herrijzend
W iering er meerland
DE WIERINGERMEER VIEL TEN
TWEEDE MALE DROOG
JO SPiER HEEFT ONGELIJK
3e Jaargang no. 3 17 Mei 1947
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tol. 206, Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
WAT NU
Het bestuur der stichting rechtvaar
dige oorlogsschadevergoeding Wierin
germeer heeft de leden van de Twee
de Kamer die de vorige week een
bezoek brachten aan de polder een
boekje mee naar huis gegeven waarin
nog eens overduidelijk het één en an
der is beschreven omtrent de moei
lijkheden die opdoemen voor de ge
dupeerde bewoners
Het boekje is met cijfers goed ge
documenteerd, terwijl een aantal fo
to's van vóór en na de ramp illustra
tief het geschrevene verduidelijken.
Wij nemen enige gedeelten uit het
boekje over hetgeen o.i. geen verder
commentair behoeft.
Voor welke financiële moeilijk
heden de middenstand zich ge
plaatst ziet
Een middenstandsbedrijf beschikte
over een woning met bedrijfsgebou
wen, waarvan de waarde naar de toe
stand van Mei 1940 32.000.be
droeg. De opstallen werden totaal ver
nield, behoudens de funderingen,
waarvan de waarde werd getaxeerd
op 4.000.De rijksbijdrage werd
derhalve bepaald op 28.000.
Een derde deel van het hele com
plex is thans herbouwd. De kosten
"bedroegen 26.000.Indien de bouw
kosten niet stijgen, worden de kosten
van herbouw van het overige ge
deelte geraamd op 52.000.De to
tale herbouw zal dus 78.000.kos
ten, waartegenover staat een rijks
bijdrage van 28.000.—. Verschil
S 50.000.—.
Bovendien heeft dit bedrijf ernsti
ge schade aan bedrijfsinventaris en
voorraden. Voorts heeft het bedrijf
uiteraard geruimen tijd stil gestaan,
terwijl thans nog niet op volle capa
citeit kan worden gewerkt wegens
de beperkte bedrijfsruimte en het ge
brek aan personeel. Voor personeel is
geen woonruimte!
Een andere middenstander had een
pand, dat oorspronkelijk werd ge
bouwd voor 13.600.—. Ook dit per
ceel is verwoest en de rijksbijdrage
werd bepaald op 8.600.—. De her
bouw kost evenwel 35.000.— of
26.400.meer, een last, welke voor
dit kleine bedrijf onaanvaardbaar is.
Een middenstander herbouwde op
«en nog overgebleven fundering een
pakhuis. De bouwkosten bedroegen
12.000.Hij ontving voor zijn ver
loren gegane pakhuis en zijn woning
een rijksbijdrage van 8.370.—, dus
3.630.minder dan de bouwkosten
van het pakhuis bedroegen. En nu
moet zijn woning nog gebouw wor-
-den!
De bedrijfsinventaris van deze zelf
de middenstander ging geheel verlo
ren. De waarde bedroeg volgens de
bplans 3.500.Hij heeft zich een
nieuwe bedrijfsinventaris aangeschaft
en betaalde daarvoor 6.500.Geen
enkele vergoeding daarvoor heeft hij
tot dusver nog ontvangen.
Een levensmiddelenbedrijf moet her
bouwen voor 30.000.De rijks
bijdrage is 7.200.zodat dit be
drijf voor een last van 22.800 komt
te zitten. Bovendien is er de eerste
jaren weinig kans op winst, wegens
de hoge transportkosten en de nog
zeer geringe bevolkingsdichtheid.
Deze voorbeelden kunnen met tien
tallen andere worden uitgebreid. Zij
vertonen echter alle hetzelfde beeld,
het weinig bemoedigende beeld van de
oorlogsgetroffene, die gebukt gaat on
der zware financiële zorgen. Zorgen,
die hem doen besluiten met de her
bouw van zijn pand te wachten tot
misschien een gunstiger schadever
goedingsregeling zal verschijnen.
Maar met dit besluit roept hij weer
nieuwe zorgen op, omdat zonder ge
bouw of met beperkte ruimte een
goede bedrijfsvoering niet mogelijk is.
Zo dreigt de ondergang, en in het
ene en in het andere geval!
De financiële moeilijkheden
der Landbouwers.
Dat ook door de landbouwende be
volking grote verliezen zijn geleden,
moge uit de volgende cijfers blijken.
Uitgegaan is van een akkerbouw
bedrijf van 40 H.A., waar gewerkt
wordt met een luchtbandentrekker en
drie paarden.
Uit ten dienste staande gegevens is
de aankoopprijs vastgesteld van de
inventaris nodig voor een dergelijk
bedrijf.
De aankoopprijs hiervoor bedraagt
respectievelijk per 1 Mei 1940 en 1
Mei 1946:
Aankooppr. Aankooppr.
1 Mei 1940 1 Mei 1940
Trekkracht 4.000.ƒ8.000.
Rij- en voertuigen 825.5.250.
Grote werktuigen 5.650 16.530.
Ploegen en eggen 1.156 2.510.
Kleine inventaris 2.500 8.650.
evenzeer aan als een boer of een
zakenman aan zijn bedrijf, en wat hij
als gevolg van de inundatie is kwijt
geraakt, wil ook hij zich graag op
nieuw verwerven.
Maar thans ontbreekt hem de mo
gelijkheid daarvoor, omdat de uitke
ring, die hij van het Rijk ontvangt,
ontoereikend is om zelfs het nood
zakelijkste weder aan te schaffen.
Dringend nodig is, dat daarin ver
betering wordt gebracht, opdat de
arbeider-oorlogsslachtoffer dit nietz'n
leven lang zal blijven.
De Wieringermeerarbeider heeft
zich lange dagelijkse reizen getroost
om mee te kunnen werken aan het
herstel van het nieuwe land. Ook had
hij werk kunnen aannemen in zijn
vluchtoord, maar de gemakkelijkste
weg heeft hij niet gekozen. De be
zwaren van het werken in zijn pol
der heeft hij aanvaard, omdat hij zich
aan de polder zozeer gebonden ge
voelt.
Wat de plaatselijke banken er
van zeggen
De beide boerenleenbanken in de
Wieringermeer geven met hun cij
fers met vrij grote zekerheid de voor
naamste kapitaalbewegingen in hun
ressort aan en zijn dan ook in deze
een tamelijk juiste afspiegeling van
de welvaart van nagenoeg de gehele
bevolking. De spaarbankcijfers van
beide boerenleenbanken over een pe
riode van 1 Januari 1942 tot 1 Janu
ari 1947 tonen dan ook wel zeer ty
perend de enorme vooruitgang tot eind
December 1945, met nadien een zeer
snelle daling tot het einde van 1946.
Hierbij ontkomt men niet aan de in
druk, dat de naaste toekomst op dit
gebied nog grote veranderingen te
zien zal geven. Ongetwijfeld is dit
beeld der spaargelden nog geflatteerd
door de inderdaad ruime deblokke
ringen (tot 700.per H.A.) voor
de landbouwers. Dat ondanks deze
deblokkeringen overgegaan moest
worden tot omzettingen van spaar
gelden in bedrijfskapitalen, zoals dit
uit nevenstaand staatje blijkt, geeft
reden tot ernstige bezorgdheid voor
beide boerenleenbanken.
Waar tot 1941 de credieten aan mid
denstanders voor b.v. de coöperatieve
boerenleenbank beperkt bleven tot
ongeveer 20.000.zijn deze credie
ten tussen 1 Januari en 1 April 1947
reeds met ruim 125.000.gestegen,
terwijl nog meerdere aanvragen moes
ten worden afgewezen.
Indien in de regeling van de mate
riële oorlogschade niet spoedig ver
betering optreedt is te vrezen, dat bin
nen afzienbare tijd de financiële po
sitie van de Wieringermeerbevolking
en dus ook van de beide boerenleen
banken uiterst precair zal zijn ge
worden.
Coöp. Boerenleenbank Wierin
germeer W.A.
Bedrag
der spaargelden
Op 1 Januari 1942 347.000.—
1 Januari 1943 - 557.000.
1 Januari 1944 - 1.125.000.
1 Januari 1945 - 1.657.000.—
1 Januari 1946 -2.278.000.—
1 Januari 1947 - 1.588.000.—
R. K. Boerenleenbank Midden-
meer
Gestorte Terugbetaalde
spaargelden spaargelden
In 1942 ƒ160.000.— ƒ100.000.—
1943 - 357.000.— - 136.000.—
1944 - 268.000.— - 103.000.—
1945 - 789.000.— - 475.000.—
1946 - 187.000.— - 532.000.—
P.T.T. KAN WEL HEKSEN
Totaal ƒ14.131 ƒ40.740.—
Hieruit blijkt, dat voor de inven
taris per 1 Mei 1940 een bedrag van
350.benodigd was, tegen onge
veer 1.000.per H.A. in 1946.
Door de Dienst Landbouwherstel is
uitgemaakt, dat 40 van de werk
tuigen verloren zijn gegaan van het
totaal bedrag van 4.500.000.
Op een boerderij van 40 H.A. bete
kent dus het verlies 140.per H.A.,
waarvoor echter bij de no^zakelijke
vernieuwing een bedrag gemoeid is
van rond 400.per H.A.. dus meer
dan deze inventaris in 1940 gekost
heeft.
Hierbij moet ook niet uit het oog
worden verloren, dat de oudste in
ventaris dateert van 1935.
Ook de werknemers hebben
hun moeilijkheden
Ook zij hebben bij de ramp veelal
hun bezittingen moeten achterlaten.
Het bezit van de arbeider moge dan
niet groot zijn, maar hij hecht er
Maandagmiddag werd in aanwe
zigheid van een aantal daartoe uit
genodigde autoriteiten de nieuwe te
lefooncentrale te Middenmeer in
dienst gesteld.
Het hoofd van de technische dienst de
'heer A. Korff ontving het gezel
schap in het nieuwe gebouw aan de
Poststraat, waar de kantoren en
magazijnen van deze "dienst zijn on
dergebracht.
De heer Korff ging in korte trek
ken na met welke moeilijkheden de
P.T.T. aanvankelijk had te kampen
om het telefoonverkeer in de pol
der weer op gang te brengen. Dank
zij aller medewerking, maar boven
al het onvermoeide werken van het
personeel van hoog tot laag is de
ingebruikneming thans van de nieu
we centrale mogelijk. De heer Korff
dankt de burgemeester, het gemeen
tebestuur en de commissie Weder
opbouw Wieringermeer voor de me
dewerking die zijn dienst heeft mo
gen ontvangen.
Achtereenvolgens werd het woord
gevoerd door Ir. Krijn namens de
commissie Wederopbouw Wieringer
meer, burgemeester Loggers die er
op wees dat in tegenstelling met de
advertenties in de bladen dat P.T.T.
niet heksen kan, in de Wieringer
meer toch wel gebleken is dat de
P.T.T. wel kan heksen.
Ir. Ovinge sprak namens 't Rent
ambt en wees er op dat op papier
dens de bezetting waren vervallen,
een groot aantal aansluitingen tij-
doch als je een uitgevallen num
mer nodig had, bleek het toch nog
wel te bereiken. H. de Graaf sprak
namens het Beursbestuur en stelde
P.T.T. ten voorbeeld aan de weder
opbouw. J. Vos sprak namens de
Middenstand en H. R. Smit namens
de Stichting v. d. Landbouw, terwijl
Ir. Reedijk er van getuigde, dat de
P.T.T. wel aan de weg timmert, spr.
heeft dit als hoofd van de Water
bouwkundige dienst kunnen ontdek
ken bij het vernieuwen van 100 km.
kabel.
Hierna begaf zich het gezelschap