rang van Offic. van Gezondheid 1° kl. is toegestaan aan de
gepensionneerde Officieren van Gezondheid 2de kl. J. A.
Loomeijer en H. Schouten.
Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan baron Mr.
A. J. L. Stratenus als minister van buitenlandsche zaken
ad interim, onder dankzegging voor de bewezene diensten;
benoemd tot minister van buitenl. zaken Jlir. Mr. P. van
der Maesen de Sombrefl', lid van de gedep. Staten van
Limburg.
-Men schrijft ons van TexelBurg, 13 Maart.
Met veel genoegen maken wij melding van het gehouden
zang-concert van gisteren avond. De leerlingen van de
zangschool Harmonie hebben zich roem verworven, die hun
dan ook van alle kanten werd toegebragt. Als toehoorder
opgekomen zijndekon ik niet nalaten er iets van
op) te zenden. Om van al de stukken cene beoordeeling te
geven, zou naar mijn inzien overbodig zijn en zou ik ver
vallen in kritiek. Toch moet ik er iets van zeggen, en
wel dit: draagt de zangschool den naam van //Harmonie",
dan heeft ze dit ook getoond in al de gezongene stukken,
zoowel die der jongste (leerlingen van de eerste school) als
wel die van de ouden, (leerlingen van de 2Je school). Het
was bij uitnemendheid schoouen de moeite wel waardig
geweest met een grootcr getal toehoorders te zijn vereerd
geworden. Ook de onderwijzer R. v. d. Wint heeft zich
geene moeiten gespaard, om het zoo ver te brengen. Ilem
komt dan ook welverdiende lof toe. De stukken waren
bijna alle gekozen, uit de //Lijstertjes, Zangvogeltjes en
Nachtegaaltjes." Teregt maakte dan ook sommige de op
merking, dat ze zoo zuiver zongen als Nachtegalen, doch
voegde er tevens een jammer bij, zeggende: dat het te. be
treuren was, dat er zoo vele ouders nog zijn, die hunne
kinderen dit longverslerkendhartverheffend en Godsvrucht-
opwekkend genot nog langer laten ontberen, daar men zich
voor een geheel jaar kan abonneren a f6 cén leerling,
N ƒ10 twee leerlingen en a, ƒ12 drie leerlingen, bij ge
noemden onderwijzer, die sedert 3 jaren de kunst veel heeft
doen tocnemeu. Ouders, Yoogden en allen die betrekking
hebben op kinderen laat dan ook dit concert u wederom
eene aansporing zijn, om uwe pupillen, vroegtijdig in de
edele zangkunst te oefenen. Het zingen kan ons zoo menig
genoegelijk oogenblik in ons leven verschaffen, ja het is
een middel om het gemoed te verzachten, het hart te ver
edelen en den geest te verlichten. Laat dus die edele en
schoone kunst niet aan het gevederd gedierte over. Ook
God schonk ons de gave om zingen te leeren.
Naar wij vernemen wordt door het bestuur der kies-
vereenigingAan allen Regt te Goeseen stipt onderzoek
ingesteld, naar het al of niet plaats gehad hebbende omkoo-
pen van kiezers, bij gelegenheid der laatste stemming voor
een lid van den gemeenteraad hetgeen door een lid dier
vereeniging zou geschied zijn.
-Tengevolge van eenige veranderingen in het personeel
der gemeente ambtenaren te Vlissingenis aldaar op de voor
werpen van verbruik, aan plaatselijke belastingen ouderhevig,
de kapitale som van ƒ20000 meer ontvangen dan in 1861.
In den nacht van 5 op 6 Maart, omstreeks middernacht
is te Staden nabij Brugge een moordaanslag gepleegd ge
volgd door diefstal op zekerc-n Jean Assez, oud 66 jaren,
landbouwer en zijn dienstmeid Thérèae Dumortier, oud 26
jaren. De misdadigers zijn door het dak in huis gekomen,
waarna zij den man met hamerslagen hebben gedood. De
meidniettegenstaande zwaar gewondis nog weten te
ontkomen. De schuldigen zijn nog onbekend.
Toen onlangs een prefekl in Prankrijk met generaal
Lamoricière over 't gevaar van den toestand in Frankrijk
sprak, antwoordde de laatste, dat het hem toescheen, dat
uit het Palais Royal thans, van wege prins Napoleon,
hetzelfde gevaar dreigde, als van daar vroeger voor de
Bourbons, van wege den jongeren tak der Orleans, ontstond,
en dat het bijna onmogelijk scheen den werklieden steeds
arbeid te verschaffen; deze twee zaken achtte hij een groot
gevaar.
De ellende en de wanhoop hebben in de gemeente
Lasne eene jonge vrouw tot eene misdaad gebragt, die aller
vreeselijkst is. Door haren man verlaten, bij haar zuster
de deur uitgejaagd zonder eenige middelen, besloot zij zieh
van haar jongste kindoud tien wekente ontdoen. LI.
Woensdag-ochtend, zeide zij, dat zij eene dienst bij eene
pachter ging betrekken; zij nam haar kind en begaf zich
naar eene weide, waarin twee zijvers waren. Eenige oogen-
blikken later kwam zij alleen terug. Wat had zij met haar
kind gedaan Dat was de vraag die men haar bij herhaling
deed. «Miju kind, zeide zij, waar het is, is het goed'" en
verwijderde zich. Na drie dagen zoekens vond men haar
op eene naburige pachthoeve. Voor den burgemeester ge
bragt, bekende zij onmiddelijk hare misdaad, en wees met
de grootste onverschilligheid de plaats aan, waar zij haar
kind had om het leven gebragt. Zij had het eerst geheel
ontkleed en toen in het zeer ondiepe water neergelegd,
waarna zij liet wichtje met de handen onder water hield,
tot dat het den laatsten adem had uitgeblazen. De misda
digster is in hechtenis genomendoch toont niet het minste
berouw over de door haar gepleegde daad.
ARMOEDE EN HULPBETOON.
(Eene oorspronkelijke novelle)
door X.
Vervolg van Ho. 82).
Maar onze nieuwe wiukelier, eene verdraaijing der wet, en ccnc daaruit
voortvlocijendc vervolging vrcczendehad zich nu gewend tot den
raad, ten einde dc noodigc vergunning te verkrijgen oin 't geliefd beeld te
mogen gebruiken. Het was buiten kijf, zei Menner, dat liet raadhuis der
gemeente behoorde maar aan wien behoort ziju afbeeldsel P Wie kon die
toestemming verlecnen Dit request had alzoo onzen raad in denzclfden
toestand gebragt, als vroeger de quaestie van Struthion's ezel en zijn scha
duw de wijzen van 't beroemde Abdera.
Het verzoek was voorgelezen; Alles wreef van blijdschap dc handen en
bedacht reeds bij zich zelv' hoe Welf zich uit die moeijclijkc omstandigheid
zou redden toen de wijsstc der wijzen opstond en betoogde dat het verzoek
in quaestie niet bij den Raad tehuis behoorde; het was buitcu kijf, zeide hij,
dat het Raadhuis der gemeente behoortdoch de gemeente behoort aan dc
provincie en deze wederom aan het rijk. liet rijk vraagt voor alle zaken
die gebouwen betreden advies van den rijks-bouwmeester hij meent dus dut
de gemeente dit voorbeeld moet volgenen stelt voor het request in han
den te stellen van dezen ter fine van beslissing.
Nooit hadden de woorden van den wijzen Nestoruit wiens mond ze
zoeter vloeiden dan honigzulk een1 indruk te weeg gebragtnooit was
zijne wijsheid zoo geroemdals thans onze Raadsleden deden die door deze
conclusie den Gordiaanschen knoop in eens doorgehakt zagen.
„Wacht maar", dacht Alles, die zich teleurgesteld gevoelde, „late haver
gaat ook op".
En hij had gelijkwant naauwelijks nam de Voorzitter dc hamer op om
de vergadering te sluiten, toen dc chef der oppositie, Durens, die misschien
van te voren door Alles bewerkt was het woord verlangde om te spreken,
over eene aangelegenheid die hij van belang beschouwde.
„Mijne Hceren I" aldus sprak hij „een enkel woord wensch ik nog voor
het eindigen dezer zittiug ter sprake te brengen; het betreft dc armenprak
tijk onzer gemeente doctoren. Helaasoveral heersclit 't verschil tusscheu
arm en rijk en dit zal moeten blijven bestaan ter bestendiging der maat
schappelijke orde. Maarkunnen wij niets doen om onze zieke en armoedige
plaatsgenooten ter hulpc te komen Is 't genoegwanneer wij het leven
cn de belangen van ingezetenen in handen geven van menschen die slechts
naar hunne bezoldiging uitzien, zonder er op te letten hoevelc natuurge-
nooten door hunne slechte dienstwaarncming vergaan en omkomen? Er zijn
mij verschillende voorbeelden bekend(en tegelijk wierp de spreker een'
verpletterenden blik op Welf) dat de geneeskundige hulp eerst werd aange-
bragt nadat de patiënt reeds cenigo dagen begraven was. Mag die toestand
zoo voortduren Zijn wij niet zedelijk vcrpligt zoodanige misbruiken als
ze ter onzer kennis komen tegen te gaan Ik laat het autwoord over aan
den inspraak ven uw eigen geweten."
Maarhetzij dat het geweten der Raadsleden zeer elastisch was hetzij
dat ze het beter vonden Durens beschuldiging niet te onderzoeken de zaak
bleef zonder gevolgalleen had deze zich in Welf een' onverzoenlijken
vijand gemaaktdie later wel op de cene of andere wijze zijne reveange
nemen zoudeecu diep stilzwijgen volgde op die rede en daar niemand
meer voorstellen of vragen to doen had, werd de vergadering, tot groot
leedwezen van Alles gesloten.
V.
De tijd was met hare gewone snelheid of traagheid voortgegaan. Snel
voor hen die ze in genoegens en rust kon doorbrengen, traag voor hen die
met angst en smart de slepende uren telden. Maar voor niemand had ze
langer geduurd, dan voor de weduwe Blaauwhuis, die thans reeds acht dagen
eu nachten in onophoudelijken onrust aan het sterfbed van Elsje had door-
gebragt. Het scheen dat de natuur zelv' er behagen in vond het slagtoffer
van Wclf's onverschillige traagheid langer in't leven te bewaren, dan men van
dc krachtendie het uitgeputte schepseltje nog overbleven verwachten
mogt. Maar thanswas dc doodsengel de armoedige hut genaderd en de
genadige Voorzienigheid had zich erbarmd over het lijden van 't kind over
de ziclsmart der moeder. Geknield en biddende lag vrouw Blaauwhuis
voor 't sterfbed van Elsje; geen traan ontvlood aan het verdroogde oog,
geen kreet ontsnapte haren beklemden boezem. Wezenloos cn ontdaan staarde
ze met verwilderde blikken dan eens het lijk van 't geliefd kindje dan
weder Jan aan, die bijna angstig voor het gelaat zijner moeder terugdeins
de. Vruchteloos trachtte deze, in zijne kinderlijke eenvoudigheid, haar
woorden vau troost toe te spreken. Er zijn in 't menschelijk leven oogen-
blikken waarin elke troost, elke opbeuring, elke poging tot verzachting
van een ander's lijden overbodig zijn slechts de tijd kan dc smart lenigen
die eene moeder gevoelt bij het sterfbed van een harer geliefde panden.
De arme buurvrouw, vrouw Luurman, die zelve te onvermogend was ge
weest om hulp te verschaffen in hout of licht, had Elsje's toestand gadege
slagen, cn begrepen hoe vreesselijk haar dood de arme weduwo moest treffen.
Daarom had zij de hulp ingeroepen van den pastoor om, zoo mogelijk, door
zijne toespraak eenige vertroosting te weeg te brengen. De dienaar van
Gods woord, had niet gevraagd of hij bij een' armen of rijken ontboden was,
voor hem stonden alle schepselen gelijk, als kinderen van cén Schepper; hij
had niet geaarzeld de armoedige, treurige stulp binnen te treden, waar zijn
hulp vercischt werd, om te doen wat in zijn vermogen stond, om 't lot
zijner lijdende natuurgenoote tc verzachten. Hij had de woorden van zijn*
grooten meester begrepen en trachtte ze door daad en voorbeeld natcvolgcn.
Maar ook, zijne troostwoorden bleken onvermogend te zijn; want hoezeer
dc eerbiedwaardige grijze geestelijke, haar herinnerde dat op dit tranendal,
niets geschieden kan zonder den wil van Hem die over alles regeert, dat Hij
alleen weet waarom hij kastijdt of soms de boozen in overvloed laat leven,
hoezeer hij haar troostte met dc hoop op 't wederzien in ecnen beteren
wereld, de arme moeder staarde met strakken blik op het zielloos over
schot van haar geliefd kind, en de pastoor hief de handen ten hemel, als
om van daar hulp en troost voor de vrouw te erlangen, daar hij als mensch
begreepdat zijne woorden daartoe niet in staat zouden zijn.