UIT DE LAATSTE LEVENSDAGEN dcnis eens aan vrouw Eigenbelang*vragendat wijf is nog al gaar in die zaken en fiks op de hoogte van al die soorten van polletiekc dingen uit de oude doosLuister, hij droomt, wat zegt hij?de Nieuwe houdt 'mbeter; best zoo jongensik zal je wel een handje helpen Ja, jij zei ook heel wat uitvoeren, je bent zelf zoo bang als een wezelen je durft niet eens je eigen stembiljet Wij huldigen het goedeWat meent hij daar nou weer mee Zóóbevalt je dat "goede" niet langer, en wou je dat verwisselen met "naarheid"neen hij zijt zeker "waarheid"je suisebolt kerel.Zóózóóis dat jou sisteem,dat die het goede huldigt ook de waarheid moet huldigenje moest liever de heelc wereld huldigenHè wat krijg ik een slaapHij snurkt al lekker naast meIk denk toch wel dat ik hem zoo ver zal krijgen dat hij zijn eigen stembiljet voortaan invultIk zal hem zeggen dat die man van de Ouwe, hoe hiet hij ook weer, ja daar heb ik hem, "Wij huldigen het goede", dat ook vast beter vindt.Nou nachtloeris.... Wat ziet hij er toch aardig uit, als je hem daar zoo met zijn slaapmusje op ziet liggenIk heb toch geen spijt dat ik hem genomen hebals hij nou maar niet weer over de pollitiek spreektdan zal het wel met hem gaan Hè wat krijg ik een slaap Wij huldigen het genachtgenacht Tebr. 1862. Van alle kanten wordt ik gesard en geplaagd, met dat laffe stuk, vol lei'geusdat in de Oude Heldersche Courant heeft gestaan, aangaande mijn reis naar Alkmaar. Ik word dus gedwongen mij te verdedigenen daar inij door de Nieuwe Courantop mijn verzoekkosteloos de gelegenheid toegestaan wordtzal ik het doenwant alleen de vrees dat het geld moest kostendat ik niet hebheeft mij terug gehouden. Opentlijk verklaar ik dan nu, dat de schrijver van dat stuk een leugenaar is, want, hij heeft door zijn gedwongen aardigheid de zaken alle ver draaid en verknoeid, met het dool om mij bespottelijk te maken en mij daardoor in mijne kleine negotie te benadeclen. Dat voor een groote mehecr 1.75 niets is, dat wil ik wel gelooven, maar ik moet er hard voor tobben, vooral in deze dagenals hij ze mij direct had willen vergoedendan ware ik van vele ongenaamhedeu bevrijd geweestmaar het is waar dan had hij niet met het ongeluk van een ongelukkigen den spot kunnen drijvenom zijne Courant vol te maken. De Hemel heeft mij bij eenc misdeeling naar het ligcliaam en bij vele ontberingentoch een altijd opgeruimd humeur geschonkenzoodat ik tot nog toe bij alle wederwaardigheden des levens mij troosten en onderwerpen konmaar de plagerijen die men mij thans aandoetmaken mij somtijds razend en wanhopig, en dat alleen door die laffe leugentaal; mijnheer ik ken u nietmaar gij zijt waard dat men u de pen uit de hand sloeg ja, nog veel erger. De plaatsing van de geheele wederlegging regel voor regelwant overal zijn leugenszoo als het aanvankelijk was opgemaakt, kon door dit blad niet worden opgenomen, omdat het te groot was, maar toch mag ik eeuigc punten hier laten volgen; nldat de waarde der goederen niet ƒ1,75 maar slechts ƒ1,60 wasdat ik het „onuitsprekelijk genoegen" niet heb gesmaakt mijne goederen van de regtbank terug te krijgen. En hoe zou ikmet een zwak en aamborstig gestelwaardoor ik onmo gelijk zoo ver kon loopcu, „verheugd" kunnen zijn, dat ik genoodzaakt werd om bij felle kou en digt water naar Alkmaar le gaanterwijl mij voor reis- en verblijfkosten slechts 4,25 werd toegestaan. Had ik het geweten dan zou ik liever de gestolenc goederen die ik nu toch niet terug heb ontvangen, opgeofferd hebben, want ik dacht zeker dat op zoo'n groote plaats als dezede regters toch wel uitspraak konden doen in zulke kleine zaken. Het is verder geheel en al uit het schoone en fantastische brein van den laffe n schrijver gesproten, dat ik met de slede in ecne bijt heb gelegen, met één woordleugen en wartaal is het wat hij daar verder wauwelt van harde koortsenvan „geforceerde waterproefGeforceerde wartaal, ja dat is heten dan nog het woord totebeldie uitdrukkingmijnheeer de fantastische droomerwordt ook wel eens gebruikt om ecne oude vrouw aan te duiden, waarvoor men niet zeer veel achting heeft; zijt gij bijgeval ook zoo'n totebelen zoo nietdan zou ik wel aan uwe vrienden willen voorstellen om u voortaan als belooning voor al het mij aangedane verdriet, met den cerctitel van totebel te willen begroetenen wel levenslang met erfopvolging voor al uwe nakomelingen. Helder, Febr. 1862. J. HIRSCH. TAN KEIZER JOSEPH II. Historisch verhaal uit het Iloogduitsch, door L. A. LAUREIJ. Op een schoone lentemorgen van het jaar 1782 stond Keizer Joscph II voor het geopende venster van zijn studeervertrek, in het kasteel te Schón- bruwn en zag, diep in gedachten, naar de met bosch en struik bedekte bergen. Plotseling verneemt hij een vreemd geruisch. Hij hoorde stemmen in de verte, leven in de schoone struikgewassen, hetgeen hem te zeldzamer voor kwam, aangezien er zeer nabij eene schildwacht stond. Nieuwsgierig boog zich de Keizer en zag langs den weg, welke voor het front van het kasteel was aangelegd. Hij zag dat de schildwacht, een grenadier, met iemand scheen te spreken die zich in de struiken schuil hield. Ten minste zoude men het vermoeden daarvan op moeten vatten door het lievig heen en weer zwaaijen der handen, en het op den grond stampen met de voeten. Tus- schenbeide sprak de schildwacht ook eenige half verstaanbare woorden. Alles moest den Keizer nog vreemder voorkomen daar het een streng gebod was, niemand bij des Keizers afwezigheid in den tuin toe te laten. Bovendien was het nog zeer vroeg in den 'morgen. Hoofdschuddend be schouwde hij den grenadier, die met zijneu schoonen ligchaamsbouw en fraai gelaat een keur soldaat beloofde te worden, doch die zóó zijn pligt vergat. „Nu maak dan tocli dat ge wegkomt, vader!" hoorde de Keizer duide lijk en de grenadier maakte tegelijker tijd een afwijzende beweging met de hand. „Ik mag niet met u spreken en zelfs u niet hier in dcu tuin laten. Als men ons ziet is het met mij gedaanzie eenshet venster van den Keizer is geopend en hij is dikwijls zeer vroeg op. Ach als hij ons zag!" „Ik wil den Keizer immers zien en spreken!" antwoordde ecne iets ster kere stem welke het Sticrmarksche patois verried en uit het struikgewas scheen te komen. „Weet gij dan niet, Aiilondat zulks de eenige weg is waarop ik uwe Rosa redden kan? Onze goede Keizer moet het weten, want slechts hij alleen kan ons helpen. Lees eens dit briefje hetwelk zij schreef en ik u overhandigd hebdan kunt gij eerst haren nood begrijpen zoude ik anders zulk ecu verren weg gemankt hebben naar Wcenen en dan naar hier, Anton hoor mijen hij ging bij den grenadier staan zoo dat de Keizer hem beter zien kon. „Spreek gij met den Keizerof laat mij met hem spreken! Gij zijt zeker nog mijn brave zoon, zoo als ge altijd waart De oude had bij deze woorden de hand op de schouders van den grena dier gelegd en zag hem verlangend in 't gezigt. Deze zweeg een oogen- blikals of hij iets bezinnen wilde. Met elk oogcublik rees zijne verle genheid angstig bevend zag hij om zich heen stelde zich in postuur en schoof den ouden van zich. „Ga vader!" zcidc hij „ten negen ure word ik afgelost cn ten tien ure kan ik u eenige oogenblikken voor de poort van het kasteel spreken dan zullen wij verder de zaak bespreken!" en daarna begon hij met vasten tred onder de vensters van het kasteel zijn schildwachtsloopde oude ging naar de regterzijdc van den tuin en was spoedig uit de oogen des Keizers verdwenen. De Keizer, met zijn zachtmoedig karakter, dacht reeds minder aan het vcrouachtzamcn van pligt des jongen grenadiersdan aan de klagtcn van den vader, ltecds dikwijls had hij uit Stiermarken bcrigtcn vernomen van de verdrukkingen der magistraten hij wilde nu eens helder zien en zijn besluit was genomen. Zeker wist dc arme boer die iti dit oogenblik doodsangst uitstond, niets van dc goede bedoelingen welke dc Keizer met hem had. Want toen hij op zijn terugweg over de tuindeur wilde klimmen het was dc weg waar door hij binnen was gekomen hield ecu tuinier hem terug cu riep „wat hebt gij hier in den Keizerlijken tuin te doen Gestolen Sidderend cn den adem zockeudestamelde dc boer„Vergeef mij ik w as ginds bij mijn zoon die onder de vensters van den Keizer op wacht staatik sprak met hem. Hier ben ik binnen geklommenomdat ik nergens anders een ingang kon vinden cn nu wilde ik er weder uitklimmen. Ik ben een eerlijke boer uit Munddorf en in Stiermarkenga met mij mede naar mijn zoonhij zal u zeggen dat ik de waarheid spreek „Gij liegt zekerriep de tuinier. „Een schildwacht mag met niemand sprekenzelfs met zijn vader niet, en niemand mag hier in den tuin komenof hij wordt gevangen gezet. Gij zijt een diefWeg met u naar de wacht van het kasteelcn hij stiet den ouden boer voor zich heen, naar de plaats waar Autou nog op zijn post was. Intusschen was de oude bedaard gewordenwant de vergissing zoude zijn zoon immers ophelderen; maar wat een ongeluk, dat daarbij ook dadelijk Auton's schuld voor den dag kwamAan zich zclvcn dacht hij niet meer. Hij had zijn vaderlijk gevoel gevolgd cn had zijn zoon de vrees en het verdriet zijns harten willen openbaren in liet minst niet geloofde hij zich daardoor in groote onaangenaamheden te brengen. Geen magt zoude in staat geweest zijnhem nog langer op te houdentoen hij na talloozc vragen en groote moeite vernomen had, dat Anton des mor gens van zes uren in den tuin op wacht stond, eu toen men hem zcidc dat er geen vreemdeling binnengelaten werd, was hij even spoedig bereid om over dc tuindeur te klimmen. Zes dagen was hij reeds op reishad noch tijd noch geld, noch moeite gespaard om zijn zoon te zien, cn nu in Schbn— brunn aangekomen zoude eenc verboden deur hem nog langer vau zijn Anton scheiden. Fluks is hij dc deur ovcrgcklommen en luisterend zet hij zijne schreden naar het front van het kasteelhij ziet zijn zoonde vreugde is groot, hij zoude het wel willen uitschreeuwen, doch hij houd zich be daard daar het schoone kasteelde nabijheid van den Keizer, voor wicn hij eigenlijk zulk eene verre reis gedaan heeft hem eerbied cn verwonde ring inboezemden. Haastigmaar zachter, snelt hij naar den schildwacht die niet weinig verwonderd iseen man in dc hem zoo dierbare kleedcr- dragt bij zich te zien. De grenadier blijft staanzijn pligt gebiedt den vreemdeling uit zijne nabijheid te jagen, hem aan dc straf des misdrijfs over te leverenmaar hij herkent zijn vader. Verwonderingschrik maar ook vreugde maken zich van hem meester, het is niet mogelijk cenig geluid van hem te vernemen dan nadat dc oude in alle blijdschap had uitgeroepen „Mijn Anton Vervolg en slot hierna.) ARRONDISS.-REGTRANK TE ALKMAAR. Zitting van den 4 Februarij. 1. C. H.vrouw van L. W., te Schagen, feitelijke wrederstand tegen een bedienend beambte met aanneming vau verzachtende omstandigheden8 dagen gevangenisstraf en de kosten. 2. W. B.te Schagenwoordelijke belccdiging van, en gcweldadighcid jegens, een bedienend beambte, 3 maanden gevangenisstraf, in eenzame op sluiting te ondergaan en de kosten. 3. W. B.P. K. cn G. K,, tc Schagen, nachtelijk burengerucht en ver breking van afsluiting vrijgesproken. 4. A. G.te Zijpewoordelijke helecdiging cn bedreiging van een be dienend beambte, ƒ20 boeten en de kosten. 5. a. J. Z. eu b. F. v. D.te Alkmaar, a. ontduiking der plaatselijke belasting op het vlccsch te Alkmaaren b. geven van last daartoea. ƒ8.40 boete, verbeurdverklaring van het aangehaalde vlccsch, enz. subsi- daire gevangenisstraf van 7 dagen en de kostenb vrijgesproken. 6. W. S. cn A. d. J.te Schoorleenvoudige dieftstalieder 2 maanden gevangeniss.in eenzame opsluiting te ondergaan cn solidair in dc kosten. 7. M. V. te Alkmaarals boven 14 dagen gevangenisstraf cn de kosten. 8. G. N., vrouw van J. W.te Alkmaar, laster, met aanneming van verzachtende omstandigheden ƒ10 boete en dc kosten. 9. a. P. F. d. L. en b. J. G. te Haarlem, nachtelijk burengerucht cn fcitclijken wederstand tegen een bedienend beambte, a. 8 dagen en b. 3 da gen gevangenisstraf cn solidair in de kosten met vrijspraak van b. wegens feitelijken wederstaud. 10. C. "NV. cn S. B.te Nieuw e Nicdorptoebrengen van slagen aan een bedienend beambte, ieder, met aanneming van verzachtende omstandig heden 8 dagen gevangenisstraf en solidair in dc kosten. 11. J. v. M., zonder vaste woonplaats, bedelarij, 14 dagen gevangenis straf en dc kosten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 3