errijzend A Wieringermeerland IP tijdens de bezetting Gitaten 3e Jaargang no. 5 31 Mei 1947 Redactie en administratie hl Nieuwe Niedorp B 58 I Tol. 206, Kengetal 2261 Weekblad voor de Wieringermeerbe^plking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten uit het orgaan „De Landpachter" Men zal zich herinneren dat wij onlangs een verslag plaatsten van een vergadering van de afd. Wieringer- meer van de C.B.T.B., alwaar de op richting van een afdeling van de Bond 'van Landpachters ter sprake kwam, •secretaris de heer H. S. van Houten. In deze vergadering werd de leden ontraden om medewerking te verle nen aan de oprichting op grond van de houding, die de heer van Houten heeft aangenomen tijdens de bezetting. Hier is reactie op gekomen. Er is een circulaire rond gezonden in de "Wieringermeer, waarin de zaken wor den recht gepraat. Het leek ons daar om goed de archieven eens na te snuffelen, teneinde enige citaten uit „De Landpachter" uit de bezettings tijd te lichten, dan kan men zelf een conclusie trekken, omtrent de bezwa ren die tegen de heer van Houten worden ingebracht. Bij het herverschijnen van „De Landpachter" poogt de redactie zich te zuiveren van alle blaam, die haar zou kunnen treffen wegens haar hou ding gedurende de bezetting.. Wan neer men dan ook leest wat in kolom drie van het eerste nummer van de 20e jaargang van Vrijdag 11 Januari 1946 hierover geschreven staat, zou men de indruk verkrijgen, dat de me dewerking aan de Landstand door de "Bond slechts node verleend is. De navolgende, vrij willekeurige, citaten uit het orgaan van de bond •gedurende de bezettingsjaren, tonen aan, dat op deze bewering wel één en ander af te dingen valt. In het nummer van 26 September 1941 werd in het artikel „Grote ver anderingen op til" het volgende ge schreven: „De ordening van het grond gebruik zal spoedig krachtig ter hand genomen worden en grote verbeterin gen brengen. De verordening op het vervreemden van landbouwgronden, die beoogt de leuze „Boerenland in boerenhand" te verwezenlijken, werkt reeds prachtig in die richting. Een teken des tijds is het zeker ook, dat hetzelfde blad in kolom drie pag. 1 naast provincie ook van „gouw" spreekt. Duidelijker nog treedt het standpunt van het blad in het licht op de volgende bladzijde, kolom 1, waar men aldus kan lezen: „Maar met grote nadruk zeggen wij tot al onze leden: het is van het allergrootste be lang, dat Uw bond niet afzijdig staat, maar dat zij (hij) in overleg met de verpachtersorganisaties (bedoeld zal wel zijn de bond van Landbezitters 'te Groningen, secretaris Mr. H. T. Meijering) en in contact met het 'N.A.F. reeds nu zich bezint op haar ((zijn) aanstaande 'taak. In het blad van de 7e November 1941 onder de rubriek „Aan de le zers" staat het volgende fraais: en dan lijkt ons dei Landstand een ge zonde, logische opbouw van het land- bouwleven in zijn ruimsten zin" enz. Ook in de volgende nummers maakt het blad weer reclame voor de Land stand. Zo in het nummer van 5 De cember 1941 pag. 1 kolom 1: „Wij willen hier niettemin nog eens wijzen op het grote belang, dat juist voor de leden van de bond van Landpach ters en Hypotheekboeren de instel ling van de Landstand heeft". Erger nog maakt het hetzelfde num mer in kolom twee onderaan: „daar om brengt de Landstand de bekroning op het werk van dé bond van Land- pachters en Hypotheekboeren. Ook in kolom drie vindt men uit latingen, die van een zekere gereser veerdheid ten aanzien van het nieu we uit Duitse koker allerminst blijk geven. Uitnodigend klinken b.v. de woorden uit de allerlaatste alinea: „Mogen er onder de leden van de bond van Landpachters en Hypotheekboe ren velen gevonden worden, die hun gaven hoofd en hart in dienst van hun standsgemeenschap willen stel len." Wat met die „standsgemeen schap" bedoelt wordt daaromtrent laat het opschrift van het hoofdartikel: „De Landpachter in de Landstand" niemand in het onzekere. In het nummer van „De Landpach ter" van 12 Febi-uari 1942 staat met zoveel woorden in het artikel „Aan sluiting bij de Landstand" dat voor komt op pagina drie, 3e kolom, dat het dagelijks bestuur eenstemmig be sloten heeft tot aansluiting bij de Nederlandse Landstand. Dit is wel te kenend voor de geest, die L ->nd heerste. Onderaan in dezelid^ „om leest men, dat' de heren H. S. van Houten, redacteur van „De Land pachter" en secretaris van de Bond van Landpachters en Hypotheekboe ren, en Mr. H. T. Meijering, secretaris van de Bond van Landbezitters te Groningen, namens hun organisaties de leiding van de voorlichtingsdienst in de landstand hadden opgebouwd. (Beide heren hadden zitting in het fc>preau Grondeigendom van de Land stand). Het is merkwaardige toevalligheid, dat men dit juist leest in het laatst verschenen nummer van „De Land pachter". De leden kunnen zich nu geborgen wejfcen in de Landstand! Bij gelegenheid van de benoeming var de N.S.B.-er Ruiter tot Directeur- Generaal van de Landbouw, kwam het blad met een hoofdartikel uit, waarin, na zekerheidshalve gezegd te hebben, dat het blad buiten alle poli tiek blijft, de hoofdredacteur de nieu we D.-G. hartelijk geluk wenst en de bijzondere ingenomenheid van de bond met deze benoeming vertolkt. Reeds begin 1941, toen er van een algemene nazificatie nog geen sprake was, bleek de redactie niet alleen aan de Duitse infiltratie slecht het hoofd te bieden, doch daaraan metterdaad mee te werken. Zo leest men in het nummer van 17 Januari 1941, pag. 1 kolom vier (verkort) „dat de Duitse handel met het buitenland het econo mische leven in zijn geheel stimuleert en aldus het volk ten goede komt". In hetzelfde blad is opgenomen een artikel van de latere N.S.B. hoog leraar Dr. Ir. M. D. Dijt. Hierin valt te lezen, dat de nieuwe orde in Euro pa tot een gehele nieuwe wereldorde moet leiden. Nog erger maakt de ru briek „leestafel" het. In een aankon diging van het nazigeschrift „Wilt U de waarheid weten?" wordt Hitier op vleierige toon verheerlijkt en wor den andere nazi-uitgaven aan de le zers aanbevolen. Djt zijn enkele grepen uit een be perkt aantal nummers van het blad. Reeds op 11 Januari 1946 komt een nummer van hetzelfde blad uit, waar in de heer H. S. van Houten, die als redacteur van het blad en secretaris van de bond is gehandhaafd gebleven, in een hoofdartikel „Weer op de Bres" zich tracht vrij te pleiten van de beschuldiging van collaboratie, wel ke men eventueel tegen hem zou kunnen inbrengen. Het wordt daarin voorgesteld, dat men niet anders kon handelen, maar nimmer vrijwillig me dewerking aan de Landstand heeft verleend. Deze voorstelling van zaken is in"" flagranten strijd met de inhoud van „De Landpachter" van de bezettings tijd. Voorts deelt de heer van Houten aan zijn lezers mede, dat hij de keuze had als kamerlid zitting te houden, dan wel secretaris van de Bond van Landpachters en Hypotheekboeren te blijven. In het belang der leden heeft hij het laatste gekozen. de gelegenheid hebben iets bij te dragen voor het werk der reclasse ring. Dan zullen onze medewerkers dit envelopje bij u komen afhalen. Wij zullen het zeer op prijs stellen, wanneer u door het gereed leggen van de gesloten enveloppe de vlotte afwikkeling wilt bespoedigen. Ondergetekenden, die de reciasse- ringsarbeid van harte aanbevelen, spreken de wens uit, dat zeer velen in onze gemeente door een milde gave wederom het hunne willen doen om de reclasseringsarbeid in stand te houden. Het comité tvan aanbeveling: Kapelaan J. Dekker Ds. J. Germans H. A. Giesen, wethouder Pastoor J. Langedijk G. G. Loggers, burgemeester A. N. Nap, gemeente-secretaris Ir. A. Ovinge, rentmeester do meinen Ds. J. H. Post Ir. C. Reedijk, ingenieur van het heemraadschap H. Smit, wethouder Ds. J. Vink Mr. Th. A. J. Vosters, secretaris van het heemraadschap Ds. v. d. Wielen NATIONALE Reclasserings-instellingen van alle gezindten vragen uw steun voor hun werk op Woensdag 4 Juni 1947 Gevangenisstraf is veel erger dan classering zijn werk in stilte gedaan -eenmaal per jaar treden wij in de openbaarheid want alleen door uw bijdrage kan dit werk worden voort gezet. Gevangenisstarf is veel erger dan u zich kunt indenken. Daarom het celbezoek. Weet u wat een bezoek betekent voor hem, aan wie de be zoeking van de cel is opgelegd? Maar al is „zitten" erg, „gezeten hebben" is vaak nog erger. Daarom ons werk van hulp en steun na ont slag. Want als de -schuldige „erin komt", „ligt hij er voor goed uit" en daar is niemand mee gediend. De overheid zit voor grote lasten, op een grote subsidie mogen wij niet rekenen. Zij heeft bovendien de verzorging der politieke delinquen ten, waarvoor een aparte Stichting is opgericht en waarmede de reclasse- ringsinstellingen geen bemoeienis hebben. Als gevolg van de na-oorlogse de- moralisering is onze arbeid enorm toegenomen. Zelfs wij moeten dus onze hand ophouden maar niet lang kunnen wij dat; wij hebben die hand nodig om haar te reiken aan de vele duizenden voorwaardelijk veroordeelden, die aan onze zorgen zijn toevertrouwd en aan de talrijke gestraften, die jaarlijks in onze ge vangenissen worden ingesloten. Het gaat dus om grote belangen, wanneer wij u vragen, in het hierbij gevoegde envelopje uw bijdrage te willen sluiten. Op Woensdag 4 Juni a.s. zal we- dérom een Nationale Reclasserings- dag worden gehouden. Op die dag zal een ieder uit de vrije Maatschappij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1947 | | pagina 1