Het bezoek van Minister LIEFïlll Verslag van de bespreking met den minister van financien, gehouden op Zaterdag 22 Maart 1947, in het nood- raadhuis te Lutjekolhorn. Aanwezig waren: voor de stichting- Rechtvaardige oorlogsschadevergoe ding, de heeren: A. P. Hoogkamer, D. Stompedissel, P. A. Forijn en G. P. Kistemaker. voor de landbouworganisaties de heeren: K. van der Veen, J. A., Berg- mans en W, van Zadelhof; voor de stichting voor den land bouw de heer H. Smid; voor de landarbeidersorganisaties de heeren: G. Horst, G. Klop en G. Hofmeijer; voor den middenstand: de heeren: J. Koolhaas, J. Vos en K. H. Mollema; voor de kerkbesturen: Pastoor J. Langendijk, Ds. L. J. de Goede en Ds. J. Vink; als deskundige de heer J. C. Addens; het voltallige college van burge meester en wethouders; voortsde heeren Mr. van Meerwijk, administrateur van het departement van financien; H. Bakker, directeur der domeinen; Ir. Herweijer, voor den dienst van landbouwherstel; Mr. Wiarda, secretaris van het commis sariaat oorlogsschade; Drs. Verhorsr,, hoofd afd. economische zaken van het college van algemeene commissiaris- sen voor den wederopbouw. De burgemeester heet in de eerste plaats welkom Z.E. den minister van financien en vervolgens de overige aanwezigen in het noodraadhuis te Lutjekolhorn, waarbij hij er op wijst, dat het noodraadhuis, gebouwd ih periode, waarin de golven nog stroomden over het onder water ge zette polderland, beschouwd mag worden als een symbool van den strijd van boeren en arbeiders, die vanuit het oude land, het op het water her wonnen land opnieuw moeten ver overen. Een strijd, die zwaar is, maar nog zwaarder wordt door de finan- cieele moeilijkheden, waarmede men te kampen heeft. Voorts wijst spreker er op, dat hij, toen onlangs deze bijeenkomst werd voorbereid, de vraag te beantwoor den kreeg, of het zou zijn toegestaan ronduit te zeggen, waar het op staat, of men zijn grieven dus op ondubbel zinnige wijze zou mogen uiten. Hij is toen zoo vrij geweest te antwoorden, dat het ongetwijfeld de bedoeling is van den minister ,,in goed hollandsch" te vernemen wat men op het hart heeft. De minister zegt met heel veel ge noegen gevolg te hebben gegeven aan de uitnoodiging om naar de Wierin- germeer te komen. Hij heeft bezoe ken gebracht aan Noord-Limburg, Zeeland enz. en was zeer getroffen door de toestanden waaronder de be volking daar moet leven. Dat hij nog niet eerder naar de Wieringermeer is gekomen, wil geenszins zeggen, dat hij die streek uit het oog had verlo ren, maar er was niet eerder gelegen heid: Hij stelt er prijs op, dat men „in goed hollandsch" zegt, waar het op staat. De eerste spreker, Pastoor Langen dijk, wijst er op, dat er in de Wierin germeer 9 kerken stonden, waar men trotsch op was. Alles was nieuw en thans is er niet meer over dan een aantal bouwvallen. Dit levert voor de kerkbesturen groote moeilijkheden op. Ongeveer een jaar geleden werd er gezegd, dat de kerkbesturen konden rekenen op 80 a 90% schadevergoe ding; dit was destijds bijna niet te gelooven; later werd een percentage van 40 genoemd; het blijkt dus wel, dat er steeds verandering is; eenige zekerheid bestaat er dus nog niet. Al le kerken dienen zoo spoedig mogelijk te worden herbouwd, want de men- schen wachten er op. De bevolkij wat men noemt „echt kerksclj verwacht dat hun voorgangers a. doen wat ze kunnen, om de kej bouwen te doen herrijzen. Vooi kon op de menschen een beroep; den gedaan, doch hun financieel standigheden zijn dermate ach: gegaan, dat van hun geen behools bijdragen meer mogen worden wacht. Spreker hoopt, dat de Wi germeer zal herrijzen met kerkej lijk aan de waardigheid a nieuwe land. De heer Hoogkamer geeft een zicht van de moeilijkheden,' vj mede de verschillende bevolk! groepen te kampen hebben. De middenstand heeft zich moeten redden toen alles moest den opgebouwd en ingericht. d4& werd in de eerste periode veel currentie ondervonden van buite] zoodat de financieele omstandig niet gunstig waren. In de oorts- jaren kwam er "in dat opzichtj/el en goed verloren en zijn niet bij machte de nieuw aan te schaffen ar tikelen te betalen. Namens den middenstand werd het woord gevoerd door den heer Kool haas, die in een zeer uitvoerig be toog op kwam voor de belangen der middenstanders. De schadevergoeding op basis Mei 1940 is niet te aanvaar-, den. noodzakelijk is, en waartegen toch meer en meer bezwaar wordt ge maakt De regeering wil de oorlogsslacht offers niet afschepen met een bijdra ge op basis 1940; vergoeding van ver vangingswaarde is echter het andere uiterste; daarnaast krijgen velen nieuw voor oud. De slachtoffers be hoeven er-niet beter van te worden. Vandaar de gedachte: vergoeding op Spreker had verschillende voorbeel-^ zich toe, met erkenning van onze li verbetering, de middenstand er boven op, doch de ramp di|len polder op 17 April 1945 trof, de middenstanders zeker 't zw Alles was vrijwel verloren, djrna kwam de geldsaneering met alle lijkheden daaraan verbonden; blokkeering verloopt niet wensch; er moet geld worden nomen bij banken, waarvoor 4 nog meer rente moet worden bc' terwijl het rijk 3% vergoedt vo<|; niet gedeblokkeerde gedeelte. Spreker doet daarom een ba-oep op den minister voor een soe; slere toepassing der deblokkeering e i een behoorlijke regeling voor de schade vergoeding. den uitgewerkt en toonde met cijfers aan, dat de middenstanders na den herbouw, met enorme schuldenlasten blijven zitten. De regeling is thans zóó, dat circa 10% van de bevolking maatschappelijk ten onder zal gaan. Dit heeft moedeloosheid bij den een en revolutionaire opstandigheid van den ander ten gevolge. Spreker laat daarom een scherp protest tegen de huidige regeling hooren en dringt aan op een vergoeding naar vervangings waarde. De middenstand heeft begrip voor de moeilijkheden, welke hieraan ver bonden zullen zijn, en voor de moei lijke uitvoering hiervan, doch is van meening, dat de oorlogsschade moet worden gedragen door de geheele Ne- derlandsche bevolking en niet moet drukken op een gedeelte daarvan. Voorts vraagt spreker wat er ge beurt met de molest-gelden. Laat dit geld komen op de plaats waar het behoort. Moet dit zoolang duren, tot door het instandhouden van het mo- lestapparaat al het geld op zal zijn? De regeering trekke deze gelden naar hoogere uitkeeringen gegarandeerd -'worden, maar „vervangingswaarde", hetgeen neerkomt op een uitkeering van drie maal zoo hoog, is uitgeslo ten. Het volksvermogen is niet of maar zeer weinig gestegen, terwijl nog rekening gehouden moet worden met de verliezen op effectenbezit, in- vesteeringen in het buitenland enz. dina 1 rechten Waarom is er nog geen regeling voor bedrijfspanden boven 500 M3 in houd, met schade beneden de 50.000 Waarom voor de landbouwers een spoepeler en vluggere afwerking dan voor den middenstand? De midden stand vraagt zich steeds af: waarom dit, waarom dat? enz. De minister dankt de verschillende sprekers voor de opmerkingen. Allen hebben onomwonden gezegd wat hun op het hart lag. Spreker geeft een overzicht van de diverse schaden. De schade tot Sept. 1944 bedraagt onge veer 1 milliard. De schade tusschen Sept. 1944 en Mei 1945 zeker het twee a drievoudige. Thans bedraagt de schatting - op basis Mei 1940 - ruim 3 milliard. Deze cijfers betreffen slechts de schade aan particuliere ei gendommen. De schade aan openbare eigendommen, eveneens op basis Mei 1940, loopen tusschen 3 en 4 milliard. Tezamen dus ongeveer 7 milliard. Het volksvermogen bedroeg in Mei 1940 zfc 30 milliard, dus de schade is ruim van het totale vermogen; dit cijfer is te weinig bekend. Vergoeding uit- keeren naar vervangingswaarde, zou tot gevolg hebben, dat gedeelte van het volksvermogen bestemd zou moeten worden voor schade-uitkee- ringen. Dat kan niet. Geen sprake van, meende Z.E. Wellicht zou een regeling zijn te maken, waarin iets Z.E. wijst er op, dat er in sommige j-,asis 1940 en daarnaast een finan- De heer H. Smid. SDrekende namejis dc drie landbouworg-aiilsaticiy; een uitvoerig overzicht van de „on berekenbare" en „berekenbare" scha den, welke door de boeren is geleden. De vervangingswaarde van verloren gegaan huisraad en landbouwwerk tuigen is zeker 2 3 maal zoo hoog, dan de waarde in Mei 1940 en daar om is een vergoeding, berekend naar d e vervangingswaarde, de eemgst juiste regeling. Vóór de inundatie was er in den polder een veel te kleine vasten kern van geschoolde landarbeiders, plm. 500 man. Na den ramp moesten er voor het vervoeren uit de omliggende plaatsen dagelijks aanzienlijke af standen worden afgelegd en de kos ten daarvan kwamen gedeeltelijk ten laste van de boeren. Spieker zet vervolgens uiteen, welk bedrag per H.A. aan deze vervoers kosten moest worden betaald, en hoe veel tijd hierdoor verloren ging. Vervolgens wijst hij op de kosten, welke gemaakt moesten worden voor het provisorisch inrichten en dicht maken van bedrijfsgebouwen, op de hoogere afschrijvingen op gereed schappen, nu deze niet meer behoor lijk kunnen worden opgeborgen, op de extra hooge onkosten tijdens de dorsch-campagne, enz. Weliswaar werden door het domeinbeheer tege moetkomingen verleend, voor vergoe ding aan huishuur, grondderving, ge mis aan bedrijfsgebouwen enz., doch deze zijn lang niet in overeenstem ming met de geleden bedrijfsschade. Spreker dringt aan op vergoeding „vervangingswaarde" en een billijker regeling voor bedrijfsschaden, voort vloeiende uit het gemis aan woonhui zen en bedrijfsgebouwen, waaronder de geheele vervoerskosten van arbei ders. De heer Horst vraagt de aandacht van den minister voor de nooden, waarin momenteel de landarbeiders verkeeren; velen van hen hebben have landen, b.v. in België, na den vorigen oorlog vergoedingen zijn uitgekeerd Haar vervangingswaarde, want uren redeneerde: „Duitschland betaalt". Maar Duitschland betaalde niet! En dit had tot gevolg een scherpe daling- van de Belgische frai\k tot 1/10 van de waarde in 1925'26. De vroeger opgedane ervaringen elders zijn ons tot een voorbeeld! Naast de materieele oorlogsschade, dus aan goederen, is er nog een enor me immaterieele schade, stilstand in bedrijven, achteruitgang in bedrijven. Er zijn fabrieken geweest, die tijdens de bezetting jaren hebben stilgelegen. Hoeveel schade is er niet ^geleden in handelskringen? Daarvan kan niets worden vergoed. De heer Smit heeft gewezen op deze schade, die ook ge leden is door de boeren in de Wie ringermeer, doch spreker zou daarop willen antwoorden: inderdaad, de be drijven leverden minder op, er waren extra uitgaven te doen, doch de prijs der producten maakte daarvan veel goed. De molestverzekering berust op de omslaggedachte. Derhalve kan de omslag eerst worden afgerekend als de totale schade bekend is. De en quête is nog niet voltooid. Waarom? Het aantal gevallen is ontstellend groot. Alleen voor schade aan huis raad zijn er reeds ongeveer 600.000 gevallen. De schaden tot Sept. 1944 zijn geregistreerdspreker heeft ge gronde hoop, dat voor de schaden aan onroerend goed het „tempo er ook spoedig in komt". De dienst „Land bouwherstel" werkte zeer snel; die keerde voorschotten uit en liet het onderzoek der aanvragen rusten. Van daar de snelle afwerking. Dit was ook noodig, omdat in die bedrijven de diverse uitgaven moesten worden gefinancieerd. Spreker onderschrijft, dat de oor logsschade gezamenlijk moet worden gedragen en wijst daarom nog op de verschillende maatregelen, welke door de regeering zijn genomen en nog zullen worden voorgesteld. O.a. op <le vermogensheffing, die absoluut cieringsregeling, die kan gaan tot 100%, terwijl 10 jaar na herbouw de rentelooze bijdrage zal worden kwijt gescholden. De regeling is dus thans zóó, dat boven de schadevergoeding de belanghebbenden een voorschot krijgen van het rijk, waarvan een ge deelte rentedragend en het andere gedeelte renteloos zal zijn. Hebt vertrouwen in de regeering! Aan Pastoor Langendijk deelt Z.E. mede, dat er een speciale regeling- bestaat omtrent uitkeeringen voor schade aan kerken, ziekenhuizen e.d. waarbij de gedachte heeft voorgeze ten: aan de werkelijke behoeften der parochies e.d. moet worden voldaan. De regeering zal volledig medewer ken dat er kerken komen, die voldoen aan de eischen. Voor schade aan ker ken na Sept. 1944 toegebracht, komt een nieuwe regeling, evenwel niet op basis 1940, omdat de kerken weer in staat moeten worden gesteld hun taak op verantwoorde wijze te ver vullen. Voorts is er gesproken over de moeilijkheden voor midendstanders, voor het verkrijgen van deblokkee ring. Z.E. wijst er op, dat midden standers voor hun z.g. „ijzeren voor raad" deblokkeering kunnen verkrij gen Indien er gevallen bekend zijn, waarin geen medewerking is ver leend, dan zal hij daarvan graag op gaaf willen hebben, want die zijn niet overeenkomstig de voorschriften be handeld. Spreker begrijpt de moeilijkheden van de landarbeiders en vindt het hard, dat zij nog niet alles terug hebben, wat verloren is gegaan. De schade-regeling voor huisraad bevre digt niet. Er komt een nieuwe. De bestaande regeling is gekoppeld aan de huurwaarde van de bewoonde per- ceelen en het is noodig, dat daarop eenige correcties worden aangebracht. Tenslotte deelt Z.E. nog mede, dat er omtrent het vervoeren van oogst- arbeiders nog overleg wordt ge pleegd. Volgende week het slot van van dit verslag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1947 | | pagina 3