EEN KRUISTOCHT
met de politie-motorboot „Anna-
Martea" door de Wieringermeer,
Wanneer men zoo op de dijk bij
Aartswoud of op een ander punt, de
Wieringermeer in staat te turen, en
men ziet dan al die gebouwen nog bo
ven water uitsteken, dan is men on
willekeurig geneigd te veronderstellen,
dat het uiteindelijk nog wel mee zal
vallen.
Doch hoe anders wordt de stemming
als men kris kras de polder doorkruist.
Overal afbraak, ieder gebouw een
bouwval.
Wij zijn van boerderij tot boerderij
getrokken, de woonhuizen zijn bijna
allen weg, de schuur hangt er nog bij,
de muren er uit.
Tientallen schepen komt men tegen
met afbraak van splinternieuwe gebou
wen. Men haast zich met het bergen.
Wat heden nog staat kan morgen zijn
ingestort.
Wie nog hoop mocht hebben dat zijn
of haar gebouw wei blijft staan, zal
bedrogen uitkomen. Mogelijk aan de
rand van de polder en op de hooge ge
deelten waar weinig water staat, dat
daar nog eenige gebouwen gespaard
blijven, doch wat tot 3 en meer meter
onder water heeft gestaan, het gaat
er aan.
Het is een troosteloos droevig gezicht
en er valt nu letterlijk niets van mee.
Wij zijn in alle drie de dorpen ge
weest, en als we een vergelijking moe
ten maken, dan is Wieringerwerf er
het slechts aan toe.
Raadhuisstraat en Terpstraat zijn
zoo goed als verdwenen. Het trotsche
Domeinkantoor wat het mischien zou
houden, vertoond aan de Zuidelijke ge
vel al teekenen van verval. De kerk
gebouwen die uit de verte nog intact
lijken zijn bouwvallen.
Alleen de maaier staat er nog onge
schonden, zijn borst is groen van het
slip, maar langzaam komt hij weer om
hoog.
Middenmeer en Slootdorp staan er
iets beter voor, doch ook hier is een
groote verwoesting.
Het lijkt echter minder, maar in feite
is het even erg. Van vele gebouwen is
de buitenmuur er al uit en steunt de
zaak op de spouwmuren.
Een baggermolen die op drift is ge
raakt te Middenmeer, heeft de politie-
woning in elkaar geramd en is ten
slotte omgekanteld.
De Hervormde Kerk te Middenmeer
staat er oogenschijnlijk ongeschonden.
Toch is er uit de achtergevel een groot
stuk weg. De spouwmuur staat nog.
In de kerk is het een troosteloos ge
zicht, de vloer is omhoog gekomen, de
prachtige eiken banken drijven en wor
den stukgeslagen tegen de muren. Het
orgel is droog gebleven, het heeft al
thans niet in het water gestaan. De
speeltafel is nog geheel in tact. Het zou
goed zijn als men maatregelen nam om
het orgel te bergen.
Deskundigen verklaren dat niet één
gebouw blijft staan. Als straks de pol
der droog is dan gaat de grond uit
drogen en krimpen. De gebouwen die
dan nog stqan zullen zakken en scheu
ren. Dit is geen hoopvol vooruitzicht,
doch wij zijn geneigd het aan te nemen.
Hoe dichter men liet gat nadert, des
te erger wordt de verwoesting. Vanuit
de verte lijkt het nog wat, doch al spoe
dig blijkt dat er niet meer dan afdakken
staan, voor en achtergevel zijn verdwe
nen. Men kijkt over groote lengte door
alle gebouwen heen.
B ij het gat in de d ij k.
Wij zijn ook nog bij het gat geweest.
Gelukkig hier is men bezig met herstel
werk.
Buiten, ongeveer een Kilometer be
oosten het gat, ligt de zandzuiger, de
Hoek van Holland 2, van de fa. C.
van der Hoeve uit den Haag, onderlos-
sers liggen langszij en het zand wordt
door twee buizen in de bakken gespo
ten. Is een bak vol dan komt de sleep
boot en brengt de onderlosser boven
de plek waar men de dijk zal leggen
en op bevel van de stortbaas worden
de kleppen van de bak geopend en het
zand stort omlaag.
Er is natuurlijk nog niets te zien van
de dijk, doch als we veertien dagen
verder zijn dan zal men versteld staan,
vooral als er dan een baggermolen bij
komt voor de lceileem.
De zandzuiger zuigt het zand mo-