Breken en Bouwen Hectaren land waren aan het Ne- derlandsche bodemoppervlak toe gevoegd. Land dat cultuurrijp werd gemaakt en een wezenlijke verrijking van ons economische volksbestaan beteekende. Waar sinds onheugelijke tijden het water den bodem der Zuider zee had bedekt, werden nu door den gemeenschappelijken, taaien, volhardenden arbeid van econo men, agranomen, regenten, inge nieurs, technische ambtenaren, opzichters, aannemers en arbei ders, nieuwe welvaartsbronnen geschapen. Waar nog kort gele den de visschersschepen voeren, verrezen boerderijen en arbeiders woningen; de bodem die altijd door het water overspoeld was geweest, droeg nu de last van een rijken oogst aan landbouwproduc ten. Tientallen jaren van voorberei ding waren voorafgegaan. De eerste plannen tot inpolde ring dateeren reeds van het mid den der vorige eeuw. Plannen werden ontworpen en weer ver worpen. Maar de gedachte groei de en nam concretere vormen aan. De arbeid van de in 1886 opge richte Zuiderzeevereeniging, die het vraagstuk van de Zuiderzee- inpoldering van alle zijden in studie nam, droeg er niet weinig toe bij de geesten rijp te maken. In 1918 werd de Wet tot uitvoe ring der afsluiting en gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee in haar definitieven vorm aangeno men. Gedachte werd tot daad. In 1930 reeds viel de Wierin- germeer droog. Het is een zegen geweest voor ons volk, dat deze arbeid is be gonnen en uitgevoerd. 21 Augustus 1945. 15 jaar later. De Wieringermeer is weer een prooi der golven geworden. De schendende hand der Duitschers, die reeds zooveel leed over ons vaderland had gebracht, heeft in zijn toomelooze vernielzucht ook den Wieringermeerpolder niet gespaard. Volkomen zinloos, op een oogenblik dat over de capitu latie reeds ondergonds werd on derhandeld, hebben de Duitschers den polderdijk over een groote lengte in de lucht laten vliegen en het water de gelegenheid gegeven zijn vernielingswerk te verrich ten. Van woningen en boerderijen steken nog slechts enkele daken boven het woelige water; de oogstvoorraden, de landbouw gereedschappen, heel het door menschenhanden gewrochte werk is vernietigd. 500 groote boerderijen, 400 ar beiderswoningen zijn volledig vernield, 6000 menschen zijn dakloos geworden. Maar Nederland zou Nederland De oorlog is de gulzigste con sument, die de menschheid ge schapen heeft. Hij verteert in eenige jaren kapitaal en voorra den, in perioden van vrede ge vormd en grijpt in den vorm van leeningen reeds naar de schame le goederen, die in de komende jaren zouden kunnen worden ge produceerd. Zoo straft de oorlog in de kinderen de zonden hunner ouders. Indien de vernietiging in den laatsten wereldoorlog uitsluitend beperkt was gebleven tot stoffe lijke goederen, dan zou de ramp nog niet zoo groot zijn. Onze stof felijke welvaart vóór den oorlog was zoo hoog, dat wij met wat minder toch wel zeer tevreden mochten wezen. Erger is het, dat ook geestelijke waarden werden aangetast. De banden, die den persoon binden aan familie en ge meenschap werden losser; donke re driften en dierlijke instincten kregen gelegenheid zich te doen gelden; de criminaliteit steeg on rustbarend. Naarmate de techniek zich meer ontwikkelde, werden de vernieti gingsmogelijkheden van den oor log grooter en, in overeenstem ming daarmede, de vernietigings- wil der oorlogvoerenden nog ver sterkt. De duikboot, de vlieg machine en de V-wapens openden de mogelijkheden, den oorlog* in drie dimensies te voeren, waar door in de cultuurwereld met zijn open steden en opeengehoopte in dustriegebieden niets meer veilig was. De gulzige oorlogsgod ver slond geheele steden tegelijk en maakte de meest productieve ge bieden steriel; de aarde bloedde langzaam dood. Zooals hiervoor werd aangege ven zijn het niet uitsluitend tech nische oorzaken, die den oorlog zulk een vernietigend karakter gegeven hebben. Naarmate de techniek nieuwe mogelijkheden schiep, werd ook de oorlogswil der strijdenden feller en grepen misdadige volksleiders als Hitier naar verder gelegen doeleinden. De staatstheorieën, die het natio- naal-socialisme aanhing, en ge sproten uit het Duitsche imperia lisme, gaven daaraan tegelijk steun. Het Duitsche volk was het uitverkoren volk; alles moest aan dit volk van superieuren dienst baar worden gemaakt. Voor een goed begrip van de oorlogshandelingen der Duit schers is het noodig zich blijvend te herinneren, dat zij dit oorlogs doel steeds voor oogen gehouden hebben, ook toen het zeker was, dat zij den Tweeden Wereldoor log zouden verliezen. Daarom ble ven zij doorgaan met vernietiging toen dit uit militair oogpunt vol- strektnuttelos was. Ze vernietig den, teneinde in den komenden vredestijd den strijd om het be staan met succes te kunnen voe ren en in dezen economischen oorlog voorspel van den Der den Wereldoorlog weer groo te overwinningen te kunnen beha len. Ze vreesden de leidende fi guren der vijandige cultuurvol ken. Daarom bleven de Duit schers tot den laatsten dag met duivelschen ijver hun burgerge vangenen vermoorden. Dat wa ren allen opstandigen, dat waren meerendeels vooraanstaanden in den strijd voor onafhankelijkheid. Met behulp van gas en honger hebben de Duitschers zich van deze gevaarlijke tegenstanders ontdaan. Ons geheele volk, kalm maar stug in zijn verzet, moest worden vernietigd. Daartoe werden ons sedert het najaar 1944 brandstof en voedsel onthouden. Honger en ellende werden Duitsche wapens, tegen ons land gericht. Nederland werd een Duitsch hongerkamp. In het vernietigingssysteem on zer overweldigers paste ook de niet meer zijn als het niet onmid dellijk de handen uit de mouwen had gestoken. Op 5 Augustus in den vroegen avond was de Wieringermeerdijk reeds weer dicht. Drie dagen daarna hebben de gelukkig ge spaarde gemalen hun arbeid her vat en zullen spoedig worden bij gestaan door een groot aantal machtige noodgemalen. Nagenoeg 6.000 kub. M. water per minuut zal uit den polder wor den gemalen, zoodat de gegronde verwachting bestaat, dat over 3 a 4 maanden de Wieringermeer weer droog zal komen. De bodem heeft niet teveel ge leden. Wellicht zal het volgende jaar reeds, zij het op beperkte schaal, geoogst kunnen worden. Zoodra de polder droog zal zijn, zal met den herbouw van wonin gen en boerderijen worden begon nen. Wieringermeerland herrijst en strarks, als de door den oorlog ge slagen wonden geheeld zijn, gaan wij verder. Dan zullen de overige inpolde ringsplannen tot werkelijkheid worden gemaakt. Want onver woestbaar is onze wil tot bouwen, tot scheppen. Onverwoestbaar is onze wil het eens begonnen werk tot een goed en voor ons vader land zegenrijk einde te brengen. De Minister van Openbare Werken, Dr. Ir. J. R. Ringers. vernietiging van onzen landbouw- bodem, paste ook het vernietigen van de Wieringermeer. Er zijn in ons land totaal ongeveer 200.000 ha. onder water gezet, voor ver reweg het grootste deel door Duitschers, zonder dat de oor logvoering daartoe noopte. De inundatie van de Wierin germeer kan onmogelijk met oor- logsnoodzaak worden goedge praat, want onze onderdrukkers hadden den oorlog reeds lang ver loren. Toen zij de Wieringermeer vernietigden waren zij reeds be zig met het voorspel van den vol genden wereldoorlog door het economisch verzwakken van hun toekomstige tegenstanders. Daar om ook werden onze havens ver nietigd en onze huizen geplun derd of de inboedel vernield en werd het eenmaal geroemde Duit sche leger gedeclasseerd tot een groote dievenbende. Dit alles ter- wille van het Duitsche vaderland, ten koste van de Duitsche eer. De figuur van den Duitschen opperbevelhebber der vesting Holland, Blaskowitz, krijgt een bijna symbolische beteekenis voor het Duitsche volk onder Hitier. Deze generaal staat bij de over gave zijner vesting met de trots zijner kaste tegenover zijn over winnaars. Maar als men later, wanneer hij als krijgsgevangene Nederland verlaat, zijn bagage naziet, komen er voorwerpen voor den dag, in Nederland gestolen. Dat is de val van het volk zelf. Van eervol krijgsman tot eerloos moordenaar en plunderaar. Wat moet hierop ons antwoord zijn? Sommigen pleiten voor beta ling met gelijke munt. Ze treden in onze concentratiekampen op als Duitschers en ijveren voor een leekenrechtspraak, waarin de be klaagden rechteloos zijn. Ze ver goelijken het sarren der gevange nen en verkneuteren zich in de openlijke vernederingen dezen aangedaan. Ik acht dit alles een der verder felijkste gevolgen van het Duit sche schrikbewind, omdat ons volk hierin aangetast blijkt te zijn door den geest van Hitier. Voor een Christelijk en democratisch volk is slechts één waardig ant woord mogelijk. Dat is bouwen, onverdroten bouwen aan wat ver nietigd werd. Bouwen aan onzen volksgeest, bouwen aan een waar achtige democratie. Dat is wel licht onze zwaarste vredestaak. Daarbij vergeleken is de her overing van de Wieringermeer slechts kinderspel. Intusschen hoop ik van harte, dat mijn vele Wieringermeersche vrienden weer spoedig thuis zul len zijn om als landbouwbataillon mede te helpen ook den vrede voor ons vaderland te winnen. Prof. Dr. H. N. ter Veen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 2