Binnenlandsch nieuws.
FLORALIA.
'tWas een goede gedachte van eenige
onzer ingezetenen, om in het voorjaar van
1893 de Vereeniging „Floralia" te doen
heileven of, beter gezegd, uit haren sluimer
van eenige jaren te wekken, want „dood"
is de Vereeniging eigenlijk niet geweest,
't Was eene goede gedachte, die, men kon
het vooraf op zijn duimpje narekenen, bij
velen onzer plaatsgenooten terstond in
stemming moest vinden. Wij, Helderschen,
zijn toch bekend als eerste bloemenliefheb
bers; we hebben slechts een wandeling te
maken, onverschillig door welk gedeelte der
gemeente, om, als men het nog niet weet,
tot die ervaring te komen. Zeker in negen
van de tien woningen treft men bloemen
aan, zoowel in die der meergegoeden,
waar de kinderen der natuur in sierlijke
potten of bakken voor de ramen prijken,
als in die van het minder bevoorrechtte
deel der burgerij, waar ze, in meer beschei
den potjes geplaatst, tusschen de venstergor
dijnen komen doorgluren. Wie ook maar
over het kleinste bleekveldje heeft te be
schikken, zondert er stellig een hoekje van af
voor een tuintje en kweekt daar zijn bloe
men, waarop hij wit grootsch is, als ze ook
maar eenigszir.s willen opschieten. Geen
wonder dat in eene gemeente, waar zooveel
bloemenliefhebbers worden gevonden, eene
Floralia-Vereeniging zich in veler sympathie
mag verheugen. Van die sympathie
gaven zeer velen blijken, toen het
bestuur 'in het voorjaar eene inschrijving
hield, door zich als kweekers aan te mei
den. Aan elk diergenen werd een zestal
stekjes, door den heer P. Bitter geleverd,
ter kweeking uitgereikt, met de bedoeling
om ze in het najaar, wanneer de stekjes
tot planten zouden zijn ontwikkeld, ter ten
toonstelling, die het Bestuur zich voorstelde
evenals vroeger te houden, ter beoordeeling
in te zenden.
Die tentoonstelling werd jl. Zaterdag en
Zondag in „Tivoli" gehouden.Met het oog
op de dreigende lucht en de nu en dan
nedervallende noordewinds-regenbuien, trok
menigeen Zaterdagmiddag een bekommerd
gezicht toen hij zich, met een parapluie ge
wapend, naar de groote zaal van „Tivoli"
begaf om de opening der tentoonstelling bij
te wonen, 't Weer was niet bijzonder uitlok
kend en toch, in weerwil daarvan, was
tegen 2 uur een veel talrijker publiek bij
een als wij dat vroeger wel eens zagen.
Behalve leden van „Floralia" en inzenders
van planten, waren in de zaal aanwezig de
wethouders Groen en Vos en bestuurderen
van de afdeeling Helder der Holl. Maat
schappij van Landbouw.
Op het bepaalde uur nam de Voorzitter
van het Bestuur, de heer P. Polvliet, het
woord en riep den aanwezigen het welkom
toe. Spreker herinnerde aan de oprichting
van „Floralia" in 1876 en aan hetgeen
door de Vereeniging in het tijdvak 1876
1887 werd gedaan om de ambitie tot het
kweeken van bloemen en planten aan te
moedigen, hoe in i887 de Vereeniging door
verschillende omstandigheden insluimerde,
om dit jaar weder te ontwaken, nadat het
Bestuur ten vorigen jare, bij gelegen
heid van de in het Badpaviljoen te
Huisduinen gehouden bloemententoon
stelling, was gebleken dat de kweeklust
bij onze medeburgers nog altijd onver
flauwd is. Gaf die tentoonstelling het Be
stuur aanleiding te trachten „Floralia" weder
op pooten te zetten, het deed spr. genoe
gen te kunnen meedeelen dat het daarin
geslaagd is; het ledental neemt nog steeds
toe. Boor den spreker werd dank gebracht
aan allen, die tot het welslagen der Ten
toonstelling medewerkten, inzonderheid aan
den schout-bij-nacht Uhlenbeck en den
kapt. ter zee Pabst voor hunne betoonde
welwillendheid, aan de bloemisten Bitteren
Puinbroek voor hetgeen door hen ter op
luistering werd ingezonden, aan de leden
der jury, de heeren A. Van Voornveld, P.
J. Jans en A. C. Roem, die zich welwillend
met de beoordeeling der ingezonden planten
hadden willen belasten en aan de bestuur
deren van de plaatselijke afdeeling der H.
M. van Landbouw voor hunne tegenwoor
digheid. Hierna deelde de spreker mede
dat de jury, 11a nauwgezette beoordeeling
van de ingezonden planten, de volgende
bekroningen had toegekend iste prijs R.
De Cock2de pr. G. T. vou Oterendorp
3de pr. A. Thomasz; 4de pr. P. Schilder;
5de pr. T. Bakker er. 6de pr. H. Vonk.
Getuigschrift: Mevrouw de wed.J. Buijs,
J. H. Buhrman, D. Duinker, T. J. Keizer
en F. Ekamp.
Met de beste wenschen voor het welsla
gen der Tentoonstelling, verklaarde spr.
deze hierop voor geopend. Fanfares weer
klonken en reeds maakten de aanwezigen
xich gereed om de tentoonstellingszaal te
betreden, toen de heer L. W. F. Ouden
hoven liet woord nam, om het Bestuur na
mens de afd. Helder der Holl. Maatschap
pij van Landbouw den bloei van „Floralia"
toe te wenschen. Deze spreker herinnerde
cr aan dat eenige jaren geleden eene gemeen
schappelijke tentoonstelling van „Floratia"
en „Landbouw" plaats had en sprak den
wensen uit dat 't mogelijk zal blijken nog
maals eene dergelijke tentoonstelling te or-
ganiseeren.
Door den heer A. van Voornveld werd
hierna namens de jury van beoordeeling
aan de inzenders medegedeeld dat de jury,
bij het verrichten der haar opgelegde taak,
hoofdzakelijk het oog heeft gehad op drie
zaken, nl. de ontwikkeling, de vorm en het
voorkomen van de plant. Spr. gaf aan de
inzenders menige nuttige wenk op botanisch
gebied, waarmede zij het volgend jaar bij
het kweeken hunner planten hun voordee
kunnen doenj
"De openingsplechtigheid was hiermede
afgeloopen en terwijl de kleine kapel van
het Stafmuziekkorps der Marine het eerste
nummer van het uit te voeren programma
in den tuin deed hooren, stroomde alles
naar de nieuwe zaal, om de tentoongestelde
kinderen Flora's in oogenschouw te nemen.
Bij het betreden van de zaal maakte de
expositie reeds dadelijk een gunstigen in
druk en moest men terstond de opmerking
maken dat de bloemen oneindig beter ge
huisvest waren als vroeger op het zooveel
kleinere tooneel. In het midden der zaal
was door den heer P. Bitter een keurig
bloemperk aangebracht, dat niet ten on
rechte aller opmerkzaamheid trok, evenals
de hoekversieringen, door den heer Bitter
ter opluistering ingezonden. De heerP.
Puinbroek had eene fraaie collectie kransen
en bouquetten geëxposeerd, die een sieraad
mocht worden genoemd van dat deel der
zaal, waar zij een plaats had gevonden.
Van de planten die ter opluistering wa
ren afgestaan, trok een in vollen bloei
staande knolbegonia van vrij zeldzame
grootte, ingezonden door den heer Jans,
veler bewondering. Onder de ter mededin-
ging ingezonden planten waren er ook, die
de aandacht in hooge mate trokkenover
het algemeen zagen de bloemen er flink
en friscb uit en kon men ze aanzien dat
ze in de afgeloopen zomermaanden met zorg
waren gekweekt.
Voordat Zaterdagmiddag de tontoonstel-
ling werd gesloten, werden door den heer
Oudenhoven, namens de afd. Helder der
Holl. Maatschappij van Landbouw, twee
prijzen ter beschikking van het Bestuur
gesteld, die natuurlijk in dank werden ge
accepteerd. Hierdoor werd het mogelijk,
aan de beide eerste getuigschriften ook een
prijs tc verbinden.
Zondag werkte het weer bijzonder mede
om een druk bezoek aan „Tivoli" te bevorde
ren: bijna geen oogenblik liet het September-
zonnetje zich door een dreigende wolk ver
dringen. Den ganschen dag werd de ten
toonstelling dan ook goed bezocht, vooral
van 2 tot 4 uur, toen door het Stafmuziek
korps der Marine concert werd gegeven,
's Avonds van 8 tot 10 uur was het inden
tuin recht gezellig. De kleine kapel van het
Stafmuziekkorps voerde toen een aantal
muzieknummers uit, terwijl tot besluit een
in alle opzichten welgeslaagd vuurwerk werd
ontstoken.
Te 9J uur werden door het Bestuur in
de groote zaal de prijzen en getuigschriften
aan de bekroonden uitgereikt. De heer
Polvliet hield bij deze gelegenheid eene
toepasselijke rede en richtte tot ieder der
bekroonden afzonderlijk het woord. De heer
G. T. von Oterendorp, wien de 2de prijs
was toegekend, toonde zich met het daarbij
behoorende diploma tevreden en stelde zijn
prijs ter beschikking van het Bestuur. Door
deze welwillendheid kon ook aan het 3de
getuigschrift nog een prijs worden verbon
den.
Het bloemenfeest is uitnemend geslaagd
en zal zeker zoowel bij het Bestuur, het
welk zich daarvoor bijzonder veel moeite
getroostte, als bij de talrijke bezoekers de
aangenaamste herinneringen achterlaten.
Hopen wij dat het aantal deelnemers een
volgend jaar nog veel grooter zal zijn dan
nu, dan zal het Bestuur zich zeker voor
zijne moeite en zorgen beloond achten.
Helder. De Familie Hofer.
In verschillende nieuwsbladen werd voor
eenigen tijd een bericht aangetroffen omtrent
het bestaan in Nederland, en wel hier, van
nakomelingen eens broeders van den be
roemden held Andreas Hofer, die in 1810
op last van Keizer Napoleon werd gefusil
leerd.
De familie was in het bezit van een half
vergane doopacte van Aloysius Hofer 19
April 1767, die dus een broeder zoude zijn
van Andreas Hofer.
Bij een door ons ingesteld onderzoek in
Tyrol bleek nu het volgende
Andreas Hofer is geboren op den Sandhof
22 November 1767, en was zoon van Jozef
en kleinzoon van Barthlma Hofer, die
beiden immer op den Sandhof verblijf hiel
den.
Reeds uit den datum van 22 Nov. 1767
blijkt dat Aloysius geen broeder geweest
kan zijn van Andreas en is het dus noodig
geweest het onderzoek verder voort te zetten,
ten einde te trachten te komen tot eenen ge-
meenschappelijken voorvader van Aloysius
en van Andreas.
Te Schönwies in Tyrol, waar Aloysius in
1767 geboren werd,huwden ook zijne ouders
Jozef Hofer en Maria Mair den 1 Februari
1762.
Joref Hofer werd te Schönwies 30 Mei
1734 gedoopt als zoon van George Hofer
en van Anna Prantner, die aldaar 5 Mei
1732 waren gehuwd.
Georg Hofer werd 15 April 1708 gedoopt
als zoon van Jozef Hofer en van Maria
Gasse.
Alle acten, deze afstamming bewijzende,
berusten in het genealogisch en heraldisch
archief en toonen dus aan dat de publieke
meening het wederom mis had, door on
middellijk geloof te slaan aan de beweerde
afstamming.
De WelEerw. heer pastoor te Schönwies
schreef ons buitendien „Von einer Verwand-
schaft mit Andra Hofer scheint keine Rede
zu sein, da Andra Hofer Sandwirt in Pas-
seicr war".
Nog vermeldden de couranten dat Aloy
sius Hofer te Monnikendam zoude gehuwd
zijn dit is onjuist, het huwelijk van Aloy
sius Hofer en Jacoba Schouten greep plaats
te Amsterdam iS November 1S1S.
Indien beide familiën Hoter een gemeen-
schappelijken stamvader hebben gehad, dan
zal deze pl. m. het jaar 1650 geleefd
moeten hebben, maar dan is de verwant
schap tusschen den Nederlandschen taken
Andreas Hofer wel wat ver.
Misschien zoude het tegenwoordige hoofd
der familie Hofer „Leopold Hofer Edler
von Passeyr te Weenen" nog nadere inlich
tingen kunnen verschaffen, indien Z. Ed.
Geb. ten minste in bezit is van eene uitge
breide genealogie, wat wij echter betwijfe
len, daar in dat geval de ijverige redacteur
van het Taschenbuch der adeligen Ilauser
zonder twijfel het artikel over het geslacht
Hofer uitvoeriger zoude hebben behan
deld.
A. A. V. v. O. en Joh. D. G. v. E.
Helder. Statistiek der geboorten en
der sterfte naar den leeftijd en de oorzaken
van den dood over Juni 1S93
Aantal inw. op 1 Jan. -. 23709. Lev. geb.
65 levenl. aang. 2overl. (met inbegrip
der levenl. aang.) 33; aantal op 1000 inw.
per jaar 16.93. Overl. op den leeftijd van
minder dan 1 j. 10, 1—5 j. 5, 1420 j.
1, 20—50 j. 9, 50—65 j. 2, 55—80 j. 3,
boven 80 j. 1. Overl. tengevolge van tering
1, klierziekte 1, kanker 1, apoplcxia l, her
senziekte 4, ruggemerglijden 1, keeltering 5,
neute ziekte der ademhalingswerktuigen 8,
chronische idem 2, hartziekte 1, angina
diplitheriua 1, chronische ziekte der spijs
vertering!» werktuigen 1, ziekte der organa
urogeniialia 1, zelfmoord 1, onbekende oor
zaak 2.
Texel. Eene Commissie uit Ged.
Staten bezocht jl. Donderdag onze gemeente,
teneinde een onderzoek in loco in te
stellen naar de begraafplaats aan den Burg,
in verband met de voorstellen tot sluiting.
De Commissie bracht later nog een bezoek
aan de nieuwe begraafplaats, benoorden
den Burg.
Marine en Leger.
De Zei'krijgsraad te Hellevoetsluis heeft
den matroos 3de kl, J. A. schuldig verklaard
aan desertie in tijd van vrede en veroordeeld
tot 4 maanden detentie.
Te 's Gravenbage is jl Zaterdagmorgen in
76jarigcn ouderdom overleden de heer M II.
Jansen, lid van den Raad van State, gewezen
schout-bij-nacht. De heer J. heeft in vroeger
tijd met groote warmte de belanden van liet
zeewezen voorgestaan, niet er.kei als zeeoffi
cier in acticven dienst, maar ook als schrijver.
Van zijne hand verscheen o. a. in 1864 het
geschrift„Omwenteling in liet zeewezen,
bijdrage tot verzekering onzer onafhankelijk
heid". Maar vooral heeft bij zich naam
gemaakt door zijne warme pleidooien vo >r
een geregelde stoomvaart met Amerika. Zijp.
„Brug over den Oceaan" mankte indertijd
sensatie. Ook de tochten van de „Willem
Barents" heeft hij krachtig bevorderdSedert
1874 had hij zitting in den Raad van State.
Hij was versierd met het ridderkruis van den
Ned. Leeuw en het commandeurskruis van
de Eikenkroon.
Ook is aldaar gisteren in 48jarigen ouder
dom overleden de gepeins. luit. ter zee 1ste
kl. J. H. Wouters, ridder der Militaire
Willemsorde.
Met 1 Oct. a.s. worden van de Kweek
school voor de Zeevaart te Leiden 180 jon
gens overgeplaatst aan boord van Hr. Ms. op
leidingsschip „Admiraal van Wassenaer" te
Amsterdam.
Landbouw en Veeteelt.
Begunstigd door prachtig weder had
jl. Woensdag op de hoeve „Welgelegen"
te Anna Paulowna, vanwege de Vereeni
ging tot ontwikkeling van den landbouw
in Hollands Noorderkwartier eene beproe
ving plaats van een petroleummoter, een
rechtstroodorsch- en een verbeterde kaf-
molen. Deze beproeving, die door een
alles behalve talrijk publiek werd bijge
woond, slaagde, vooral wat de werking der
machines na den middag betrof, zeer naar
wensch. De motor, verbonden aan een
Marshalls dorsch, scheen deze eerst niet
voldoende in beweging te kunnen brengen,
later werd aller verwachting overtroffen en
minstens evenveel graan per uurgedorscht
alsof de machine door slooin werd gedre
ven. Neemt men hierbij in aanmerking,
dat deze 4 paardenkrachtmotor hoogstens
10 cents petroleum per uur verbruikt, dan
valt niet tc betwijfelen, ot deze werktuigen
hebben ook voor den landbouw eene toe
komst. De rechtstroodorsch, door een
paard in beweging gebracht en door hoog
stens 4 man bediend, is voor kleine land
bouwbedrijven zeker zeer aan te bevelen.
l)e wanmolen bevestigde zijn in het buiten
land verkregen goeden naam.
(Alkm. Ct.)
Buitenland.
België. De „Moniteur" bevat 11 ko
ninklijke besluiten,waarbij de door Kamer en
Senaat aangenomen ontwerpen tot wijziging
der grondwet bekrachtigd worden.
Frankrijk. De volgende mogend
heden zijn uitgenoodigd vertegenwoordigers
te zenden naar de groote Fransche leger-
oefeningen Duitschland, Engeland, Oosten-
rijk-Hongerije, België, Denemarken, Spanje,
Italië, Japan, Nederland, Rumenie, Rusland,
Servië, Zweden en Noorwegen, Zwitserland,
en Turkije. België zal vertegenwoordigd
worden door den bevelhebber der karabi-
niers, Pioch. De kolonel der artillerie Le
Loup zal de buitenlandsche officieren ont
vangen.
Spanje. Het gerucht loopt, dat ern
stige ongeregeldheden gepleegd zijn te
Santander. De kantoren der Watermaat
schappij zijn in brand gestoken.
Noord-Amerika. Bij het Ministerie
van Buitcnlandsche Zaken tc Washington
is uit Rio-Jar.eiro het telegraphisch bericht
ontvangen, dat de staat van beleg is afge
kondigd en het eskader der opstandelingen,
naar men vreest, de stad zal bombar
deeren.
De minister van Marine neemt reeds
maatregelen om eenige oorlogsschepen ter
bescherming der Amerikaansche belangen
naar Rio te zenden.
China. De „Standard" heeft uit
Shanghai vernomen dat de Onderkoning
Li Ilung Chang, wiens haat tegen de vreem
delingen bekend is, tot de Keizer een ver
zoekschrift zou gericht hebben, waarin hij
vraagt alle vreemdelingen in China, vooral
de Engelschen. te mogen uitroeien, d. w. z.
vermoorden. De Onderkoning beweert, dat
die maatregel noodzakelijk is om te belet
ten, dat China onder de Eurupeesche mo
gendheden verdeeld worde.
CHOLERA.
De jl. Vrijdag te Rotterdam aan cho
lera overleden patiënte was dienstbode aan
den Stationsweg en was vandaar naar de
barak te Crooswijs overgebracht.
In het geheel hebben zich te Rotterdam,
van het ontstaan der cholera op 21 Aug.
af, 23 gevallen van cholera voorgedaan,
waarvan 15 met doodelijken afloop, ter
wijl een lijder hersteld is en 7 lijders nog
in behandeling blijven.
Te Terneuzen zijn twee gevallen van
cholera voorgekomen. Een der aangetasten
bezweek, de ander herstelde.
De vrouw te Deltt, lijdende aan Cho
lera Asiatica, is als hersteld uit de barak
ontslageu.
Zaterdag heeft zich te IJselmonde een
geval van cholera aciatica voorgedaan bij
een scheepsmaker van het etablissement
Feyenoord. De lijder is bezweken.
Op een voor Papendrecht op stroom
liggend vaartuig is een iojarig meisje aan
cholera overleden.
Van Vrijdag op Zaterdag zijn te Leer
dam geen gevallen van cholera aangegeven
2 personen zijn in dien tijd gestorven.
In het geheel waren toen daar 33 geval
len aangegeven; van deze zijn er iS gestor
ven.
Een geval van cholera heeft zich te
Utrecht voorgedaan in het tuchthuis. De
lijder is naar de barakken in de Amalia-
stichting vervoerd, waar hij door een broe-
120
maar daar zij Edith's gelaat niet kon gadeslaan, kon zij
ook niet zien of hare woorden eenige uitwerking hadden.
In ieder geval bleek het duidelijk, dat Edith niet van plan
was op dit onderwerp door te gaan, want zij zeide eenigs-
zins haastig:
„Ik heb veel langer geslapen dan mijn plan was en het
spreekt van zelf, dat ik u nu aflos. Misschien wilt ge wel
zoo goed zijn het meisje te zeggen mij een glas portwijn
en een broodje hier te brengen. Iets anders heb ik voor-
loopig niet noodig."
Blanca zei niets en liet haar alleen. Het verlangde was
terstond gebracht en Edith gebruikte voornamelijk den
zwaren vurïgen wijn met snelle teugen. Daarna leunde
zij achterover in haar stoel en draaide het scherm van de
op tafel staande nachtlamp zoo, dat zij geheel in de scha
duw zat. Wel een half uur ging in de diepste stilte voorbij
en inmiddels was het volkomen donker geworden. Daar
begon er beweging te komen in het bed naast haar,
Gerard draaide het hoofd om en zeide
„Zijt ge nog steeds bij mij, mijn goede Blanca
Edith had voor een oogenblik een gevoel, alsof hare
adem stokte, zij drukte hare handen tegen elkaar en zonder
op te staan, zeide zij
„Kan ik iets voor u doen
„Gerard kon haar gelaat niet zien en de gedempte klank
harer stem had hem haar niet doen herkennen. Zonder
zijne vergissing te bemerken, ging hij voort
„Neen, Blanca. Maar ik wou je wat vertellen, ik
wou mijn hart voor je uitstorten, zooals ik het vroeger
zoo dikwijls heb gedaan, als ik de een of andere dwaze
streek had uitgehaald. Mijn hoofd is nog zwaar en mijne
121
gedachten zijn nog zoo verward, dat ik in weerwil van alle
moeite nog niet kan bepalen wat ik werkelijk beleefd heb
en wat ik gedurende mijne ziekte gedroomd heb. Edith
alleen zou in staat zijn mij dat alles op helderen, maar ik
zou den moed niet hebben het haar te vragen, al was zij
hier. En toch moet ik spoedig opheldering hebben, anders
zou ik door dien ontzettenden twijfel opnieuw ziek worden.
Wilt gij mij daartoe helpen, gij die altijd zoo trouw en
goed zijt? Als gij in plaats van ik er naar vraagt, zult ge
alles wel te weten komen, want zij is veel te goed en te
edel om eene onwaarheid te zeggen."
Edith zat bewegingloos en met starren blik als een
standbeeld in haar stoel. Zij waagde het nauwelijks om
adem te halen en Gerard was van de gedachten, welke
hem vervulden, zoo in beslag genomen, dat hij, zonder er
op te letten dat hij geen antwoord kreeg, voortging
„Ik zou alles voor inbeelding of voor eene akelige koorts
fantasie houden, wanneer sommige dingen niet al te duide
lijk voor mijne oogen stonden. Dat ik met de Jankowski's
op zee ben geweest, is in ieder geval geen droom. Ook
als ik niet zeker wist hoe wij tegen de golven gekampt
hadden, dan nog zouden mijne gewonde handen mij een
onweerlegbaar bewijs daarvoor zijn. En als dat dus wer
kelijk gebeurd is, moet ik dan ook niet gelooven dat
maar neen, neen, dat kan niet waar zijndat zou mij
waanzinnig doen worden En dan heeft Edith mij
gisteren niet, toen ik haar vroeg of zij mij nog lief had,
gekust? En zij kan niet liegen, nooit, neen, zelfs uit
barmhartigheid niet
Hij zweeg eenige oogenblikken, omdat het spreken hem
nog steeds vermoeidedaarop zeide hij met de onniisken-