NIEUWEDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
M. 112.
Woensdag 20 September 1893.
Jaargang 51
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
NEDERLAND.
Het Vaderlanilt ghetroawe
Blijf iele tot ia dea doot.
Ifil/ie/miulied.
„En dctetpcreerl ui.-nmer!"
Jan Pieten. Co en.
Versoüljnt ledlorea OlnsdaK, Donderdag on ZaterdAg.
Abonnementsprijs per 8 maaaden:
Voor de courant binnen de gemeeentef 0.70, met Jong Holland1.20
j nanr de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.40
alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbogropen
Ooat-TndiS en Amerika). B 1.75, 2-50
i i B B Zuid-AfrikaB 2.50, B B 4.
J. H. YAN BALEN.
Molenplein.Helder.
Prq» der Advertenties:
Van 15 regel» 50 cent», elke regel meer 10 eent. Bij abonnement, naar gelang v
hoeveelheid regel», aanmerkelijk lager.
Advartentiën voor liofdadige doeleinden per regel 5
Dien»taanbietlingen voor den werkenden itandl
De Advertentiën kunnen overal (oorden ijeplwtfM tusschen den tekst.
•Tl.Zaterdag werd dan door de politie een
kruistocht ondernomen door de bosschen
en het kreupelhout in den omtrek.
De verschijning van een negental
mannen, waarvan de meesten in uni
form, werkt te Bussum natuurlijk
zóó levendig op de verbeelding, dat de
berichtgever, die hen toevallig op zijn
pad ontmoette, zich, zij het ook aanvan
kelijk op eerbiedigen afstand, onmiddel
lijk bij hen aansloot. Weldra immers
fluisterde ieder, dat die verkenningstocht
in verband stond met den vermoedelij-
ken moord op een vrouw door den ge
legenheidsdichter houtschilder De Jong.
De hoofdinspecteur der recherche, de
heer Batelt, had Vrijdag reeds het
terrein verkend en zoodoende wist ieder
wat te verhalen.
Het schijnt intusschen vast te staan,
dat De Jong op 31 Augustus jl., in ge
zelschap der vermiste vrouw, des mor
gens te Amsterdam is afgestapt. Vervol
gens bood hij om twee uur bij het sta
tion een telegram aan, waarin hij zijnen
hotelhouder te Amsterdam berichtte,
dat hij dien nacht niet thuiskwam. In
Bussum zelf heeft men echter vruchte
loos bij hotelhouders en particulieren
onderzocht, of hij bij een hunner den
nacht had doorgebracht.
Het staat daarentegen weer vast, dat
hij den volgenden dag in Amsterdam is
aangekomen, met een pak in bruin papier
bij zich, dat gelijk reeds werd ge
meld waarschijnlijk de kleederen
van het vermoedelijke slachtoffer bevatte.
In den omtrek van het kamp te Laren,
waar 31 Augustus feest werd gevierd
ter eere van de Koningin, herinnert
niemand zich hem gezien te hebben. Al
leen gaat het verhaal, dat het zoontje
van een der ingezetenen, die 's avonds
over de hei van het feest huis
waarts keerde, tot zijn schrik een man
Geheimzinnige verdwijning.
In verband met de geheimzinnige
verdwijning van twee vrouwen en de
onlangs vermelde gevangenneming van
den gelegenheidsdichter en houtschilder
De Jong, zich noemende dr. De Jong,
werd jl. Zaterdag in de boschrijke om
streken van Bussum door de politie
een onderzoek ingesteld.
De inspecteur der recherche, de heer
Batelt, vergezeld van den majoor der
rijks veld wacht Lamens, vier rijksveld
wachters en twee agenten uit Bussum,
doorzochten, onder leiding van den
jager Wassing van jhr. Dedel reeds
den nieuwen 's Gravenlandschen weg
en begaven zich, bij de seining van
dit bericht, naar de Craailoosche bos
schen, waar wellicht het lijk van een
der slachtoffers in den grond is ver
borgen.
De Jong moet namelijk indertijd uit
Bussum zijn teruggekeerd met een pak
bij zich, dat, naar het uiterlijk te oor-
deelen, wel kleederen kon bevatten.
Die onderstelling^ werd te aannemelijker,
toen de inspecteur Batelt bij eenige
vrouwen van verdachte zeden kleeding-
stukken vond, die volgens het signale
ment der Engelsche politie aan een
der vermoedelijke slachtoffers konden
belmoren. Die vrouwen zouden zelfs
reeds hebben verklaard, dat zij die
kleedingstukken van De Jong ten ge
schenke ontvangen hadden.
Volgens de laatste lezing van het
geen betreffende deze duistere zaak
uitlekt, trad De Jong verleden jaar
in Engeland in den echt met een
Engelsch meisje, waarmede hij over
stak naar het vaste land.
Hij bpgaf zich op reis naar Wies-
baden, doch te Dusseldorf zou zijne
vrouw hem heimelijk hebben verlaten
in gezelschap van een Amerikaan.
De bloedverwanten der jonge vrouw
ontvingen echter taal noch teeken van
haar.
De Jong zelf begon intusschen het
hof te maken aan een veertigjarige
juffrouw, die met hare zuster te
Amsterdam gestoffeerde kamers
verhuurde. Hij wist de juffrouw te
bewegen zich met hem naar Engeland
te begeven, ten einde daar met haar
te huwen.
Zij zouden inderdaad eenigen tijd in
Londen vertoefd hebben, maar keerden
naar Nederland terug, vermoedelijk
onder voorwendsel, dat de echtverbin
tenis ten gevolge van het vorige, nog
niet wettig ontbonden huwelijk, ver
traging ondervond I
Ook deze vrouw was plotseling
spoorloos verdwenen, hetgeen De Jong
eenigen tijd voor hare zuster verborgen
wist te houden, ten einde gelegenheid
te vinden, haar nog eenige meubelen
en goederen afhandig te maken, gelijk
„De Echo" vermeldt.
De familie der vorige vrouw schijnt
intusschen niet stil gezeten en de
Engelsche politie in de zaak gemengd
te hebben. Deze wendde zich tot hare
Amsterdamsche ambtgenooten met bo
vengemeld gevolg. Het is te hopen,
dat het den heer Batelt, die reeds
meermalen getoond heeft een fijnen
neus te hebben, gelukken moge volle
dige zekerheid te krijgen betreffende
het vermoeden, dat De Jong, wiens
verleden verre van gunstig is, een
dubbelen moord zou hebben gepleegd.
uit het akkermaalshout zag komen. Die
streek zal dan ook door de rijks veld wacht
uit Hilversum nauwkeurig worden door
zocht.
Op aanwijzing van den burgemeester,
die een gedeelte van den tocht mee
maakte, werd Zaterdag het eerst een
bezoek gebracht aan den Nieuwen
's Gravelandschen weg en „De Spiegel",
omdat zich in de daar liggende heide
velden een aantal kuilen bevinden, over
blijfsels van veldkeukens uit den Fran-
schen tijd.
Daarop ging het door het terrein,
gelegen tusschen de wegen van Bussum
naar „Jan Tabak" en „De Gooische
Boer" en was een gedeelte van het bosch
van Bredius aan de beurt. Bij het onder
zoek der vijvers aldaar en in het Bie-
gelpark behoefte geen gebruik te worden
gemaakt van de medegenomen dreggen,
daar het heldere water tot op den bodem
doorzichtbaar was.
Het ingespannen rondkijken en de
half gefluisterde opmerkingen maakten
intusschen in de stille omgeving nu en
dan voor een leek althans
een huiveringwekkenden indruk. Het
zelfde was het geval bij de vondst van
een paar vrouwenlaarsjes,die echter, ver
weerd en versleten als zij bleken te zijn,
niet van het vermoedelijke slachtoffer
afkomstig waren.
Ook de boschzoom van Zuid-Crailoo
langs den weg werd grootendeels afge-
loopen en te Amsterdam zag men even
eens zonder gevolg menige hoop mos en
bladeren met de sabel nmhalen.
Het bezoek aan de legerplaats van
Laren en de ondervraging van den can-
tine-baas en eenige andere' personen
bracht de onvermoeide politiemannen
helaas alweer niet verder op het rechte
spoor, laat ons er bijvoegen, ondanks
hun afmattend werk, want, daar de jager
134
wendsel vinden voor onze scheiding we moeten dat
een beetje voorbereiden en daarom wilde ik u vragen
wat ge daarvan denkt.
Hij was zichtbaar verrast door de hardheid en scherpte
waarmede zij antwoordde
„Waartoe zou die huichelarij dienen? Als de zeden zoo-
onverbiddelijk zijn, dat zij de vrouw, die vrijwillig scheidt,
veroordeelen, dan wil ik ook dit nog wel op mij nemen.
En met het oog op mij alleen is het zeker dat ge zooiets
wilt bedenken. Niemand' zal u zijne achting onthouden
omdat een plichtvergetene vrouw zich aan u heeft bezon
digd. Uwe eer is hersteld, doordat ge haar, die uwen
naam bevlekte, buitensluit en daardoor haar het recht ont
zegt uw onbevlekten naam te voeren. Maar dat begrijp
ik zoo goed, dat ik op dit oogenblik nog uw huis verlaat
en dat ik geen voet meer op Groenheide zal zetten
Zij stond reeds aan de deur en had hare hand op de
knop gelegd, alsof zij, zooals zij daar stond, als eene ver-
stootene de wereld in zou gaan.
En ofschoon Gcrard Von Rinkow voor een oogenblik
van plan was te spreken en eene snelle beweging tegen
zijne vrouw maakte, gaf hij terstond toe aan een onbegrij
pelijk iets, een machtigen invloed, die hem verlamde. Slap
vielen zijne armen neer en zonder een woord te spreken,
als versufd, zag hij het oogenblik naderen, dat zij zou
verdwijnen. Nog een oogenblik en en zij zou zijn heenge
gaan. En in dat vreeselijke oogenblik van enkele seconden
zagen beiden hun geheele levensloop, hun geheelen liuwe-
lijkstijd voorbij gaan en ofschoon hunne harten van
een gereten werden door de verschrikkelijkste smart,
had toch geen van beiden den moed met het alles
131
h'j na een oogenblik wachtens voortging „Ik kan u niet
zóó zien, Edith het kan toch uwe bedoeling niet zijn
mij nog meer te kwellen," eerst toen richtte zij zich lang
zaam op en keerde, terwijl zij zich aan een der stoelen
vasthield, haar van tranen overstroomd, marmerbleek
gelaat naar hem toe.
„Neen, dat is mijne bedoeling zeker niet," zeide zij
toonloos. „Maar waarom zijt ge zoo vriendelijk tegen mij,
Gerard Waarom behandelt ge mij niet zooals ik verdiend
heb Ik ben schuldig en ik zal niet pogen een rechtvaar-
diging voor mijne misdaad te vinden."
Gerard antwoordde niet dadelijk. Half van haar afge
wend stond hij daar en het was, alsof hij een zwaren strijd
streed met zichzelf, eer hij het woord kon uitspreken, dat
hem op de lippen zweefde. Weifelend en in haastige,
korte klanken klonk het eindelijk
„Gij wilt geen moeite doen om u te rechtvaardigen
Nu, des te beter misschien, want mijn dwaas hart
kon wellicht al te bereidwillig zijn om u te vergeven."
„Gerard riep zij jubelend, terwijl zij hare armen naar
hem uitstrekte. Maar hij belette haar met een wenk
om verder te spreken.
„Ja, ik zou u misschien nog erger dingen kunnen ver
geven, Edith, want mijne onverstandige liefde is machtiger
dan alles, wat mij met toorn en haat jegens u vervullen
kan. Maar ik kan mijne liefde niet boven mijn eer laten
gaan. De beleediging, welke gij mij hebt aangedaan, heeft
een getuige gehad en deze eene, die het gewaagd heeft
mij zoo te beleedigen, zou mij voor een eerlooze houden
als
Hij hield op, want hij kon het verschrikkelijke woord
van jhr. Dedel overal uitstekend in
bosch en kreupelhout bekend bleek te
zijn, werd een terrein doorzocht van
zóó groote oppervlakte, dat een gewoon
wandelaar er zeker het dubbele van den
tijd voor noodig zou hebben. Omstreeks
halfzeven waren wij weer aan het station
en dus een uur of tien op de been ge
weest.
Het „Handelsblad" en dat deed
mijn berichtgevershart goed was daar
intusschen aangekomen met zijn voor-
loopig verhaal van den tocht, dien men
dan ook, met het blad in de hand, al druk
besprak. Ik vernam er nog, dat bij het
bovengenoemde pak kleederen zich een
hemd en tuinschopje zouden bevonden
hebben, die in handen der justitie moe
ten zijn.
Wat hiervan zij, het was voor uw
berichtgever een even onverwachte als
eigenaardige wandeling, die hem lang
in het geheugen zal blijven. En al heeft
zij voor de justitie op 't oogenblik
nog geen rechtstreeksch voordeel opge
leverd, er is althans mede bereikt, dat
hier ieders aandacht op de geheimzinnige
zaak is gevestigd en menige veld- en
boscharbeider nu de oogen wel eens
zal gebruiken. Ik hoorde reeds vertel
len, dat een paar jagers er met hunne
honden eens op uit zouden gaan en in
dit geval is een wakkere jachthond een
niet te versmaden bondgenoot-detective.
Ten slotte écne opmerking: wat een
geduld, zelfstandig oordeel en scherpzin
nigheid eischt dergelijk onderzoek van
de justitie! Wanneer zij iemand op den
man af iets vraagt, weet hij inderdaad
nietsmaar nauwelijks wordt er een
beetje over de zaak doorgepraat, of de
verbeelding van den ondervraagde be
gint blijkbaar te werken en meent hij
zich allengs allerlei dingen te herinne
ren eerst weet hij zich dan wel vol
strekt geen dagteekeningen in het ge
heugen terug te roepen., maar heeft hij
eenmaal van den vermoedelijken dag of
nacht gehoord, dan komt dat eensklaps
nauwkeurig daarmede uit.
Bijna altijd zijn dergelijke inlichtingen
natuurlijk van geenerlei waarde, hoewel
hij. die ze verstrekt, volkomen te goe
der trouw is. Hij phantaseert ondanks
zichzelf, onder den indruk van het ge
hoorde
(Hbld.)
HELDER, 19 September.
Offlciëele berichten
uit de „Staatscourant*.
Hij Kon. besl. van 15 Sept. is, met 1 Oet.
a. s. 1. benoemd bij 's Rijkswerven, als
1ste bewaarder der voorraadmagarijnen, de
commandeur der scheepstimmerlieden C. H.
Van Hreen 2. de opzichter van maritieme
werken bij 's Rijkswerf te Amsterdam
R. Blankovoort,eervol ontslag verleend uit 's
Rijks-dienst, behoudens toekenning van pen-
siocu.
De Minister van Oorlog brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat tegen 24 Oct. a. s.
een twintigtal zonen van militairen op de
pupillenschool te Nieuwersluis kunnen wor
den geplaatst. Zie verder de „Staatscourant".
Met 30 Scpt. a. s. worden 1. op non-
activ. gesteld de luit. ter zee der 2de kl.
W. II. C. Hoog en D. E. Van Dijk, van
llr. Ms. instructieschip „Nautilus", W. H.
Nolthcnius van Hr. Ms. vrachtschip te Helle-
voetsluis en W. A. J. Van Diggelen* mede
bchoorende tot de rol van genoemd wacht
schip en gedetacheerd aan boord der kanon
neerboot „Gier" 2. geplaatstop llr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, de luit. ter zee
2de klasse. H. H. Del Court van Krimpen
op Hr. Ms. instructieschip „Nautilus", de
uits. ter zee 2de klasse L. J. Van lleloma,