NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 106. Woensdag 6 September 1893. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. Jaargang 51 j Blijkbaar waren de vrouwen te bed i geweest. Het Vailerlandt yhetrouwe Blijf iok tut in den doot. Wilhelmuslied. EN Jan Piet tri. Coen. VersotiUnt ledorea Dlusaaa, Donderdag on Zaterdag. Abonnementsprijs per 3 Voor de courant binnen de geineeente j naar de overige plaatsen van Nederlaad alle landen, die in het postverdrag f 0.70, met Jong Holland1.20 0.90, 1.40 P r y Adv zijn opgenomen (inbegrepen Indië en Amerika). J. H. VAN BALEN. Molenpleia.Helder. Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent, hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advertentiën voor liefdadige doeleinden Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand Bij abonnement, naar g*laag van da per regel 5 Ct. De Advertentiën hunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst. Ter overweeim voor en Regeling van de klassen en de bezoldigingen der onderwijzers aan de openbare lagere scholen voor Europeanen en met dezen gelijk- in Nederlandsch-lndië. De onderwijzers der openbare lagere scholen voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Nederlandsch-lndië zijn verdeeld in drie klassen. Tot de eerste klasse behooren de onderwijzers, die eene akte van be kwaamheid als hoofdonderwijzer bezit ten en geplaatst zijn aan het hoofd van de eerste openbare lagere scholen, zoo mede van die scholen, bij welke den hoofdonderwijzer minstens twee hulp onderwijzers zijn toegevoegd. Zij genieten eene bezoldiging van f 250 's maands. Tot de tweede klasse behooren de onderwijzers, die eene akte van be kwaamheid als hoofdonderwijzer bezit ten en aan het hoofd van de overige scholen of als eerste hulponderwijzer aan de in het voorgaand artikel be doelde scholen zijn geplaatst. Zij genieten eene bezoldiging van f 200 's maands. Tot de derde klasse behooren al de overige onderwijzers. Zij genieten eene bezoldiging van f 125 's maands. Bij ontstentenis van een hoofdonder wijzer aan het hoofd eener school ge plaatst, of als eerste hulponderwijzer hij de in al. 2 bedoelde scholen werk zaam gesteld, genieten zij, zoolang zij als zoodanig werkzaam zijn, eene bezol- diging van f 200 's maands. De onderwijzers genieten vrije woning of eene schadeloosstelling deswege. De onderwijzers der 1ste en 2de klasse genieten zes traktementsverhoo- gingen, ieder ten bedrage van f 50 's maandsdie van de 3de klasse vier verhoogingen, ieder ten bedrage van f 25 's maands. Die verhoogingen worden toegekend telkens na ommekomst van drie volle dienstjaren. Een onderwijzer, tot eene hoogere klasse bevorderd wordende, blijft in het genot der reeds verkregen traktements- verhoogingen, en de tijd, verstreken na de laatst verkregene verhooging, komt in rekening bij de toekenning der eerste verhooging in de hoogei'e klasse, echter met dien verstande, dat nimmer meer dan zes verhoogingen worden genoten zullende naarmate in de hoogere klas sen aanspraak op eene voor die klasse vastgestelde verhooging wordt verkre gen, zoodra deze meer dan de zesde zoude zijn, eene vroeger in de lagere klassen verkregen verhooging vervallen. Mindere geschiktheid, plichtverzuim of andere redenen van ernstigen aard kunnen aanleiding geven a. tot terugstelling van een onder wijzer in eene lagere klasse; b. tot het aanwijzen van een bepaal den tijd, die ter erlanging van verdere traktementsverhoogingen buiten bereke ning blijft; c. tot het opleggen van beide straffen te zamen. Een teruggesteld onderwijzer blijft echter in het genot der reeds verkregen traktementsverhoogingen. Bij de berekening der dienstjaren, voor de erlanging van traktementsver hoogingen gevorderd, komen niet in aanmerking a. de tijd met verlof buiten Neder landsch-lndië doorgebracht h. de tijd op wachtgeld, non-activi teit of anderszins buiten betrekking doorgebracht c. de tijd, uit hoofde van beris pelijk gedrag onder suspensie doorge bracht. De onderwijzers, die aan hoofd van eene school staan, genieten een tiende aandeel in de geïnde schoolgelden. De hulponderwijzeressen genieten eene bezoldiging van f 125 's maands, met vier driejaarlijksche verhoogingen, ieder van f25 's maands, alsmede vrije woning of indemnitiet voor huishuur. (St.-Ot.) Driedubbele moord te Marolleput. De „Middelb. Ct". meldt in een bui tengewoon nummer omtrent deze moor den o. a. het volgende Het geheele land van Katzand is in beroering ten gevolge van de vreeselijke misdaad, die in den nacht van Woensdag op Donderdag gepleegd is op het gehucht Marolleput, ongeveer drie kwartier van Oostburg. Daar huisde in een kleine woning, die bijna geheel alleen staat, drie vrou wen, de grijze weduwe Bart en haar twee dochters, waarvan de oudste ge huwd was met zekeren M. Lampier, en de jongste, eenigszins gebrekkelijk, nog in ongeliuwden staat verkeerde. De menschen waren arm de oudste dochter verdiende wat zij kon met op het land te werken, terwijl de jongste naaiwerk verrichtte. In den morgen van Donderdag wer- den, wij hebben het reeds gemeld, deze drie vrouwen op afschuwelijke wijze ver- j moord gevonden. j Het lijk van de oude moeder werd j op ongeveer 200 meter afstand van het huis gevonden, klaarblijkelijk door stok slagen gedood. Nabij het huis lag het lijk van de jongste dochter, met een steek in den hals en in het hoofd, terwijl in de woning zelve de vrouw van Lampier gevonden werd met eene snede in den hals, die het hoofd bijna van den romp had afge- scheiden. De dader schijnt de gehuwde vrouw in het bed aangevallen te zijn, de jongste dochter buiten de deur in handen ge kregen te hebben en de oude vrouw, i die op de vlucht getogen was, te heb- hen achtervolgd en gedood. I De aanleiding tot de daad moet aan roofzucht toe te schrijven zijn, want in de wonig van de vermoorden vond men kisten en kasten opengebroken en de inhoud over den vloer verspreid. De oude vrouw was kort geleden in het bezit gekomen van een erfenis van een paar honderd francs, die groo- tendeels verdwenen zijn. De naaste buren wonen op ongeveer j 4 2i 500 meter van het huis, waar de misdaad gepleegd is, en hebben geenerloi gerucht gehoord. Donderdagmiddag is de justitie van Middelburg naar Oostburg gekomen 110 ridderlijk afgedwongen hebt, niet anders dan in zijn bijzijn willen voeren. En ik hoop dat wij spoedig zullen heb ben afgedaan. Wat hebt ge mij dus te zeggen De schilder wierp een schuinen blik naar den zieke en hoewel hij duidelijk kon zien, dat Gerard von Rinkow voor het oogenblik een getuige was, die niet te vreezen was, trad hij toch nog dichter op Edith toe, ten einde zacht fluisterend te kunnen spreken. //Gij weet liet goed genoeg, ook zonder dat ik het u zeg, door hetgeen gij heden uit vrijen wil hebt gedaan, dat ik een recht op u verkregen heb, een recht dat voor mij zoo kostbaar is, dat ik het mij door niemand zal laten ontnemen, evenmin door een doode als door een levende. Ik ben dan ook hier gekomen om aan u te vragen op welk uur wij onze reis zullen beginnen De oogen van de jonge vrouw openden zich wijd en een zonderling, vrees aanjagend vuur schitterde in hare donkere oogen. Een heftig woord kwam haar reeds op lippen, maar zij drong het terug en zwaar ademhalend, zeide zij „Nooit nooitIs u dat genoeg //Neen," zeide hij. Hij stiet het woord als het ware uit, tusschen de op elkaar geklemde tanden. //Men verandert, als het zulke dingen betreft, niet zoo opeens van voorne men, alsof het slechts een vluchtige luim ware. Ik heb mijn leven voor u op het spel gezet, want gij zijt niet zoo onervaren of gij hebt de gevolgen kunnen begrijpen. En als men dat op het spel zet, dan stelt men zich niet met een eenvoudig „nooit tevreden. Ik weet, dat gij dien daar niet liefheht en ik kan niet vinden, dat gij daarvoor hier moet blijven. Wij hebben een verdrag gesloten en 107 waarin zij orn eene bekwame pleegzuster telegrafeerde. Zij trad de aangrenzende kamer binnen om het telegram te schrijven, maar bij den eersten aanblik ontroerde zij, want daar op de mahoniehouten schrijftafel lag nog de brief, welken zij aan hem geschreven had om hem kennis te geven van haar vertrek. Zij sloeg de handen voor het gelaat en viel in een stoel neer oin plotseling weder op te springen. Zij wilde dien ongelukzaligen brief wegnemen en vernietigen, maar op eens scheen zij tot andere gedachten te komen hare handen vielen moedeloos langs hare zijde neer en de brief bleef op zijn plaats. Tegen de schrijftafel geleund, verzonk Edith in smar telijke overdenkingen en zij schrikte op, toen de doker met een verlegen hoestje, om hare aandacht te trekken, op den drempel verscheen, om haar op beleefde wijze er aan te herinneren, dat hij zich wegens zijne talrijke patiënten onmogelijk langer kon ophouden. „Nog een oogenblik slechts, dokter," had zij met wangen, die rood werden van verwarring en snel nam zij een sierlijk velletje papier uit hare portefeuille om liet tele gram te schrijven, maar dit was niet aan de directrice van het gesticht te Koningsberg gericht, maar aan me juffrouw Blanke van Steinbach te Terkitten en was van den volgenden inhoud „Gerard ligt gewond en zwaar ziek in het strandslotje te Sakran en heeft dringend uwe liefdevolle verpleging noodig. Ik bezweer u zoo spoedig mogelijk hier te komen. Edith von Rinkow." De dokter nam het telegram aan en bergde het in zijn brieventasch. en heeft, vergezeld van den heer J. J. Berdenis van Berlekum, arts, een onder zoek ingesteld. In de eerste plaats is in verzekerde bewaring gebracht M. Lampier, de man van de oudste dochter van de weduwe Bart. Hij leefde niet in de beste verstand houding met zijne vrouw en haar fami lie en was koewachter op de hofstede van den heer De Millians. Ilij kwam geregeld slechts eenmaal 's weeks thuis om zijn waschgoed te brengen. Deze man heeft geen gunstig verle den op jeugdigen leeftijd werd hij we gens brandstichting veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf, welke straf hij ook ondergaan heeft. Naar het gerucht wil, moet hij niet wel hij het hoofd zijn. Lampier is tenger van gestalte en van een zwak uiterlijk, wat niet overeenstemt met de zware verwondingen, welke zijn toegebracht. In de tweede plaats werd gearresteerd zekere P. Cauwels, iemand van zeer on gunstig uiterlijk, die vroeger in het thans ledig staande huis naast de ver moorden gewoond heeft en met hen niet in de beste verstandhouding stond. Deze is echter 's avonds weder in vrijheid gesteld, evenals een ander inwoner van Oostburg, die eenigen tijd in arrest was. De lijken van de vermoorden werden Donderdagavond naar het lijkenhuis op de algemeene begraafplaats overgebracht en Vrijdagochtend zijn zij geschouwd geworden door de heeren J. J. Berde nis van Berlekom van Middelburg, De Glopper, dokter te Aardenburg, en Dikkenberg, arts te Zuidzande. Een belangrijke bijzondenhcid is nog, dat onder Oostburg een week geleden ook inbraak gepleegd is en datWoens- dagmiddig op den weg van daar naar Zuidzande in de huurt van de Marolle put eveneens inbraak gepleegd is. Nader vernemen wij, dat de snij- en steekwonden waarschijnlijk zijn toege bracht met een groot scherp en puntig mes, terwijl de slagen op het hoofd der oude vrouw vermoedelijk zijn toe gebracht met een uit een heg weggeno men knuppel. Zooals wij reeds zeiden, ligt het huis ongeveer drie kwartier van Oostburg. Het is een kleine stulp aan den dijk, terwijl de toegang aan de achter zijde is. Het huis bevat een vierkante kamer, waarin een man van middelbare lengte juist rechtop staan kan. Het meubilair bestaat uit een tafel en een vijftal stoelen, benevens drie vrij groote kisten. Recht tegenover het eene kleine raam bevinden zich twee bedsteden. Dit kleine vertrek biedt een treurigen aanblik. De beide bedden zijn dooreengewoeld, terwijl voor het eene een groote plas geronnen bloed te zien is en het bloed in wijden kring tusschen de tegels, waarmede de kamer bevloerd is, wordt opgemerkt. Twee der kisten en de kast stonden open, terwijl het geheele vertrek als bezaaid is met kleedingstukken en der gelijke. Blijkbaar heeft de moordenaar alles doorsnuffeld. Aan de buitendeur is duidelijk een groote bloedvlek te zien, vermoedelijk door den moordenaar bij het sluiten der deur vereorzaakt. Blijkbaar heeft de moordenaar, na zijn laatste slachtoffer gedood te hebben, zich met groote sprongen verwijderd. In de vochtige klei van den weg toch zijn diepe indruksels van mans voeten te zien. Wij hebben hierboven gemeld, dat de vermoorden arm waren dat is be- trekkelijk juistmaar toch heerschte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1