Zitting Van Zatnrdag. In deze bijeenkomst zijn de be raadslagingen aangevangen met de art. 10 en 11, die vroe ger waren aangehouden. Art. 10 bevat hoofdzakelijk, dat zij die op den len Janu ari) van het jaar, hun 19® jaar zijn ingetreden, maar het 40° niet volbragt hebben,, noch kunnen huwen, noch een paspoort voor 't buitenland of de koloniën verkrijgennoch de buitenlandsche zeevaart uitoefenendanna het bewijs te hebben geleverd aan hunne verpligtingen voor de militie voldaan te hebben. Art. 11 bevat hoofdzakelijk, dat ook zij die voor de militie zijn ingeschreven en nog voor de dienst kunnen worden opgeroepen, aan de beide laatste bepalingen van't vorig artikelonderworpen zijnten zij een gegoed inge zeten zich als borg verbonden hebbedat de ingeschrevene zijne dienst, zoo noodig, door een ander zal doen waarnemen. Door den Heer Wintgens wordt voorgesteld in beide ar^ tikelen, de woorden //erlangt geen paspoort voor 't buiten land noch voor de koloniën," weg te laten. De Hr. van Hoëvell stelt voor, te bepalen dat art. 10 alleen zal betrekking hebben op het aangaan van een hu welijk. Het amendement van dien heer wordt verworpen met 34 tegen 26, dat van den Hr. Wintgens aangenomen met 36 tegen 24 stemmen, waarna het gewijzigde ar tikel 10, met 36 tegen 24 stemmen werd aangenomen. Over art. 11 werd eene hevige discussie gevoerd. De Hr. van Heukelom zeide, dat hij de aanneming daarvan eene schandvlek voor de natie zou noemennoemde het illiberaal, en verwonderde zich dat het door een vrijzinnig ministerie was voorgesteld. De Minister van Binncnlandsche Zaken bestreed den Hr. van Ilenkelomverscheidene sprekers voerden achter eenvolgens hierover het woord, alle waren tegen het artikel gestemd, dat dan ook met algemeene (59) stemmen werd verworpen. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van het hoofdstuk over de zeemilitie: de Hr. Storm van s Grave- zande stelt een amendement voor, om de zeemilitie te be stemmen tot bemanning der verdedigings-vaartuigenvoor de binnenlandschc dienst en langs de kustenen tot de dienst bij het corps mariniers. De Minister van Marine bestreed het amendement en achtte eene inlijving van de militiens bij de mariniers, meer nndeelig dan voordcelig. De Hr. Storm neemt zijn amendement terug; waarna de art. 150160 werden aangenomen. JMtticft tOlicïjigü. Nog steeds blijft de aandacht gevestigd op den aanslag tegen het leven van den koning van Pruissen, voorname lijk, daar de dader volhoudt, dat zijne politieke overtuiging hem ten pligt stelde den moord te beproeven. De verkla ring, die de beschuldigde aflegt, dat luj geeue medepligtigen heeft, en den moord alleen heeft willen begaan, omdat hij den koning, niet voor den man houdt, die in staat is, in deze oogenblikkende teugels van het bewind met beleid te voeren, wordt door alle omstandigheden en berigten be vestigd. Hoewel iedereen, die afschuwelijke poging afkeurt, is echter door deze de aandacht gevestigd op de weifelende Pruissisclie politiek, die noch gedurende den Italiaanschen oorlognoch in de quacstie van het keurvorstendom Hessen noch in Holsteinzich op eene bepaalde wijze verklaard heeft, maar zich tevreden heeft gesteld met het wisselen v an tallooze diplomatische nota's en dépêches, Men spreekt ook van de aanstaande aftreding van den Minister von Schleinitzdie eene groote ramp voor Pruissen en Buitsch- land wezen zou. In eene der laatste zittingen van het Engelsche lagerhuis heeft lord John Russell, in antwoord op eene hem gedane vraag betreffende den afstand van het eiland Sardinië aan Frankrijkgezegd, dat de zwaarwigtige gevolgen die eene dus danige poging zou na zich slepenFrankrijk zullen belet ten er over te denken. De minister deelde wijders mede dat hij hierover bij de fransche regering om opheldering gevraagd heeft, en haar antwoord eene stellige ontkenning van het bestaan van zulke ontwerpen inhield. Ten slotte verklaarde lord John Russell dat Fngeland bij voortduring een wakend oog op de gebeurtenissen houdt. Thans is de redevoering bekend met welke de president der Vereenigde Statende Hr. Lincoln de buitengewone vergadering van het congres geopend heeft. Hij legt daar in zijn stellig voornemen aan den dagom het gezag van 't gouvernement, in de staten die zich van de Unie afgeschei den hebbendes noods met geweld te herstellen. Hij ge waagt uitvoerig van de geestdrift der bevolking van de aan de Unie getrouw gebleven staten om het wettig gezag te blijven ondersteunen, en inzonderheid ook van de trouw, die de manschappen van het leger bctoonen. Slechts eenige officieren hebben bij de opstandelingen dienst genomen. Ook verklaart hij, dat, na eenige weifeling, thans al de buiten landsche mogendheden de souvereiuiteit en de regten der Vereenigde Staten erkennen en dat in de geheele wereld sijmpathie voor de Unie betoond wordt. Reeds zijn ver scheidene regimenten, die tot dusverre in de omstreken van Washington gelegerd waren, over de Potomac in Vir- ginia binnengerukt, terwijl de krijgsmagt op verscheidene punten eene voorwaartsche beweging gemaakt heeft; spoedig ziet men een belangrijk treffen te gemoet. Uit Frankrijk berigt men, dat er in het kamp van Chalonszulke buitengewone toebereidselen gemaakt worden dat het zeker isdat men nog niet alle hoop heeft opge geven, om die legerplaats door hooge gasten te zien be zoeken. Die toebereidselen worden vooral genomen met het oog op> de spoedige aankomst aldaar, van de geheele infanterie der keizerlijke garde en van de cavallerie van Luneville. De generaal Neijis op last van Keizer Na poleon, naar Berlijn vertrokken, om den koning van Pruissen tot een bezoek in dit kamp uittenoodigenvolgens de Duitsclie bladen is het zeer twijfelachtig of Z. M. aan die uituoodiging zal gevolg geven. Nog verneemt men uit Parijs, dat, niettegenstaande aan biedingen van hooger hand gedaan zijnten einde zulks tc voorkomen, de bankier Mirès van zijn vonnis appèl heeft doen aanteekenenen dat er in het magazijn van decora- tieu van de groote Operaeen hevige brand is ontstaan waardoor geheel het gebouw in asch is gelegd; de schade wordt op meer dan een millioen geschat, De berigten uit Italië maken bij voortduring gewag, van onlusten in het koningrijk Napels. De gouverneur San-Martino heeft zijn ontslag gevraagd en verkregenen de generaal Cialdiui is belast geworden met het dempen van den opstand. De bij Monte-Ciisone zamengetrokken oproerlingen zijn geslagen geworden. Het officiële blad van Turijnbevat het decreet eener leening vau 500 mil lioen, voor het koningrijk Italië. Nog spreekt men van aanslagen tegen het leven van den Paus en den ex-koning van Napelsvan een en ander is echter nog niets met zekerheid bekend. In Brussel heeft eene gebeurtenis plaats gehad, die zel den zal voorvallen, namelijk dat burgemeesterschepenen benevens de gausche gemeenteraad, hun ontslag hebben aan gevraagd. De raad, had eene leening vastgesteld van 20 millioenenwelke reeds met het huis Rotschild was gene- gotiéerd. De minister vau Pinantiënheeft namens de rege ring, de goedkeuring van deze geweigerd, op grond, dat bij de aflossing, een weg wordt gevolgd, welke den maatregel al te zeer het karakter geeft van eene loterij. Men betwij felt het of dit ontslag zal worden aangenomen, Bingsdag 23 Jnlij. De zaak van den baron de Yidil is Yrijdag jl. te Londen wederom in behandeling geweest, maar aangezien de zoon nu ook weigerde tegen zijn' vader als aanklager op tc treden, en daar te lande geen openbaar aanklager van 's Rijks wege bestaat, heeft de president der Regtbank de zaak tot gisteren uitgesteldten einde het oordeel in te winnen vau den Minister vau Binnenl. zaken. Sommige Prausche bladen deelen mede, dat men na het vertrek der P'rausche troepen uit Syrië, weder het streven vau de Turksche dweepzueht bespeurd heeft, om het hoofd op te steken, en dat de weinige christenen, nog te Bamits- cvs woonachtig, zich reeds gereed maken om de stad te verlaten. Nog meldt men, dat door de politie, dezer dagen wederom op de Pransche grenzen, bommen h la Qrsini zijn aangehouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 2