3|n0C5onbcn Jjtufiftcn. J E N N IJ, In de laatste dagen zijn hier naar wij vernemen6 personen op verschillende plaatsen, meestal onder bruggen door het ijs geraakt, doch allen gered. In de laatste dagen is hier een massa kabeljaauw uit zee aangebragtde levendige is per as verzonden tegen on geveer f 1.75 per stuk; de doode en ondermaats worden hier uitgevent tegen veel mindere prijzen. Jl. Zaturdag is een man plotseling dood nedergevallen welk ongeval door eene slijmberoerte schijnt te zijn ver oorzaakt. Z. M. heeft benoemd tot directeur van het postkan toor te Purmercudede heer W. Borst, thans post-direc- teur te Edam. Naar men verzekert is door het departement van marine bepaald, dat voortaan de schepelingen beneden den rang van onderofficier niet meer zullen mogen huwen. Zoo zich dit bevestigt, dan zal deze maatregel toejuiching vin den. Hoe is het toch mogelijkdat eene matrozen-vrouw, sotns ruim met kinderen gezegend, van f 18 (zoo hij van de lste kl. is) in de drie maanden leeft. Dat geeft of diepe ar moede, of zedeloosheid van de zijde der vrouw. Hen moet op eene zeeplaats wonen om de waarheid van dit laatste in te vele gevallen bevestigd te zien. Lust en geschiktheid tot werken hebben die vrouwen zeer zelden; dat hebben zij niet geleerd. Naauwelijks getrouwd, of spoedig is de afre kening open Janmaat is weer genoodzaakt hoe eerder zoo liever het zeegat uit te gaan; om met zijne jonge vrouw geen armoede te lijden. Hij vermaakt haar een derde van zijn traktement en laat verder violen zorgen. Men begrijpt waar dit op uit moet loopen. 't Is dus een goede maatregel waarvan wjj boven spraken. Arnh. Ct. De plaats, koinm. van Delfzijl, de kapt. Evas, heeft zijne komp. met pak en zak een militaire marsch op schaat sen naar Appingadam laten doenonder komm. van den luit. de Kat, eu na terugkomst, ze op de vestinggrachten en het Diep doen tiraillerenhetwelk een allerschoonst gezigt was. Van 4 dienstboden, drie vrouwelijke en een manne lijke vroeger bij Jhr. Mr. Paspoort v. Grijpskerkte Mid delburg, in dienst, is eene meid, die verschillende diefstallen bij haren heer pleegde tot 5 jaar, zijn de beide andere meiden tot 4 jaren, en is de knecht tot 2 jaren corr. gevangenis straf veroordeeld, omdat deze allen gedeeld hadden in de opbrengst der diefstallen. Men leest in de Prov. Friesche Ct. het navolgende: Ofschoon met regt de prov. Friesland roem draagt op eene teelt van hardrijders en rijderessen, die, onze ijsbanen kunnen het weder getuigen, nog niet is uitgestorven, zoo zijn er toch ook audere gewesten die hare coryphéeën in het schaatsenrijden, ze mogen dan ook meer zeldzaam zijn, op leveren. Ten bewijze daarvan strekkedat de heer 1F. Troost, een Hagenaar, doch sinds eenige jaren inwoner van Leeuwar den, dezelfde wiens talenten als kunstschilder, en speciaal als vervaardiger van sprekend gelijkende portretten, alge meen worden erkend, jl. Zondag bij feilen Noord-Oosten wind, geheel alleen op reis is getogen om de elf steden dezer provincie te bezoeken. Te 6J ure des morgens van hier vertrokken naar Dokkum en terugreed hij naar Franeker, Harlinger, Bolswardlangs Workum, Hindeloo- pen, Stavoren, langs Sloten, IJlst en Sueek, en kwam frisch eu gezoud 's Maandags morgens ten 4J- ure in zijne woning terug. Wanneer men in aanmerking neemt dat hij meest tegen den wind haddie vooral 's nachts in hevig heid toenam, heeft de heer Troost tevens een zeldzaam voorbeeld zoowel van wils- als ligchaamskracht gegeven. Wel is waar heeft hij 22 uren aan de reis besteeddoch, volgens noteringen in zijn zakboekje van aankomst en vertrek, door geloofwaardige personen in de verschillende plaatsen, is hij niet langer dan 15.) uren op de baan geweest, waar onder circa twee uren, die hij, daar hem de verkeerde weg werd aangew ezenis misgereden. Om de hooge zeldzaamheid dezer onderneming, door een Hollander gelukkig volbragt, hoewel ze niet zonder gevaar was, hebben wij gemeend ze te moeten te vermelden, en verzoeken onze mede-redacteurs dit berigt over te nemen. Mijnheer de Redacteur Indien gij onderstaand stuk ter opneming waardig keurtverzoek ik daarvoor een plaatsje. Een Abonné. Dat men tocli in tijds krachtige maatregelen neme en niet altijd wnclite tot het kalf verdronken isdoch het is niet het leven van een kali maar het leven van zoo vele dartele, leveuslustigedikwijls onbezonnen jongelingen en jonge dochters dat mij ter harte gaatmeen echter niet dat ik hier eene preek wil houden over het zedebcdervende dezer eeuw, ook dat is mijn thema nietwant ik ben in dat opzigt van een geheel tegenover gesteld gevoelen hoe meer verlichting beschaving en grondige kennis er onder de jeugd verspreid wordt, des te meer zal ze walgen van al wat laag en gemeen is. Het is tegen een al te ligtvaardig ijs-vermaak dat ik te velde trek. Maandag morgen om 9 uur, toen het na een kraclitigen dooi van verschei dene dagen slechts weder een paar uren had gevroren en gesneeuwd, en daardoor het reeds porcuse en doorweekte ijs, weder te voorschijn kwam toen zag men op liet Ilcldersche-Kanaal in de bogt tusschen de beide molens, onmiddelijk eenige menschen bezig oiu een baantje in gereedheid te brengen. Een gebaande weg is gemakkelijk te bewandelen en waar slechts enkelen voorgaan ziet men dikwijls velen volgen; dit zou hier zonder twijfel het ge val geworden zijn alligt hadden zich des namiddags op dit punt 2 a 300 per sonen vercenigden ik geloof dat velen met mij van hetzelfde gevoelen zul len zijn, dat het zwakke ijs op die breedte onmogelijk dien last had kunnen dragen en wat er dan plaats zoude gegrepen hebben in ecu zoo diep vaarwaterhet doet mij huiveren er aan te denken. Gelukkig dat spoedig het weder veranderde en de dooi des namiddags de massa afschrikte. Het is niet dat ik met dit geschrijf een verwijt wil doen aan de baan vegers neen die menschen volijverig om in de behoeften der hunnen te voorziengrijpen alles aan wat hunne hand vindt om te doen en aan hen is het ook niet om voor het welzijn en liet leven van de dikwijls roe- kelooze jeugd te wakenzij hebben geuoeg aan de zorg voor zich zelvcn maar wij vragen is er geene bevoegde autoriteit, die de magt heeft om paal en perk te stellen aan de vermakelijkhedendaar, waar er mensehen- levens in gevaar komen Heeft niemand die magt dan is dit geschrijf vruchteloos. Het doel was alleen om in het vervolg bij meerdere dergelijke gevallen, er de aandacht op te vestigen en zoo mogelijk daardoor, rampen te voorkomenP. Mijnheer de Redacteur Als een treffend bewijs hoedanig somtijds de armen gratis geneeskundige hulp erlangen dicne het volgende Zondag den 5 Januarij jl. meldde zich de huisvrouw van van der Zf.e, wonende op de achterbinnenhaven alhier, bij den wijkmeester aan, om gratis geneeskundige hulp verleend te mogen wordenvoor vier harcr zieke kin deren. Dit bewijs door den wijkmeester dadelijk ter hand gesteldwordt den docter Kkos, (als daartoe door de gemeente gesalarieerd) ter stond bezorgdwaarop ZEd. den 7 Januarij in der armen woning ver scheen recepten tot geneesmiddelen voor circa eenen dag achterlatende. Na verloop vau 9 dagen, terwijl gedurende dien tijd ZEd. drie verschil lende malen weder aangevraagd was, deed ZEd. zijne 2e visitïe, en is sedert, niettegenstaande herhaald en dringend aanzoek, niet meer aldaar geweest zoodat gisteren 27 Januarij, het jongste kindje overleden is en de andere zieke kinderen zieltogende liggen. Schrijver dezes acht het zijnen pligt, als burger dezer gemeente, langs dezen weg bekendheid te geven van zoodanige handelwijze te meer dewijl voornoemde doctor Kkos gisteren bij de bekendmaking van het overlijden van het jongste kindje volstandig geweigerd zoude hebben om ter behan deling der overige zieke kinderen, in deze behoeftige woning te willen verschijnen. K. Eene Novelle, van L. A. LAUREIJ. L TWEE VRIENDEX. „En gij bemint haar dan nog immer, gij gevoelt zelfs nog die vurige liefde dewelke gij haar gezworen hebt?" „O jawaarde Gcorgehelaas jaNog zweeft haar bekoorlijk gelaat mij gestadig voor de oogen; nog hoor ik hare bekoorlijke, fantastisch klin kende stem mij in de ooren fluisteren „ik bemin u"; nog zijn de dagen in hare nabijheid doorgebragt mij te versch in het geheugen. O waarde Gcorge, haar nog eenmaal zien en dan sterven „Bravo, bravo I "Waarlijk zeer romanesk, juist zoo'n scène uit Rinaldo Rinaldimaar je moet nog een beetje meer trillen met je stem dan maakt het nog meer effecthaarrrrr nog eenmaal zien en dan dan sterven 1" „Ge hebt goed spreken, Georgege drijft den spot met mijn verdriet, doch ge hebt ook nooit bemindgij hebt nog nooit het leed ondervonden dat men gevoelt, als men door een wezen dat men aanbidt bedrogen wordt. Gij kent de wroeging des harten niet, het gevolg van zulk eene euveldaad!" „Maar gij had haar karakter, tijdeus den omgang met uwe aangebedene beter moeten bestuderen. Gij hadt hare gebreken beter moeten leeren ken nen dat zoude u veel leed gespaard hebben." ,,'i Is waar goede Georgemaar al te waar, doch zelfs de roos verbergt hare doornen ouder 't prachtig tooisel harer bladeren. Zij was grillighe laas jadoch wie is volmaakt hier in dit tranendal. Ik vergaf haar deze kleine ondeugd, ik vond dezelve in mijn liefdevuur aardig. O dwaas die ik was. „Ik stem toe dat zij u door hare ontrouw veel leed veroorzaakt heeft. Ik kan mij uw verdriet ook zeer goed begrijpen doch w aarde vriend ver gun mij nog aan te merken dat het nog altcmaal jongelings fautasien zijn, die in uw hart eenige zwarte trekken hebben gegriffeld, die echter spoedig door het zachte gomelastiek des tijds, zullen uitgcwischt worden. Geloof mij Karei, men kan alle zaken der wereld overdrijven, en dat doet gij. Volg mijn raad en vergeet haar."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 3