van de geneeskundige dienst der zeemagt, terwijl door die der wis- en natuurkunde tot doctor in die vakken benoemd ia, de generaal-majoor J. P. Delprat, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal. In de vergadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs te 's Gravenhage gehouden, is o. a. ingekomen: een model van een brandsignaaluitgevonden door den heer J. M. IJzerman, smid en slotenmaker aldaar. De heer van der Loo, modelmaker bij het departe ment van Marineheeft een model ter bezigtiging gesteld van eene door hem uitgevonden geluid gevende ijzeren baak en reddingsboei, die tevens zoodanig is inge- rigt, dat ze dienen kan tot eene uiterton voor zeegaten, en door welker zamenstelling hij getracht heeft de gebreken te vermijden welke in de tot dus verre bekende boeijen waren opgemerkt. Men schrijft ons uit 'sïlage: Niets is moeijelijker dan correspondent te zijn van een pas opgerigt blad, en reeds bij het eerste verschijnen te moe ten bcrigten dat er geen nieuws is. Wat toch zal ik U melden, waarin uwe lezers belang stellen? Iets van Garibaldi en de regterlijke organisatie Over prins Napoleon en de re geling van 't koloniaal batig slot? Ik twijfel of dit zelfs wel eenigzins de aandacht uwer lezers zou trekken. Meen ondertusschen niet, dat een Haagsch correspon dent, geheel zonder nieuws zoude zijn, maar de bepaling dat die correspondentie hoofdzakelijk betrekking moet heb ben op Marine- of Oorlogs berigten, maakt die zaak ver bazend zwaaranders zou ik U kunnen mededeelen, hoe cn de Tweede Kamer èn de Akademie van Wetenschappen in de bres zijn gesprongen, om het monument onzer his torie de Loterij zaal tegen "do nieuwe bouwtrant" te be schermen; ik zou U belangrijke bijzonderheden kunnen verhalenzoo wel van de Indische berigten als van de Haagselie kermis hoewel de laatste helaasreeds tot het gebied der historie behoort, en de eerste tot hevige discussien aan leiding hebben gegeven en nog gcven_ zullen. Van Indië gesprokenhet schijnt dat de zaken te Band- jermassing, nog niet geheel in orde zijn, en men vreest algemeen dat er nog vele opofferingen van onze zijde, noodig zullen wezen, om ze in den vorigen toestand terug te brengen; uit partikuliere berigten verneemt men, dat de expeditie met vele moeijelijkhedenvoornamelijk ontstaande uit 'tklimaat, en de weinig begaanbare wegen, te kampen heeft; hoewel de ijver onzer officieren niets te wenschen overlaat, schijnen de inlandsche soldaten minder lust in die onderneming te gevoelen. Overigens schijnen thans water en vuur in de geheele wereld eene belangrijke rol te spelen; terwijl Sumatra's westkust door hevige aard-en zeebevingen geteisterd wordt, terwijl de Merapi hevig rookt en men voor uitbarstingen vreest, terwijl in ons werelddeel eene geheele stad afbrandt, wordt een ander gedeelte zoowel van Indië als van Europa door het water deerlijk geteisterd, terwijl de nieuwere bc rigten ook van overstroomingen in Suriname gewag maken. Zoo even verneem ik nog: dat de commissie, benoemd om onderzoek te doen, naar de oorzaak der oogziekte die gedurende de reis zoo hevig aan boord van 't fregat Evert- xen heersehte, van mcening is, dat de kiem dier ziekte zou te zoeken zijnin de vochtigheid van het hout en de nieuwheid van het schip; doch dat de ziekte zelve zonder gevaar voor de lijders is; het geen ook daaruit blijkt, dat de meeste der deswegens in den vreemde achtergeblevene schepelingen reeds hier te lande zijn teruggekeerd. Ik waag het niet hier een woord bij te voegenuwe doctoren of officieren van gezondheid zouden mij toeroepenSchoen maker blijf bij uw leest", en ik heb geen lust mij nu reeds aan eene reprimande bloot te stellen. Vergeef mij, mijnheer de redacteur, het weinig belang rijke van dezen brief, ik beloof voor 't vervolg beterschap. Gelijk men weet, had de Hr. E. Douwes Dekker bij ons, als schrijver van den Max Havelaar, meer bekend onder den naam van Multatuli, het voornemen opgevat eene volks-uitgave van dit uitstekend werk in het licht te geven. De Hr. Mr J. van Lenuepmeende echter, dat, aangezien hij voor de uitgave had zorg gedragen en den auteur een honorarium daarvoor had bezorgd, het eigendoms of copijregt op hem was overgegaan. Hieruit outstond eene procedure, in welke de hr. Dekker als eischer optrad, na zeer belangrijke pleidooijen heeft de Arr. Kegtb. te Amsterdamdien heer zijn eisch ontzegdmet veroordeeling in de kosten der procedure. Eenige dagen geleden, is van voornoemden heer eene nieuwe brochure in het licht ver schenen, onder den titel: "Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb", geheel uitgegeven ten voordeele van de nood lijdenden door den Watersnood in N. Indiëen op welke wij de aandacht onzers lezers wenschen te vestigen. IHARKTBERIGTEN. SCIIAGEN 30 Mei. Aangevoerd 8 paarden ƒ70 a 130. 24 kalfkoeijeu 90 5120; 18 magere gelde koeijen 80 it, 130; 9 vaarzen30 a 60; 28 nuchtere kalveren 3 a 7; 350 melkschapen 12 a 20; 400 schapen (overhouders) ƒ,16 a 26; 6 vette schapen ƒ33; 2856 Lammeren ƒ5 a.13; 16 magere varkens ƒ13 a 25; 86 Biggen 5 a 9; Kippen 60 a 90 et.; Eenden 40 a 75 et. Duiven 50 a 112, et. Boter 60 a 62} et. per kop of 80 a 83} et. per Ned. ffi; Kaas 25 a 45 ct. per Ned. 'tl'8000 kip-eijeren 2a 2,10 per 100; 6000 eend-eijeren ƒ2.per 100. BOTTERDAM 30 Mei. Tarwe 158 ii.' nieuwe hoogland- sche Kleefsche ƒ380.en 155 'tl* nieuwe witbonte Pool- sche ƒ400. LONDON 29 Mei. Graanmarkt stil. 3|n0C3onüEn. Het is zeer moeijelijk, om menschen te overtuigen, die niet overtuigd willen zijn. Ook dit is het geval met den schrijver van het ingezonden stuk in het Handelsblad van 7 Mei jl., over de verzanding van het Texel- sche Schulpengat. Dit is nu eenmaal hun stokpaardje, om daardoor de door graving van Holland op zijn smalst, bij het groote publiek smakelijk te ma ken. Geene feiten, welke men ook aantoont, om de onwaarheid van hunne bewering te bewijzen, mogen baten; zij hebben nu eenmaal besloten, dat het schulpengat verzanden zal; verzanden moet het. Ik zal de ellenlange redenering van de zoogenaamde zeer bevoegde beoor deelaars uit het alphabet, als ik zoo eens noemen mag, wat men alzoo met een stoomschip in een zeegat doen kanniet volgen, noch minder do kaarten van de heeren van Riiijn en Blom.mendal beoordeelenook niet de in ons land zoo geliefde redenering van verdachtmaking gebruiken waartoe zoude dat dienen? maar tegenover hunne bewering weder een feit stellen, en nu niet met een stoomschip, maar met een zeilschip en wel met de Jupiterkapt. Burggraaf, dat op 27 April jl., met een diep gang van 68 palmen, toen er reeds min of meer eb in het water was, het Schulpengat is binnengeloodst; buitendien stond er vrij wat zee, door dat het afgeloopen vloei tij tegen den wind had ingeloopen. En hiermede neem ik voor goed afscheid van de zeer bevoegde beoor deelaars?!! Vertrouwende dat de Volksvertegenwoordigers bij de beoor deeling van het wetsontwerp voor het kanaal door Holland op zijn smalst, meer op feiten dan op praatjes zullen afgaan. X.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 3