herrijzend W ieringermeerland Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer Dienst is geen Reisbureau 1 ste Jaargang Nr. 29 17 November 1945 i en Administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tel. 206 Kengetal 2261 Weekblad voor de Wjeringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten Iets over de geest van deze tijd en de geest van ons blad Reeds geruim en tij d is er zoo iets van een zenuwoorlogje gaan de rond Herrijzend Wieringer- meerland". Er wordt gedreigd met de ver schijning van een tweede krant voor de Wieringermeer. Het is een zeer verwarde ge schiedenis, die wij in de loop van de tijd, wanneer dit noodig mocht blijken, nog wel eens geheel uit de doeken zullen winden. De reden van dit zenuw oorlogje? Er zijn enkele menschen die be zwaar maken tegen de geest die in ons blad heerscht, d.w.z. men wenscht geen critiek. Men had b.v. bezwaar tegen de critiek die wij op de arbeiderswoningen heb ben geleverd. Toen wij vrijwel onmiddellijk na de ramp van 17 April met ons blad uitkwamen, hadden wij met ons zelf de afspraak gemaakt dat wij er naar zouden streven er een levende krant van te maken, een krant waar de Wieringermeer- gemeenschap de boventoon in zou hebben. Het mocht geen staalkaart wor den van uitknipsels uit de groote pers, met berichten die men allang in andere bladen had gelezen en dan zoo nu en dan eens, ook nog wat over de Wieringermeer. Herrijzend Wieringermeerland zou een eigen cachet hebben, met' een eigen geest in overeenstem ming met de geest van deze tijd n.1. die van het democratisch so cialisme. De geest die overwegend heerscht in de nieuwe pers van Nederland. Dat wil dus zeggen dat wij ons achter de geest van vernieuwing schaarden, die ons vijf jaar lang via Londen is voorgehouden. Dat wil tevens zeggen dat wij niet meedoen aan oogdienarij en zeerc teenen politiek, dat wij critiek zul len leveren wanneer dit noodig is en dat wij ons vooral zouden in stellen op de wederopbouw van de Wieringermeer. Wij hebben niet de pretentie dat wij voor 100 procent zijn geslaagd in onze opzet, doch degenen die ons blad vanaf het eerste num mer hebben ontvangen en hebben bewaard, zullen bij het doorbla deren van deze halve jaargang moeten erkennen dat wij het spe ciale cachet, wat wij aan ons blad hebben gegeven, trouw zijn ge bleven en naar opvoering van de inhoud hebben gestreefd. Wij passen er voor om mee te doen aan de kliekjesgeest die thans weer. evenals vroeger, we lig in den polder gaat tieren. Wij passen er voor om mee te doen aan de domperpolitiek die sommigen weer voorstaan. Die in een vergadering het roerend eens zijn met alle sprekers, goedkeu rende knikjes uitdeelen, doch na de vergadering de pers opbellen en dan een heel verlanglijstje oorlezen van wat er liever maar niet in de pers moet. Dat is de- zeTde zeere teenen politiek van vj oeger. Aan het doen terugkeeren van deze geest zullen wij niet meewer ken. e. De oppervlakte, welke men met graszaad wenscht in te zaaien. Hierbij moet onderscheid wor den gemaakt tusschen het meng sel voor blijvend grasland, waar voor het zaaizaad gratis door den dienst Landbouw Herstel be schikbaar wordt gesteld en Wes- terwoldsch- of Italiaansch raai- gras of ,,Domestic ray", dat wel door bemiddeling van den D.L.H. voor de Wieringermeer zal wor den gereserveerd, maar door de landbouwers zelf moet worden be taald. In verband met de distribu tie van een en ander is het noodig dat wij een overzicht krijgen van de gewenschte hoeveelheden. N.B. Het kan voorkomen, dat een landbouwer een mengsel van Westerwoldsch- of Italiaansch raaigras -j- roode klaver -j- Engel- sche raaigras witte klaver wil zaaien, al of niet in rogge, welke als snijrogge zal worden gemaaid. Dit kan worden gedaan als men een' bepaald perceel in 1946 als kunstweide wil gebruiken en het volgend jaar als weiland. Voor dergelijke gevallen willen wij gaarne onze medewerking verlee- nen voor het verkrijgen van zaai zaad. Het is dan noodig om tijdig in overleg met de D.L.H.te be palen welk kwantum van de voor de Wieringermeer te reserveeren gras- en klaverzaden niet in het mengsel moet worden verwerkt. M.a.w. wij moeten weten, hoeveel kg. Engelsch raai en witte klaver apart moet worden gehouden. Daarom krijgt een ieder thans de gelegenheid zijn wenschen in de- v zen kenbaar te maken. 4. Het is de bedoeling dat van de twee in te zenden bouwplannen het eene door het Rentambt wordt gehouden, terwijl het tweede, met eventueele opmerkingen zal wor den terug gezonden aan den land bouwer. Mededeeling No. 256 De inzending der bouwplannen. De pachters, wonende in de sec tie L, J. F, G, B. C, D en H wor den verzocht hun bouwplannen in te dienen vóór 1 December 1945. De pachters, wonende in de secties K en M gelieven dit te doen vóór 1 Januari 1946. De indiening dezer bouwplan nen dient te geschieden aan het adres der landbouwkundige afd. van het Rentambt Wieringermeer. Ridderstr. 10, Medemblik. Voor bijzonderheden omtrent de richtlijnen voor de bouwplannen verwijzen wij naar de nrs. 17, 18 en 28 van Herrijzend Wieringer meerland". Op verzoek van de landbouwk. afd. van het Rentambt vestigen wij nog even de aandacht op de volgende punten. 1. Het zaaiplan moet in duplo worden ingediend. 2. Er moet een schets van het bedrijf worden gemaakt. Dus geen lijstjes" waarin alleen de gewassen worden genoemd. Als er geschreven moet worden, dan liefst zoo beknopt mogelijk en al leen ter toelichting op het bouw plan. Wij wijzen nog even op de ver klaring welke gevraagd wordt als antwoord op de vraag of men in staat en bereid is zijn bedrijf in 1946 zelf te exploiteeren. 3. Op de schets van het bedrijf moet worden ingeschreven: a. Het gewas (zoo mogelijk ook het ras!) b. Op welke akkers dit gewas voorkomt. Dus de akkers noemen! c. De oppervlakte van ieder ge was. d. Bij zand grond: of het perceel bij de inundatie al of niet grasland Wij zouden er nog eens de aandacht op willen vestigen, dat men voor een vergunning om in den polder te komen alleen bij de assistenten terecht kan. als deze vergunning moet worden verleend om het land te kunnen bewerken. Men komt den laatsten tijd ook om verschillende andere redenen een vergunning bij de assistenten vragen. Voor een goede gang van zaken zal men zich dan echter tot het raadhuis moeten wenden. Zoo werd ons meegedeeld, dat men zich, om nog eens varende naar zijn boerderij te gaan kijken voor bergingsdoeleinden, in verbinding moet stellen met den heer Hartog, hoofd van de politie, te Kolhorn. Het zaaien van rogge gaat nog te langzaam. Er valt in het Noorden van den polder veelal een te groote ach terstand waar te nemen bij het zaaien van de rogge. Er liggen soms groote oppervlakten geploeg de grond veel te lang te wachten op de zaaimachine. Dit is volko men fout. Men moet er voor zor gen dat er gezaaid wordt onmid dellijk nal het ploegen. Wanneer men dit niet direct doet is het on vermijdelijk dat de grond door de regen, welke men in dezen tijd van het jaar eiken dag kan ver wachten, te veel dicht slaat, waardoor later met het zaaien moeilijkheden worden ondervon den. Wij wezen reeds eerder op de wenschelijkheid om met een combinatie van een zaaimachine achter de ploeg dit probleem op de beste wijze op te lossen en willen gaarne onze bemiddeling verleenen. Laten daarom de land bouwers, die geen kans zien net zelf zoo gauw voor elkaar te krijgen, dit even opgeven bij de assistenten van den Voorlichtings dienst, opdat door ons gezorgd kan worden voor een loonploeger en zaaier. Elke morgen houden de assistenten zitting in het kantoor van het hoofdgebouw van de v.m. Joodsche Stichting aan den Nieu wen Sluizerweg. Het scheuren van het grasland. Het staat thans wel vast, dat al het grasland in den polder moet worden gescheurd. Er is geen sprake van, dat er op mag wor den gerekend, dat de oude zode het volgend jaar weer uitloopt of zich zoodanig zal kunnen herstel len, dat het verantwoord is om het grasland te laten liggen. Het is bij ons een heel ander geval dan bijv. in de Beemster, waar de schade door het water in sommige gevallen bleek mee te vallen. Wij noemen enkele ver schillen: Het grasland in de Wieringer meer ging normaal reeds na eenige jaren kwijnen, zoodat het tijdig scheuren en omleggen tot bouw land (dus de z.g. wisselbouw) de eenige juiste wijze van exploitatie was. Wij mogen dus wel veilig aannemen, dat thans de zode zoo danig heeft geleden, dat zij zich van nature niet meer kan herstel len. In de Beemster waren de omstandigheden heel anders. Daar had men een oude of zeer oude, krachtige zode op 'n prima grond. En deze kwam in het voorjaar of den voorzomer al weer boven wa ter. Het spreekt dus wel van zelf dat de regeneratieve kracht van die oude grasmat veel en veel grooter moest zijn. dan dat bij ons het geval is. Wanneer men dan ook het grasland op de zandgronden in de Wieringermeer bekijkt, zooals het nu onder water uitkomt, dan blijkt de oude zode volkomen dood te zijn. Bij een oppervlakkige be schouwing is de indruk (vooral op een afstand), nog niet zoo ongunstig. Men ziet dan vaak

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 1