J\o. 71. Tweede Jaargang. 1862. <§efÖer, 31ieutoeÖ(ep, IMfeinsoorÖ, ctij. ZATURDAG I FEBRUARIJ. NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post „1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Gitgever S. Giltjes. De prijs der Advebtentien is van 14 regels 40 Centsvoor eiken regel meer 10 Cents. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Adverteutien intezeuden. Ingezonden stukken een dag vroeger. Aan onze Lezers. Bij de vergrooting die ons blad ondergaat, achten wij het niet overbodig onzen lezers, met een enkel woord, opheldering te geven omtrent de redenen die ons daartoe hebben geleid, en waarom wij eene uitbreiding onzer courant noodzakelijk hebben geacht, om in de bestaande behoefte te voorzien. Daartoe verwijzen wij onzen lezers vooreerst naar het artikel dat «ij bij het eerste verschijnen dezer Courant hebben ge schreven. Wij hoopten dat de uitgave van een nieuw blad, dat onpartijdig en zonder bijoogmerken het licht zagin den geest zou vallen van het beschaafde gedeelte onzer gemeente, dat niet langer alle publiciteit wensehte te vermijden en te onderdrukken. «Audi et alleram partem"(hoor uw' tegenpar tij) was de leus waaronder wij de Redactie van dit blad op ons namen, eu naar onze overtuiging zijn wij aan deze, onze leus, ge trouw gebleven. Verschillende nommers dezer courant zijn er om het te bewijzen; en zooverre wij ons herinneren, hebben wij nooit geweigerd het antwoord op eenig ingezon den stuk op te nemen, indien het binnen de grenzen bleef die de welvoegelijkheid vordert; het tegendeel is waar overal waar wijal was 't ook personeelreclames hoorden, tegen beweringen in //ingezonden stukken" aangevoerd, heb ben wij onze kolommen voor de tegenpartij opengezet; en moge ook al enkele keeren deze of gene zich door de opname dier stukken gegriefd gevoeld hebben, hij bedenke dat reeds van ouds de spreuk bekend was: vleijerij maakt vrienden ■maarheid baart haal" Iedereen weet, dat ons blad, zelfs reeds vóór zijn ver schijnen elmatig werd tegengewerkt. Men vergeleek het, zelfs alvorens het iu 't licht verscheen, met sommige dier bladen, die in ons land het licht zien, en zich alleen en uitsluitend er op toeleggen tegen een ieder grofheden, onaangenaamhedenja zelfs beleedigingen te schrijven. Het zou alleen dienen, zeide men, om haat en verdeeldheid tusschen de burgers der gemeente optewrekken, ze te doen in verzet komen tegen het gevestigd bestuur, in één woord, men deed alles om het iu de geboorte te stuiten. «Post Nubila lux" langzamerhand begon de medewer king grooter, de deelneming aanzienlijker te worden; de vele stukken die ons ter plaatsing werden toegezonden, en van welke wij zeer vele moesten weigeren, deden ons zien, dat wij ons niet geheel bedrogen hadden, toen wij in ons eerste nommer schreven, dat wij hoopten dat men ons blad als een orgaan van de gemeente zoude beschouwenen wij melden het met genoegen, vele onzer vroegere tegenstan ders zijn van hun vooroordeel teruggekeerd, en hebben, openlijk of ter zijde, hunne adhaësie aan ons blad ge schonken. Hoe grooter echter de goedkeuring wordt, hoe meer wel willend onze lezers zich jegens ons betoonen, hoe meer e: ook van onzen kant pligt wordt, te trachten dit ver- ^'weu te behouden. Vele moeijelijkheden, veel stelselma- ^^egenkanting moesten wij ondervinden van eene zijde, van welke wij medewerking meenden te kunnen verwach ten, doch die onze regtmatige hoop in den hoogsten graad teleurstelde. Zelfs op dit oogenblik is die medewerking enkel negatief, en bepaalt zij zich alleen tot datgene wat men ons niet wettelijk of regteus kan weigeren. En toch meenden wij geene opofferingen, geene moeite of bezwaren te moeten ontzienom die ruimte iu ons blad te verkrijgen, die het ous mogelijk maakt, ook de smaak van een ander gedeelte onzer lezers te bevredigen, dat meer bepaaldelijk op nieuwstijdingen en gemengde berigten zijne aandacht vestigten zich minder met andere aange legenheden bezig houdt. Nog wenschten sommigen dat ons blad zich niet zoude bepalen bij de enkele mededeeling van onze inlandsche aangelegenheden, doch dat do hoofdartikelen ook aan de beschouwing van deze mogten gewijd zijn. Gaarne zullen wij, voor zoo verre wij vermogen, aan dit vereerend verlangen voldoen; doch daartoe wordt voorna melijk en in de eerste plaats vereischt, dat de Redactie eene genoegzame ruimte ter harer beschikking hebbe, om die onderwerpen naar bekooren te behandelenzonder door plaatsgebrek genoodzaakt te zijn, verkortingen te maken, of zinsneden weg te laten, die voor 't duidelijk begrip der zaak gevorderd worden. Het aangevoerde nudat ons van verschillende kanten ter oore kwam, en(mogen wij het zeggen?) dc wel willendheid waarmede onze artikelen door verscheidene perso nen beoordeeld zijn, spoorden ons aan, om aan het verlan gen te voldoen; en ook de Uitgever, hoewel hij voorna melijk redenen had en heeft, om over verregaande partij digheid te klagenmeende, zich daaraan niet tc mogen ont trekken, cu nam bereidwillig op zich, de meerdere kosten aan zoodanige uitbreiding noodzakelijk verbonden, te dragen. Wij betwijfelen het geenszins of het publick, dat reeds sedert het betrekkelijk kort bestaan van 't bladons aan moedigde op den ingeslagen weg voorttegaanen ons or gaan als eene onafhankelijke en onpartijdige courant te blijven redigerenzal onze pogingen naar waarde weten te schatten, eu overtuigd zijn dat onze taak niet tot de ge makkelijkste behoort. Reeds in ons eerste nommer schreven wij, eu wij herhalen het hier: //Een blad dat reeds te voren eene bepaalde kleur aanneemt, verliest zijne waarde geheel;" wil het zijne kolommen tei beschikking stellen ten dienste eener bepaalde partijhet zij dan in staatkundige, het zij in gemeente zaken dan heeft het bij de eene, noch bij de andere partij den minsten invloed, daar de een weet dat de beweringen en beschouwingen het gevolg zijn van partijzucht en eigenbelang, en de an dere de bedoelingen cn oorzaken van zoodanig schrijven eveneens weet te doorgronden; slechts dan, wanneer men overtuigd is, dat onpartijdigheid wezenlijk op den voor grond staat, mag men op de goedkeuring en bijval reke nen van al diegenen, die niet bepaaldelijk door partijzucht verblind zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1