NIEUW EDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
M. 118.
Woensdag 4 October 1893.
Jaargang 51.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
>er reirtl 5 Ct.
m
NEDERLAND.
Het Vaderland t ghetrouwe
Blijf iele tot ia dea doot.
Wilhelmuslied.
EN
„En dearepereert nimmer I"
Jan Pieltrs. Con.
VeraoUlJnt loaoron Olnsda», Donderaag on Zaterdag
Abonnementsprijs per 3
maand
Prqa der Advertentiëa:
Voor de courant binnen de gemeeente
f 0.70,
met Jong Holland 1.20
UITGEVER
naar de overige plaatsen van Nederland
alle landen, die in het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
Znid-Afrika
0.90,
1.40
Van 15 regelt 50 cents, elke regel mear 10 eent. Bij abonnement, na
boeveelheid regelt, aanmerkelijk lager.
ar galaag van de
1.75,
2-50,
2.60
4.—
Molenplein.Helder.
Dienstaanbiedingen voor dea werkenden atand
De Advertentien kunnen overal worden <7eplaatst tusschen den tekst.
Een groote verbetering.
Na ook de Eerste Kamer de „belas
ting op bedrijfs- en andere inkomsten"
heeft aangenomen, is een gewichtig deel
der belastingherziening voltooid. In den
tijd van twee jaar heeft de tegenwoor
dige Regeering, gesteund door de meer
derheid der Staten-Generaal, aldus een
hervorming tot stand gebracht, die sedert
het jaar 3848 steeds aan de orde is ge
weest, maar telkens is mislukt.
De beteekenis der hervorming wordt
het best begrepen, als men er op let,
dat zij over een bedrag van ongeveer
15 millioen gulden loopt.
Die 15 millioen werden tot dusver
verkregen
voor 5 millioen uit het patentrecht,
dat eenzijdig op de bedrijven drukt en
geheven wordt, ook als geen winst is
gemaakt
voor 4^ millioen uit hooge accijnzen
op zout en zeep, dus van eerste levens
behoeften
voor 4£ millioen uit de overdracht
of de verpanding van goederen, waar
door vooral een zware druk werd ge
legd op hen, die uit nood tot vervreem
ding of hypothekeering moeten over
gaan
voor 1 millioen uit de grondbelasting
op ongebouwde eigendommen, welke
door het samenvallen van de nieuwe
schattingen met lager graanprijzen voor
velen zeer bezwarend was.
Die 15 millioen zullen nu op andere
wijze worden geheven. De patentwet
wordt afgeschaft, zeep is geheel vrijge
steld, de zoutbelasting is tot een derde
verminderd, de mutatie- en hypotheek
rechten eveneens, en de grondbelasting
op het ongebouwd met 14 pCt. verlicht.
In plaats daarvan treedt, behalve een
kleine verhooging van den jenever-ac
cijns, een algemeene inkomstenbelasting,
die ongeveer f 13^ millioen moet opbren
gen. l iet grootste gedeelte daarvan, bijna
9 millioen, wordt gedragen door het
kapitaal, door de vermogens. En zulks
met geheele vrijstelling van vermogens
onder f 13.000, met aftrek van een vrij
bedrag van f 10.000 wat al de hoogere
vermogens betreft, en met fiO pCt. ver
zwaarde belasting (progressie) voor het
geen boven 2 ton wordt bezeten.
Het overige moet worden gevonden
uit het tweede gedeelte der inkomsten
belasting, dat door de Eerste Kamer is
goedgekeurd de belasting op bedrijfs-
en andere inkomsten, behalve die uit
kapitaal. Wat tot dusver door het on
billijk werkend eenzijdig patentrecht
werd geheven, zal voortaan worden
omgeslagen over alle winsten uit arbeid
(behalve uit landbouw) boven f650.
Dus niet enkel van handel en nijver
heid en sommige beroepen en ook niet
wanneer geen winst is genoten. Ook
hier worden winsten boven f 8000
gelijkgesteld met de rente van 2 ton
kapitaal hooger getroffen dan de
lagere.
Ziehier in groote trekken waarop de
belastingherziening neerkomt, welke tot
dusverre is tot stand gebracht: Onthef
fing van druk voor de mingegoeden, door
den last over te brengen op sterkere
schouders.
Aan den „dringenden eisch van recht
vaardigheid", waarvan het tegenwoordig
Ministerie bij zijn optreden sprak, is
door deze herziening in belangrijke mate
voldaan.
Zijn werk is zeker niet vrij van ge
breken. Maar vergeleken met wat hij
bij zijn optreden gevonden heeft, is het
geen hij in twee jaren er voor in de
plaats heeft weten te krijgen, een ont
zaglijke verbetering. Daarvoor zij hem
hulde en dank gebracht.
Er ontbreekt nu nog een verlichting
voor de middenklasse, door wijziging
der personeele belasting. Ook die her
ziening zal de Minister' van financiën,
blijkens zijn door ons vermelde verkla
ring, spoedig trachten tot stand te bren
gen.
(Hbld.)
Opleiding- van Indische
ambtenaren.
Meermalen is er in daTweede Kamer
der Regeering een grief van gemaakt,
dat zij zich niet bemoeit met het onder
wijs, hetwelk hier te lande aan de aan
staande Indische ambtenaren wordt ge
geven. Ook de tegenwoordige Minister
van Koloniën acht het wenschelijk, dat
daarin verandering kome, doch het
is zijns inziens niet noodig te besluiten
tot de oprichting van eene rijksinstel
ling voor de opleiding van Indische amb
tenaren, nu in de behoefte aan onder
wijs voldoende wordt voorzien door de
gemeente Delft (de eenige, die thans de
gelegenheid geeft om zich voor het
groot-ambtenaarsexamen te bekwamen).
Waar het op aankomt, is, dat het onder
wijs in verband met de taak, die den
ambtenaren in Indiö wacht, zoo doel
matig mogelijk zij. Een voldoende waar
borg daarvoor wordt, meent de Minis
ter, naar hij in de toelichting op de Indi
sche begrooting van 1894 uiteengezet
heeft, verkregen, indien aan de Regeering
de invloed op het onderwijs wordt ge
geven, dien eene overeenkomst met Delft
op den volgenden voet haar zou verze
keren, terwijl eene rijksinstelling voor
de opleiding van Indische arntenaren
onvermijdelijk hooger offers eischen en
ook andere bezwaren ontmoeten zou.
Het onderwijs zal worden gesteld
onder het toezicht van een college van
5 curatoren, waarvan de burgemeester
van Delft lid zal zijn, terwijl de overige
leden, en uit de leden de voorzitter,
worden benoemd en ontslagendoorden
Minister van Koloniën,die ook een regle
ment voor het College zal kunnen vast
stellen. Wijders zullen aan de goedkeu
ring van den Minister van Koloniën
worden onderworpen en zonder die goed
keuring geen effect hebben de benoe
ming en het ontslag van het onderwij
zend personeel, het reglement der school,
het leerplan en alle in deze beide rege
lingen te brengen wijzigingen. Daaren
tegen zal de gemeente Delft, ter tege
moetkoming in de kosten van het onder
wijs, een jaar 1. subsidie van f 12.000 ont
vangen, zijnde ongeveer het gemiddeld
jaarlijksch bedrag van het tekort, dat
de school in de laatste 10 jaren heeft
opgeleverd.
Op het 1ste hoofdstuk der begrooting
van uitgave is een post van f 12.000
uitgetrokken, ten einde de gelegenheid
te verkrijgen om zulk eene overeenkomst
aan te gaan.
i Een tweede post derzelfde afdeeling
houdt verband met de wijziging van de
bepalingen betreffende het groot-ainb-
j tenaarsexamen, die tot stand gebracht
18
nu wel zóó goed getroffen. Een lot uit de loterij,
hoor, op mijn woord, Jet, er is nu letterlijk niets op
haar aan te merken, een allerliefst en knap wijfje.'
„ZooJa, ik heb ze daar zoo gezien en ik
moet bekennen, zij ziet er lief en netjes uit, maar
is dat niet een beetje gevaarlijk, Lo, dat jij ze zoo
allerliefst vind? Pas op je tellen, oude jongen!"
Demmers kleurde en dat ontging den scherpzienden
blikken van de dame niet.
„Kom, Jet, wees toch als het u belieft zoo dwaas
niet," zeide hij.
„Ja ja," zeide zij, „zoo'n jong, knap wijfje en
zoo'n geestdrift bij jou, Lo, niet dat ik het je kwa
lijk zou nemen, als je eens een aardigheidje met
haar uithaalde, maar...."
„Jet 1 doe mij nu één genoegen en houd op zeide
Demmers wrevelig.
„Kom, kom, 't is immers maar gekheid," gaf zij
haastig ten antwoord.
„Ja, maar een klein beetje ongepast," merkte hij
aan. „Kom, waar zijn de kinderen?"
Hij wendde zich om, ten einde de guiten te
zoeken en zag daardoor den boozen blik niet, dien
zijn schoonzuster op hem wierp, nóch het paar oogen,
dat uit de tuinkamer op hem en haar gevestigd
was.
De juffrouw had echter, zooal niet gehoord, dan
misschien toch geraden, wat de dame besprak en
in ieder geval merkte zij zeer goed de booze blikken
op, welke deze op Demmers wierp. Op hetzelfde
oogenblik trad zij, als bij ingeving, voor den spiegel
en nam de roos uit haren haar, die zij achter de
pendule verborg.
Demmers, wien de beide meisjes als klitten aan
het lijf hingen, trad nu, voorafgegaan door zijn
schoonzuster, de kamer binnen.
„Jet, mejuffrouw Van Hees, mijne huishoudster
juffrouw, mevrouw Demmers, mijne schoonzuster."
De juffrouw boog en mevx'ouw Demmers schonk
haar een genadig knikje. In het volgende oogenblik
15
was een genot om hier te verwijlen en op zijn
gemak dat fraaie panorama te overzien van lande-
lijken vrede en afwisselend natuurschoon.
„O, wat is het hier heerlijk riep zij uit.
„En dan moet ge zomers hier komen," zeide
Demmers. „Ik heb er de beide laatste jaren weinig van
geprofiteerd, omdat ik het, hoewel erg eenzaam
levende, toch niet aangenaam vind altijd alleen ergens
te zijn en ik voor mij alleen alles niet in orde wilde
laten houden. Bovendien, de juffrouwen waren er
niet op gesteld hier te zitten."
„Niet?" riep Suze uit, in verbazing de handen
ineen slaande, „hoe is het mogelijk?"
„Ja, 't is toch zoo. Maar ik verzeker u, dat het
voor mij een genot is, des zomers hier het grootste
gedeelte van den dag door te brengen."
„Geen wonder," zeide Suze „nu, als ik hier blijf,
dan verzeker ik u, dat ik zal zorgen dat het ge
beurt."
„En dan is het hier zoo vroolijk," vervolgde Dem-
tmers. „Bootjes met liefhebbers van spelevaren, jacht
clubs en zeil vaartuigen passeeren hier dan aan
houdend en het vroolijke gesnap en gezang van het
{levenslustige volkje hoort ge den geheelen dag."
Daar kwam een vrachtschuit voorbij. Hel groote,
bruïnroode zeil onderschepte voor een oogenblik het
licht in den koepel en deed de juffrouw alweder
verbaasd opzien.
Demmers vermaakte zich met de afspiegeling van
haar verbazing op haar lief gezichtje en beschouwde
haar in stilte, zoo vaak zij het hoofd naar buiten
wendde.
Zij gingen een ander pad terug. Dit voerde door
den moestuin en boomgaard. Aan de boomen schit
terden tusschen het groen de verschillende vruchten
en de takken bogen onder het gewicht.
Zij had, rondom zich kijkende, er niets van gezien,
maar toen zij juist onder een zwaar beladen peren
boom stond, hield Demmers, die achter haar liep,
haar plotseling tegen.
is bij het Koninklijk besluit van 20
Juli 1893 („Staatsblad* no. 117); daar
bij is een nieuw examenvak in het leven
geroepen, namelijk de „Nederlandsch-
Indische wetboeken", omdat de opleiding
van den Indischen ambtenaar niet vol
ledig kan geacht worden, wanneer hij
niet de kennis van den hoofdinhoud
daarvan en de grondbeginselen van het
recht, die er aan ten grondslag liggen, in
zich heeft opgenomen.
De gemeente Delft heeft voor dat vak
reeds een leerstoel aan de Indische In
stelling opgericht. Aan het gymnasium
Willem III te Batavia zal het onderwijs
daarin, althans voorloopig, worden ge
geven door de leeraren in de geschie
denis, land- en volkenkunde van N'eder-
landsch-Indië en in staatsinstellingen,
godsdienstige wetten, volksinstellingen
en gebruiken van Nederl.-Indiê, beiden
rechtsgeleerden. Teneinde ieder van hen
daarvoor eene toelage van f 200 's
maands te kunnen geven, wordt 14800
op het 2de hoofdstuk der begrooting
uitgetrokken. Bij hetzelfde Koninklijk
besluit is de taalkennis, die gevorderd
wordt, tot twee talen, het Javaansch en
het Maleisch, uitgebreiddaar beide
talen reeds gedoceerd werden, brengt
dat echter in de uitgaven geen verande
ring.
HELDER, 3 October.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Zitting van Donderdag 28 September.
(Slot).
Bedrijfsbelasting.
Aan de orde was het wetsontwerp be
treffende de bedrijfs- en andere inkomsten.
De heer Rahusen verklaarde zich tegen
de vrijstelling van den landbouw, als on
gemotiveerd en in strijd met de grondwet
telijke bepaling, dat er geen privilegie mag
zijn op het stuk van belastingen.
Voorts had hij bedenkingen tegen het
fiscaal karakter van de wet.
De heer L. van Nispen bestreed eenige
strafbepalingen in het ontwerp.
I)e Minister van Financien verdedigde
het wetsontwerp. Deze Bedrijfsbelasting
is het noodzakelijk complement van de
Vermogensbelasting. De billijkheid brengt
mede, de tot dusver onbelaste groote in
komsten te treffen. Omtrent de opbrengst
kon de Min, geenerlei zekerheid ge^en en
dus zeker niet over de bestemming van
een eventueel surplus. De progressie rust
op zeer ernstige overwegingen. De vrij
stelling van den landbouw is billijk en
geen gunst. Als er betere tiiden voor den
landbouw aanbreken, kan de vrijstelling
weer vervallen.
Nog drong de heer Fransen van de
Putte er bij de Regeering op aan, dat
vóór 1 Januari eene zoodanige herziening
der bestaande kieswet zou worden inge
diend, dat de geheimhouding der kohieren,
bij de Vermogensbelasting gewaarborgd,
zou worden verzekerd.
Het ontwerp-Bedrijfsbelasting werd in
stemming gebracht en aangenomen met 27
tegen 16 stemmen.
De Kamer is daarna gescheiden.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 2S September.
(Slot).
Verbetering Nederrijn
en Lek.
Aan de orde is het ontwerp tot verhoo
ging van Hoofdstuk IX (Waterstaat) der
Begrooting voor 1893.
De heer Conrad wijst er op, dat de
normaliseering van de Waal nog niet is
voltooid, en toch hebben onze groote han-
delssteden daarbij oneindig meer belang