Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer.
Afhalen van Rantsoenbonnen als in
vorige bekendmakingen gepubliceerd.
Zaterdag gesloten.
Voor algemeene -vragen is de Leider
te spreken Woensdag van 1112 te
Middenmeer (Beurs) en Donderdag vai%
1112 te Hippolytushoef Agentschap.
De Leider van den Distributiedienst
Wieringermeer,
M. L. KONINGS.
- la'rjA J
IV
KORT VERSIjAG VAN HET STAMBOONENPROEFVELD Wm. 637.
Nieuwe bonnen.
VAN 24 t.m. 30 JANUARI.
Bon. No. Artikel
05 A Brood 4 rants. brood of gebak.
05 B Brood Va rants. brood of gebak.
05 Beschuit 1 rants. Beschuit br. of geb.
05 A Vleesch Va rants. Vleesch of -waren
05 A Aardappelen 2 Kg. Aardappelen.
05 B Aardappelen 1 Kg. Aardappelen.
05 A Sigaretten.
VAN 23 JANUARI—20 FEBRUARI.
Bon. No. Artikel
480 Algemeen 1 kg. Suikér.
481 Algemeen 500 gram Jam.
482 Algemeen Gort, 250 gram.
483 gemeng meel, 125 gram.
484 Havermout, 125 gram.
485 Peulvruchten, 250 gram.
486 Vermicelli, 100 gram.
487, 488, 489, 100 gr. Kaas.
05, 06, 07 1 3/4 liter melk.
4-08 reserve 5l/a liter melk voor kinderen
05, 06, 07 1 3/4 liter Taptemelk.
492, 493, 494, 495 1 rantsoen Bloem.
4-07 500 gram Rijst.
3-06 en 4-06 reserve 150 gr. Cacao.
05 versn. 100 gram Chocolade.
06 en 07 vérsn. 100 gr. Suikerwerk.
3-07 3 eieren. Bon inleveren t.m. 31
Januari bij den handelaar. Aflevering
van 8 tun. 20 Febr.
VAN 27 DECEMBER—20 FEBRUARL
473 Algemeen 250 gr. Koffiesurrogaat.
VAN 22 JANUARI t.m. 3 FEBRUARI.
04 125 gram Margarine.
11 JANUARI t.m. 11 MAART
01 Boter voor kinderen beneden de leef
tijd van 21 jaar.
20 December t.m. 31 Januari
446 Extra rantsoen Boter.
474 Alg. Eenheidszeep, 475 Alg. Wasch-
poederQ Zeep, Q Toiletzeep, Q Wasch-
poeder t.m. 31 Jan. N. Scheerzeep t.m.
30 April.
Serviesgoed 3-77, 3-78, 3-79, 3-80, 4-77,
4-78, 4-79, 4-80, gelijktijdig inleveren
met de bonnen 01 t.m. 04 van de EV-
servieskaart t.m. 31 Jan. 1943.
Kaarsen 21 en 33 van kaart verlichting,
300 gram t.m. 27 Februari.
04 Petroleum voor koekdoeleinden 1 L.
t.m. 27 Februari.
08, 09, 010 en 28 Petroleum voor ver
lichting 2 L. t.m. 27 Februari.
Geldige bonnen voor diverse artikelen
01 t.m. 0.5 B.V. Brandst. 1 eenh. Brand
stoffen van 11 Mei 1942 tot 31 Dec. 1942.
06 t.m. 08 B.V. Brandst. 1 eenh. Brand
stoffen van 16 Oct. 1942 tot 28 Febr. 1943.
.01, 02, 03, 04 K.F. Brandst. 1 eenh. Br.st,
(geen anthraciet) diverse data geldig
tot 30 April 1943.
Bij den Heer L. F. W. Poodt, Tuschen-
weg H 31, werd eenzelfde ^roef aange
legd als bif den Heer J. v.d. Beek. Ook
hier werden vergeleken Ceka, Tols,
N.-Holl. landras, Beka^_Groninger Stroo-
gele en de Witte C.B. onder no. Wm. 638.
Grondsoort lichte/ zavelfatoet een klei-
gehalte van 12 pjyt. Aanleg in tweevoud,
terwijl ook'hier de veldjes 1 are groot
waren.
Voorvrucht aardappelen, waarna winter-
gerst werd gezaaid en dit voorjaar be
mest met 200 Kg. kalksalpeter. Door
vorstschade moest deze gerst weer wor
den uitgereden en werden hierop de boo-
nen gepoot op 18 Mei, op onderlinge af
stand van 35 x 35 cM.
Opkomst 2 Juni, waarbij Beka en
iN.-Holl. landras een gunstigen indruk
maakten in tegenstelling met Stroogele
(VERVOLG.)
en. Witte- C.B., welke in stand en ontwik
keling maar matig waren. De overige ras
sen stonden hier tus&chenin.
Ook op dit proefveld bleken de Witte
C.B., Ceka en Stroogele ernstig door
vlekkenziekte te zijn aangetast. De N.Holl.
en Beka, een selectie uit N-Holl. land
ras, maakten een gezonden indruk, wat
ook in de opbrengstcijfers duidelijk tot
uiting kwam.
Volgorde van rijping
1. Tols. 2. Beka 3. Noord-Holl. landras.
4. Stroogele en 5. Ceka. De Witte C.B.
was ook hier in die mate ziek dat het
voor verdere proefnemingen als mislukt
is ie beschouwen, en onder ongunstige
omstandigheden als dit jaar niet oogst-
zeker is.
Opgetrokken van 21 - 25 September en
op ruiters ge£et.
Na het dorschen werden de volgende cijfers verkregen
Indruk
Mispl.
Stroo
Zaad
Ras
23/9
in
p. are
p. are
Relatief
Ceka
7
4.3
26.1
13.1
100
Tols
7
10.-
16.8
16.8
129
N-Holl. landras
8V2
0.7
29.4
30.2
232
Beka
8 3/4
3.7
32.2
31.9
245
Gron. Stroogele
7 Va
20.-
23.5
20.8
159
Witte C. B.
4
20.3
13.2
2.5
19
Alhoewel de lijn welke uit dit proef
veld naar voren komt overeenkomstig is
aan het proefveld Wm.. 637, liggen toch de
verschillen veell verder uiteen* Mogelijk
een gevolg van de toegediende stikstof
bemesting: Alhoewel de uitwendige om
standigheden verschillen, krijgt men bij ver
gelijking der beide proeven den indruk
dat Beka en 'N.-Holl. landras beter tegen
een matige stikstofbemesting bestand zijn
STICHTING PROEFBEDRIJF
„De Prof. Dr. J. M, van Bemmelenhoeve
WIERINGERWERF.
De proef werd genomen met de 4 zo-
~ertarwes van Hoek, Mansh. Witte,
arma en Blauka en de 3 overgangstar-
>as Bersée, Chanteclair en Picardie.
bovendien werd ook de wintertarwe Juli-
ana gezaaid.
Door omstandigheden kon dit jaar niet
eerder gezaaid worden dan 9 April, welke
datum voor de zomertanfe reeds te laat
en voor,de oveigangstarwes veel te laat is
geweest.
Zomer- en overgangstarweS Wm. 626.
Grondsoort zware zavel.
Voorvrucht haver, waarna een beste
hopperups als groenbemesting.
Bemesting 250 Kg. kas p. ha. [21 April.)
200 Kg. super 18 pCt. [7 April.)
Grootte der veldjes 10 x 3 M. 30 M2)
Aantal herhalingen twëe.
Zaaitijd 9 April.
Bij de opkomst was Juliana het laatst
(30 April) Carma, Picardie en van Hoek
het vroegst [25 April), terwijl voor de
andere rassen 27 April werd genoteerd.
dan Ceka en Tols.
Ook hier is Beka bovenaan, gevolgd
door N.-Holl. landras, zijn beiden sterke
rassen en vrij goed bestand tegen vlek
kenziekte. De Ceka liet het hier erg zit
ten, was ernstig door de vetvlekkenziekte
aangetast. De Tols kwam boven de Ceka,
heeft het voordeel een week eerder rijp
te zijn, doch vertoonde op dit proefveld
te veel misplaatsen.
E. O.
Half Mei was de ontwikkeling van Van
Hoek het weligst.
Begin Juli waren van Hoek en Mansh.
Witte in ontwikkeling nog steeds voor.
Jidiana vertoonde een kruiperig gewas.
Bij Picardie kwamen enkele afwijkende
planten voor. Blanka en Carma hadden
een meer donkere kleur dan de andere
rassen.
PLANTENZIEKTEN.
Bij Picardie telde het eerste veldje 29 en
het tweede 19 stuifbrand aren.
van Hoek had in zeer ernstige mate te
lijden van gele en later van bruine roest.
Veel bruine roest had ook Mansh. Witte;
tamelijk veel en in afnemende mate
Chanteclair, Picardie en Bersée. Zeer
weinig roest had Carma. Juliana had he
vig te lijden van gele roest.
Het proefveld werd op 14 September
binnen gehaald en gedorschen.
Van de Juliana is op dit, door omstan
digheden jte laat gezaaide, proefveld
niets terechtgekomen. Het bleef een
jcruipend gewas, waarin slechts enkele
planten gingen schieten. Opbrengsten
zijn van dit ras niet bepaald, zoodat het
verder buiten beschouwing wordt gelaten.
Wordt vervolgd»