1TI s tr ir S T IJ D 2 1T 3 s 1T. te overlijden, en of hij zijne weduwe diezelfde som niet op eene gocdkoopere wijze had kunnen verzekeren. - Wij zullen daarbij aannemen, dat het getal van twee honderd leden bereikt is, en dat de weduwen, die uitkee- ring genieten, zedelijk genoeg van gedrag zijn, om niette vallen in de strafbepaling van Art. 26 Al. -le 2° gedeelte welker strekking den oprigter eer aandoetdaar ze ons bewijst dat hem niet alleen de finautiële maar ook de zedelijke belangen der weduwen ter harte gaan. [Slot volgt). Pnïiticïi (jDlicioigt. Nog steeds zijn verschillende geruchten omtrent de mi nisteriële crisis in omloop, hoewel het thans zeker schijnt te zijn, dat de minister van Buitenlandsche zaken, de Hr. v. Zuijlen van Nijevelt uit het kabinet zal treden. Wie zijn opvolger wezen zal is voor alsnog onbekendhet waarschijn lijkst is dat de llr. Strensminister voor de zaken der Koomseh-Katholieke eeredienst, ad interimmet de portefeuille van Buitenlandsche zaken zal belast worden, tot dat daarin voor goed zal zijn voorzien. In de Tweede Kamer der Staten Generaal zijn in de voorgaande week de wetsontwerpen voor de begrooting der Staats-spoorwegen aangenomen. De H. H. Noltbenius en Mensonides hadden voorgesteldom den aanleg van het stations-gebouw en verdere werken alhier, met alle bij dien aanleg in verband staande uitgaven op ƒ500.000 te brengen in plaats van f 1.205.000, en de "onvoorziene uitgaven" met het verschil van die som te verlioogen. Dit amendement moest strekken, om, hangende het vraagstuk vair de door graving van Holland op zijn smalst, niet te prrejudicïeren de quaestie of de N. Holl. spoorweg de oostelijke dan wel de westelijke rigting nemen zou. De Hr. van Éoreest heeft 't amendement bestreden als strijdig met de spoorwegwet, terwijl ook de minister van Binnenlandsche zaken de aan neming van hetzelve voor onmogelijk heeft verklaard, daar deze slechts zou leiden tot uitstel van beslissing, terwijl de spoorwegwet moet uitgevoerd worden. Z. Exc, heeft zicli ook bij deze gelegenheid verklaard voor de Oostelijke rigtingdie wel de kostbaarstemaar het meest in het al gemeen belang isterwijl ook Z. Exc. de minister van oor log die rigting, uit het oogpunt der defensie, als het wen- schelijkst beschouwde. Door den Hr. van Heukelom is het amendement verdedigd op grond dat de Oostelijke rig ting eene dubbele overbrugging noodzakelijk maakt, terwijl er reeds elf bruggen over het N. ITollandsch kanaal liggen hij acht alzoo eene vermeerdering dier bruggen ondoelmatig. Bij stemming is het amendement der II. H. Noltheuips en Mensonides verworpen met 4-3 tegen 17 stemmen. Nadat verschillende sprekers nog het woord hebben ge voerd wordt het ontwerp der begrooting van uitgaven voor de staats-spoorwegen, dienst 1S6061 aangenomen, met 45 tegen 15 stemmen en daarbij uitgemaakt dat de rigting van hier op Alkmaar beoosten het Noordhollandsch kanaal zal loopeu. De Hr. Thorbecke heeft in dezelfde zitting eene motie van orde voorgesteld houdende dat de Kamer heden (Dings- dag) over acht dagen wederom zoude bijeenkomen ten einde de begrootings-wetten te behandelendie echter van de verschillende departementen nog niet bij de kamer terug ontvangen zijn. Hij heeft deze motie gedaan wegens de z.i. weinige activiteit der regering. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de regering gezuiverd van den blaam van nalatigheid, door de motie van den heer T. op haar geworpen; terwijl ook de Voor zitter der Kamer zich tegen de motie verklaarde, als strijdig met het reglement van orde; in omvraag gebragt werd ze met 42 tegen 18 stemmen verworpen. De buitenlandsche berigten zijn van belang ontbloot; de quaestie tusschen Frankrijk en Zwitserland omtrent de bezetting van het Dappendal blijft steeds in statu quo, ter wijl Engeland ongenegen schijnt, zich er mede in te laten, De Times noemt de geheele zaak //Een storm in een glas water"; men mag echter niet onopgemerkt laten, dat deze wpagtvertooning van keizer Napoleon, misschien slechts een ^JjlJorböjJe is van de plannen, die hij omtrent Belgic en den Kijn koestert, en deze zullen door do lijdelijke houding, welke Engeland in deze zaak aanneemtniet weinig versterkt worden. Volgens de laatste berigten uit Turijn heeft men aldaar de hoop op de spoedige erkenning van het koningrijk Italië door Pruissen nagenoeg opgegeven. De generaal Della-Bocca die als buitengewoon gezant van koning Victor Emmanuel de krooning des konings van Pruissen heeft bijgewoond, heeft berigt dat het Pruissisch gouvernement de erkenning niet zal weigeren, maar daarmede zoolang mogelijk schijnt te znllen dralen. De bijeenkomst tusschen de Souvereinen van Oostenrijk en Pruissen zal waarschijnlijk niet plaats hebben, hoewel zulks door vele kleine staten van den Duitschen bond wordt verlangd. Voornamelijk zou keizer Frans Jozef daartoe weinig gezind wezen na de schitterende ontvangst van den Fransehen gezant aan het hof van Berlijn. De berigten uit Engeland bevatten insgelijks weinig bij zonders. Op het laatstedoor den lord-maijor gegeven feest maal heeft deze een toast ingesteld ter eere van de leden van het Corps-Diplomatique, en daarin onder anderen over den toestand van N. Amerika en deszelfs betrekkingen met Engeland uitgewijd, welke naar luid van dien toast allezins gunstig waren en nog inniger zouden worden. Ook lord Palmerston heeft bij deze gelegenheid het woord gevoerd en zijne tevredenheid te kennen gegeven over den onvermoei- den ijver en de pogingen der vrijwillige scherpschutters. Helder, Nieuwediep, Willemsoord 12 November 1S61. Aan den heer A. Boomsmais op deszelfs verzoek door Z. M. eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van plaats-vervangend Kantonregter. -De op gisteren geopende leening groot ƒ80,000, ten behoeve dezer gemeente is direct bij de opening volgeteekend een veel grooter kapitaal dan gevraagd werd, is zelfs aan geboden, zoodat er eene procents-gewijze verdeeling onder de inschrijvers heeft moeten plaats vinden, Gisteren avond barstte boven deze gemeente een ont zettend onweder los, vergezeld van stortregen en hagelslag; binnen deze plaats hebben wij van geen ongelukken gehoord; echter is van hier in de rigting van den Anna Paulowna Polder en wel van het Oostelijk gedeelte een vrij hevige brand waargenomen, men vermoedt dus dat aldaar het onweder in eene boereuhuizing is ingeslagen. Zondag avond jl. gaf de vereeniging Kunst en Vader landsliefde, hare tweede tooneel-voorstellingin de kazerne der Infanterie, in het fort Erfprins; wij vernemen dat niet tegenstaande het ongunstige weder en den verren afstanddezo voorstelling door ingezetenen dezer gemeente druk bezocht wasen dat de uitvoering de algemeene goedkeuring heeft weggedragen, zoodat dit nog zoo jeugdig gezelschap) alle lof toekomt. Op Donderdag 21 November a. s. zal door den In specteur in de Eerste Inspectie van Fortificatiënof bij zijne afwezendheid door den Eerstaanwezenden Ingenieur, in liet locaal Tivoli alhier, in het openbaar worden herbesteed: Het maken van een bomvrij gebouw in het fort Erfprins te Helder, Heden morgen ten 9 uur is Z. M. stoomschip Cijcloop van hier vertrokken naar Huil, om van daar eenige aldaar vervaardigde gereedsohapipen aftehalenbestemd voor eene al hier bij de Marine in aanbouw zijnde werkplaats. De nachtwaehts hebben binnen deze gemeente geene gemakkelijke taak, dit is van algemeene bekendheid; wij weiden dus daarover niet uit; de twee volgende feiten zijn ons weder ter vermelding medegedeeld. Eenige nachten geleden, werd een marinier wegens straatgerucht gearresteerd en in een der wachthuizen ge bragt korten tijd daarna kwamen er 8 a 10 mariniers sommigen met keisteenon in de hand om het wachthuis te bestormen en hunnen makker te bevrijden, de aanwezige nachtwaehts kwamen in verzet, en door hunne stoutmoedige houdiug, magt het hen gelukken na eenigen tijd geducht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 2