die mij ivordt toegedicht geen oogeublik mijne gedachte"
geweest is. Pres: Dan vraag ik u verschooning wegens
mijne vergissingen verzoek u, voort te gaan.
De spreker, hieraan voldoende, wees ten eerste op het
besluit van 24 Nov.dat, zeide hij, deze waarheid aantoonde,
dat een allesomvattend gezag, op hoe breede grondslagen
ook gevestigd, toch eindelijk de hulp der wetgeveude magt
moet inroepen; hij wees ook op de optreding van Fould,
en de redenen die deze noodzakelijk maakten, en, even als
het dekreet, de noodwendigheid der vcrdeeling van het ge
zag bewezen. Eu als men nu na tien jaren regerens daar
toe gekomen was, was het dan, vroeg hij, verstandig, lo
gisch, een oppergezag te laten zweven over de teederste
handelingen van het publiek leven, die 's lands toekomst in
zich sluiten. Moest men alleen aan eene souvereine magt
■de leiding van de openbare meeniug, van de verkiezingen
van de administratie, en dat zonder voldoende kontróle,
•overlaten. Dat rijmde volstrekt niet met die groote begin
selen van 1789, waarmede alle partijen schermden. Het
toezigt op de pers o. a. berust op geheel andere beginselen,
dau deze; men had nu een hoofddirecteur der gedachte,
voor zoover deze zich door periodieke pers kan uiten. De
boeken en brochuren achtte men een minder krachtig mid
del om de handelingen der administratie te controleren
daarom is het stelsel-, waaraan zij onderworpen zijn, minder
streng. Was echter dat stelsel goed voor de pers, waarom
dan ook niet voor boeken en brochuren. De regering ma
tigde zich zoo buitengewone prerogatieven aan, dat men
inogt vragen, waarom ze zij niet gelijkelijk toepast. Van den
zetel der waarschuwingen kon zij lessen van godsdienst,
zedelijkheid, geschiedenis geven, gelijk zij nu reeds lessen
in staatkunde gafen in bemesting. Deed zij dat, dan
was hot omdat zij meende geleerder, zedelijker, godsdien-
stiger te zijn, dan iemand. Maar waarom stelde zij dan
niet vooraf de grenzen van wat gezegd mag worden.
Dat stelsel zou niet nieuw zijn en" gold reeds vóór 1789.
Men kon toen zeggeudat Erankrijks hoofd in handen
was van den monarch. Dikwijls ontsnapte het gelukkig,
maar men weet hoe: dank zij der hervorming, die op on
derscheidene punten van Europa eene schuilplaats had ge
opend voor de vrijheid van denken. Men rilt als men
bedenkt, dat de Esprit des Lois niet het licht zou hebben
gezienzoo men niet de persen vau Holland en Londen
had gehad. Tegenwoordig is er in Eraukrijk slechts één
journalist, en dat is de Keizer. Een coinmiuiqué, eene
waarschuwing kan dadelijk een schrijver tegenhouden. De
regering heeft eene diskretionnaire magt, zoodat de zede-
lijkste, de deugdzaamste wijsgeer zich geweigerd kan zien
wat zijn knecht zal worden toegestaan. Do waarschuwing
is usurpatie van de regterlijke magt. Zij kan het verlies
van eigendom ten gevolge hebben, en een burger moet er
niet aau zijn blootgesteld, eene straf te ondergaan niet op
gelegd door den regter. Ook is zij eene straf, uitgesproken
met gesloten deuren en zonder dat het mogelijk is geweest,
haar te voorzieneene instelling dus die den schrijver van
achteren treften dus onbestaanbaar met de normale instel
lingen ecner groote natie. Zulk een toestand werkt ook
ongunstig op de verkiezingen. In de provinciën heeft de
kandidaat der regering het dagblad der prefectuur voor zich
hij valt aan, en men kan zich niet verdedigen. Dat is geen
kiesvrijheid, maar misleiding van de kiesvrijheid. Om den
regeringskandidaat te doen slagenworden alle ambenaren
naar het slagveld gezonden, en men vaardigt circulaires uit,
waarin gezegd wordt dat elk ambtenaar zijne stem aan den
regeringskandidaat moet geven, en dat zij die anders zou
den handelen, zich aan alle gevolgen hunner oppositie zou
den blootstellen. Zijn kiezers, iu zulke omstandigheden
geplaatst, werkelijk kiezers? Spr. haalde eene circulaire aan
waarin verklaard werd, dat ieder maire die niet voor den
regeringskandidaat deed stemmen, zal worden afgezet. De
prefekt die dit gedaan had, was, ja, ontslagen, maar om
bevorderd te worden. Als de wetten zoo geschonden wor
den, als alle regelen, waarop de maatschappelijke veiligheid
rust, zoo worden miskend, dau zeide Spr., heerscht er
anarchie. Wordt vervolgd.
POLITIEK OVERZIGT.
Het is op Frankrijk dat de algemeene aandacht op dit
oogenblik gevestigd is, want niettegenstaande de slaafsche
onderwerping die 't wetgevend ligchaam en de senaat ten
opzigte van 't gouvernement in acht nemenwordt de in
wendige spanning in het keizerrijk grooter; voornamelijk
schijnen de redevoeringen van Jules Favre en Ollivier,hoe
wel ze geen dirccten invloed hadden op den uitslag der beraad
slagingen in den geest van 't meerendeel der bevolking te
vallen. Immers het is in 't oog loopend dat, bij de groote
geheimhouding die de regering steeds in acht neemt, omtrent
alles wat een' minder gunstigen indruk nopens de daden
van 't gouvernement kan te weeg brengen, de minister
Baroche openlijk verklaarde dat er een regerings-prograinma
in beslag genomen is met de woordengeen Keizerrijk
geen Keizer meer! want hieruit volgt dat de Keizer niet
zoo bepaaldelijk regeert door den algemeenen volkswil als
men tracht te beweren.
Ook bij de behandeling van de paragraaph betreffende
Italië heeft de heer Favre het woord gevoerd en verklaard
dat hij de politiek van 't gouvernement te onbepaald
en te onzeker achtte. Door de taal en de politiek der re
gering worden er, z. i. te veel belangen benadeeld zoodat
de vertegenwoordiging des lands niet langer mogt aarzelen
om bij het gouvernement er op aan te dringen, dat het
zich niet. langer zou handhaven in een' toestand, die maar
al te ligt aanleiding geeft tot beschuldiging van dubbelzin
nigheid. Oudertussciien zijn al de voorgestelde amendemen
ten der oppositie verworpen, en is de redactie der commis
sie aangenomen.
In Pruissen is de regering overgegaan tot eene ontbinding
vau 't huis der afgevaardigden en verdaging van 't heeren
huis wegens geschil tusschen de Kamers en het Minis
terie nopens de specialisatie van sommige posten der
begrooting. De Pruissische bladen meenen algemeen dat bij
de nieuwe verkiezingendie spoedig zullen plaats hebben het
aantal tegenstanders der Regering eerder vermeerderd dan
verminderd zal worden. De liberale leden van 't kabinet
hebben dit ingezien en de ontbinding ten sterkste afgera
den de miuister Bethmann Hollweg heeft geweigerd het
daartoe betrekking hebbende besluit te ouderteekenen en
dientengevolge zijn ontslag genomen.
1TI 3 U W S T IJ D 11T 3 S 1T.
Helder, Nieuwedicp, Willemsoord, II Maart 1SG2.
Bij de heden gehouden aanbesteding, tot het maken van
een ijzeren draaibrug enz., zijn 13 biljetten ingekomen, als
van de navolgende heeren: van der Wooning f29,200; P.
Verhey f29,150; A. Bas f29,000; R. Vos f27,700; Deu-
tekom f27,100; Schouten f27,100; Quant f27,000; Gcbr.
Korft' f26,200: Slebe f26,100; P. Dekker f25,997; Jan
zen f25,995; de Laat f 25.96STool f24,S20.
Alzoo minste inschrijver de heer Tool voor f 24.820.
In de Heldersche en Nieuwedieper Courant leest men,
dat de twee jongens die met een boot het Nieumediep
waren uitgedrevenden 12" dezer hier reeds weder waren
teruggekeerd; dit is niet zeer juist daar éérst den 13"
's morgens een der jongens van Vlieland hier is teruggekeerd.
De beide jongens zijn des donderdags avonds door den sterken
vloed met de boot achter het Nieuwedicp uit- en de Zuider
zee ingedreven, daarna zijn ze met de ebbe weder terug
en het Nicuwediep voorbij gedreven, tot ze op de reede
eene palingschuit ontmoetten na alle mogelijke inspanning
om die te naderenniettegenstaande er eene fiksche bries woei,
mogt het hun aanvankelijk wel gelukken tot zoo verre,
dat een der beide jongelingen den haak uitsloeg naar genoemde
schuit met dat noodlottig gevolg dat hij misslaande over
boord viel; zijn makker was niet in staat om alleen het ranke
vaartuig te besturen en tegelijk don ongelukkigen hulp te
verleenen.
Ook van de palingschuit was eenige oogenblikken vroeger
de knecht over boord geslagen zoodat de schipper alleen
ook niet iu staat was om hulp aan te brengen.
Daarna is de overblijvende jongeling in de boot tot on
der Vlieland gedreven, en aldaar Zaturdag jl. door een vaar
tuig opgevischt en geredvervolgens is hij eerst Don
derdag morgen jl. over Texel met de van daar terugkeerende
haringvisschers hier aangebragt.
Het examen aan de industrie-school alhier, is bepaald
op Maandag 31 dezer, des avonds te 7 uur.
Het Ned. brikschip Santa Rosa, kapt. Buikes, is heden
namiddag van hier vertrokken met bestemming naar Curaqao.
Met genoemden bodem gaat, behalve de leluit. der genie
van Riemsdijk en de 2lle luit der inf. Conradi ook de luit.
t/z. 1° kl. J. S. O. von Schmidt auf Altenstadt, die den
gerepatrieerden luit. t/z. lc kl. Clifford Kocq vau Breugel op
de Djambi als eerste officier gaat vervangen.
Bij Koninklijk besluit zijn gepensionneerd:
Jhr. Mr. J. P. P. baron van Zuijlen van Nijevelt, laatst
Minister van Buitcnlandsche Zaken, met ƒ1169, Mr.M. P.
11. Strens, laatst Minister van R. C. Eeredienst met 2032;
Mr. J. Loudon, laatst Minister van Koloniën, met ƒ1446,
W. Fons, binnenloods alhier met ƒ137; terwijl de titulaire