IFILiW©0 nieuws
d. stuivende
WIERINGERMEERGRONDEN
De adspiranten hebben 2e Pink
sterdag- hun wedstrijd tegen Winkel
a met 2O gewonnen, waardoor
Winkel haar eerste nederlaag leed
en het kampioenschap nog een week
je uitgesteld wordt. Voor rust waren
de Winkelers iets meer in de aanval
maar in de tweede helft was Flevo
veruit de meerdere. Crans passeerde
even voor het einde keeper Nes on
houdbaar, waarna v. Schagen met
een goed schot er 20 van maakte.
Een laatste poging van Winkel om
eèn tegenpunt te maken werd door
keeper Fr. Nieuwhof op goede wijze
verijdeld. Zo behoefde aanvoerder v.
Heerwaarden de bloemen, die reeds
gereed stonden niet te overhandigen.
Flevo 1 speelde ter gelegenheid
van het Pinksterfeest te 't Veld te
gen V.Z.V. en wist deze wedstrijd
met 41 te winnen. Mede door het
slechte terrein stond deze wedstrijd
niet op hoog peil. Slechts tegen het
einde kwam Flevo op schot en wer
den de doelpunten gmaakt.
Flevo 3 speelde Dinsdagavond .te
gen Succes 5, een elftal, dat uit ve
teranen bestaat en nog niet geslagen
is. Ook nu wonnen de Wieringers,
maar vooral dank zij 't goed keepen
van de Graaf, slechts met 10.
Het programma voor Zaterdag en
Zondag luidt: Zaterdag 31 Mei Cal-
lantsoog 2Flevo, 7 uur; Zondag 1
Juni: Flevo 1—Kaagvogels2 2.30 uur
ZONDAGSDIENST VOOR ARTSEN
EN DIERENARTSEN, 1 JUNI.
Artsen.
Dienst hebben de artsen: Olree, de
Groot, Tamsma, Werner, Versluis,
de Boer, Groenhart, van Sloten en
Swaters.
Geen dienst hebben de artsen:
Veenis, Beeker, Hoogkamer, Spits,
Koning, Bouwman, Schreuders, Brand
en Boerma.
Dierenartsen.
Dienst hebben de dierenartsen: v.
d. Kolk, N. Niedorp en Dekker 't
Zand.
Geen dienst hebben de dierenartsen
Reitsma te Slootdorp en Hakkesteeg
Schagen.
Het vraagstuk van de
landarbeid
Op 14 en 15 Juni a.s. zal te Bakke-
veen in de Volkshogeschool „Allarts-
oog" een belangrijke conferentie
plaats hebben, waar het rapport be
treffende het vraagstuk van de
Landarbeid, samengesteld door de
Commissie van Landarbeid, gekozen
uit de Nederlandse Gemeenschap be
handeld zal worden. Dit rapport zal
worden ingeleid door de rapporteur,
de heer C. Egas, terwijl dr. v. d.
Wielen een referaat zal houden over
„De trek van en naar het platte
land".
nezing, indien het gewas het door de
bladeren kan opnemen. Dit verkrijgt
men door besproeiing met een lVz%
oplossing, of uitstrooien op een dauw
nat gewas, 1520 kg per ha; 2 keer.
Indien nog stikstof als overbemes
ting wordt gegeven op bieten of
aardappelen b.v. kan men het man-
gaatsulfaat zonder bezwaar hier
door heen mengen.
Kunstmatig drogen van lucerne. Er
schijnt de laatste tijd nogal enige
belangstelling van de zijde der Frie
se grasdrogers te toestaan, voor het
drogen van lucerne uit de Wieringer
meer. Voorzover dit voor rekening
van de drogerij exploitant geschiedt
d.w.z. dat de boer zijn lucerne als
veldgewas verkoopt, kunnen we hier
tegen geen bezwaar hebben. Indien
men echter voor eigen rekening zou
laten drogen, dus tegen vervoers en
(Slot v. mededeling no. 335)
Voor de Wieringermeer ligt de
zaak even anders. Bij het droogval
len van de polder in 1930 traden
vooral in de zandgebieden reeds zeer
spoedig hevige stuifverschijnselen
naar voren, wat geenszins te ver
wonderen viel. De hiaagdelijke zand
gronden bestonden uit zand en schel
pen en van organische bestanddelen,
gebondenheid en kruimelstructuur
was natuurlijk geen sprake. Hier kan
dus niet van misbruik gesproken
worden! De grond was eenmaal niet
anders! Moeilijker was echter de
vraag hoe deze gronden in een zo
danige toestand te brengen, waarop
ze èn als gras- èn als bouwland zon
der stuifgevaar, gebruikt konden
worden! De Directie heeft toen deze
stuif gebieden, door grasinzaai, zoveel
mogelijk verkleind en het stuifgevaar
de kojJ ingedrukt! Hiermee was de
zaak evenwel niet opgelost! Wel nam
de vorming van organische bodem
bestanddelen een aanvang, de gras
land-exploitatie ging de eerste jaren
behoorlijk, doch na verloop van een
aantal jaren bleek wel dat deze
gronden als blijvend grasland, niet
gehandhaafd konden worden. De
productie werd veel te klein. Dit valt
ook zeer goed te verklaren. Het in
gezaaide gras-klaver-mengsel ont
wikkelde zich behoorlijk in de losge
maakte bodem, doch naarmate de
jaren Verstreken, werd de grond
steeds vaster, het ontbreken van hu
mus, waardoor geen goede structkur
wreekte zich, en de meeste grassen
leden een kwijnend bestaan. Veel
grasland werd dan ook weer ge
scheurd, en de exploitatie als bouw
land voldeed weer des te beter. De
gevormde zode was na 23 jaar
evenwel verteerd, het zand bleef weer
over en de ellende van het stuiven
nam weer een aanvang. Steeds weer
verstopte greppels en sloten, ernstige
schade aan de gewassen enz., doch
velen namen dit risico liever dan het
land als grasland te exploiteren. De
laatste jaren voor de inundatie was
droogkosten het product weer thuis
krijgt, wijzen wij erop dat dit o.i.z.
een zeer dure grap wordt.
Volgens Starings-Almanak bevat
gewoon lucerne hooi 8.1 pCt. vert.
werk. eiwit, terwijl lucerne meel, dus
het gedroogde, gemalen product
7.2 pCt. vert. werk. eiwit bevat. De
zetmeelwaarde verhoudt zich als 27
35 ten gunste van het lucerne meel.
We besparen ons zetmeel, waar we
genoeg van hebben, terwijl we eiwit
verliezen wat we juist nodig hebben
Rekenen we hierbij de vervoerskos
ten en de droogkosten a pl.m. f 12.
per 100 kg droog product, dan blijkt
wel overduidelijk, dat het kunstma-
niet in aanmerking komt en dat aan
tig drogen van lucerne, economisch
de gewone hooiwinning op de ruiter
verreweg de voorkeur moet worden
gegeven. J. BREED
de oppervlakte grasland in de Wie
ringermeer dan ook tot plan. 1000 ha
gedaald. Dit is ten opzichte van de
gebieden met stuifgevaar maar zeer
weinig en dan ook veel te kort!
Moeten we met die stuifellende
blijven zitten? M.i. zeer zeker niet,
doch dan zal men ook radicaal moe
ten zijn! Het knijpt hier niet op het
fijn maken of rollen van het land,
bedekken met stro of ruige mest in
tijden van stuifgevaar hoewel dit de
zaak zeer zeker verergert, resp. ver
beterd. Neen, dit is niet de kern
waar de zaak om draait. Er moet
organische stof in deze gronden ko
men die een harmonische samen
hang, en een juiste structuur vormt,
waardoor de bodem niet als los zand
aan elkaar hangt. Dit te bereiken is
alleen mogelijk door wisselbouw,
waarbij we de zandgronden om de 3
jaar b.v. als gras- .en als bouwland
exploiteren. Op plaatsen waar mo
menteel helemaal geen samenhang
is, zal men nog beter doen door de
grond 3 jaar als gras en 2 jaar als
bouwland te gebruiken om enigszins
op verhaal te komen. Men zal in de
eerste plaats consequent moeten zijn
en zich stipt aan dit schema moeten
houden. Gebruikt men een perceel
weer te lang als bouwland, dan is
men weer even ver als men begon!
De moeilijkheden zijn vooral momen
teel groot. Veestalling is op vele
plaatsen niet of zeer gebrekkig aan
wezig. Wellicht is hier evenwel an
ders een oplossing aanwezig door
gedeeltelijk lucerne of Rode klaver
in te zaaien. Voor de vrijwel stabiel
stuivende percelen is dit m.i. zeker
nodig!
Jaren zullen nodig zyn vóór de
Wieringermeer-zandgronden, evenals
in de Zijpe een hnmusrijke, gebonden
bouwvoor van voldoende dikte zullen
vertonen. Doch indien men van het
stuiven af wil raken is dit de enigst
mogelijke weg. Bovendien zal blijken
dat naarmate de grond een hoger
gehalte aan organisch materiaal, en
daardoor een goede structuur ver
krijgt, het grasland op deze gronden
beter voldoet. „Let op Uw Saeck"
zegt een oud-Hollands gezegde en
dit is zeker het geval ten opzichte
van de stuivende Wieringermeer-
gronden. J. Breed.
Vereniging voo:
in de Wieringermeer
Mededeling no. 337.
Trommelzucht.
Deze specifieke Wieringermeer-
lcwaal bij het vee, veroorzaakt door
de zeer klaverrijke weiden cr. waar
door in de loop der jaren talloze
slachtoffers zijn gevallen, schijnt zeer
goed te bestrijden te zijn. Naar ons
werd medegedeeld, komt geen trom
melzucht meer voor, indien men bij
aanleg van het nieuwe grasland, 4
kg kar wijzaad aan het grasmengsel
toevoegt. De karwij wordt door het
vee, gelijk met de klaver afgegraasd
en heeft een brakende werking,
waardoor blast voorkomen wordt.
Practijkervaringen uit Groningen
bevestigen dit. Een gebruikelijke
vruchtopvolging- is daar b.v. vlas,
witte klaver, karwij. De klaver en
karwij worden onder het vlas uit
gezaaid -«n men heeft bij het bewei
den van de klaver geen last van
trommelzucht. Indien dit ook voor
de Wieringermeer opgaat, wat zeer
waarschijnlijk is te achten, zullen ve
le veehouders, die steeds met deze
kwaal te kampen hebban, een rusti
ger tijdperk in dit opzicht tegemoet
gaan, terwijl voor de veehouderij in
algemene zin betere perspectieven
naar voren komen. Enkele proeven
worden in 'verband hiermede reeds
genomen en volgend jaar zullen
de resultaten wel blijken. Wellicht
kunnen degenen, die dit voorjaar
nieuw grasland al of niet onder
dekvrucht hebben uitgezaaid, hierin
nog wat karwij uitzaaien.
'Melasse voor ensilage^ Voor de Pro
vincie Noord-Holland is een kwan
tum gedenatureerde melasse be
schikbaar gesteld vqor ensilage doel
einden. Volgens onze ervaring geven
met suiker of malasse ingekuilde
groenvoeders een prima voer en het
gebruik van dit product is dan ook
zeker economisch verantwoord. Wc
gebruiken per ha (2000 kg groene
massa) 100 kg. melasse, dus 5 procent
De kosten komen dan per ha op pl.m.
f 160.Degenen die hiervan gebruik
willen maken moeten zich zo spoe
dig mogelijk in verbinding stellen
met de .B.H. in hun district voor
een toewijzing.
Magaangebrek. In 1946 kwamen
in grote gebieden van de polder spe
ciaal op de zandige gronden in het
noorden ernstige verschijnselen van
mangaangebrek naar voren. Onmis
baar stond dit in verband met Je
inundatie van de polder, aangezien
de ziekteverschijnselen zich nooit zo
ernstig hadden voorgedaan. Het feit
echter, dat toen geen mangaansulfaat
verkrijgbaar was, had tot gevolg, dat
vele landbouwers, een vrij ernstige
oogstdepressie bij enkele gewassen te
incasseren kregen, zonder hiertegen
iets te kunnen doen. Wij weten niet
in welke mate, dit jaar het man
gaangebrek zal optreden. Zoals de
zaak thans lijkt in mindere mate dan
vorig jaar, maar toch hebben we op
diverse plaatsen de verschijnselen al
weer gezien, speciaal op de kalkrijke
zandgronden. Laat men daarom op
deze bedrijven zorgen wat mangaan
sulfaat in voorraad te hebben, dan
heeft men het direct bij de hand ais
het nodig is. Is men overtuigd, dat
zich op een bepaald perceel zeer
waarschijnlijk mangaangebrek zal
voordoen, dan kan men het ook reeds
tijdig uitstrooien; voorkomen is be
ter dan genezen. Men moet er reke
ning mee houden, dat het mangaan
sulfaat niet langer dan pl.m. 2 maan
den werkzaam is. Dus voorjaars niet
te vroeg uitstrooien! Wat tenslotte
de bestrijding van mangaangebrek
betreft, verkrijgt men het vlugste ge