J\p 70.
Tweede Jaargang.
1862.
JjelDer, Jtieuiucöieji
WOENSDAG
UMeinsoorÖ, enj.
29 JANUARIJ.
Nederland.
NIEUWE®
VA IV
COURANT
DEN
Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30.
Franco per post"1.50.
Verschijnt WOENSDAG en ZATÜRDAG.
Brieven franco aan den Uitgever
S. GILTJES.
Prijs der Advertentiën 10 Ct. per regel,
behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing.
In onze drie laatste hoofdartikelen kozen wij den toe
stand van Europa in 't algemeen tot onderwerp, in de hoop,
door het werpen van een' korten blik op de verhouding der
groote mogendheden, onzen lezers geen ondienst te doen.
lil hetzelfde vertrouwen nemen wij thans de pen op, om in
eenige korte beschouwingen te treden omtrent den politieke.n
toestand van ons vaderland, ons daarbij echter slechts tot
enkele punten bepalende.
Iedereen weet hoe sedert eenige weken Nederland zonder ei
genlijk ministerie is; aan verschillende personen zijn ministeriele
portefeuilles opgedragen, doch deze ineenden voor dit blijk
van koninklijk vertrouwen te moeten bedanken. Weinigen
waagden het, met het en» op de laatste beraadslagingen in
de Tweede Kamer, zich l et die moeijelijke taak te belasten
en zoo vernam men telken reize, dat deze of gene met de
zamenstelling van een nieuw kabinet belast was, doch zon
der gevolg. De reden van die achtereenvolgende weigeringen
is duidelijk. Twee groote partijen bestrijden elkander, en
betwisten elkander de zegepraal. Die partijen zijn scherp
gescheiden en staan als het ware, lijnregt tegenover elkan
der, nlde liberale en de Conservatieve partijde eerste
door bijna alle onafhankelijke bladen verdedigd, do tweede
vertegenwoordigd door de Amsterdamsche Courant en 't Nieuw
Dagblad van 1s llage. Een midden-partij tusschen deze
een zoogenaamd kleurloos ministerie, kan dus in de Kamer
geen steun houden, daar het noch op den bijstand van de
eene, noch op dien der andere partij kan rekenen; dit is
een bestuur zonder kracht, dat door wendingen, bogten en
kronkelingen zich stemmen van Kamerleden dient te ver
schaffen, een ministerie dus zonder geprononceerde beginse
len, en zonder vaste grondstellingen.
De conservatieve partij daarentegen heeft beginselendoch
beginselen van achteruitgang, ze ziet ongaarne alles wat er
naar streeft, aan het volk vrijheden tos te kennenmet
leede oogen ziet ze terug op den toestand van ons land
vóór de herziening der Grondwet, voor haar is het jaar
1848 een gevloekt tijdstip in de geschiedenis van ons va
derland, hare begrippen zijn die van den Franschen adel
vóór de revolutie. Ze verdedigt het goddelijk regten
acht 't volk te laag en te onwetend om aandeel in de regering
te nemenhaar zijn de kieswettendie het volk de magt
verleenen, zelf zijne vertegenwoordigers te kiezen, een doorn
in 't oog en de zameusteller en verdediger dier wetten, draagt
dan ook den geheelen last van hunnen haat en afschuw.
Dat is de reden waarom de conservatieve partijdoor alle
1 middelen en kuiperijen, door het kunstmatig opwekken van
godsdienstige twisten en verdeeldhedenden man deed val
len die het meest tot heil van het algemeen had medegewerkt
want hoe meer aandeel het volk kon nemen in de publieke
zaken, des te meer verminderde de magt en de invloed der
conservatievendie meestal uitsluitend iu hooge betrekkin
gen geplaatst, niet zonder groot leedwezen en afgunst zagen,
dat de tijd hunner alleenheersching ras zoude voorbij zijn.
Men had vau godsdienstige twisten gebruik gemaakt, om
het volk op te winden. De zotste, buitensporigste, onzin
nigste zaken werden verspreid om te doen gelooven dat de
godsdienst-vrijheid iu gevaar was; men verhaalde zelfs dat
ons land aan den Paus was verkocht, en dat de tijden van
Philips II en Alva zouden terugkceren; men rook zelfs
reeds de dampen van 't vloeijend bloed der Protestanten
en hoorde reeds het geknetter der vlammen waarin de Ket
ters hun zondig leven zouden ciudigen.
Iloe onzinnig dergelijke beweringen wezen mogten, ech
ter zegepraalden zij die ze hadden uitgelokt, doch, in de
gevolgen van de handeling die de aftreding des Ministers
veroorzaakt had de bisschops-kwestie kwam geene
verandering. Thorbecke trad af; de bisschoppen kwamen
en zijn er nog op deu huidigen dag; doch het land had
zijn' bekwaamsten staatsman verloren. Van toen af was het
staatsbestuur wankelende, en verschillende Ministeriën wis
selden elkander af. Dat bestuur gc-leek de rauke boot waar
van Virgilius spreekt als "geslingerd door de golven en de
zee", en nederlaag op nederlaag volgden elkander op.
Het is bekend hoe het afgetreden Ministerie gevallen is;
de Kamer hoewel bijna alle hoofdstukken der bcgrooting
goedkeurende wat de cijfers aangaat, verklaarde geen ver
trouwen in dat bestuur te stellenverminderde daaromals
een votum van politiek wantrouwen, het hoofdstuk der on
voorziene uitgaven met de helft der aangevraagde som. De
vraag is nu: welk bestuur zullen wij thans verkrijgen en
deze is tot heden niet opgelost.
Een conservatief Ministerie is bijna onmogelijk en zou
nooit steun vinden in 's lands vergaderzaal. Van de ge
mengde Ministeriën (Ministeriën van Fusie) heeft men in
de laatste jaren genoeg proeven gehadom in te zien
dat deze slechts korten tijd hun wankelend en ziekelijk be
staan kunnen voortslepen, en weinig tot stand bren
gen. Eene ontbinding der Kamer, hoe wenschelijk ze
ook wezen mogt, en hoe gaarne wij ze ook zien zouden
zou tot vele bezwaren aanleiding geven en welligt de harts-
togten méér in beweging brengen dan wenschelijk is.
Daarom gelooven wij ook dat do eenige weg die over
blijftis: ecu Ministerie Thorbecke, een Ministerie waarin
de man weder zitting heeft die de sympathie van 't meeren-
deel der natie bezit, en die slechts door intrigue's en kuipe
rijen zijne portefeuille verloor, doch die de teugels des bc-
winds met vaste hand wist te voeren. De conservatieve
partij zelve, ziet wel in, dat dit vroeg of laat de uitslag
en de uitkomst wezen woel, en tracht daarom alles in het
midden te brengenwat waar of onwaarecht of valsch
gebeurd of verzonnenslechts dienen kan om zijne verdien
sten in de publieke opinie te verminderen of tc verkleinen.
Doch al die pogingen der conservatieven om door derge
lijke kunstmiddelen den lieer T in de oogen der natie te
verkleinen, zijn vruchteloos, omdat zelfs zijne grootste vij
anden en zijne hevigste bestrijders, noch zijne kunde noch
zijne politieke eerlijkheid durven ontkennen. Eu wil men