stembriefjes veranderd te krijgen, dat, naar men verzekert,
voor het meerendeel is geschied. Men had het de kiezers
gemakkelijk gemaakt, inkt en pennen waren aanwezig en
die het te veel moeite was in het briefje de reeds geplaatste
naam door te halen cn die door een ander te vervangen
kon zulks door gedienstige geesten gedaan krijgen, want
men had er op gerekend dat velen de inagt zou ontbreken.
Dit is een staaltje hoe onze kiezers over onze kieswet
denken.
Directeuren der Vereening voor Volksvlijt zijn voor
nemens in den loop der maand April e.k. eeue tentoonstel
ling van photographie en van hetgeen daarmede in betrekking
staat, te houden. Zij noodigen alle beoefenaars der photo
graphie uit, om daartoe mede te werken door het toezenden
vau photographien, stereoscopen, toestellenchemicaliën enz.
voor photographievóór den 15Jen Maart e.k. aan het Lo
kaal der Vereeuiging voor Volksvlijt, Hoogesluis N°. 664.
Een pikant feit is de tooneelvoorstelling, die de Priu-
ces de Beauvean den 15n te Parijs in haar hotel ten voor-
deele vau berouwvolle meisjes zal geven. Men deelt gratis
eutróebilletten uit, doch vraagt voor elk eeue douceur vau
20 fr.. Men heeft hierop het bou-mot gemaakt, dat tegen
woordig de Prinsessen moederlijk partij trekken voor de
boetvaardige gevallenen.
De eigenaar van het voornaamste hotel in Plauen
(koningrijk Saksen) had eene dienstbode uit Beijeren gehuurd,
maar op den bepaalden dag, dat het meisje in dienst moest
treden, ontving hij tot zijne groote verwondering een brief,
waarin zij hem kennis gaf dat de regter in hare geboorte
plaats haar verbood de dienst te aanvaarden. De logement
houder niet wetende wat hiervan te denken besloot regtslreeks
aan den magistraat in kwestie om opheldering te schrijven,
en ontving weinige dagen daarna het antwoord: //Wat aan
gaat de vraag ons den 5 dezer gedaan, betrekkelijk de
dienstbode Purucker, geven wij mist dezen te verstaan;
Aangezien al de jonge meisjes uit Beijerendie in Saksen
in eene dienst gaan, terugkeeren in een toestand die, of
schoon belangwekkend, daarom niettemin betreurenswaardig
is; aangezien het uiterst moeijelijk is de aanspraken te
doen gelden waartoe die omstandigheden maar al te vaak
aanleiding geven; en eindelijk omdat de deugdzame dienst
meisjes met iederen dag zeldzamer worden, heeft de magi
straat van het hieronder genoemd distriet zich verpligt
gezien ten strengste te verbieden, niet alleen aan de jonge
dochter Purucker, maar aan alle meisjes van het district,
onder welk voorwendsel, hoe ook genaamd, in Saksen te
gaau dienen. De regter van het koninklijk district(getee-
kend) Hoppe. Thiersheitn den 8stc° Jauuarij 1862.
Te New-York heeft eene jonge dame uit eene der
aanzienlijkste familien, op het vernemen van den dood van
haar beminde, die als vrijwilliger in het leger der Noorde
lijken streed, zich door opium van het leven beroofd.
Een arme schoenmaker en dito kleermaker te Brent-
wood, in het graafschap Essexzijn onverwacht iu het bezit
gekomen vau een vermogen ten bedrage van 1,000,000 p. s.
(12,000,000 gulden Nederl.) Het vermogen bestaat grooten-
deels in soliede staatsfondsen en uitgestrekte landerijen in
West-Indie, dat bijeen was gegaard door een Britsch land
verhuizer, wien het gelukt was de hand van eene rijke
planters-dochter aldaar te verwerven. Het geheele geval moet
nog al rijk zijn aan romaneske incidenten.
Antwoord op het Ingezonden Stukgetiteld:
Liberaal of Conservatief?
Gcruimcn tijd heb ik geaarzeld, Mijnheer de inzender, alvorens er toe te
besluiten of ik aau uw verlangen om uw schrijven te beantwoorden al of
niet gevolg zoude gevennietomdat ik die beantwoording moeijelijk of
bezwaarlijk vond, maar, omdat de vragen, omtrent welke gij de persoon
lijke opinie der Redactie inroept, grootendeels van persouclcn aard zijn. Ik
heb echter gemeend Mijnheer dat de wijze, op welke door u de beantwoor
ding verlangd wordt, mij het stilzwijgen onmogelijk maakt; omdat ik vrees
dat men mijn zwijgen verkeerdelijk zou uitleggen of 't verklaren door de
spreuk: „die zwijgt stemt toe".
Gerustgesteld door uwe welwillende verzekering „dat gij mijn antwoord
met genoegen lezen zult" hoop ik van deze welwillendheid geen misbruik
te maken, wanneer ik uw schrijven op den voet volg, met weglating alleen
van die puntendie meer bepaald personen op het oog hebben en die gij,
beschermd door anonymiteitkondet aanroerendoch welke ik om ver
schillende redenen moet vermijden. Vergeef het mij, Mijnheer, wan
neer mijne repliek soms wat langer mogt worden dan ik mij voorstelde en
•wanneer ik u verzoek na deze, de publieke discussie over dit onderwerp met
mij te willen stakenof wel ze in een ander blad te willen voortzetten.
In 4lat geval zult gij mij tot wederbeantwoording bereid vinden.
De eerste vraag die mij door u gedaan wordt is„of ik de conservatieve
partij met hare bedoelingen niet wat al te scherp heb beschreven cn beoor
deeld en of niet de toestand van onze eigene gemeente de hier nog lieer-
scbende duisternis op dat oordeel van invloed geweest is".
Beide vragen meen ik outkcunend te moeten beantwoordenik had bij
het schrijven van de door u aangehaalde regelen, noch onze gemeente,
noch zelfs uitsluitend ons vaderland op liet oog, maar wel den overal
heerschcnden strijd tusschen 't liberalismus en 't couservatismus tusschen
de liberale en reactionnairc partij die niet alleen in de laatste jaren geheel
Europa beroerde, maar ook in de laatste dagen, in ons anders zoo rustig
vaderland, verdeeldheid cn opgewondenheid te weeg bragt.
Sta mij toe dit gezegde cciiigcrmatc te ontwikkelen, ten einde niet van
opzettelijke woordverandering beschuldigd te worden, daar ik de liberale
partij stel, zoowel tegenover de conservatieve als de reactionnairc, en deze
naar uwe begrippen welligt van clkauder verschillen.
Persoonlijk stel ik voor mijèn de conservatieve èn de reactionnairc partij
tegenover de liberale; in staatkundige beginselen is stilstaan tevens achter
uitgaan, zoo als ik later hoop aan te tooncn, wanneer ik uwe opmerkingeu
nopens de uitwerking der gemeente- cn kieswet zal trachten te wederleggen.
Alleen vraag ik u, of niet de trapsgewijze verbetering der regerings-vormen,
dat ontw ikkelings-proccs der volken, sedert eeuwen en eeuwen slechts door
het eigenbelang en de heerschzucht van enkelen weerhouden is; of niet ten
allen tijde de geest der verlichting, de zucht naar vrijheid, het streven der
\olkcn was doch slechts beteugeld cu bedwongen w erd door dwang cn eigen
baat zoo ge dit ontkent verwijs ik u naar Galileï en de inquisitiehaar
den Monnik van Witleubcrg cn den Paus te Rome; en dan vraag ik u tevens
welk der door hen verkondigde systema'sthans in de beschaafde wereld
zegepraalt.
Zoo als ik reeds zeidewas noch onze gemeente, noch haar bestunr be
grepen in lictgene ik ter neder schreef. Of „de duisternis" bij ons zoo groot
is, dat deze op mijn schrijven van invloed koude wezen, meen ik minstens
te mogen betwijfelen.
Gij verwijt mij Mijnheer de inzender„te zweren bij Thorbcckc
en zijne gemeente-wet"ook dit verwijt werp ik van mij afmaar wel ge
loof ik, dat de beginseleu die in die wet tot grondslag genomen zijn,
dat de geest dier wet, volkomen overeenstemmen met datgene, wat
noodig is en gevorderd wordt voor de politieke en morele vrijheid der ge
meenten eu iugezctcucn. Het is mij niet onbewust, dat er vele bezwaren
en grieven tegen die wet zijn ingebragt; dat er vele puuten zijn die ver
betering behoevenmaar daar liet zelfs Jupitcr niet gegeven is het een
ieder naar den zin te maken, hoe zou men dan dit van een' sterveling
want ook de heer Thorbecke is slechts een mensch kunnen vorderen Indien
men nu eensin plaats van de fouten eu misslagen alleen te beschouwen
deze wet veranderde naar de ondervindingdie men daarvan sedert haro
invoering heeft opgedaan, zou men dan niet beter eu meer in het algemeen
belang handelen, dan thans, nu men nii de optreding van den vervaardiger
dezelve aan het roer van den staatalleen hare feilen en gebreken opsomt.
Volkomen ben ik het met u eens dat, om liberale wetten te doen uitvoeren,
liberalen in eenig collcgie zitting moeten hebben maar of zoodanig collcgie
enkel uit liberalen bestaan moet, meen ik wederom te moeten betwijfelen.
Ik voor mijzou gaarne een' gemeenteraad zien bestaanuit kundige en
ervarene mcnschen zoo practisch als theoretischdie naar hunne overtui
ging en oudervinding cn met eenigc wets-keunis de belangen der gemeente
hielpen bevorderenzoudcr iniluentie van anderen.
Moeijelijk is het mij, te antwoorden op de vraag die gij mij doet „of do
raad alhier liberaal dan wel conservatief is" cn op welke vraag ik verpligt
ben u te antwoorden. Ze kou welligt niet beter geadresseerd worden dan
aan de Redactie dezer Courant, die misschien redenen hebben kan „in
belang van den Uitgever", een ongunstig oordeel over dat ligchaam uit te
spreken; maar tot dusverre heb ik nog niet kunnen inzien, of de raad libe
raal dan wel conservatief isnaar de beginselendie ik voor mijbij mijn
schrijven op den voorgrond stelde.
Een aanval komt voor in uw schrijven omtrent de artikelendie tijdens
de verkiezingen voor den gemeenteraad in ons blad geplaatst zijn cn waarin
de Redactie haar gevoelen te kennen gaf. „Een der gekozene raadsleden
komt weinig in den raad" zegt gij (die echter door mijne langwijlige
redeneringen is ondersteund) dochthans vraag ik u ook in gemoede
zou dat raadslid op bepaalde tijden zijne oogenblikkeu ter zijner beschikking
hebbenen zouden gcene belangeuhooger en grooter hem weerhouden
daar te zijnwaar nog veertien anderen aanwezig kuanen zijn om over
gemeente-belangen te discussiërenals er somtijds menschenlevens gemoeid
zijn bij zijn wèl verschijnen in den raad.
Het twreedc gedeelte van dien aanval is mij niet regt duidelijkgij vraagt
mij daarMijnheer de inzenderof" mijn andere candidaat zoo uitsluitend
consequent is". Het zij mij vergund U vooreerst te doen opmerkendat
ik nooit een' candidaat heb gesteld of heb trachten tc stellenzoo dat ik
mij er niet op kan verlioovaardigen iemand in den Raad gebragt te hebben;
slechts toen de publieke opinie den man noemde, dien zij het meest ge
schikt achtte het aftredend Raadslid te vervangen toen eerst heeft de Re
dactie hem boven anderen aanbevolen als ouafhaukelijk van 't Gemeente
bestuur, cn door een langdurig verblijf alhier, volkomen met de zaken cu
belangen der gemeente bekend. liet schijnt U ook onbewust, dat reeds gc-
ruimen tijd vóór het verschijnen van dit bladhetzelfde lid candidaat ge
steld was en dat er slechts weinig aan ontbrak of hij ware reeds toen
maals verkozen geweest. En waarop nu uwe beschuldiging van inconse
quentie van dien heer zinspelen moetverklaar ik u oprcgtelijk niet te be
grijpen hoewel ik de moeite niet gespaard heballe door dien heer ge
sprokene w oorden op nieuw te lezenen daar gij Mijnheer de Inzender
van mij zóóvele autw oorden verlangthoop ik niet onbescheiden te wezen
als ik u verzoek mij daarvan de verklaring tc willen mededeclcn.
Verwondering baart het mij dat gij van mij wenscht te vernemen „of
de Raad met mijne opinie overeenkomt, cn of ik de leden,die daarin thans
zitting hebben zoude verkiezen". Zoudt gij u zelv' niet op uwe vraag heb
ben kunnen antwoorden? Hebt gij niet gezien, dat zonder personeel te wor
den die vraag voor gecnc beantwoording vatbaar is Zeker zou ik den
geheelen Raad niet verkiezenzoo ik autocratisch-kiezer in de gemeente
wasmaar even zeker is hetdat ik er gecne personen uit zoude verwij
deren oiudat hunne opinie niet met mijne particuliere overeenkomtik zou
dit even onraadzaam achten voor de ware belangen der gemeente, als ik het
vroegere kiesstelsel voor der/.elvcr vordering meeu te moeten afkeuren.
Maar er is meer; gij zijt zelf te goed bekend met de geschiedenis van
ons land en vau Europa sedert den aanvang dezer eeuwom niet te weten
dat de algemeene geest van vooruitgang slechts van betrekkelijk korten
datum dagteekentcn dat men in staten, als het onze, nog niet vordcrcu
kan dat het constitutiónncle stelsel reeds overal en door iedereen naar ver
dienste geschat en gewaardeerd worde. En zou men nu kunnen verwachten,
dat in eene gemeente als deze die nog in hare opkomst isreeds iedereen
lust en gelegenheid heeft gevondenom zich met de beginselen bekend te
maken? Of zou liet uwe gedachte zijn, dat hier de zamenstelling van den
Raad eeue exceptie daarstclten dat ze overal elders alleen en uitsluitend
uit menschen bestaatdie de wetskennis bezitten om zelf over alle voorko
mende zaken tc oordeclen en te beslissen
Ten slotte van uw schrijven verwijst gij mij naar de slechte werking der
kieswet in het algemeen en zoo ik raij niet bedrieg, schijnt daar een zeker
verjangen naar den terugkeer van „le bon vieux temps" in door te stralen.
Hierin loopen onze personele gevoelens geheel en al uiteensta mij toe u
de redenen daarvan in een volgend schrijven te ontwikkelen.
Red