MARKTBEEIGTEN. Purmerende 6 Augustus. Aangevoerd 184 Run deren. Minder vlugge handel. 20 Paarden. 44 Vette Var kens. Prijs iets lager: 36 tot 45 ets per Ned. IS. De han del was redelijk vlug: 2 Magere Varkens a f12 tot 16, en 64 Biggen, van f 5 tot 7,50 per stuk. Handel iets vlugger. 144 Vette Kalveren. De prijs is gebleven: van 40 tot 60 ets. per Ned. Stugge handel. 24 Nuchtere Kalveren. Prijs: van f5 tot 12 per stuk. Vlugge handel. 806 Schapen en Lammeren, De handel blijft flaauw. Kip- eijeren f2,40, Eend-Eijeren f2,50 de 100. Kaas. Aangevoerd 218 Stapels Kleine 'en 12 Stapels Middelbare. Hoogste markt: Kleine Gras f23,75, Middel bare dito f 25,50 per 50 Ned. 10. Boter. Van 90 ets tot f 1,10 per Ned. ffi. Meest ver kocht a f 1,05. Gepasseerden Dingsdag zijn ter waag gewogen 169 Sta pels Kaas, wegende 46441 Nederl. ffi; de hoogste prijs was voor Kleine f23,50, Middelbare f24,50. Aangevoerd: 817 Ned. Boter. Schagen 3 Augustus. 10 MelkKoeijen f70 al20. 30 Vette Gelde dito f 150 a 200. 6 Vaarsen Hokkelingen f50 a 60. S Nuchteren kalveren f 5 a 7. 240 Magere Schapen f6 a 12. 360 Vette Schapen f15 a 23. 97 Lam meren fS a 11. 8 Magere Varkens f8 a 16. 30 Biggen f4 a 8. Konijnen 20 a 35 ets. Kippen 25 a 50 ets. Eenden 20 a 40. Boter 75 ets. p. k. of 100 c. p. N. Kip- Eijeren f2,20 a 2,25 per 100. Eend-Eijeren f2,20 a 2,40 per 100. 3|ngi'5oni3En ^tu lïfïcn. Alle veranderingen zijn geen verbeteringen. De heer Sakker heeft vele jaren zitting gehad in den Raad, hij wordt openlijk door drie zijner mede-leden aanbevolen die zullen dat niet doen of ze weten wel dat de heer Bakker doorzigt en bekwaamheid genoeg bezit voor die taak. Dit waren mijne bedenkingen toen ik besloot op mijn stembiljet den naam van den heer C. Bakker Bz. te schrijven maar thans, na alhetgeen er in de laatste dagen is voorgevallen, komen er zeer vreemde gedachten en twijfelingen bij mij op. Openlijk bij eene onderteekende advertentie laat men de be schuldiging van leugenaar op den heer Bakker terugvallen en in plaats van dien blaam van zich af te werpen zoo als ieder fatsoenlijk man toch doetlaat hij zich bewegen om diezelfde advertentie in zijn eigen blad over te nemenwon derlijke handelwijzedie zoolang de zaak niet opgehelderd wordt, eene zeer ongunstigen indruk op mij en op velen die voor den heer Bakker gestemd hebben te weeg brengt. Ware ik persoonlijk met den Idr. Bakker bekenddan zou ik er bij hem op aandringen, toch spoedig een einde aan de zaak te maken. Een man van dien stand, Wethouder der gemeente, Lid van de Provinciale Staten, mag niet langer onder de minste verdenking blijven; hij stelt zich daardoor te veel bloot om do achting te verliezen van hen die hem gekozen hebben. Met het oog op dit laatste, roep ik den Hr. Bakker toe, geef ons eene nadere verklaring en opheldering van de zaak, want zonder dat, zal het ons zeker berouwen onze stem op hem te hebben uitgebragt, Een Kiezerdie pp aanbeveling, den Hr. C. Bakker gestemd heeft, Mijnheer de Redacteur! Wees zoo goed onderstaande regelen in uwe courant op te nemen, waarin over couranten-artikels en redacteurs ge handeld wordtiets dat u uit den aard der zaak niet ge heel onverschillig zal zijn. Gij hebt zeker die advertentie in de oude courant wel gelezen, waarin alle burgerlijke docenten aan het K. I. op eene even grove als onedele wijze worden aangevallendoor iemand, die tegen eenigen pit hun midden iets schijnt te hebben. Met verbazing, ja verontwaardiging zag ik zulk een hatelijk stuk in onze gqede pude deftige courant. Dat de daarin betrokken personen eene anpnvrae, zoo maar in het wild gedane beschuldiging yerre van zich werpen, is ligt te begrijpen. Welk fatsoenlijk man kan zich voor dergelijke aanvallen vrijwarenals er couranten gevonden wordendie hare kolommenuit welk beginsel dan ook voor dergelijke personaliteiten openstellen p Wat den inzender aangaat, het komt mij voor dat en zijne gronden, en zijne gevolgtrekkingen, en zijne bedoe lingen, even laakbaar zijn ais de woorden, door hem ge bezigd. In wat land leven wij tocli volgens zijn gevoelen? Is het uiten van meeningen over personen en zakenwaar van hij voor zich zeiven nog al wat ruim gebruik maakt, slechts het erfdeel eener zekere cathegorie van personen? Mag ik dan eigenlijk wel over redacteurs schrijven, of wie in de gemeente heeft daartoe de uitsluitende bevoegdheid? Ik wist inderdaad dat men iets dergelijks wel eens van Spanje of andere landen gezegd had; doch in het goede oude Nederlandneen mijnheer de redacteur, daar hebben de gronden van den inzender nooit veel bijval gevonden daar rangschikt men die onder de rubriek van belagchelijke vooroordeelen. Deze kunnen intussclien hem, die ze koestert, niet altijd even zwaar worden toegerekend, daar zij veeltijds het gevolg zijn van vroeger ontvangen indrukken. Anders is' het gesteld met het maken van belagchelijke gevolgtrek kingen, die veeltijds of tegen ons hart of tegen ons ver stand pleiten. En met welken naam moet men de redenering van ie mand bestempelen, die van eenigen tot allen besluit? Wiens bedoeling wel geen andere kan zijn geweest, dan dezen of genen eens gevoelig te treilen, en die nu in den blinde maar naar allen slaat? Eoeiwat een inzenderEen klein beetje hatelijkheid van iemanddie vermeent zijn hart eens te moeten luchten kan er nog wel mede doormaar zoo iets Het is een regte Bethlehemsche kindermoord. En Herodes Maar ter zake Ik wilde u eigenlijk mijne meening zeggen over hen, die de hand leenen tot het verspreiden van dergelijke lieve artikeltjes, en niet over hen die ze schrijven en inzenden. Er wordt toch zoo veel onbekookts aan bet papier toever trouwd, iets waarover in de courant van den heer Bakker N°. 63 de vijfde kolom, geklaagd wordt, dat een eenvou dig burger waarlijk geen raad zou weten, indien er geene redacteurs waren, om het kaf van liet koren te scheiden met dezelfde naauwgezetheid van geweten, die in de aan gehaalde plaats van geschiedschrijvers gcëischt wordt. Ja mijnheer de Redacteur, gij en uwe mede redacteurs zijt voor ons goede burgers, wat van Alphen zegt van den goeden Klepper-, gij zijt meer, dan deze, daar zijne zorg zich alleen tot den nacht bepaaltde uwe zich ook over den dag uitstrekt. Naar het mij voorkomtmoeten redacteurs echter goed voor hunne taak berekend zijn, en niet onbevoegd met lange messen daar heen loopen. Want ochwat on aangename gevolgen kan het onhandig te werk gaan met hun lang mes, al na zich slepen. Wij zien het dagelijks en ook thans weder uit eene advertentie, die in beide hier verschijnende couranten is opgenomen. AVat staat nu den redacteur, uitgever of toezigthouder der oude courant wel te doen? Ja, ik spreek dien heer nooit, en zou hem toch wel een goeden raad willen geven, die ik niet tot het weder verschijnen zijner eigene courant wil uitstellenen ook niet onder 's hands wil geven. Mij dunkt hij is verpligt zich van allen blaam te zuiveren, behoudens het onfatsoenlijke dat men altijd in de opname van een personeel stuk zal vinden, door eenvoudig den inzender tc noemendie zich dan zal dienen te regtvaardi- gen. Eerlijk duurt het langst, ook voor uitgevers. Do bezadigde man zal het plaatsen van een artikel als het bedoelde, al ware het ook geteekend, altijd afkeuren. De redacteur, die nu het zwijgen bewaart, waar hij zelf er meer regtstrecks in betrokken wordt, gaat eene nog grootere verantwoordelijkheid op zich laden, dan hij zich welligt bewust is, door aan de verbeelding van anderen te ruim spel te geyen. Men verdiept zich al ligt in allerlei gissingen, die wat luide geuit, en later onwaar bevonden, voor derdens al weder onaangename gevolgen zouden kunnen hebben. Met de opname dezer regelen, zult gij verpligten, Uw bestendigen lezer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 3