3.T IB TT W TI" D X XT 3- X 3T. JMiticft oDüeisigt. Ouze binnenlandsche dagbladen houden zich meest allen bezig met de Koloniale aangelegenhedenen voeren over dit onderwerp een' hevigen strijd. De Utrechtsche-Courant be vat een artikel van den Hoogleeraar Vreede, waarin ZHG. zijne verbazing te kennen geeft dat het hoofd \an het De partement van Katholieke eeredienst (de Hr. Strens) aan de spits der Nederlandsche Diplomatie gesteld is, en vraagt of er onder al de gezanten en Diplomatieke agenten van min deren rang, niemand te vinden is geweest, geschikt en bereid zich aan het Ministerie aan te sluiten. De Hoogleeraar laat niet na bij deze gelegenheid, weder aan zijne Anti- Napoleontische gevoelens lucht te geven en waarschuwt onze Diplomatie tegen den //van dag tot dag meer gemeenzaam wordende verhouding tot Lodewijk Napoleon." Zoowel het geprojecteerde handels-tractaat met Frankrijk, als de visite van den Hr. Drouijn de V Iluijs aan den Hr. Rochussen als ook de overkomst van onzen Consul-Generaal te Parijs en van den Hr. Lightenvelt, onzen gezant aldaar, boezemen ZHG. ongerustheid in, en hij waarschuwt bepaaldelijk onze diplomatie om zich toch niet te laten verleiden tot eene al liantie met Frankrijk. De Fransche bladen bespreken bepaaldelijk den brief des keizers aan den nieuw benoemden minister van Finantiün den Hr. Fouldde finantiën van dat rijk schijnen der regering groote bezorgdheid in te boezemendaar er sedert den coup- d' diat de som van twee duizend acht honderd millioen zijn verdwenen; de Hr. Fould zou het voornemen hebben opge vat, om voortaan alle buitengewone credieten ounoodig te maken, door op elk hoofdstuk een post te brengen voor onvoorziene uitgaven tot een bedrag van onderscheidene millioenenmet de reserve dat daarvan later aan .de wetge vende magt verantwoording zal moeten worden gedaan. De Zwitsersche gezant heeft aan den Hr. de Thouvenel medegedeeld, dat de bondsraad, ten einde een nieuw bewijs zijner gunstige gezindheid nopens het gebeurde in het Dap- pendal aan Frankrijk te geven, een nieuwen commissaris naar het gehucht Cressonières heeft gezonden, ten einde de duisterheden op te lossendie nog in het eerste rapport van de vroegere commissarissen mogtcn bestaan. De berigten uit Engeland zijn onbelangrijk; de Times wijdt een groot artikel aan den dood van den koning van Portugal en prijst de regering van dien vorst zeer; de her tog van Oporto heeft reeds den Portugeschen troon be klommen onder den naam van I,odewijk I, Berigten uit Warschau melden, dat men, wegens de aan houdende beleediging der militaire en het schenden der voorschriften door de militairen overheden uitgevaardigd het spoedig afkondigen van den staat van beleg te gemoet ziet. Den 13lleu is de administrateur van de aarts-diocese van Warschau in hechtenis genomen. De reden daarvan wordt toegeschreven aan een' niet zeer vlcijendeu brief, welke hij over het voortdurend gesloten houden der kerken aan den generaal Luders heeft gerigt. Berigten uit Kopenhagen deelen mede dat er met groote krachts-inspanning wordt gearbeid aan de versterking van nieuwe liuiën in 't zuiden van Sleeswijk. Fiïdericia wordt met nieuwe forten omgeven en de kusten van Aalsen wor den door een steeneu gordel omringd, die sterk genoeg is, om zelfs aan den geest van Frederik den Groote schrik in te boezemen. Terwijl het noorden dus schijnbaar in de groot ste rust verkeert, maken de Denen al hun geschut voor eene vinter-campagne gereed. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, 18 November 1861. Ten vervolge van ouze berigten in ons vorig nom- meraangaande den hier geheerscht hebbende orkaan melden wij dat hier in de laatste dagen eene treurige bedrij vigheid heersehtdagelijks worden hier wrakken van schepen en lijken van varensgezellen aangebragt. Zaturdag morgen werden hier reeds twee mastelooze schepen door visscher- en Jöodsbooten biunengebragt, de bemanning van deze vaartui- Agenwas nog aan boord. Des namiddags mogt het eene tr'}wBarin zich 10 personen hadden geborgen, zijnde 9 3 man der equipagie van een in de Noordzee in zinkenden staat verlaten schip en de loods Krijnen van hier, die zich reeds daar aan boord bevond, gelukken, het Nieuwediep te bereiken. Zondag morgen werd er een verlaten en masteloos schip binneugebragtwaarvan een gedeelte der equipage zich reeds hier bevonden voorts eene menigte wrakhoutwaaronder een roer van een groot schip. Gisteren is een menigte wrakhout en lading aangebragt en weder twee lijken. Heden morgen is door schuiten weder eene verlaten En- gelsche visser in de haven gebragt, die in de Noordzee drijvende is gevonden. Ook verneemt men dat bij Egmond heden nacht een verlaten schip op strand gedreven is. Nadat eenige pogingen, om de op de Haaks zittende Rus sische bark af te brengen, niet gelukt zijn, is men dagelijks werkzaam óm zooveel mogelijk daarvan te bergen, waarin men aanvankelijk gunstig is geslaagd, de tuigagie en alle losse goederen zijn eerst geborgen, en daarna reeds een groot gedeelte der lading (deelen) hier aangebragt door een menigte schuiten. Wij vernemen onder de vele bijzonderheden, waarvan wij slechts het voornaamste kunnen vermelden, nog het volgende, dat bij het begin der storm een kapt. van eene op de reede liggende kof besloot om met de sloep zijne vrouw en kind naar den wal te brengenhij koos daartoe de krachtig ste manneu zijuer equipage uit en liet niet dan een bejaarde stuurman en een jongen aan boord, docli naauwclijks waren zij van het sohip verwijderd of de sloep sloeg om, en allen vonden hun graf in de golven. Laatstgenoemde kof met twee personen aan boord, is voor zijn ankers weggestormd tot op den Zuidwalheeft daar gedurende den storm gezeten en is thans door schuiten afgebragt en in de haven van het Oude-Schild biunengebragt. Het is door het aanspoelen van een kinderhocdje van dit schip, dat hier het gerucht verspreid is, dat kapt. Groenewoucl (die ook vrouw en kind aau boord had) op de reede was vergaan. Wel is genoemde kapt. voerende de Ned, schooner Johan Cornelis van voor zijn ankers weggeslagen, doch is de Zuiderzee ingeraakt en te Amsterdam binnen gebragt. De volgende voorvallen, die van onverschrokken moed getuigen, meenen wij onzen lezers nog te moeten mededeelen. Door den verschrikkelijken stormdie zoovele slagtoflers geeischt heeft, was een Engelsch schip in de Noordzee totaal verbrijzeld, terwijl 6 schepelingen die zich iu eene sloep» hadden geworpen, den dood elk oogenblik voor oogen zagen. Dit werd ontdekt door 3 personen die geen oogenblik aar zelden om niettegenstaande wind en hemelhooge goL ven, met eene boot in zee te stekenom zoo mogelijk hunne medemensehen te redden. Met eigen levensgevaar en na vele vruchtelooze pogingen mogt het hun gelukken de schipbreukelingen aan wal te brengenalwaar zij op last van den Engelsehen Vice-Consul, den Hr. Cl. A. Taylor werden opgenomen en verpleegd. Wij meenen de namen van die edelmoedige inenschenvrienden niet te moeten ver zwijgen; het zijn HansenKooij en van de Ilood. Hoewel het waar is dat elke edele daad de voldoening in zich zelve medebrengt, zou het niet ongepast zijn, dat hierop ter aanmoediging eene materiële beloouing volgde. En bij het stranden te Huisduinen van de Engelsche vischsloep IJ. II. 3-34, op jl. Vrijdag, verkeerde de be manning in groot gevaar. Ondanks het gekerm der schip breukelingen, weigerde de oppasser van de reddingboot te Huisduinen, die aftegeven, op herhaald en dringend ver zoek. Gelukkig werd de equipagie in twee booten gered door Klaas Duit, lleijer La Maire, Ranlus Mui je, Willem Zeeman, Dito, Jan Kuiper, Bart Duis en Arie Been. In naam van de gezameutlijke passagiers, welke Don derdag morgen 14 Nov. pier stoomboot Zaanstroom N°. 1van Zaandam zijn vertrokken, wordeu wij verzocht opentlijk hulde te brengen aan den kapit. S. R. de Vries en al zijn onderhoorigenvoor het beleid en de zorgvuldige behandeling, waarmede zij de boot uit het groote gevaar hebben gered, waarin dezelve door den zwareu storm ver keerde. Zij bevelen tevens genoemde dienst ten zeerste bij het reizend publiek aan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 2