NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 104. Jaargang 51 Vrijdag 1 September 1893. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN J. li. VAN BALEN. KRIJGSTOCHTEN Indisch Officier, NEDERLAND. Het Vaderlaudt ghetrouvre Blqf i®'' 101 'n den doot. Wilhelmuslied. Q) ,Eo dr«e*pereert nimmer 1" Jan Pieten. Co en. Versomjnt lederen Dlnsdaa, Donderdag on Zaterdn*. Abonnementsprijs per 3 i Voor de conrant binnen do gemeoente j nanr de overige plaatsen van Nederland t t alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indie en Amerika). 0 Znid-Afrika der Adve'rtentiga: Molenplein.Helder. Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advsrtentiën voor liefdadige doeleinden Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand Bij abonnement, naar gelang van da De Advertentie n kannen overal worden qe,plaatst, tusschen den tekst,. van een door E. Vort Barfus. Den volgenden morgen zette liet ge- heele korps zich in beweging en bereikte nog dienzeltden avond de vlakte. De wegen werden beter begaanbaar en tal rijke kampongs, rijst- en maïsvelden bewezen, dat deze landstreek zich in bloei en welstand kon verheugen. Op den middag van den derden dag be richtten de uitgezonden patrouilles, dat zij op verscheidene afdeelingen Malei- ers gestooten waren, die allen op marsch waren naar de dessa van bun Radjah, welke ongeveer op een uur afstands gelegen en van een heuvel duidelijk te zien was. De troepen betrokken op ongeveer drie duizend schreden van den voet van dezen heuvel het bivak, terwijl de generaal met ons en de hoo- gere officieren uitreed om de dessa en het omliggende terrein te verkennen. De residentie van Tam-Alan lag aan den zuidkant van een bergrug, welke zich ongeveer twee uur ver naar de zeekust uitstrekte. De berghelling zelf was bedekt met een groot aantal hutten, welke tusschen banaan- en palmboomen verscholen lagen. De eigenlijke dessa lag op den top van een heuvel en was ingesloten door een met kleine, sierlijke torentjes versierden steenen muur, welke door een breede, maar droge gracht omgeven was. Een groote poort bevond zich in het midden der naar ons toe gekeerde zijde van den muur, waartoe een brug over de gracht toegang ver leende. Den volgenden morgen moesten twee compagniën infanterie de hutten en bet omliggende boscb onderzoeken, maar er werd niets gevondenalles was ver laten. Toen wij echter aan de open vlakte tusschen -het bosch en den muur kwamen, werden wij van den muur levendig beschoten. Wij reden daarop om de geheele dessa been en bevonden, dat deze aan alle kanten door open terrein omgeven wasaan de westkant bemerkten wij eveneens een poort met een brug. De generaal liet den rand van bet boscb rond de dessa met eenige posten bezetten en bet geschut tegenover de beide poorten opstellen. Er vertoonden zich maar enkele Maleiers op den muur, maar zoodra een onzer soldaten zich maar even liet zien, werd bij dadelijk met schoten begroet, een bewijs, dat men in de vesting goed wacht hield. In den eersten nacht deden de Ma leiers een uitval door de beide poor ten en wel zoo stil, dat de voorposten geheel verrast werden en van de berg helling werden verdreven. Verscheidene compagniën moesten te hulp snellen, om de Maleiers terug te werpen, wat eerst na een hardnekkigen strijd mocht gelukken. Kort voor zonsopgang werd het geschut in batterij gebracht en het vuur tegen de beide poorten geopend dit had echter in het geheel geen uit werking, daar de poorten met kapokken matrassen waren behangen, waartegen de kogels machteloos neervielen. De houwitsers deden beter diensthunne granaten veroorzaakten spoedig brand in het innerlijke der dessa, waaruit wij een sterken rook konden zien op stijgen en veel geschreeuw gehoord werd. De kanonnen werden daarom achteruit gehaald en alleen werd van lijd tot tijd door de houwitsers een granaat in de dessa geworpen. Plot seling werd het vuur van onze batterij beantwoord door drie kanonnen van zwaar kaliber, welke intusschen aan beide zijden van de poort op den muur waren opgesteld. Tot ons geluk waren de Battaks geen geoefende kanonniers, anders hadden zij onze lichte houwitsers gemakkelijk tot zwijgen kunnen bren gen toch veroorzaakten zij ons gevoe lige verliezen. De generaal liet nu al de handmor tieren aan den rand van het bosch ver dekt opstellen en de bedieners der vijandelijke kanonnen met spiegelgra- naten werpen, waardoor deze telkens van hunne stukken werden verjaagd, want voor deze kleine granaten, die overal, ver en dichtbij, kunnen heen- geworpen worden, hebben de Maleiers steeds groote vrees. Daar het ons onmogelijk was, met onze lichte kanonnen bressen in dien hechten muur te schieten, besloot de generaal den volgenden nacht de dessa te laten bestormen. Den geheelen dag werden takkenbossen verzameld en lad ders vervaardigd, welke tegenover de voor de bestorming bepaalde plaatsen in het bosch werden geborgen. De gene raal had twee tegenover elkaar liggende plaatsen, ver van de poorten verwijderd, daarvoor aangewezen, daar de laatste door de Maleiers zorgvuldiger bewaakt werden dan de andere gedeelten van den muur. Om twee uur 's morgens zou de aan val ondernomen worden, daar op dat uur de maan onderging, maar toch nog juist zooveel licht verspreidde, dat men de voorwerpen op een geringen afstand onderscheiden kon. De compagniën, die bestemd waren de wallen te beklim men, werden te middernacht te zamen geroepen, waarna men hen goed onder richtte hoe zij zich bij de bestorming gedragen moestende sappeurs en een paar honderd ongewapende infanteristen 1 kregen hevel, op een gegeven teeken met de gereed liggende takkenbossen, naar den rand van de gracht teloopen en die op de twee bepaalde punten te vullen, terwijl de artillerie even voor twee uur een levendig vuur op de beide poorten zou openen om de aandacht der Maleiers af te leiden. Nauwelijks waren de eerste kanon schoten gevallen of de sappeurs en de overige bossendragers traden uit het hout te voorschijn, bijna op den voet gevolgd door de stormcolon- nen in eenige seconden was de gracht gevuld en trokken de soldaten, onder leiding hunner officieren er over en begonnen de wallen te beklimmen. De Maleiers, wier opmerkzaamheid hoofd zakelijk np het levendige vuur op de poorten gericht was, waren in de eerste oogenblikken verstomd van verbazing toen zij den vijand zoo plotseling op de wallen zagen deze weifeling duurde echter kort, want weldra trokken zij zich midden in den strijd, naar de ge vaarlijkste punten, waar de officieren en soldaten, die in een gering aantal het- eerst boven op de wallen waren, een geduchten tegenstand van de dessa- bewoners ondervonden. Intusschen werd het getal der onzen hoe langer hoe grooter en toen het gelukte eenige handmortieren naar boven te brengen, en die hunne granaten te midden der Maleiers wierpen, begonnen dezen zich langzamerhand terug te trekken en werden weldra van de wallen verdreven. 102 reeds tot over de heupen in het water en had zich aan den rand der boot vastgeklemd en als men niet wilde dat hij misschien door een aanrollende golf gegrepen en tegen de boot verpletterd werd, dan diende men hem zijn gang te laten gaan. Toen werd den achterblijvenden een kabel toegeworpen, die het terug komen van de reddingboot aan het strand door de branding mogelijk maakte. Twintig sterke handen hadden het terstond aangegrepen, maar reeds in het vol gende oogenblik was dat touw als een draadje gebroken en van dat oogenblik af was er voor die twaalf mannen in de boot geen andere hoop meer om terug te komen, dan de kracht hunner armen, hunne koelbloedigheid en doodsverachting. En de strijd, welke zij tegen de woedende elementen hadden te voeren, was niet minder dan die, welke Gerard von Rinkow en zijne gezellen hadden gestreden en waarin zij overwonnen waren. Ook zij schenen meer dan eenmaal, als die donkere, met schuim gekroonde waterbergen zich ruischend en bruischend boven hen verhieven, ten doode gedoemd en slechts de jarenlange vertrouwdheid met alle gevaren der zee was oorzaak, dat zij juist dan de riemen nog steviger in de vuisten knelden, als een der overstor- tende golven hen met een kouden vloed overstelpten en hunne oogen verblind werden door het over hen heen stortende water. Meer dan eens kraakte de boot in alle voegen, alsof zij evenals die van de Jankowski's in duizend stukken zou breken. Maar zij was jonger en sterker gebouwd dan die andere en zoo ging het dreigende gevaar gelukkig weer voorbij. toelaat, dat mijn man en zij, die bij hem zijn, te gronde gaan, hoe zult gij dan eenmaal rekenschap kunnen geven van die menschenlevens, wier redding in uwe handen was Op hetzelfde oogenblik, dat zij dit zeide, werd de boot door eene geweldige golf opgeheven; een halve seconde zweefde zij op den top daarvan, om daarna, toen de water massa donderend oversloeg, geheel loodrecht in de diepte te storten. Men had van land uit gedurende het korte oogenblik, dat dit ontzettende tooneel duurde, niet alleen de vier mannen, maar zelfs elk voorwerp, dat zich op den bodem der boot bevond, kunnen zien, en onwillekeurig had ieder den adem ingehouden, want allen begrepen, dat op dit oogenblik beslist werd over het lot van die mannen, die daar zoo onvermoeid om hun leven kampten. Met de uiterste inspanning der gezichtszenuwen staar den allen naar de plek, waar de boot weer te voorschijn moest komen, als zij dezen woedenden aanval kon doorstaan. Maar zij verscheen niet weder. Eenige planken en riemen doken aan de oppervlakte op en de mannen van Sa- kran keken elkander ernstig en zwijgend aan, ofschoon niemand het woord over de lippen wilde, dat elk op de tong lag en dat toch niemand durfde uitspreken „Het is voorbij Ook de vrouwen en de kinderen, die uit instinctmatige vrees hunne gezichten verborgen hadden in de vouwen van huns moeders rokken, zwegen. Slechts een enkele gillende kreet was gehoord, een wilde, ongeartikuleerde, vertwijfelde kreet van Editli. Met ten hemel geheven armen was zij op de knieën gevallen in het natte zand en in hare onnatuurlijk wijd geopende oogen weerspiegelde Een officier had zich onderwijl met een handvol soldaten een doortocht ge baand tot de naaste poort en had de wacht deels neergesabeld, verder doen terugwijken, zoodat nu twee compag niën binnen konden rukken, waardoor de dessa hoe langer hoe meer met soldaten gevuld werd. De gezamelijke verdedigers werden tot in den voorhof van het paleis teruggedrongen, waar zij met de grootste hardnekkigheid tot het aanbreken van den dag streden. Om nutteloos bloedvergieten te voor komen, verzocht de generaal denBattaks, de wapens neder te leggen, den Radjah uit te leveren en zich te onderwerpen dan zouden zij ongehinderd naar de kampongs terug mogen keeren. Na eenig talmen onderwierpen de Maleiers zich aan deze voorwaarden. Tam-Alan was evenwel spoorloos uit de dessa ver dwenen. Zooals wij later vernamen, had de Radjah, als koelie vermomd, langs een geheim pad de dessa ver laten, nadat hij had begrepen, dat ver dere tegenstand niet langer zou baten. Eerst na vele maanden viel de sluwe Battak-vorst ons in handen en wel door het verraad van een zijner getrouwen, die daarvoor zijne vrijheid gekocht had. Tam-Alan werd als gevangene naar het fort Rotterdam op Celebes gebracht, waar voor jaren een ander berucht rebel in gevangenschap geleefd had, namelijk de Javaansche vorst Diepo Negord, de hoofdaanlegger van den grnoten opstand der Javanen tegen het Nederlandsche gouvernement in de jaren 1826 tot 1830. Wij bleven nog verscheidene weken in de veroverde dessa, waar wij ons hoofdkwartier gevestigd hadden van daaruit zonden wij nog een aantal kleine expedities door de Battak-landen, tot ook de laatste vonk van den opstand gedoofd was. In November keerde de geheele expeditie naar Palembang en vandaar naar Weltevreden terug. HELDER, 31 Augustus. Een wetsontwerp is ingediend tot vaststelling van het slot der koloniale rekening voor Suriname over 1888, in uitgaafop f 1.628.463.01,zijnde f 1637.40 minder dan bij de begrooting was toegestaan, en in ontvangst op f 1.324.398.97, zijnde f81.444.36 min der dan de middelen geraamd waren, ten gevolge van de lagere opbrengst van den accijns op het binnenlandsch gedistilleerd. Het nadeelig slot bedraagt alzoo f 304.064.04, zooda: de bijdrage uit de Xederl. schatkist f 1275.17% min der bedraagt dan aan de directie der Ned. Bank, als gemachtigde der kolonie Suriname, is uitgekeerd. Een uitvoerige nota van toelich ting is door de heeren Kolkman, Mees en Roëll ingediend op hunne vroeger medegedeelde amendementen op de kies wet. Zij achten het geraden, om, nu een ruime uitbreiding van het kiesrecht wordt beoogd, als waarborg voor meer dere levenservaring, den ouderdom voor het kiezersschap gevorderd, op ten min ste 25 jaren te bepalen. Voorts hebben zij gemeend de geschikt heid en den maatschappelijken welstand, in den kiezer vereischt, in één kentee- ken uit te drukken, zij !t ook, dat niet voor alle kiezers hetzelfde kenteeken 1 wordt gekozen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1