herrijzend W ieringermeerland U/,edeAo.p,&ouLUL Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer III. OVERZICHT 1 ste Jaargang Nr. 26 26 October 1945 Redactie en Administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tel. 206 Kengetal 2261 Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten Alle hulpgemalen, zoowel te Den Oever, al-s te Medemblik draaien thans, en met Leemans en Lely, slaan zij dagelijks ettelijke tienduizenden kubieke meters wa ter uit. Het werk van de Vier Noorder Koggen is beëindigd, de groote waterval bij de Overlekersluis, die wekenlang vele kijkers trok, is tot stilstand gekomen. Het water trekt zich terug uit den polder, lang zaam aan, doch onverbiddelijk trekken de geweldige zuigmondcn van de gemalen het water uit het verdronken Wieringermeerland weg. En als binnenkort ook de hulp gemalen te Kolhorn nog. in be drijf worden gesteld, dan is het met de heerschappij van het wa ter spoedig gedaan. Groote stukken grond vallen droog en de eerste kavels in het Noorden moeten reeds hoognoo- dig bewerkt worden. Men kan met de wederopbouw beginnen. Ook hier zal men direct nier op volle toeren kunnen werken, doch langzamerhand zal het tempo op gevoerd worden. Menschen en materiaal, dai moe ten we hebben, zei Ir. Om'nge eenige weken terug. Twee problemen waarvan de voorhanden hoeveelheid het tem po van de wederopbouwzal be palen. Er is gewaarschuwd tegen al te veel optimisme. Dat is goed. Doch voor al te veel pessimisme is ook geen reden. Men hunkert om aan het werk te gaan en dat men de boeren zelf hun grond opnieuw in cultuur laat brengen is een verheugend feit. Als dit een vlot verloop heeft dan kunnen de overheidsorganen zich ten volle aan het andere deel der wederopbouw gaan wijden, n.1. de gebouwen. Hiermede zullen grooter moei lijkheden op te lossen zijn. Veel hierover ligt nog in het verbor gene. Het hangt van zoovele fac toren af en de wil om minstens de polder te doen herrijzen als hij geweest is, is aanwezig. Doch al weer menschen en vooral ook ma teriaal. De regeering doet wat zij kan om ons land in den kortst moge lijken tijd er weer boven op te hel pen. De lagere instanties die met de uitvoering van de wederop bouw zijn belast, zijn afhankelijk van de resultaten die de regee ring heeft met haar pogen om materialen iii te voeren, de indus trieën weer op gang te helpen. Wanneer we terugzien op de zes maanden die nu achter ons liggen, wat er reeds na de nood lotsdag van 17 April alweer is gebeurd voor de wederopbouw van de Wieringermeer dan is er reden voor optimisme voor het ver dere verloop. Vervolg en slot inleiding Ir. Dijkema, gehouden op Woensdag 10 October jl. Welke mogelijkheden biedt verder het bouwplan? Wanneer men op zijn bedrijf voor aardappelen, bieten, vlas en erwten aan de voorgeschreven percentage vast houdt, heeft men dus voor 75 van de opper vlakte andere gewassen te kie zen. Welke zullen dat kunnen zijn? 1 e. Kunstweide. Om zoo spoedig mogelijk over gras en voor de volgende stal- periode over hooi voor paarden en vee te- beschikken zal men het beste een paar ha. kunstweide kunnen inzaaien. Het meest ge schikt hiervoor lijkt mij een meng sel van Westerwoldsch (of Ita- liaansch) zaaigras en roode kla ver. Het Westerwoldsch zaai gras geeft reeds vroeg een snede goed voer, terwijl bij de tweede snede, die men voor de hooiwin- ning kan gebruiken, de roode klaver daaraan een beste kwaliteit geeft. Men zou hiervoor een mengsel kunnen nemen van 25 a 30 kg. Westerwoldsch zaaigras en 10 kg. roode klaver per ha. Wil men op dezelfde plaats blijvend grasland aanleggen, dan kan men aan het genoemde meng sel nog wat Engelsch raai en witte klaver toevoegen. Men zaait dan bijv. 10 kg. Engelsch raai 15 a 20 kg. Wester woldsch of Italiaansch zaaigras 5 a 10 kg. roode klaver 5 kg. witte klaver per ha. 2e. Peulvruchten. Ondanks vrees voor voetziekte en andere narigheden, welke ons nog zoo versch in het geheugen liggen met den erwtenverbouw van de laatste jaren, zullen wij er niet onderuitkomen, om het toe gestane percentage van 10 erwten toch te verbouwen. Im mers wij mogen slechts rekenen op een stikstoftoewijzing die slechts 50 bedraagt van de normale behoefte. D.w.z. voor een bedrijf van 40 ha. zal men dus slechts over 50 baal kunst mest kunnen beschikken! Wan neer men daarmee gaat rekenen komt men onherroepelijk tot de conclusie dat de peulvruchten in ons bouwplan niet gemist kunnen worden. Velen zullen zelfs nog wel bovendien 10 erwten, een paar ha. boonen gaan contrac teeren. In Groningen, zoowel als in Zeeland is gebleken, dat het bac terieleven in den grond door de inundatie niet gedood werd. Op wortels van de aldaar ver bouwde vlinderbloemigen gewas sen werden normalen hoeveelhe den wortelknolletjes aangetroffen Het enten van het zaaizaad voor klavers, erwten, enz., is dus niet noodzakelijk. •3e. Fijne zaden. Wil men zijn graanoogst niet al te groot maken dan zal men bijv. 5 of een paar ha. blauwmaanzaad, spinazie of iets anders kunnen gaan verbouwen. Ik merk hierbij echter al weer op, dat de stikstoftoewijzing in dit opzicht wel de noodige be- erkinrren zr* opleggen. 4e. Granen. 5 aard.: 2 ha. X 2 5 bieten: 2 ha. X 4 5 vlas: 2 ha. X 10 peulvr.: 4 ha. X 5 fijne zaden: 2 ha. X 3 5 kunstweide: 2 ha. X 1 65 granen: 26 ha. X Hl5 van de waarnemingen, verkregen door peilingen en onderzoekingen naar den toestand der slooten en greppels in de overstroomde Wie ringermeer, gedurende de periode Juli t.m. September 1945. Door de assistenten Breed en Oosterhoff werden vanaf begin Juli tot op den huidigen dag steeds periodiek onderzoekings tochten gemaakt om een indruk te krijgen van de toestand waar in de kavelslooten etc. zich onder water hielden. Begin Juli werden diverse pei lingen verricht in de secties A en E met als resultaat de verheugen de en moed gevende ontdekking dat alle kavelslooten. welke wer den onderzocht, zich volkomen in tact bevonden. Midden Juli werden peilingen gedaan in de sectites C, D en J. Ook hierbij werden nergens sloo ten gevonden, welke sporen van dicht slibbing vertoonden. Zelfs werden soms duikers en drainbuizen met de peillat gesto ten. Alleen in de stroomrichting in de omgeving van het gat in den dijk, werden enkele slooten gevonden, waarin zich zand be vond, o.a. de wegslooten langs den Noorder- en Oosterkwel- weg. Gezien de enorme kracht van Voor de granen blijft er dan een oppervlakte van 65 over. Uiteraard zal rnen verstandig doen naast tarwe ook wat z. gerst en een weinig haver te verbou wen, ter wille van de risico- en werkverdeeling. Wanneer men slechts de helft van de normale stikstoftoewijzing ontvangt, zal men aan deze 65 granen slechts ongeve.er 1 bl. stikstofmeststof per ha. kunnen geven, (de aardappelen krijgen dan 2, de bieten 4, de fijne za den 3 en de kunstwei 2 bl. stik stof meststof per ha.); de peul vruchten niets en ook het vlas niets. Het spreekt wel heel duidelijk, dat men weer met zorg zijn bouw plan in verband met de groen- bemesting in de voorgeschiedenis zal moeten opstellen, omdat mag worden aangenomen dat haar gunstige werking door de inun datie niet verloren is gegaan. Overigens mogen wij wel vurig hopen, dat de vruchtbaarheid, waarmee andere geïnundeerde gebieden onder het water uit kwamen. ook bij de Wieringer meer ken worden- geconstateerd. Bouw- en bemestingplan 1946 (voor een bedrijf van 40 ha.) baal stikstof 4 baal stiksotf 6 2 30 50 baal stikstof de waterstroom die hier langs is getrokken, is dit alleszins ver klaarbaar. Ernstig kan deze dicht- slibbing nog niet eens genoemd worden, want de Hooge Kwel- vaart bleek zich recht tegenover de dijkbreuk nog op vrijwel nor male diepte te bevinden. Begin Augustus kwamen be richten binnen, waaruit zou moe ten blijken, dat de toestand min der gunstig was. ja enkele sloo ten zouden zelfs geheel dicht zit ten! Een controle wees uit, dat inderdaad storingen werden ge vonden in den zandhoek bij Aarts- woud en op de hoogst gelegen plaatsen in het zandgebied rond om den Schelpenbolweg. Ook in sectie B. ten Zuiden van de proefboerderij voor land bouwwerktuigen. werden aan de rand van den polder dicht ge spoelde slooten gevonden. De bo dem bestond hier plaatselijk uit een venige klei en dit lichtere ma teriaal laat zich blijkbaar gemak kelijker verplaatsen. Zooals ver meld werd. waren dergelijke sto- rinaen gelukkig zeer plaatselijk. Wij meenen thans dan ook te mogen aannemen, dat op de die pere plaatsen in den polder, de slooten nog niet hebben geleden. De storingen komen in hoofdzaak voor op die plaatsen, waar na 't afspuien van het eerste water,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 1