herrijzend W iering ermeerland Voorschotten aan gedupeerde landbouwers JAARVERGADERING 2e Jaargang No. 3 18 Mei '46 Redactie en administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tel. 206 Kengetal 2261 l Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland RedacteurTh. J. van Vegten De Rijksdienst voor Land- bouwherstel is nog steeds druk 'bezig met het verstrekken van voorschotten aan gedupeerde landbouwers, veehouders en tuin ders. Deze voorschotten hebben voornamelijk betrekking op de vergoeding voor schade aan ge wassen te velde (waaronder be grepen de vergoeding voor werk zaamheden aan onbezaaid land vóór hét tijdstip der beschadi ging), de vergoeding voor verlo ren gegane geoogste producten, en de pachtvergoeding tot 15 November 1945. De belanghebbenden krijgen bericht van het voorschot, dat zij zullen ontvangen, waarbij wordt aangegeven, óp welke van de bo vengenoemde vergoedingen het voorschot bétrekking heeft.. Het is gebleken, dat de wijze, waarop deze vergoedingen wor-' den berekend, aanleiding heeft gegeven tot misverstand, en wel vooral ten aanzien van het beta len van achterstallige pachtgel den. Dit misverstand is 'n gevolg van het feit, dat een gedeelte der pachtvergoeding begrepen is in de vergoeding voor verloren ge gane gewassen te velde, terwijl een ander deel uitdrukkelijk als pachtvergoeding afzonderlijk wordt berekend. Uiteraard is in de vergoeding voor verloren gegane oogstpro- ducten, welke vergoeding geba seerd is op de richtprijzen, ook reeds de pacht als onderdeel van de productiekosten begrepen. Zonder een volledige uiteen zetting der berekeningen te ge ven, kan worden medegedeeld, dat de definitieve vergoedingen zoodanig worden vastgesteld, dat de pachters uit hét totaal van de ze vergoedingen en uit de op brengst van eventueel nog door 'hen geoogste producten, hun pachtgelden over de jaren 1944 en 1945 volledig aan de verpach ters zullen kunnen en dus moeten voldoen. Herbij dienen echter nog twee opmerkingen te worden ge maakt en wel, ten eerste, dat de bovengenoemde voorschotten ge middeld ongeveer 80% bedra gen van de uiteindelijke definitie ve vergoedingen, zoodat een ver pachter op grond van een door den pachter ontvangen voorschot nog niet terstond volledige beta ling van eventueel achterstallige pacht dient te verlangen; maar ten tweede, dat een pachter na ontvangst van een voorschot en zeer zeker bij de definitieve afwikkeling niet kan volstaan mét slechts- dat gedeelte der pacht aan den verpachter te be talen, dat hem uitdrukkelijk als pachtvergoeding is toegekend, omdat, zooals boven werd uiteen gezet, ook in de vergoeding der gewassen en producten een deel der pachtvergoeding begrepen is. Eernig overleg tusschen pachter en verpachter zal dus in vele ge vallen gewenscht zijn en aan de onderlinge verhouding ten goede komen. van Vereeniging voor Bedrijfsvoor lichting in de Wieringermeer In café Bijlsma te Winkel werd Woensdagmiddag de jaarverga dering gehouden van bovenge noemde vereeniging. De zaal was goed bezet. De voorzitter riep in zijn ope ningswoord een speciaal welkom toe aan de heeren van Herwijnen en Drost, aan de adviseerende bestuursleden Ir. A. Ovinge en Ir. Lienesch en aan den inleider Ir. van den Ban. De voorzitter deelt mede, dat deze vergadering eigenlijk in Februari gehouden behoort te worden, doch allerlei omstandig heden waren oorzaak dat eerst heden vergaderd kan worden. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat de secretaris van de vereeniging Ir. Dijkema, bruigom is en binnenkort gaat trouwen. Spr. hoopt dat de heer Dijkema een lang en gelukkig huwelijk mag hebben. (Applaus) De assistenten zijn tijdelijk ge detacheerd bij het Rentambt Wieringermeer. Aangezien de vereeniging over 1945 geen con- trbutie heeft geind, beteekende dit een mooie verlichting voor de kas. Na deze korte inleiding krijgt de heer Dijkema gelegenheid om verslag te doen van de werk zaamheden over het afgeloopen jaar. Overzicht van de werkzaam heden in het afgeloopen jaar Doordat besloten werd over 1945 door de leden geen contri butie te laten betalen, omdat ook geen pachten zouden worden gé- heven, zou de Vereeniging fi nancieel een heele veer moeten hebben laten, aangezien de sala rissen van de assistenten natuur lijk steeds een vrij groote uitgave beteekenen. Gelukkig kon hiervoor een op lossing worden gevonden, door dat het Rentambt bereid gevon den werd de beide assistenten voor 1 jaar in dienst over te ne men. Van 1 October 1945 tot 1 October 1946 zijn de heeren Breed en Oosterhoff n.1. gedeta cheerd bij hét Rentambt Wierin germeer. D. w. z. deze Dienst betaalt over dat jaar het grootste deel van hun salaris, zoodat de Vereeniging slechts een betrek kelijk kleine aanvulling heeft te geven. Aangezien de beide andere assistenten door den Rijksland- bouwvoüi-lichtingsdienst werden aangesteld en betaald, heeft de Vereeniging in 1945 dus kunneji doordraaien zonder uitgaven Van beteekenis. De werkzaamheden hebben er gelukk.g in het geheel niet onder behoeven te lijden. In tegendeel, ondanks de bekende moeilijkheden hebben wij de as sistenten vrijwel steeds over een paar motoren kunnen laten be schikken, zoodat aan deze eerste voorwaarde voor een goed func- tionneeren van onzen dienst kon worden voldaan. En er is heel wat werk verzet. Nu eens niet in hoofdzaak op het gebied van proefvelden en ander onderzoek voor een normale be drijfsvoorlichting. Dit jaar stond voor ons n.1. geheel in het teeken van het weder in cultuur brengen van den polder. Het begon echter geheel anders en wel nooit in de geschiedenis van een Ver. voor bedrijfsvoorlichting als de onze zullen de assistenten een zoo groote verscheidenheid van zeer uitzonderlijke func'ties moeten hebben vervullen. Om maar en kele voorbeelden te noemen: de eerste maanden werden alle mo gelijke ordonnans diensten en andere werkzaamheden voor de B.S. verricht. Daar tusschen door wérd gevaren op de Wieringer meer om te visschen naar vaten waarin benzine of olie moest zit ten om de motoren op gang te kunnen houden. Halsbrekende 'toeren werden verricht om de wacht van het wachtschip bij het gat in den dijk te laten function- neeren en fourageeren. Toen de mogelijkheden gevonden waren om vanuit Medemblik, in overleg met het Mil. Gezag van Fries land, Wieringernieeibewoners naar de overkant te evacueeren, werden we een volslagen reisbu reau en braken wij onze hoofden over de politieke betrouwbaarheid van ons onbekende personen. Toen de allergrootste drukte voorbij was en wij ons op onze taak als voorlichtingsdienst bij het weder in cultuur brengen van den polder konden bezinnen, werden pogingen aangewend om de be schikking over een boot te krij gen, aangezien dit ongewone mid del van vervoer onontbeerlijk was om van meet af aan hét on derzoek naar behooren £e kunnen verrichten. Door de zeer welwil lende medewerking aanvankelijk van den heer P. H. Bakker en later van den heer K. van Gaaien kregen wij de beschikkng over een boot met buitenboordmotor en sindsdien hebben de assisten ten vele en soms min of meer avontuurlijke tochten over de Wieringermeer gemaakt. Doordat de Voorlichtingsdienst van den aanvang af in zijn geheel en volledig werd ingeschakeld bij het landbouwkundig onderzoek, de voorlichting en de örganisatie van den wederopbouw van den polder, voor zoover dit, in den ruimsten zin, het weder in cul tuur brengen der gronden betreft, hebben de assistenten eerst met z'n tweeën, later met z'n drieën en ten slotte met z'n vieren de handen meer dan vol gehad. Gedurende den zomer van 1945 werden o.m, op verschillende tijd stippen watermonsters genomen voor de bepaling van het zoutge halte enz. Ook werden vele peil tochten ondernomen, ten einde 'n indruk te krijgen van den toe stand der slooten, tochten en ka nalen. Toen in September en Octo ber van hét vorige jaar begonnen werd met de grondbewerking en ■den inzaai van de rogge in de secties A en E begon een drukke campagne voor de assistenten. De brandstofbonnen voor de grond bewerking werden n.1. door den Voorlichtingsdienst uitgegeven. Aangezien zij van te voren met de aanvragers de meest ge- wenschte vorm van grondbewer king konden bespreken en tevens de soort van trekker welke op het betreffende bedrijf zou wor den gebruikt bij hen bekend was, kon de distributie van motor brandstoffen vlot en doelmatig verloopen. Vooral ook, doordat* de Voorlichtingsdienst bemidde lend optrad bij hét inschakelen van de loonploegers kon hier en daar het werk zoo noodig in een bepaalde richting worden geleid. Tijdens de drukke voorj'campag- ne moest heel wat worden gere geld en gereden onj alles zoo vlot mogelijk te doen verloopen. Nu eens viel er een trekker uit door pech, dan weer werden er boeren onrustg in een bepaalde hoek, waar de wieltrekkers eigenlijknog niet op hét land konden wezen, zoodat er een rups voor in de plaats moest komen enz. enz. Gelukkig beschikten twee van de vier assistenten juist op tijd over een paar goede motoren, zoodat ze dagelijks de géheele polder konden doorkruisen. Later kreeg ook een derde zijn mo'tor, doch de vergunning bleef heel lang uit, hetgeen echter geen beletsel vormde om het er toch maar op te wagen. Het toezicht dat door ons op het werk der loonploegers kon worden uitgeoefend werkte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1946 | | pagina 1