DERGELIJKE MD DER GEMEENTE HELDER,
meisje door iiem was omgebragt, en dat hij bovendien nog
twee andere moorden had gepleegd.
De schooner S. H. Waring die onlangs door den ka
per Jefferson Davis werd genomenis te New-York aange
komen. Eene equipagie van 5 man werd door den kaper
aan boord van het eerste vaartuig geplaatst, ten einde het
naar Charleston te brengen; terwijl de hofmeester Wm.
Tillmaneen negertwee matrozen en een passagier aan
boord werden gelaten. Toen men nog 50 mijlen van Char
leston verwijderd was, bemerkte genoemde hofmeester, dat
de kapitein en zijn eerste stuurman sliepen, de tireede
stuurman aan het roer was en de matrozen onbezorgd wa
ren. Hij nam daarop eene bijl, doodde drie hunner, nam het
bevel over den schooner op zieh, en bragt het vaartuig naar
New-York.
Yan 3 tot 10 Augustus 1861.
ONDERTROUWD: P. de Bruijn, van beroep Klerk,
oud 27 jaren en A. Sleskerzonder beroep, oud 21 jaren.
GEHUWD: C. de Boer en B. Easol. H. T. Kóch
en J. Brandt.
BEVALLENA. Moorman geb. Zijm D. P. Leijen
geb. de Graaf D. J. C. H. Mackay geb. Chappuissi Z.
G. Lub. geb. Molenaar Z. A. M. C. Snel geb.
Koningsbrugge Z. E. Bouwhuis geb. de Vries D. J.
H. M. de Roos geb. Cox D.
OVERLEDEN: J. G. E. Rilling 11 dagen. E. J. Berg
man 54 jaar. J. D. Eijdam 44 jaar. C. Strikkers 17
dagen C. Verberne 3 maanden. C. Verberne 3 maan
den. Tweelingen op denzelfden dag overleden. S. Wolf
12 weken. E. Kruk 19 jaar.
Correspondentie.
De beide bij ons ingezondene stukkengetiteld//Beklag
van een' boerenjongen'" enz. en //gesprek tussehen een diaken
enz." worden niet geplaatst, daar de inzender zijn' naam
niet heeft opgegeven, en ze bovendien voorplaatsing ineen
blad ten eenen male ongeschikt zijn. Ze liggen ter be
schikking van den schrijver, bij den Uitgever dezer.
Indien II. goed vindt, dat wij zijn naam onder het door
hem ingezonden stuk plaatsenzal het in ons volgend nom-
mer worden op genomen, zoo niet, dan vinden wij daarin
b ezwaar.
3fii0i'5onbcn JituÖïtEn.
De schrijver van do advertentie getiteld Hoerah, heeft
naar aanleiding van een berigt, voorkomende in de llel-
dersche en Nieuwedieper Courant van Zondag 11 Augustus,
den heer Hakker de volgende regelen doen toekomen:
Wel Edele lieer!
De ondergeteckende heeft met verwondering in uwe cou
rant gelezen, dat de schrijver van het stuk tegen de Leer
aren van het Koninklijk Instituut de bekendmaking van
den schrijver van het stuk H. tot voorwaarde stelt, tot
het noemen van zijn naam. Hij ondergeteekende ziet geer
nerlei verband tussehen den inhoud van de advertentie H.
en de beschuldiging welke eenigen Leeraren van het Konink
lijk Instituut is voorgeworpendaar die advertentie toch niets
bevat tegen iemand, die reeds jaren lang in den Itaad der
Gemeente zitting lieeft gehad. Om intusschen de zaak tot
een einde te brengen, zal de schrijver UEd. eerstdaags magtir
gen zijn naam bekend te maken.
TIEd. Die. Dienaar
V
IARKTBERIGTEN.
Amsterdam 12 Augustus. Tarwe prijshoudend127,
130 ffi bonte Poolsche f350 f380; 129 tl'dito dito f363,
aan de Zaan. Rogge met veel handel tot iets hoogere prij
zen; 127 ii: oude Pruiss. f2,50: 124 'ffi dito dito f 241;
122 ffi nieuwe dito f20S, 210; 118, 119 Peterburgsche,
f206, 209; 118 ffi Archangel f202, Amerikaansche f2Q5.
1'206 per 2100 kilo. Raapolie dadelijk en oplevering iets
williger; op 6 w. het Ned. vat f41! vliegend f40}.
In de Nederlandsche Stoompost van 4 Augustus
N°. 31 leest men het volgende ingezonden stuk.
Holland op zijn smalst.
In het Handels- en Effectenblad N°. 24, komt een in
gezonden stuk voor, waarin het adres wordt behandeld,
door de kamer van koophandel te Amsterdam aan de tweede
kamer, over het regerings-ontwerpnopens Holland opzijn
smalst ingediend.
Ons voorbehoudende, later op dat adres zelve, hetwelk
uitblinkt door verwarde voordragt en slechte stijlterug te
komen, is het noodzakelijk, nu reeds eenige min juiste
voorstellingen in dat ingezonden stuk te releveren.
Men valt de kamer van koophandel lastigdewijl zij
niet inziet, dat, wanneer het regerings-ontwerp wordt uit
gevoerd, Zaandam, als ware het, het nNieuwediep zal
vervangen. Dergelijke vrees kan alleen door eene over-
drevene belangstelling geboren worden. Zou de regering
aan wie binnen eenige jaren ruim 3 millioen gulden door
de vertegenwoordiging zal zijn verleend, om de dokwerken
te Nicuwediep tot stand te brengenden moed hebbenom
kort daarna dergelijke, welligt nog grootere som aan te
vragen, om te Zaandam een nieuw marine établissement,
met al zijn aanhangte stichten
Dat de schrijver daarop doelt, blijkt uit hetgene hij,
eenige regels verder, zegt: //dat, bij de wording //van de
de doorgraving, de rompen der oorlogschepen op 's rijks
werf alhier Amsterdamzullen worden gebouwd, maar dat
alsdan die half voltooide schepen naar Zaandam, zullen wor
den gezonden, om aldaar opgetakeld, uitgerust en bemand
te worden, in stede van hier.
Iemand, die zoo slecht op de hoogte is van het onder
werp, waarover hij schrijft, diende zich stil te houden.
Wat er is van deze zaak? Men zal de oorlogschepen te
Amsterdam blijven bouwen, en men zal die naar het Nieu-
wediep ter uitrusting blijven zenden, want déar is het een
werf van aanbouw, hier van uitrusting (hoewel op het mari-
time établissement te Nieuwediep thans de gelegenheid is
geopend om, in het vervolg, oorlogschepen, zelfs van het
zwaarste charterook te kunnen bouwen.
_Wat bedoeld wordt met de onderhaalde woorden, begrij
pen wij dus niet, omdat te Amsterdam tot nu toe geene
oorlogschepen zijn uitgerust.
Wij hebben ons dus ook volstrekt niet verbaasd over het
gezegde//dat de verbreeding van het Noord-Hollandsche
kanaal eene vereischte voor de marine is", te minder, om
dat zoo wij ons niet bedriegen dit in de regerings-stukken
wordt vooropgezetzelfs al komt de doorgraving tot stand.
Schrijver vergeet, bij de //bekading tussehen Buiksloot en
PurmerendPte voegen, dat er onder meer, dan bovendien
een stoomtuig voor Waterland moet gesticht wordenom
deszelfs water op het tot schermerboezem verhoogde ka-
naalpeil te maken. Die peilen verschillen in den zomer
0.52 el, en in den winter 1.10. Een en ander had hij
kunnen lezen in het verslag van de waterstaats-commissie
over de verbreeding van het Noord-Hollandsche kanaalwelk
stuk hem vermoedelijk onbekend is gebleven.
Het is eene onbewezene beschuldiging dat //de waterstaat
noch doorgravingnoch inpoldering wilmaar verbetering van
dat kanaal." Immers, om maar iets te noemenin de allereerste
door Amsterdam ingestelde commissie (welker gunstig rapport
aan den schrijver ooh niet bekend schijnt te zijn) hadden drie
hoofd-ambtenaren van den waterstaat zitting. Bovendien zal het
den waterstaat, althans van het door den schrijver gekozen stand
punt, vrij onverschillig wezen of de doorgraving tot stand
komt, want de verbetering van het genoemde kanaal, reeds
hier en daar volgens het boven aangehaalde verslag aange
vangen, wordt jaarlijks toch voortgezet, zoo is bijv. de
bouw eener nieuwe Willemsluis aanbesteed, terwijl de af
snijding van verschillende bogten onderhanden is en die van
andere voorbereid wordt.
Een en ander wettigt, meenen wijgenoegzaam de bewe
ring, dat dergelijke ingezonden stukken als het hier behan
delde, door de vele onjuiste voorstellingen die het bevat,
eer nadeel dan voordeel doen aan eene zaak, wier voorspoed
men tracht te bevorderen. Het mededeelen van onomstoo-
telijke waarheden en gegronde feiten is daartoe een eerste
vereischte. A. B. C,