k
J& 07
Tweede Jaargang.
1862.
«geföer, Jlieumeöiep
ZATURDAG
UMcmsoorö, cn,v
18 JANUARIJ.
NIEUWE
VAN
COURANT
DEN
Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30.
Franco per post//1.50.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Brieven franco aan den Uitgever
S. GILTJES.
Prijs der Advertentiën 10 Ct. per regel,
behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing.
Een 'woord over den tegenwoordigen
toestand van Europa.
Het zal misschien op dit oogenblik waarin ons werelddeel
als het ware in een' algemeenen toestand van spanning ver
keert, en waarin men dagelijks groote gebeurtenissen die
het lot der wereld wijzigen kunnen, mag te gemoet zien,
niet overbodig worden geacht een' blik te vestigen op den
toestand waarin de verschillende Europesche rijken verkeeren.
Nog slechts weinige weken geleden, achtte bijna een ieder
een' oorlog tusscheu Engeland en de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika onvermijdelijkde Engelsche bladen meldden
om het luidst, dat de eer der Britsche vlag was geschonden,
dat de natie zelve beleedigd en verongelijkt was. De Noord-
Amerikaansche pers hield niet op, de noodzakelijkheid van
een' oorlog te predikenen van alle kanten zag men dan
ook oorlogs-toebereidselen op grooten schaal toerusten.
Niettegenstaande dit alles, niettegenstaande zelfs voorbeel
den, door de historie bevestigd, werden aangehaald, om te
bewijzen dat Engeland vroeger dezelfde volkenregt-schen-
dende feiten gepleegd had, welke het thans den Noord-
Amerikanen ten laste legde niettegenstaande het bleek dat
het trotsche Albion zich tegen zwakkere natiën geweldda
digheden had veroorloofd, bij welke de handeling van den
N. Amerikaanschen gezagvoerder in het niet verzonk, gaf
de president der Confederatie aan de eischen van Engeland
toe, en liet de afgevaardigden der Zuidelijke staten in vrij
heid stellen.
Wat kan hiervan de oorzaak zijn Zou het vaderland
van Washington en Franklin zijn teruggedeinsd voor de
mogelijke gevolgen van een oorlog met het oude moederland
Zou de oorlog met de Zuidelijke staten een' gelijktijdigen
oorlog met Engeland onmogelijk gemaakt hebben? Wij
gelooven het niet, maar meenen de oorzaak te moeten zoe
ken in den staat van onrust en verdeeldheid waarin ons
werelddeel verkeert.
Niemand zal ontkennen, dat keizer Napoleon op dit
oogenblik het lot van Europa in handen houdt en dat zijne
magt stellig die van zijn' grooten oom zou evenarenware
het niet dat zijn rijk inwendig door partijen geschokt, door
godsdienstige twisten verdeeld werd. Autocratisch hcerscher
over eeu volk, dat hij door zijn leger in bedwang houdt,
zou zijne magt nog veel uitgebreider zijn, ware hij zelf
niet bevreesd voor de partijen en de geestelijkheid. Dat de
gezindheden dier verschillende partijen zich niet openbaren, is
alleen een gevolg van den dwang waaronder de vrije drukpers ge
bukt gaat, en die zelfs zóó groot is, dat een hoogleeraar aan eene
der vrije universiteiten, die het gewaagd heeft zinspelingen te
maken op enkele dadendie der regering minder aangenaam
waren, zijn ontslag uit zijne betrekking verkreeg. Ook het volk,
grootendeels gehecht aan de Roomsch-Katholieke godsdienst
n hare geestelijkheid, de boeren en het plebs, zien niet
met leede oogen de meer en meer verkoelende verhou-
tusschen den Paus en den Keizervoor henis het
geestelijk opperhoofd, het onschendbaar hoofd der kerk, on
feilbaar, en het is bijna onbetwijfelbaar dat zij de hande
lingen van keizer Napoleon tegen den erfgenaam van den
H. Petrus voor heiligschendend houden.
Uit het vorige volgt van zelf, dat Napoleon voor zijn
gezag, voor de toekomst zijner dynastie, slechts steun, kau
vinden bij het leger, dat bij oorlog alles te winnen, bij
vrede alles te verliezen heeft. De koningen, prinsen, maar
schalken, hertogen, door Napoleon 1 in het leven geroepen,
liggen nog te versch in het geheugen, om niet de hoop
aan het leger te geveneenmaal ook tot die hooge rangen
te kunnen geraken. Blijft Europa daarentegen in vrededan
is die weg tot bevordering niet alleen afgesneden, maar, bij
den grooten schuldenlast waaronder Frankrijk gebukt gaat,
is dau eene vermindering en eene gedeeltelijke afdanking
van het leger, onvermijdelijk en noodzakelijk. Van daar dan
ook dal, niettegenstaande de onophoudelijke aangroeijing der
staats-schuldde uitgaven voor het leger en de vloot steeds
toenemende zijn, want wat er ook gebeuren moge, zal de
oorlogna korteren of langeren tijd moeten uitbarsten.
In het Europeesch eveuwigt staan (sedert onheugelijke
tijden) twee volken tegen elkander over, nl: Frankrijk en
Oostenrijk, terwijl Engeland, door zijne ligging als eiland,
minder een' dadelijken aanval te vreezen heeftdoch slechts
op zijne hoede moet zijn tegen eene al te groote toeuame
der Fransche marine. Magenta en Solferiuo hebben Oos
tenrijks krachten verminderd, de afstand van Lombardije
was eene eerste bekentenis van zwakheid van keizer Frans,
en door het scheppen van een koningrijk Italië, dat uit den
aard der zaak, Oostenrijk vijandig zijn moest, werd dat
rijk van dien kant bedreigd. Daardoor werd Oostenrijk,
dat bovendien nog door staatsschulden in de onmogelijkheid
gebragt werd met goed gevolg een' nieuwen oorlog te voerenals
het ware, in de rei der groote mogendheden geneutraliseerd
en onschadelijk gemaakt, zoodat Frankrijk van die zijde, in
geval van oorlog, weinig of niets te duchten heeft.
Gaat men nu de onlusten na, die bijna overal in ons
werelddeel zijn uitgebroken, dan ziet men vooreerst dat
Oostenrijk insgelijks, door de verschillende volksstammen,
door het verschil in gewoontenzeden en gebruiken waar
door zich die stammen onderscheidenen voornamelijk door
het streven naar vrijheid en onafhankelijkheid van de ver
schillende vroegere koningrijkendie thans onder dén' scepter
zijn vereeuigd, weinig op de gehechtheid en trouw dier volken
bouwen kanzoodat bij een' evcutuelen oorlog het niet on
waarschijnlijk zijn zoude, dat zij, de kans schoon ziende,
niet voor den keizer, maar voor hun eigen volksbestaan de
wapenen zouden opvatten.
Ook het magtige Rusland is door in- en uitwendige be
roeringen geschoktde emancipatie der lijfeigenen en boereu
vond en vindt nog bij den hoogeren adel grooten tegenstand
verschillende volksstammen vorderen voortdurend groote
bezettingen van troepen om in rust te blijven, terwijl daar
enboven de Poolscbe onlusten de voortdurende zonfÜEr-
regering noodzakelijk maken. Kreeg dus Rusland de handen