GARIBALDI. door jicht of rhumathiek gekweld, genoodzaakt is te huis te blijven Ware het niet beter, dat die mensehen, in plaats van hun geld op zulk eene wijze te verteren, het stortten in de bussen van 't zendelings-genootsohap, of er verhandelingen voor kochten van de vereeniging tot afschaf fing van sterken drauk? Misschien ware het beter, dat ze het deden, maar het grootste gedeelte van 't menschdom schijnt er nu eenmaal weinig neiging toe te gevoelen, en gaat liever des avonds de wonderen der kermis beschouwen, of zich verlustigen in 't zien van een of ander drama in vijf bedrijven en twaalf tafereelen, waarin de held en de heldin met eenige anderen op eene vreesselijke wijze worden doodgemarteld, doch ten slotte de ondeugd zijn straf krijgt;of wel de voorstellingen bijwonen van een' kunstenaar, die de eer heeft gehad zijne toeren te vertoonen voor den Keizer van Cliiua, en den grooten mogol, of met alle aandacht staan te luisteren naar den kwakzalver, die u pillen, poeders en zalven verkoopt ter genezing van alle mogelijke ziekten, rampen, pijnen, kwalen; ééne slechts uitgezonderd, waaraan helaas vele menschen in de gansche wereld souffreren eene leege beurs; ja, zoo er een kunstenaar gevonden werd, die deze kwaal kon herstellen, wie zou niet gaame daar voor pillen, dranken of poeders, ter naauwernood eene geheele apotheek willen slikken P Maar helaas, de drank daartoe noodig, is tot nog toe niet gevonden en zal waarschijnlijk wel nooit ontdekt wor den, al schrijven ook alle academies prijsvragen daarover uiten daar ze nog niet gevonden iszullen wij ze waarschijnlijk ook op onze kermis niet aantreffen. Doch we zijn van ons ons onderwerp afgedwaald lezerer zou eene belangrijke verhandeling te schrijven zijn, in den trant van Simon Stijl, over den opkomst, bloei en verval der Hollandsche kermissen; de twee eerste perioden zijn voorbijreeds lang verdwenen zijn die schoo- ne tijden, toen de Russische Pantomimisten van Lehman het beestenspel van Martin, de cirques équestres van Loiset, Gauthier en anderen, onze kermissen bezochten en bedriegen wij ons niet, dan zal ook de van ouds vermaarde Hofmechanicus Tobias Lamberg onsdit jaarniet met zijn bezoek vereeren. //Weerhoud hem niet den traan die opwelt in uw oog" bij deze treurige schets van het verval onzer Hollandsche kermissen; welligt breekt ook voor deze een nieuwe dage raad aan; ik wil u niet, lezer, met politische beschouwingen vermoeijen, anders zou ik u menigen staat kunnen aanwijzen, wiens toestand vóór weinige jaren nog niet beter was, dan die van onze kermis, doch die thans weer schittert als eene heldere ster in een' donkeren nacht; laat ons dus ook het voorschrift volgen van een groot wijsgeerlaat ons wach ten en hopen. Misschien zoudt gij gaarne willen, waarde lezer, dat ik mijne algemeene beschouwingen besloot en u vertelde wat er op deze kermis zoo al te zien valt, maar daarin word ik verhinderd door eene kleine omstandigheid die gij zult moeten toegeven namelijk-wanneer^' dit leest, is het Dingsdag-avond (misschien wel Woensdag-ochtend) en dan weet ge het even goed, welligt beter dan ik; maar op het oogenblik dat ik mijne wijsgeerige bespiegelingen schrijf, is het eerst Dingsdag-ochtenden de schoone tooneelen achter die geslotene zeilen verborgenzijn nog niet geopend anders had ik reeds aan de godin der wijsheid mijne op wachting gemaakt. Want het is waar is onze kermis ook door velen verlaten, Minerva heeft niet geschroomd haar een bezoek te brengen. De blaauwoogige dochter Jwpiters, die reeds vóór duizende jaren bij de belegering van Troje, den Griek- schen bevelhebber Liomedes moed inboezemde, opdat hij uitmunten zou boven alle anderen diezelfde godin zal thans de gave harer Hemelsche wijsheid aan de inwoners ten beste geven,en zoo gij, lieve lezeressen, die welligt klaagt over het spoedig veranderen der modes (ik zonder de crinolines uit) eene vergelijking verlangt tusschen de kleederdragt der oude en der nieuwe Minervaover het verschil in zeden en gewoonten der Dames in den Olymp of in den Helderwelnu, ik geef ze U, maar daartoe moet ik eerst onze kermis Palias gezien hebben; want de tijden veranderen, en vooral ook de kermisgoden met hen. lFordt vervolgd). eene biographische schetsvrij naar het Hoogduitsch DOOR L. A. LAUREIJ. Vervolg van N°. 9.) Dit begin was aanmoedigend genoeg: het kwam er nu slechts op aan dat de bevelhebber der Italiaansche partij hieruit zijn voordeel trok. Doch hij laat wederom een langen tijd voorbijsnellen en wacht# Waarop, dat wist hij zelf niet. Nu keeren de Oostenrijkers met versterkte krachten naar Peschiera terug nogmaals terug geslagen, verloren zij den slag bij Santa Lucia. In plaats van nu de vijandelijke legers te vervolgen, blijft Karei Albert hardnekkig voor Peschiera en geeft daardoor de Oostenrijkers weder den tijd hunne verliezen te herstellen. Peschiera valt eindelijk in handen van Karei Albert, en Radetzkij werd bij Goito geslagen. Het was een schoone dag, roemrijk voor het leger der onafhankelijkheidelk soldaat kon getuigenis geven van zijne vaderlands liefde. Radetzkij rukt weder voor Vicenza. De koning van Sardinië laat zulks toe, zendt geene hulp en zoo wordt het gansche Venetiaansche grondgebied weder door de Oostenrijkers bezet, slechts Venetie houdt stand en kiest Manin tot Dictator. Radetzkij trekt partij uit het lange wachten van Karei Albert. Hij grijpt het Sardinische leger aan, wordt echter wederom bij Gorone geslagen en tot voor Caprino terug gedreven. Na eenen langen strijd in Tijrol, komt Garibaldi te Milaan. Hij is gekomen onverschillig als bevelhebber of als onderdaan, hij is bereid tegen den vijand te velde te trekken. Hij wordt echter tot Generaal benoemd en verkrijgt de volmagt aan het hoofd van een corps vrijwilligers op Brescia aan te rukken. Met drie honderd soldaten verlaat Garibaldi Milaan, maar op zijn togt groeit zijn leger aan, wraakdorstige, vrijheidslievende harten snellen hem te gemoet. Kom zegt Garibaldi tot den landman grijp uwe zijs en verlaat den ploeg, het zaad der vrijheid is rijp, laat ons hetzelve inoogsten. Garibaldi komt met drie duizend man te Brescia. Radetzkij had juist Karei Albert bij Yolta aangevallen: een felle strijd ontstaat er tusschen de beide legers, het gevecht duurt twee dagen, het begint den 27 Julij des morgens ten twee ure, en eindigt den 29 Julij des avonds ten tien ure. Eindelijk moeten de Piemontezen door de groote overmagt der Oostenrijkers gedwongenden aftogt blazen. Dit veroorzaakt natuurlijk eene smartelijke ontmoediging aan de sardinische troepen. Karei Albert verlangt een wapenstilstand. Radetskij bewilligt denzelven, doch onder onaannemelijke voorwaarden. Nu trekt de koning van Sardinië naar Gremona terug, honger en hitte eischen vele offers in zijn leger; door den oostenrijkschen generaal vervolgd is hij gedwongen, onder de muren van Milaan bescherming te zoeken. Hij stelt zich bij de Porta Romana in positie. Ondertusschen trekken de Oostenrijkers over de Adda en bevinden zich den 4 Augustus voor Milaan. De Milanesen maken alles ter verdediging gereed; allen grijpen de wapens, de stad wordt gebarikadeerd. Vergeefsche moeite I Karei Albert heeft gedurende deze toebereidselen tot verdediging eene capitulatie gevraagd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 3