Voor de mannen was het mo ment aangebroken om de korten tijd die nog reste van deze eerste beursmorgen de zaken af te wik kelen. Om twee uur vond een lunch plaats in de klei ne beurszaak aangeboden door het bestuur van de beursvereeni- ging, waaraan door circa 120 ge- noodigden werd deelgenomen. Van Minister Mansholt was een telegrafische gelukwensch 1 bin nengekomen, wel een bewijs dat hij met zijn gedachten in den polder vertoefde. Tafelpresident was de nieuwe Voorzitter de heer H. de Graaf. De verzorging van deze lunch was in handen van de heer Smit die van den voorzitter de welver- diende, hulde ontving met in stemming van de aanwezigen voor de uitstekende tafel. Deze lunch die een zeer gezel lig verloop bad, stond vanzelf sprekend ook in het teeken van toespraken. Achtereenvolgens werd het woord gevoerd door den inspecteur van de Rijksver keersinspectie, die op de moeilijk heden wees bij de verdeeling van de auto's. Hoopvolle perspectie ven kon 'hij niet geven, doch verschillende sprekers na hem gooiden een vischje uit. De heer G. P. Kistemaker sprak namens de drie landbouw organisaties; de heer G. G. Log gers bracht hulde aan de NACO en de Verkeersinspectie voor de busdiensten die deze week zijn ingelegd voor de Wieringermeer. De beer Arntz, bracht de ge- lukwenschen over namens de Kamer van Koophandel; Mevr. Vink, sprak namens de dames die deel genomen hadden aan de rondrit. De heer J. Veer, wnd. Voed- selcommissaris liet een dronk wij den aan de eminente Minister van Landbouw. Waarop men staande twee coupletten van het Wilhelmus zong. Kapelaan Dekker, sprak na mens alle kerkgenootschappen en wees op de samenwerking die er is in de Wieringermeer ondanks de verschillen. Collega Sigon sprak enkele woorden namens de pers. De heer P. Blaauboer, als oud-directeur van de Zaaizaad ver. Waard en Groet en als bur gemeester van de buurtgemeente Barsingerhorn. De heer P. Koolhaas dankte namens het be stuur de heer Tel voor diens uit nemende leiding gedurende de anderhalf jaar van de vacature. De heer Tel dankte de heer Smit en zijn staf voor de uitste kende lunch. De heer van Balen Blanken sprak namens de N.A. K. De heer S. Breebaart namens alle cultureele en sportvereni gingen. De heer H. R. Smit na mens de Stichting van de Land bouw. En als laatste spreker de heer Baken, burgemeester van Wijh-kel, de gemeente waar de noodbeurs anderhalf iaaar onder dak heeft genoten. De heer de Graaf had een zware taak om alle sprekers te beantwoorden doch hij heeft zich hiervan uitstekend gekweten EVEN RECHT ZETTEN ïn onze beschouwingen over de woningenkwestie hebben wij den burgemeester herhaaldelijk als voorzitter van het bouwbu reau aangemerkt. De heer Log gers is echter geen voorzitter van het bouwbureau, doch wel bestuurslid. Aan de strekking van ons betoog doet dit niets af, doch het lijkt ons goed om de onjuistheid in de betiteling even re,cht te zetten. De heer Bakker, een hoofdambtenaar van het de partement van financiën is voor zitter van de stichting bouwbu reau ,,de Wieringermeer". Vereeniging voor bedrijfs voorlichting ön de Wieringermeer Mededeeling no. 307 De Jaarvergadering Volgens de statuten is het be stuur verplicht in September (a1 thans voor 1 October) de tweede algemeene ledenvergadering uit te schrijven. Dat was ook dit jaar de bedoeling en wij hadden ge hoopt dat deze keer een genoem de datum bij den Wederopbouw eens wél zou uitkomen. Er werd n.1. veronderstel/d dat in Septem ber of in elk geval in October van dit jaar de groote beurszaal van Hotel Smit zoo ver zou zijn her steld, dat daarin weer beurs ge houden zou kunnen worden. Het bestuur achtte het mooier dan zoo spoedig mogelijk de jaarlijk- sche algemeene vergadering weer in de gerestaureerde beurszaal te houden. Elet begint er thans op te gelijken jdat dit plan geen door gang kan vinden en dat de Ver eeniging nog één maal (laten wc dat althans hopen!) buiten deni polder op haar evacuatie-adres" zal moeten vergaderen. Aangezien het gewoonte is ge worden dat o.g. in deze vergade ring med*|deelingen doet betref fende de resultaten van de in het loopende jaar verrichte werk zaamheden en daaraan zoo mo gelijk en zoo noodig eenige be schouwingen pleegt vast te knoo- pen met betrekking tot de vol gende oogst, zijn wij wel genood zaakt daarmee alvast in deze me- dedeelingen te beginnen olljdat an ders de actualiteit verloren gaat in verband met het reeds tamelijk ver gevorderde seizoen. In het kort zullen wij daarom enkele punten naar voren brengen welke 0.1. in verband met de komende oogst van 1947 van belang ge acht mog enworden. 1. Het bouwplan moet onmidde- lijk en radicaal worden ge wijzigd. 1/3 hakvruchten, 1/3 andere gewassenmaar zeker niet meer danl/3 met granen! Behalve het rekening houden met de directe finantieele uitkom sten van het bedrijf is een ge zonde vruchtopvolging wel het aller voornaamste doel, waarnaar moet worden gestreefd bij hei opmaken van het bouwplan. Wij kunnen het wel zoo stellen, dat van te voren vast staat, dat elke afwijking van de regels van ee>i gezonde vruchtopvolging direct of later groote schade veroorzaakt Wij denken hierbij niet alleen of in de eerste plaats aan het di recte nadeelige gevolg van een verkeerde voorvrucht, waardoor het volgende gewas veel kans loopt te mislukken, doch vooral ook aan het groote gevaar var. het overdrijven van de teelt van bepaalde gewassen in den loop der jaren, waaijdoor na een zeker aantal jaren dergelijke gewassen steeds minder gaan opbrengen. Men spreek dan veelal van bijv bietenmoeheid", „aardappelmoe- heid", ,,havermoeheid", „vlas moeheid", „erwienmoeheid" enz. De oorzaak is dan meestal gele gen in de aanwezigheid van de een of a.t\ lere parasiet, welke zich als gevolg van den overdreven verbouw van dergelijke gewassen, zoodanig in den grond heeft kun nen vermenigvuldigen, dat deze daarmee sterk besmet is gewor den. Wij kennen voor al de boven genoemde gewassen bepaal! de streken in ons land, waar men met dergelijke moeilijkheden heeft te kampen en het is goed zich hier aan te spiegelen. Want, met ze kerheid kan worden voorspeld dat, wanneer niet een ieder goed doordrongen is van de noodzaak om met bovengenoemde gevaren ernstig rekening te houden, ook deze polder, de Wieringermeer, eens besmet zal zijn met het bie tenaaltje. het aardappelaaltje, het roggeaaltje, de vlasbrand, enz. enz. En het gaat er om dat mo ment zoo lang mogelijk uit testel len! Vandaar, dat wij hier nog eens met groote nadruk de aandacht- vestigen od de absolute nood zakelijkheid, dat iedere land- en tuinbouwer zijn bouwplan ieder jaar opmaakt in het besef van d° groote beteekenis van een gezonde vruchtopvolcjing. Dat ook hier voor het bijhouden van een bouw- boek absoluut onmisbaar is, be hoef ik hier niet nader uiteen re zetten. Men zal zich misschien nog on ze mededeeling herinneren van '1943, toen wij schreven o-'cr waarnemingen op de proefvelden van de Prof. v. Bemmelenhoevc: met betrekking tot de eenzijdige graanbouw. Wij luidden toen redds de alarmklok, maar wij achtten ons verplicht nogmaals een ernstig waarschuwende stern te moeten la'en hooren. Immers, door de inundatie en al de andere narigheden welke men als gevol gen van den oorlog heeft te ver werken. zonden de herinneringen aan de destiids genoemde gevaren wel eens od den achtergrond kun nen zijn gedrongen. En daarin moet zoo spoedig mogelijk ver andering komen! Wij vermeldden hierboven, dat v. 'n 'aantal met name genoemde gewassen reejds gebieden in ons land zijn aan te wijzen, waar men met de nadeelige gevolgen v u overdreven verbouw van die ge wassen zit. Ook de Wieringer meer behoort daartoe Het is n.1. zoo, dat wij hier in de Wie ringermeer met onze sterk over dreven graanbouw reeds danig ver op het verkeerde pad zijn! Niet alleen op de permanente haverak ker op (de Prof. v. Bemmelenhoe- ve kwam na 8 jaar graan (waar van de laatste zes jaar haver) het haveraaltje in 1943 in ernstige mate voor, doch ook op enkele praktijkvelden in den polder con stateerden wij in 1944 de aanwe zigheid van het haveraaltje in voor ons zeer verontrustende mate in de haver. Zonder uitzondering kon aan de hand van de vruchtopvji- ging van de betreffende perceelen worden aangetoond, dat wij hier met gevolgen van sterk overdre ven graanbouw te maken hadden De oorzaak was dus meteen be kend! Deze aanwijzingen zijn voor ons ruim voldoende om deze zaak nog eens onder de aandacht te bren gen van alle land- en tuinbou- in de vViéringermeer. Er v kier een groot gevaar, .v aar tégen onmiddellijk met kracht •et worden opgetreden. Men zich thans klaar voor oogen c stellen dat het van nu af aan, met ingang van het oogstjaar 1947, voor goed uit moet zijn met die overdreven graanbouw, waar door de landbouw in de Wierin germeer zich gedure yjle al de ja ren voor de inundatie heeft ge kenmerkt! Natuurlijk, er zijn oor zaken aan te wijzen waardoor die gewaagde experiment hier werd voortgezet. Een graangewas vraagt nu eenmaal minder arbeids krachten, waardoor men, bij het tekort aan arbeidswoningen in den polder, gemakkelijk in Hie ver keerde richting geraakte. De op brengsten waren doorgaans goed. Het veelvuldig gebruik van groenbemesting hield de grond nog Vrij behoorlijk in conditie. Zoodat men het ongemerkt min of meer als van zelf sprekend begon te vinden dat in het bouw plan regelmatig 50% of 60 (of meer) granen werden opgenomen. Men zal zich echter thans moeten realiseeren Idat het zoo beslist niet kan door gaan en wij moeten dan ook ernstig waarschuwen tegen de gevaarlijke meening welke men nog al eens ontmoet, dat het. met betrekking tot bepaalde vruchtop volgingen in de Wieringermee'' „iets meer kan lijden" dan elders, Dit standpunt, wij wezen daarop reeds vaker, dient zoo spoedig mogelijk te worden verlaten! Ge lukkig zijn er reelds velen, die dit hebben ingezien .doch over het algemeen is het advies ,,gooi thans met ingan gvan dit jaar het roer radicaal om" nog geenszins over bodig. Men zal misschien geneigd zijn in verband met de uitgebreide graanbouw van 1946 en de goede tot zeer goede opbrengsten welke daarmee werden verkregen, op te merken dat dit alles nog wel wat zal meevallen. Wij zijn er echter van overtuigd dat dit niet zal mee vallen en dat het zeer onverant woordelijk zou zijn de door on> genoemde gevaren te onderscha- ten. Men zal zich dus moeten af vragen welke andere gewassen verbouwd kunnen worden. In de eerste plaats denken wij dan aan aardappelen en bieten. Voor een gezonde vruchtopvolging lijkt het ons gewenscht van deze beide ge wassen samen ongeveer één der de van de oppervlakte te ver bouwen. Voor een ander derde gedeelte zal men andere gewas sen als vlas, erwten, boonen, fij ne zaden enz. moeten kiezen, ter wijl de granen zeker niet meer dan één derde gedeelte van de oppervlakte van het bedrijf moe ten innemen, omdat voortaan eens in de drie jaar een graan gewas als uiterste grens moet worden beschouwd. Met de ha ver is het zoo, dat men dit gewas alleen daar zal moeten verbouwen waar in de voorgesch;edenis het minst graan werd geteeld. 2. De grondbewerking Hierover kunnen wij zeer kort zijn. Eenige weken geleden werd daarover reeds door ons een op merking gemaakt, welke wij noo—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1946 | | pagina 2