NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 141. Zondag 26 November 1893. Jaargang 51 Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN J. H. VAN BALEN. NEDERLAND. Het Vaderlandt gho trouwe Blijf iele tot i» den doot. Wilhelmuslied. ;ÏJL?s „En dcacapereert nimmer I" Jan Pielert. Co en. Vor»oh.1j nt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementaprija per 8 Voor de courant binnen de gemeeente f 0.70, met Jong Holland 1.20 UITGEVER Prija der Advertentie*: naar de overige plaatsen van Nederland alle Unden, die in het postverdrag rijn opgenomen (inbegrepen 0.90, 1.40 Van I5 regels 50 centa, elke regel meer 10 eent. Bij abonnement, boeveelheid regels, aanmerkelijk lager. aar g»la*g van de Oost-Indië en Amerika). Znid- Afrika 1-75. 2.50, 2.60 B 4 Molenplein.Helder. BB*. De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst. HELDER, 25 November. Neerbosch. JI. Maandag heeft het hoofdbestuur van de commissie Neerbosch een samenkomst gehouden met de besturen der subcommissien in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht. De financieele subcommissie heeft op den 28sten October een vergadering gehouden, nadat hare leden op 25 e<? 26 Augustus en nogmaals op 8 en 9 Sept. een bezoek hadden gebracht aan Neerbosch. Haar rapport is gereed. De paedagogische commissie vergaderde op 13 dezer, nadat op 14 Augustus en 2 October bezoeken aan Neerbosch waren gebracht. Deze commissie heeft mondelinge en schriftelijke inlichtingen ontvangen en onderzocht van bijna honderd verschillende personen. Haar rapport is bijna voltooid. De hygiënische commissie vergaderde op 16 Sept., 11 Oct. en 1 dezer, nadat op 16 Aug., 24 Aug. en 18 Oct. door hare leden bezoeken aan Neerbosch waren ge bracht. Ook haar rapport is bijna gereed. De drie rapporten zijn van vrij grooten omvang. De commissie hoopt thans binnen niet al te groot tijdsverloop haar eindrapport te kunnen vaststellen, dat gedrukt zal worden en algemeen verkrijgbaar gesteld. Dat de werkzaamheden langer duren dan door velen gewenscht en verwacht werd, vindt zijnen grond voornamelijk daarin, dat gedurende den loop van het onderzoek, ook nog in de allerlaatste weken, feiten werden openbaar gemaakt waaromtrent de commissie verplicht meent te zijn een onder zoek in te stellen. Iedereen zal begrijpen dat, vooral waar het feiten geldt voor jaren voorgevallen, een degelijk onderzoek, wil het inderdaad doeltreffend zijn, veel moeite en veel tijd vereischt. Jl. Maandag verscheen het verslag van het onderzoek der Kieswet-amende menten in de afdeelingen der Tweede Ka mer in 't licht. De slotsom is, dat de Commissie van Rapporteurs na ernstige overweging tot de conclusie is gekomen, dat er in de gege ven omstandigheden voor haar geen vol doende reden bestaat, om tot een overleg met de Regeering het initiatief te nemen. HH. MM. de Koninginnen zullen in den namiddag van 29 dezer in de residentie terugkeeren. De benoemde tijdelijke referendaris bij het Departement van Koloniën, jhr. rar. Van der Wijck, oud-gouvernements-secre- taris in Ned.-Indië, zal optreden als chef van het Kabinet van den Minister. Uit Stadskanaal wordt gemeld De arbeiders van Pekela, die met het graven van het kanaal te Alteveer bezig zijn, begaven zich Zaterdagavond bij ge deelten naar de landbouwers aan het Boe- rendiep. Overal werden in de bóeren- behuizingen de ruiten stukgeslagen. Toen de maréchaussees en de veldwachters kwa men, waren al de bruggen afgedraaid. Van weerszijden werden eenige schoten gelost men vreest, dat er opnieuw ongeregeldheden zullen voorvallen, daar men het werk voor- loopig zal staken en de arbeiders dus ge daan werk zullen krijgen. Men meent, dat deze balddadigheden haar oorzaak vinden in het feit, dat de land bouwers 10 cent rooiersloon hebben beloofd en 9 cent hebben gegeven. Zoo droevig als de kolonisatie in Crook mislukt is, zoo wel schijnt de kolonie te gedijen, die indertijd, op initiatief van den heer van Boven, zich in Rilland, Colorado, vestigde, zegt de „Standaard". Althans de mannen, die derwaarts uit togen, zijn nu reeds zoover, dal ze een maatschappij of vereeniging voor kolonisatie hebben opgericht, die er op uit is om nog meerdere familien uit Nederland te laten overkomen cn met deze in Colorado een Calvinistische kolonie van breeden omvang te stichten. Duidelijk blijkt uit de statuten, dat deze kolonie er op uit is, om enkel geloofsgenooten in haar midden op te nemen. In hoeverre zulk een poging slagen kan, durven wij thans nog niet beoordeelen, zegt genoemd blad. liet is zeer de vraag, of de wetten van Colorado en van de Ver- eenigde Staten ten slotte dit denkbeeld niet tot een illusie zullen maken. Als straks de kolonie in bloei komt, en vreemdelingen van allerlei natie en belijdenis willen er zich vestigen, wie zal hun dit beletten Verkoop van land blijft immers vrij. Toch is die poging op zichzelve interes sant genoeg, om er de aandacht op te vestigen. Mr. T. C. Henry is er voor herwaarts gekomen. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 21 November. Het algemeen debat over de Indische begrooting is aangevangen. De heer Pijnacker Hordijk verklaarde zich zeer ingenomen met al hetgeen deze Minister heeft voorbereid tot verbetering van bestuur en toestanden in Indic en tot ver meerdering van de productiviteit van den grond en vergemakkelijking van het verkeer. Vooral drong hij aan op krachtige irrigatie. Voor productieve buitengewone werken mag z. i. worden geleend. Verder bracht spr. hulde aan den leider der expeditie tegen Tamiang. De heer Bool kwam op tegen de bestrijding van buitengewone uitgaven uit de gewone middelen en beval aan, maatregelen te nemen om het prestige der Inlandsche Hoof den niet nog meer te verminderen. De heer Van Vlijmen constateerde, dat de zorgwekkende financieele toestandeenigs- zins is verbeterd door mindere onafhanke lijkheid van de opbrengst der producten. Maar er moet nog veel worden gedaan, b. v. tot afschaffing van het pachtstelsel en ont worsteling van den Javaan aan de slavernij van den Chinees. Sterk dringt hij aan om recht te doen, zonder aanzien despersoons, ter zake van de gebleken misbruiken bij de suikerindustrie. Beëindiging van den Atjeh- oorlog acht hij zeer gewenscht. De heer Van der Kaaij betoogde de nood zakelijkheid om de regeling der tractementen van burgerlijke ambtenaren zoo te veran deren, dat er niet te groote sprongen zijn. Ook de pensioenregeling dient te worden herzien. De heer Roëll betoogde, dat niet voor alle productieve werken mag worden ge leend, maar alleen voor buitengewone. De heer Van Karnebeek betoogde, dat, bij alle waardeering van de pogingen om de Inlandsche bevolking te ontlasten, men de belangen van het moederland moest in 't oog houden. Ook hij achtte leening voor alle productieve werken ongewenscht. De heer Bahlman vorderde een budget der toekomst. Hij meende dat de Minister, de onafhankelijkheid van cultuur-inkomsten beoogende, toch te veel op die inkomsten rekent. Ingekomen is een wetsvoorstel-Hintzen, tot wijziging der Kieswet (betreffende de kohieren). Zitting van Woensdag 22 November. Om ii£ uur waren slechts 34 leden opge komen, zoodat de zitting wegens onvoltal ligheid werd verdaagd tot 1 uur. Het debat over de Indische begrooting werd voortgezet. De heer Cremer steunde de politiek des Ministers, dien hij gaarne zijn arbeid zou zien voltooien. Over de koffiecultuur zal hij bij het artikel spreken. Dat de Minister voor alle groote werken zou willen leenen, betwist spr. Bij voorkeur wil hij dit voor productieve: irrigatie en spoorwegen. De heer A. Mackay achtte den financi- eelen toestand niet zorgelijk, maar voorzich tigheid eischend. Hij waarschuwde tegen te spoedig lecnen en drong aan op sympa thieke behandeling der zendelingen en maatregelen orn misbruiken tegen te gaan bij de suikercultuur. De Minister dankte voor de ondervonden waardeering, bracht hulde aan den afgetreden landvoogd, verzekerde, niet op nieuw de 110 En'bovenal zou zij hebben gevonden, dat de prijs het bedrijven van den misdaad waard was, dat haar geluk wel zou opwegen tegen de wroeging. Maar nu Nu A'as alles te niet gedaan. Zij was nu schatrijk, geen vrouw van geld, maar schat-, schatrijk. Als zij één dag gewacht had, één dag geduld had gehad, ware de misdaad overbodig geweest. Overbodig, ja! Nutteloos was de vreeselijke daad, voor niets, had zij hem gedood, voor nietsHaar bleef nu niet eens meer een voorwendsel om hare ontzettende daad te rechtvaardigen. Met reine handen had zij de schat in ontvangst kunnen nemen, die haar geluk zou hebben verzekerd en dat geluk had zij vrij uit, met volle teugen kunnen genieten, maar nu? Zij was eene misdadigster en dat.... om niets Zij staarde met wijd geopende oogen voor zich uit in de door een flauw lichtje verlichte kamer, met oogen, waarin de waanzin scheen wortel te schieten. Zij zag hem op zijn doodbed liggen met dat bleeke gelaat, witter dan de lakens die hem dekten en dat was haar werk, haar werk en het was volkomen nutteloos geweest Groote GodEen moord en nutteloosHem, haar weldoener, die haar met beleefdheden, met hartelijke genegenheid had overladen, die haar zelfs zijn hand had aangeboden, vermoord om niets Dat was ontzettendWat bewoog haar toch daartoe, wat had haar toch tot de daad gedreven? Albert, ja, hare liefde, hare waanzinnige hartstocht voor den man, die haar verraadde op hetzelfde oogenblik -n b^c. '"j Z'^a ^PPen °P liare drukte. En als zij Tïfift l,a(* gehad, als zij gewacht had, één dag te nem q God het was eene ontzettende gedachte, te weten dat verschrikkelijke voor niets was gebeurd, m hPlfPlld I ret 0nn00(% was geweest. En dan te weten 111 UümJUU, I f ',.■1' niets meer aan te veranderen was, dat niets PCikOOPSlG I J uigedaan kon maken, zelfs degrootste opoffering i bet leste. Nie,s-niets! *07 Albert's geduld was ten einde. Hij begreep, dat het iets heel verbazends moest zijn wat zijn patroon zóó in verbazing brachtmaar op 't oogenblik was hij geheel den kluts kwijt. „Enfin, ik kan het je nu wel vertellen," zeide zijn patroon eindelijk. „Nu de geïnteresseerde op de hoogte is, zie ik geen bezwaar meer.... Je weet dat.... Deminers huishoudster eene juffrouw Van Hees is?" Albert^s verbazing werd opnieuw opgewekt en niet zonder reden. Ilij keek zijn patroon aan en knikte. „Nu, die juffrouw schijnt, zooals mij van morgen is gebleken, een dochter te zijn van een niet onbe middeld man, althans ik ontving van morgen met de eerste post een brief uit Kralingen, van mijn collega daar, en die schrijft mij, dat haar vader plotseling is overleden...." „Wat, is de ouwe dood riep Albert uit. „Ja," knikte de notaris. Het ontging hem, dat Alberts uitroep een bewijs in zich sloot van bekendheid met „den ouwe' en hij vervolgde „Ja.... en die collega deelt mij mede, dat die juffrouw door den dood haars vaders erfgename is geworden van een vermogen van.... ja, raad eens.... van ruim twee ton Albert was opgesprongen en stond daar, bleek en bevend. Als ooit iemand genoten had van zijn triumf, dan was het de notaris. Hij keek, zonder nog het flauwste besef te hebben van de waarheid, Albert lachend aan en zeide „Ja, jou verbaast het ook, hè? Mij is het ook zoo gegaan. Ik was er bepaald van ontdaan." „Ruim twee ton herhaalde Albert. „Ruim twee ton?" „Ja, hier staat het, zwart op wit," zeide Van Warwijck, nog steeds lachend, hem den brief over reikend. voorgestelde nieuwe belastingen te zullen laten varen, en ontkende, dat er in zake Tamiang reden is tot critiek. Een heden ontvangen bericht meldt„Toestand in Ta miang gunstig. Benting Siligaoeng gesloopt." Reorganisatie der ambtenaarstractemen- ten zal worden overwogen. Hij verdedigde verder zijn financieel beleid. Het algemeen debat is afgeloopen. Zitting van Donderdag 23 November. De gegrondheid der klachten over de recht spraak van het Hooggerechtshof in Ned.- Indië erkennende, drong mr. Levy aan op toekenning aan den Hoogen Raad in Neder land van ruimer toezicht op die rechtspraak. De Minister beloofde op de klachten te zullen letten, bij herziening van de rechter lijke organisatie, en deelde aan den heer Van Kerkwijk mede, dat in het gebrek aan pasmunt in Indië zal worden voorzien. Nader zal de Minister overwegen, of hij de gunstige bepalingen op de verloven van Indische officieren ook kan toepassen op de met verlof vertrokkenen. I Het voorstel van den heer Kiehtra, om de gevraagde f 13.640, voor de bestuurs- 1 reorganisatie op Ceram,te schappen, bestreed I de Minister. Hij verwachtte, dat het bezui- nigings-onderzoek tot vermindering van ondergeschikt ambtenaarspersoneel zou lei- den. j Het amendement werd met 42 tegen 17 1 stemmen aangenomen, j Bij 't artikel koffie protesteerde de heer Kielstra tegen de weigering van den Minister om 't kofiiemonopolie in de Minahassa op te heffen, tenzij tegen equivalent, j De heer Cremer bestreed de proeve m- 1 het bijslagstelsel voor de koffie. De weten schappelijke onderzoekingen zullen slechts leiden tot grooter kwelling der bevolking. Van Liberia koffie verwacht hij niet veel, en allerminst moet het Gouvernement zich op die cultuur toeleggen, j Spr. drong aan op ophejging derdwang- cultuur in Krawang en Sumatra's Westkust. De .heer Van Houten dankte voor de opheffing der dwangcultuur in sommige gewesten en hoopte, dat de Minister met uitvoering der verleden jaar aangenomen motie zou voortgaan. De heer Bool bestreed de opheffing der verplichte levering. De heer Hintzen wilde wel uitvoering der motie-Geertsemade heer Bahlmann achtte de geheele motie niet voor toepassing vatbaar. De Minister hield vol, dat in de Mina hassa de bevolking gekant was tegen ophef fing der verplichte levering. Zitting van Vrijdag 24 November. De Minister van Koloniën helde hét meest over naar invoering eener belasting uit de inkoms'en van den grond in dc buitenbezittingen, als equivalent voor de ge heele vrijmaking der koffiecultuur aldaar. Zijn streven blijft, de Indische financien van de koffiecultuur onafhankelijk te ma ken, wat geleidelijke inkrimping dier cul tuur medebrengt. Hij wil tot een bloeiende volkscultuur voor de inlanders komen. l)e heer Kielstra hield vol, dat de Mi- nahassa-bevolking ten opzichte van de koffiecultuur wordt achtergesteld bij die van Java. De heer Van Houten, ingenomenheid betuigende met 's Ministers politiek, wenscht, bij opheffing van het monopolie, dc ge legenheid voor de bevolking, om grond voor koftieplanten te bekomen, te verge makkelijken. Verhooging van den kofhe-inkoopsprijs met slechts f 5 achtte de heer Pijnacker Hordijk onvoldoende; deheerCremer ver dedigde echter een matige verhooging van den inkoopsprijs boven bijslag. De heer van Karnebeek waarschuwde tegen de opheffing der dwangcultuur en verplichte levering, zonder verzekerd te zijn van een inkomst daartegenover. Bij de afdeeling Eeredienst drong de heer Donner er op aan om de Christelijke Gereformeerde gemeenten in IndiC van regeeringswege als kerk te erkennen, zoo mede op regeling der verhouding van de kerkgenootschappen tol de Regeering. l)c Minister zag in het eerste punt een quaestie van vorm, en zeide dat het andere in onderzoek is. j Bij het art. Spoorwegen wezen de heeren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1