbroek naar laatstgenoemden stad over
te brengen.
De „Medusa" was een schroefstoomkorvet,
bewapend met 21 stukken geschut en 100
geweren. De etat-major bestond uit de vol
gende officieren
Commandant, kapt.-luit., adjudant des Ko-
nings in gewonen dienst Jhr. F. de Cnsera-
broot1ste off., luit ter zee 1ste kl. J. J.
de Hart luit. ter zee 2de kl. D. G. E.
Wolterbeek Muller, A. J. Thurkow en P.
Wittop Koningadeloorsten 1ste kl. J. T.
J. Bruijn, J. van Herwaarden, E. J. Hoos,
J. C. A. Wissel, W. C. A. Ziegenhert von
Rosenthal en H. de Jongh off. van gez.
2de kl. C. F. T. Hommelid. 3de kl. H.
J. Nieuwkerk off. van admin. 2de kl. J. A.
Waldeck scheepsklerk L. C. Duhó mach.
lste kl. G. Philipse id. 2de kl. J. Hollmann.
Dek- en Onder-officieren schipper J. de
Vogelbootsman H. Hendriks schieman J.
Conneman konstabelmajoor W. de Haas
lste timmerman L. Twigt; lste zeilmaker B.
Nierop en lste ziekenoppasser P. Guijken
schoolmeester W. Van der Laan sergeant
schrijver J. H. Bonting bottelier J. Kapteijn
sergeant der mariniers F. H. Zoomers.
Wij laten verder den commandant aan het
woord.
Nauwelijks buiten de baai van Nagasaki,
zegt hij, zijnde, ontmoetten wij een klein stoom
vaar tuig onder de Fransche vlag, de Kien-
Chan.
Ontwarende dat de Kien-chan stopte en eene
sloep gereed maakte, draaide ik onmiddellijk
bij en wachtte de sloep in, waarmede de Lui
tenant ter zee le kl. Lafond aan boord kwam
en mij verzocht zijne depêches voor zijn Schout
bij-Nacht te Yokohama mede te nemen, rpij
tevens met groolc verontwaardiging over de
Japanners mededeelende, dat eenigc Japansche
batterijen met zwaar geschut op zijn kleinen
bodem hadden gevuurd in de straat van Si
monoseki, en dat het aan de snelheid van de
Kien chan te danken was, die hij niet in den
grond geboord was geworden, hebbende 12
kogels het vaartuig getroffen, gelukkig zonder
iemand te dooden of te kwetsen.
Van hoeveel gewicht mij deze tijding ook was,
zeide ik hem, dat ik niet geloofde, dat zij op
een goed gewapend oorlogsschip zouden dur
ven vuren, en dat ik bovendien geene de
minste geldige reden wist, om niet mijn koers
te vervolgen naar de binnenzee, hetgeen hij
met mij eens was, te meer wegens de eeuwen
lange goede verstandhouding, tusschen Neder
land en Japan bestaande. Daarop liet ik den
eersten officier, den Luitenant ter zee lste kl.
de Hart, in de kajuit ontbieden, deelde hem
een en ander mede en verklaarde in zijne
tegenwoordigheid den Consul-Generaal van
Polsbroek, dat ik, verplicht zijnde met hem
in zoodanige zaken in overleg te handelen,
Z.W.Ed.G. officiéél kennis moest geven van
mijn voornemen om door de straat van Simo
noseki de binnenzee in te varen, alsmede van
de mogelijkheid, al ware het nog zoo onwaar
schijnlijk, dat erop de „Medusa" gevuurd zou
worden, in welk gevaar ik voor de eer van
onze vlag doortogt zou moeten forceeren.
De heer van Polsbroek meende, dat er geene
de minste waarschijnlijkheid beslond, dat Ja
pansche batterijen op een Ncderlandsch oor
logsschip zouden vuren, en geloofde ook, dat
wij geene redenen hadden, welke eenig open
lijk mistrouwen ten aanzien van Japan dien
aangaande konden wetligen, en beaamde ten
volle mijne zienswijze.
Gedurende den nacht in dikke duisternis
en stortregens in de baai van Kawats ge
legen hebbende, vervolgde de „Medusa" met
het aanbreken van den dag de reis door de
zoo heerlijk schoone straat van Firando en
bereikten wij met zonsondergang het eiland
Aï-simn, wnaronder wij ten anker kwamen,
om met den dag door de straat van Simono
seki op het gunstigst oogenblik van het getij
door te stoomen.
'8 Morgens ten 4 ure lichtten wij het anker
en stoomden benoorden het eiland Siro-sima
naar den noordhoek van Moïtsode, dezen
gerond hebbende, stuurden wij evenwijdig
aan de kust van Hiine-sima naar de straat.
Ten 6 ure werden er twee schoten zonder
scherp gelost van eene batterij op Hime-sima,
waarschijnlijk seinschoten om de autoriteiten
van Simonoseki het binnenkomen van eenig
oorlogsschip te verkondigen, zooals zulks in
Nagasaki ook het gebruik is. Hoewel de
Consul-Generaal met mij in het stellige denk
beeld verkeerde, dat de rustige bewoners van
Simonoseki, die ons eene maand geleden
ongemoeid hadden laten voorbij stoomen,
zulks nu ook wel doen zouden, liet ik niette
min alarm slaan en dus alles in gereedheid
brengen tot het gevecht, en de vlag hijschen.
Alles gereed zijnde, heerschte er eene plech
tige stilte binnen boord het was hoogwater,
evenwel de ebbe reeds aan het doorkomen,
zoodat wij het in den stroom hadden den
zuidpunt van Hime-sima rondstoomende, kregen
wij de stad Simonoseki in 't gezigt, en zagen
twee vaartuigen, eene brik en eene bark, voor
de stad ten anker, welke de Consul-Generaal
herkende als koopvaarders door Japan aange
kocht van Engelsche kooplieden en naderhand
met zwaar geschut gewapend van de
brik vielen zeven a acht losse schoten, waar
op onmiddellijk order gaf, om, in geval er
met scherp gevuurd werd, zulks dadelijk met
de volle laag van onze zijde te beantwoorden.
Tot ons aller verwondering dwars van de
stad zijnde, pende een groote batterij van 8
stukken zwaar ge,schut, aan de westkust der
stad gelegen, gelijk met de twee schepen, een
vuur met kogels en granaten op ons.
Dat wij dit onmiddellijk en met succes
beantwoordden, zoodat de schepen vreeselijk
gehavend werden, behoeft geen twijfel zijnde
de afstand t' sschen ons en de schepen nauwelijks
2£ kabellengte of ruim 600 Ned. ellen. Ik
liet toen op de schepen aansturen, om die
in den grond te boren of le enteren, doch
bemerkte in eens van 6| vaam diepte op 3J
te komen de Japansche loods, hoewel geheel
onthutst en vol van schrik, wenkte mij on
middellijk af te houden, anngezien het schip
anders aan den grond zou geraken op dit
oogenblik begonnen twee andere batterijen
haar vuur op de „Medusa" te openen deze
lagen aan den oostelijken kant der stad, naar
gissing op 20 el hoogte. Tk gaf toen order
het vuur bepaaldelijk te rigten op die groote
batterij, aan den westkant der stad gelegen,
14
het toeval misschien nu en dan nog in mijn somber leven
zal laten schijnen, wil ik mij door niemand laten ontnemen,
door oppassers en spionnen evenmin als door zoogenaamde
„goede kameraden"
„Mijn vertrek kan onder zulke omstandigheden u niet
anders dan hoogst welkom zijn, ofschoon ik liever anders
van u zou gescheiden zijn, Edith, en het doet mij leed,
dat aan dat vertrek zulke verklaringen vooraf moesten
gaan
„Werkelijk? En toch hebt ge het oogenblik van uw
vertrek met zoo fijne berekening gekozen Die drie dagen
alleen met Burghardt zal mij bij al onze goede bekenden
en naburen reddeloos compromitteeren dat is waarschijnlijk
uw eenige drijfveer. Maar ik bekommer mij gelukkig al
heel weinig om de meening van deze landjonkers en hun
kwaadsprekende vrouwen. Evenmin als ik een eerewacht
noodig heb om mijne vrouwelijke waardigheid te beschermen,
even zeker gevoel ik mij in staat om voor de wereld en
voor mijn man de verantwoordelijkheid voor mijne daden
op mij te nemen. Gij zult mij nooit voor de voeten kunnen
werpen, dat ik de plichten der gastvrijheid jegens u
geschonden heb of verwaarloosd en als ge in weerwil
daarvan in dit oogenblik Groenheide verlaten wilt, kan ik
er niets tegen doen, maar dat is voor mij geen reden om
den vriend mijns mans buiten de deur te zetten."
Blanca antwoordde niet dadelijk. Zij stond met gevouwen
handen voor de tafel en aan haar bleek en bekommerd
gelaat was het te zien, welk een hevigen strijd er in haar
binnenste gevoerd werd. Maar na eenige minuten strijdens
moest zij toch tot een besluit zijn gekomen, want zij trad
de jonge vrouw terzijde en terwijl hare oogen die van
11
ge die andere ziet toepassen. Vergeef mij, als ik dat
niet rechtvaardig vindt. Ik dacht, dat ik in uwe achting
moest rijzen, als ik mij eindelijk aan u vertoonde zooals ik
werkelijk ben."
„Ik zou u dankbaar zijn voor elk bewijs van vertrouwen,
waarmede gij mij wilt verwaardigen, maar dit dit kan
onmogelijk de waarheid zijn. Het is onmogelijk, dat gij
u ongelukkig kunt gevoelenals Gerard's vrouw
De jonge vrouw had zich weder van Blanca afgewend.
Onder het lichte, dunne zomerkleedje ging hare boezem
stormachtig op en neer.
„Gij hebt mij niet verkeerd verstaan," zeide zij „ik heb
niets van mijne woorden te herroepen
„Dan weet ge niet wat ge zegt, Edith, of gij zijt
onder den invloed van de een of andere opgewondenheid,
die u, ah ge tot kalmer nadenken in staat zijt, zal
berouwen. Nooit is een vronw door haar man dieper en
waarachtiger bemind dan gij
„O, daar twijfel ik niét aan. Gerard bemint mij zoo
teeder als een kind een gevangen vogel, die het in een
kooitje houdt en nu en dan wel eens een kwartiertje laat
fladderen maar aan een koordje. En nu zou ik hem
misschien nog dankbaar moeten zijn voor deze zelfzuchtige
liefde? Ik zou mij overgelukkig moeten achten, dat hij mij
voedt en kleedt en de kleine zorgen des levens verre van
mij houdt Alsof ik ze niet met genoegen allen, allen op
mij zou willen nemen, als ik daardoor slechts het kostbaarste
van alles, mijne vrijheid, terug kon bekomen
Zij drukte beide handen op de borst en blikte dweepend
op naar den blauwen hemel. In Blanca's oogen was diepe,
oprechte smart te lezen.
waarvan de koereis de romp begonnen te
doorboren en moest dus het voornemen om
die twee schepen in den grond te horen
opgeven. Het was nu een hachelijk oogen
blik zoo die ééne batterij niet spoedig tot
zwijgen werd gebracht, ware de „Mednsa"
verloren geweest een enkel schot had de
schroef kannen onbruikbaar maken of de
stoomketels treffen en het schip zou onhan
delbaar in manoeuvre zijn geworden of wel
licht op eene droogte geraakt, als schijf
gediend hebben voor zoovpel vijandelijk ge
schut, in welker kruisvuur wij ons bevonden.
Het mag dus wel gelukkig genoemd worden,
dat mijne brave bemanning, onder leiding
van hunne bedaarde en beleidvolle officieren
en adelborsten, die batterij tot zwijgen
brachten.
Den eersten officier, de luitenant ter ree lste
kl. J. J. de Hart, had ik verzocht zich in de
kuilbatterij op te houden, alwaar zijne tegen
woordigheid zeer noodig kon zijn tot het
voorkomen van wanorde, vooral bij het omval
len van manschappen en omdat het er zoo
op aankwam mijne bevelen aldaar tc laten
uitvoeren. Ik liet den Luitenant ter zee 2de
kl. Wittop Koning op het dek komen, belastte
hem met het vuur der veldstukken, die op
het dek in batterij waren gebracht, opdat, in
dien ik kwam te vallen, er onmiddellijk een
officier op het dek zou zijn, die zich alsdnn
met de besturing van het schip kon heiasten.
De stroom, dien wij tegen hadden, was in-
tusscheu hand over hand toegenomen, en ik
bemerkte tot mijne niet gerioge verlegenheid,
dat het schip met volle kracht stoomrnde
bijna niet vorderdeop dat oogenblik kreeg
ik rapport van den eersten officier, lat cr
drie man van de divisie van den Lnit n.v
Thurkow gesneuveld waren, en het getal ge
kwetsten begon toe te nemen, en sprong een
granaat van den vijand op de hoogte der val
reep, waarbij de matroos lste kl. (,'ornelis,
die als kommandeur een veldstuk in <1 .al-
reep bediende, doodelijk werd getroffen. Bij
dit stuk was de Consul-Generaal ook bijna
getroffen, die op dat oogenblik zich op het
halfdek niet ver van de valreep bevond.
Het was in dit vreeselijk oogenblik, toen
het vreeselijk huilen en sissen van kogel» en
granaten van zooveel vuurmonden, die hoe
langer hoe juister de „Medusa» begonnen te
treffen, alle verbeelding te boven ging, dat cr
op twee plaatsen brand aan boord o itstond
door de brandgranaten des vijands, waarvan
er een het schip doorboorde en in dc hut
der machinisten sprongdeze brand wenl
echter door de vlugge maatregelen vnn den
eersten machinist spoedig gebluschthet was
toen dat ik mij afvroeg, of het geen zaak
ware voor den stroom weg terug 1c k'i-rm,
om met het volgende getij, namelijk met d'-n
stroom mede, dezen gevaarlijken doortocht
opnieuw te beproeven.
De eerste machinist Philipse, die in koen
heid en moei uitmuntte, rapporteerd tv» ij
dat hij niet meer dan 8 pond stoom kou
ophouden wegens de slechte soo-; van Ja
pansche steenkolen, waarmede, m-Eugl-che
vermeDgd, gestookt werd. Ik gaf hem r! r,
met den meesten spoed Engel»*be Vol uit
het achterruim te doen ophalen en die «.ver
de vuren te werpen, aan welke order dete
flinke jonge mensch met zooveel beradenheid
en activiteit voldeed, dat het niet lang «tuurde,
of ik had het geluk te vernemen, dat dc stoom
tot 12 a 13 pond was opgeklommen.
Vóór dat dit gunstig resultaat was ver
kregen, had ik mij in de kuilbatterij begeven,
om door mijne tegenwoordigheid de beman
ning moed cn volharding te doen behouden
en mocht ik tot mijn gruot genoegen den
Hinken geest opmerken, die er door de
officieren werd onderhouden en het vlug en
goed bedienen van het geschut gadeslaand'-,
niettegenstaande het toen onoph"ti IHijk
rondvliegen van houten en ijzeren «plintera,
door 's vijands projectielen veroorzaakt, «toor
welke laatste soort van splinters dc adelborst
Wissel cn ik lichtelijk gewond raakt'n, be
sloot ik het eens genomen voornemen door
te zetten, van al vurende den doortocht naar
de binnenzee te forceerrn en begaf mij on
middellijk weêr op hel dek, alwaar de luite
nant Wittop Koning met hetzelfde manne
lijk beleid zich deed kennen, waardoor zich
zyne kameraden in de kuilbatterij, Woltcmeek
Muller en Thurkow, onder de leiding van .n
eersten officier zoo bijzonder onderscheidden
cn wanneer ik hier alleen van dc officieren
spreek, is het niet om het gedrag der tltnke
adelborsten, dat alle vermelding venliende, orer
het hoofd te zien. Ik besloot te meer het eens