W iering ermeerland
errijzend
UiiiiinsliHHW kan goedkoper!
vruchtbaar land
3e Jaargang no. 11 12 Juli 1947 Redactie
en administratie
h- Nieuwe Niedorp B 58
Tol. 206, Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
Van
III
tot
(v. V.) Als gevolg van de na de af
sluiting der Zuiderzee te verwachten
rijzing van de stornuvloedstanden was
.het nodig, dat de zeewering langs de
noordkust van Wie ringen werd ver
hoogd.
Ten behoeve van de werkzaamhe-
.den voor de afsluitdijk Wieringen-
Friesland en de dijk Den Oever
Medemblik werd een werkbaven aan
gelegd te Den Oever.
Aan drie kanten van het oude
eiland was men dus bezig maatrege
len te treffen om het grote werk in
zijn ganse omvang aan te vatten.
Wieringen was de werkplaats ge
worden en Den Oever werd hiervan
het brandpunt. De Oeverse bevol
king, wij schreven het reeds,, werd
aangetast in zijn bestaan en aan
vaardde met een bloedend hart het
.geweld, wat de vreemden brachten.
Tengevolge van de afsluiting van
het Amsteldiep verplaatste de vis
sersvloot van Westerland zich te
vens naar Den Oever, wat met zich
mee bracht dat de oude vissersha
ven spoedig te klein bleek, en werd
•deze dus vergroot. Een gedeelte van
de vissers werd te werk gesteld bij
de diverse aannemers, als bakken-
.schipper, of gingen mee te peilen en
grondboren. Zolang men nog niet
aan het grote werk van de afsluit
dijk was begonnen, werd de visserij
nog volledig uitgevoerd. Alleen de
rust was weg. Een grote massa
werkvolk had zich te Den Oever ge
nesteld en beheerste het aspect van
de straat. De middenstand profi
teerde echter in flinke mate van de
bevolkingsaanwas. Het parlevinken
was een winstgevend beroep. De lo
nen, die in die dagen werden uitbe
taald lagen een stuk boven het nor
male loon, waardoor men ze dan ook
liet „rollen".
Wanneer men zo tussen de Oeverse
vissersbevolking verkeerde en men
luisterde naar hun argumenten tegen
de afsluiting en drooglegging der
Zuiderzee, dan kwam men onwille
keurig in de ban van hun bezwaren.
Generatie op generatie had zijn
brood verdiend op de Zuiderzee.
Soms wel een zuur verdiend stuk
brood, boter en belegging ontbrak
wel eens, doch men was vrij man,
werd niet aan banden gelegd, men
had alleen te maken met eigen volk
je en somtijds met devisserij
inspectie.* Doch als men de haven
uitvoer, wind en golven tegemoet,
dan was men vrij, zowel schipper
als knecht.
Aan dat alles kwam een einde.
Niet alleen dat een vloed van vreem
de arbeiders hun dorp overstroomde,
doch er kwamen ook ambtenaren,
zeer veel ambtenaren. Ambtenaren,
die de opdrachten uitvoerden in 's
lands belang, zo stond er in de wet
van 14 Juni 1918, doch die de vissers
voelden als een onrecht, ondanks
Zuiderzeesteunwet met waarde-ver-
minderings-vergoeding en opleiding
van jong vissersvolk in ambachten
en plaatsing bij rijksdiensten.
Het waren niet alleen de vissers te
Wieringen, die te hoop liepen om te
protesteren, langs de ganse Zuider
zeekust storfd de vissersbevolking af
wijzend tegenover de afsluiting en
iedere maatregel, die een inperking
betekende van hun eigen vrijheid.
,,'s Lands belang" stond er in de
wet, en aan 's lands belang viel niet
te tornen. Nederland had dringend
behoefte aan grond, grond geschikt
voor de landbouw. De oorlog 1914-
1918 had overduidelijk bewezen, dat
wij in onzekere tijden op anderen
niet behoefden te rekenen. Boven
dien levensruimte voor het jaarlijks
steeds groter wordende bevolkings
overschot was een steeds urgenter
vraagstuk. Inpoldering van de Zui
derzee kon in belangrijke mate dit
vraagstuk helpen oplossen. De bo
dem van deze zee hield beloften in
van golvende korenakkers.
's Lands belang mocht niet wijken
voor clen enkeling.
Rond de Zuiderzee liepen de vis
sers te hoop. De organisaties die er
waren kregen een vloed van nieuwe
leden, waar ze niet waren werden ze
opgericht. Requesten, brochures,
werden in massa verzonden, het re
gende protesten tegen de afsluiting.
Het was vooral de heer E. den
Herder uit Harderwijk waar de vis
sers een heftig pleitbezorger in had
den bij de agitatie tegen de inpolde
ring.
„De drooglegging der Zuiderzee
een ramp voor Nederland" is een
van zijn bekendste brochures, die hij
heeft geschreven. Voorspellingen
werden gedaan, dat wanneer de af
sluitdijk eenmaal klaar zou zijn, het
lieve leven pas zou beginnen. Men
zou niet een dergelijke dijk kunnen
bouwen, die op de duur bestand zou
zijn tegen stormen, die op dit punt
al eens meer waren voorgekomen.
Bij een doorbraak van de afsluitdijk
zouden niet alleen de polders achter
deze dijk worden verzwolgen, doch
geheel midden Nederland zou er
dan aan gaan. En men wees drei
gend op de peilschaal te Harder
wijk, die al eens meer een abnormale
stijging van het water had aange
wezen.
Doch de regering en de volksver
tegenwoordiging vertrouwende op de
'w-keurige berekeningen van haar
ambtenaren en men zag aan het
oosteind* van Wieringen, hoe het
woelige water werd bedwongen tus
sen de omringdijken, waar sluisput-
ten werden gemaakt, waar het lied
van de inpolderingsarbeid hoogtij
vierde.
(Nadruk verboden)
(Wordt vervolgd)
Vervoer, handel en aannemer
kunnen met minder toe...
Kunnen de bouwkosten omlaag? Ja, er zit ongetwijfeld (speling ge
noeg in. Buitenlandse prijzen voor geïmporteerde materialen liggen
uiteraard vast.
Maar het is bekend, dat er door de (prijsbeheersing een yeel te
grote marge is toegestaan tussen de jmateriaalprijs aan de grens
van ons land enerzijds en de uiteindelijke prijs der (materialen op het
bouwwerk anderzijds.
Vervoerskosten worden ,soms tot het dubbele van de werkelijke kos
ten opgevoerd!, aldus onlangs het tijdschrift „Bouw". Handelaren in
glas dreigden enige tijd geleden hun leveranties te zullen staken
als aan hen geen hogere verkoopprijzen werden toegestaan. Toch
waren hun prijzen franco grens drie malen en franco bouwwerk
zes malen zo hoog als vóór |de oorlog!
Bouwcolonnes van soldaten
kunnen helpen
Aan dergelijke wantoestanden moet
een eind worden gemaakt. Want als
er niet spoedig een keer ten gunste
komt, vervliegt ook het bouwpro
gramma 1947 in rook. Ditmaal zijn
de opgeschroefde bouwprijzen de oor
zaak. De aannemers zijn huiiverig
aan de bouw van woningen te begin
nen. Het is zelfs al voorgekomen, dat
de bouw van een blok woningen ge
staakt werd, omdat de kosten ver
boven de oorspronkelijke raming
dreigden uit te gaan.
Van Januari tot en met Mei 1947
werd de bouw van slechts 4000 wo
ningen gegund terwijl het program
ma voor het gehele jaar ^000 wo
ningen omvat. Op de huidige voet»
doorgaande komen we er dus niet.
Vele gemeenten zijn te langzaam
geweest bij het verkrijgen van de
nodige bouwrijpe grond voor het aan
besteden van het aantal woningen,
dat aan deze gemeenten krachtens
het bouwprogramma was toegewe-
MINISTER MANSHOLT AAN
WEZIG BIJ EERSTE STEEN
LEGGING ZAADPAKHUIS EN
KOELHUIS Z.W.M.
O
Minster Mansholt zal op Za
terdag 19 Juli a.s. n.m. vier uur
aanwezig zijn bij de eerste steen
legging van het gebouwencom
plex wat voor de Ooöp. Zaai
zaad- en Pootgoedtelersvereni-
ging te Middenimeer verrijst.
In aanbouw is een groot zaad
pakhuis en een koelhuis. De ere
voorzitter en oprichter van de
Z v.M. de heer Abr. Langereis
zal de eerste steen leggen voor
het koelhuis terwijl het zoontje
van de heer K. H. Kroeze, direc
teur van de Z.W.M. de eerste
steen zal leggen voor het pak
huis.
Minister Mansholt die voor zijn
ministerschap voorzitter was
van de Z.W.M. zal bij deze
plechtigheid het woord voeren-
zen. Daarom werd onlangs door de
minister van Wederopbouw. L. Ne-
her, de kraan gedurende een tweetal
maanden opengedraaid. Dat wilde
zeggen: over het gehele land moch
ten de gemeenten vrij aanbesteden,
onafhankelijk dus van de hoeveelheid
woningen, aan de onderscheidene ge
meenten toegewezen.
Wat was het gevolg? Een stroom
aanbestedingen barstte los. Doch
reeds thans staat vast, dat ongeveer
twee derde deel daarvan boven de
maximumprijzen lag, die door de re
gering zijn gesteld. In al die gevallen
wordt natuurlijk geen bouwvergun
ning verstrekt. Ondanks ide enorme
omvang van de aanbesteding, loopt
het aantal uitgereikte bouwvergun
ningen daarom nog steeds achter op
het bouwprogramma.
Prijzen omlaag!
Een blok arbeiderswoningen, dat
voor de oorlog 185.000 gulden kost
te, vereist nu minstens 622.000 gul
den. Stellen we het jaar 19381939
op 100, dan zijn de materiaalkosten
tot 360, de loonkosten tot 223, sociale
lasten tot 483 en „overige kosten"
tot 385 opgelopen. Dooreengenomen
dus een stijging tot 335!
Ook in de winsten van aannemers
en onderaannemers schijnt nog wel
een belangrijke ruimte te zitten, die
voor prijsverlaging kan worden be
nut.
Tekort aan arbeiders
In theorie en op papier heeft Ne
derland thans voldoende geschoolde
bouwvakarbeiders voor het gestelde
programma. In de practijk echter is
er een schreeuwend tekort aan vak
mensen. Dat komt, omdat velen van
hen zijn opgenomen in 't onderhouds
werk en in de interne verbouwingen;