DE DIERGAARDE. BURGERLIJKE ST.4XD DEU GEMEENTE HELDER. De lidmaten bussen bij de vier H. H. Predikanten hebben opgebragt ƒ39.09, de preekbriefjes ƒ299.55, de buitenge wone collecte aan de huizen ƒ500.03, contributie en giften ƒ1306.15. NB. De gemeente Huisduinen is, voor zooverre de armen- inrigtiug betreft, gecombineerd met die van den Helder. - Naar wij vernemen is het maken, leveren en stellen van verschillende werktuigen en andere voorwerpen, in de werkplaats tot herstelling van stoomtuigen, bij de Marine alhier, waarvan de lieer H. J. Leeweus, volgens ons laat ste uommer de minste inschrijver was, aan dien aannemer niet gegund, maar is men in onderhandeling getreden met den daarop volgende iuschrijver de Gebr. Sclineidcr. Bij 'L. M. besluit van den 4en April is onder meer anderen herbenoemd en op nieuw aangesteldtot Kanton- regter te Helder Mr. W. I. K. A. Geij van Pitlius. Op verschillende torens in deze gemeente heeft men gisteren avond proeven genomen met verlichte lantaarns, zullende die later worden aangewend tot braudsignalen. Donderdag jl. liep alhier het gerucht door de ge meente, dat de Ardjoeno voorgaats was, velen van hen die vrienden en famielje betrekkingen op dien bodem hebben waren op de beenbrieven en berigten werden verzonden naar het binnenlandde stukken aan boord van het Wacht- schip werden geladen, om den vice-admiraal Vogelpoot, het gebruikelijk saluut te doen, men keek uit, men wachtte, doch te vergeefsde Ariljoe?io is niet hier maar Zondag jl. te Hellevoetsluis gearriveerd. Het etat-majoor is zamengesteld als volgt: A. 1'. Sieden- borg, kommandaut; Jhr. C. A. van Huefteu, le ofiic.; de luitenants t./z. G. M. Buisch Lehman de LehsveldL. O. Holtzapffel, G. Ruisch, D. J. A. v. d. Steen, C. P. AYeerts; Cock offic. van gez. 2C kl.J. L. K. van der Heiden, offic. van admin. 2C kl.; G. D. van Werdt, adj-adm. G. B. IIardes, officier machinist. Als passagiers de vice- admiraal G. Yogelpoot en echtgenoot; A. Dronkers. adjud. luit. t./z. lc kl. Met den 30>tcn dezer wordt de offic. van gez. le kl. J. G. Slicher op non-activiteit gesteld en vervangen door den offic. van gez. 1° kl. W. Kraake, thaus non-actief. Zr. Ms. stoomschip Monlrado gisteren van Vlissingen vertrokkenis bier heden morgen gearriveerd. Zr. Ms. schroefstoomboot Groningen, kotnm. kapt.-luit. t./z. J. van der Meersch, thans op reis uit Oost-Indie naar Nederland, is bestemd om alhier binnen te vallen. Z. M. stoomschip Sindoro, komm.-luit. t/z. lste kl. J. M. de Jongh, is vóór 2S Pebruarij te Batavia aangekomen. - In de A. C. en het II. B. van gisterenleest men een verslag van eene voorlezing gehouden in Felix Meritis te Amsterdam; over de verbinding van Amsterdam met de Noord Zee door middel van een nieuwen waterweg, despre ker de heer A. Huëtciviel-ingenieur, ontwikkelt verschil lende gronden die tegen het bestaande plan pleiten, en noemt het een werk waarvan de bruikbaarheid niet te ver wachten is. Daarna komt spreker tot het resultaat dat een geheel open vaarwater (een onbelemmerde gemeenschap van de Noord Zee met de Zuider Zee) een vereischte is om de verzanding en meer andere groote gebreken en belemmerin gen te voorkomen. Wij vinden in dit stuk veel van dezelfde ideën terug, die vroeger zijn aangegeven door den heer P. L. Kikkert, Lid vau de Staten van Noordhollaud en Notaris te Texel. Men meldt ons van den 4 April het volgende: Dezer dagen is te Oudshoorn in den ouderdom van 102 jaren en 7 maanden overleden, Marijtje Kuipers, nalatende 9 kinderen, 26 kleinkindereu en 14 achterkleinkinderen. Zes dagen voor haren dood heeft zij met twee harer kinde ren nog bijna anderhalf uur gewandeld; zij kon zich beroe men nooit een bril gebruikt te hebben en las nog met het bloote oog de brieven die zij van tijd tot tijd ontving. Yoorts zijn gisteren nacht de bewoners van Oudshooru uit hunnen slaap gewekt door het gelui der klokken. Een heïigen brand was uitgebarsten ten huize van den winkelier v. Hulst en bedreigde spoedig de omliggende huizen. Door de hulp onzer brandweer gelukte het echter aan ouze inge zetenen den snellen voortgang te stuiten en na vier uren mogt men het genoegen smaken het gevaar geweken te zien. Vrij naar het Iloogduitsch door L. A LAUBEIJ. Vervolg en slof). Biminel was met zijne bruid ia het Tivoli Theater. Ia den schouwburg dien hij voorheen verfoeide. De wensch zijner sclioone, rijke en voorname bruid, was genoeg geweest Bimmel* tot dien stap te brengen. Toen hij met zijne aanstaande de eerste loge binnentrad, zag hij een ouden kennis, ecu niuzijkant, die van verwon dering Biinmel in den schouwburg te zien, de klarinet liet vallen. Men gaf Romeo en Julia. Op het oogenblik dat Romeo bij het lijk zijner Julia het lleschje met vergif drinkt, en deze sccne de grootste stilte in de zaal teweegbrengt, hoorde men plotseling het kraken eener logedeur. Aller blik was op de loge gerigt. Het was die van Bimmel. Und siche mit bed;iclitigem Schritt Ein Löwc tritt. Ja, digt bij Bimmels stoel stelde zich een woedende leeuw in postuur. Hij zag met een vurigen blik rond. De gansche zaal uitte een kreet van verbazing. Men vloog de deur uit. Men liet alles achter. Ook Bimmels bruid had zich door de vlugt gered. Alleen Biinmel, de oude rentenier, was nog in de loge en o heinclnog bij den leeuw. Hij beproefde zich ook uit de voeten te makendoch het mislukte de woedende leeuw sprong op cn zette zijue klaauwen op den armen Bimmel. Deze viel onder het uiten van een vrceselijken gil bewusteloos op den grond. Intusschen was de politie en eeu detachement soldaten op de been allen van kop tot teen gewapend. Doch helaasdoor de groote verwarring die er ook in de spijszaal washadden de soldaten zich meester gemaakt van een vat wijn en zulks gezamenlijk iu een oogeublik verorberd.. Hier zag meu er een liggeu die door de geest des edelen vochts beueveld nog de rest van eeu stuk worst trachtte te slikken, daar zag men er een bij wien de worst uit de patrooutasch stak, ginds was er een die eenc ham op de bajonet stak. Deze had de zak vol kerseneen ander vielen de sigareu uit den chacot. Eu de stompe geweren welke nog nimmer bloed gezien hadden zouden het tegen den woedenden leeuw durven opnemen? Alen verzou een ander middel. Men liet den brandspuit halen en begon daarmede den leeuw vreesselijke waterstralen toe te voegen. Met een ver schrikkelijk gcdruisch verliet hij de loge. Daarmede was echter het gevaar nog uiet geweken. Terwijl men alzoo bezig was maatregelen te nemen, kwamen alle wach ters uit de gaarde met Butuer aan het hoofd. Butuer had, toen hij huiswaarts gingde zaak vernomen ijlings zijn pak van buffelleer aangetrokken eu waagde het alzoo den leeuw te naderen. De leeuw had zich in ccno naastbij zijnde houtloods nedergezet. Alvorens meu besloot 0111 het schoono beest te doodenwilde men beproeven op eene slinkschc wijze hein meester te worden. De loods werd door de wachters, soldaten eu eene menigte menschen omringd. Meu bragt het leeuweuhok voor de loods en zette de deur open. Doch niets hielp. Do zaak werd erustig, want als de leeuw woedend werd, zoude hij de houten loods in stukkeu slaan eu wclligt ccn bloedbad aanrigten. Daar nadert Butnergewapend met ecu stokjehij treedt de loods binuen cn gaat bedaard bij den leeuw dien hij bij den naam noemde en op het hoofd streelde. Maar deze duldde geen gekheid. Hij bromde eu sloeg de oogen op en liet zijne tanden zien. Op dit oogenblik beefden alle toeschouwers vau schrik. Reeds wilde men met ijzeren stangen den leeuw trachten te doodeu anderen meenden den brandspuit ter hulpe te roepen doch Butner gaf bevel alles te laten en slechts stil te ziju, en te gelijker tijd vatte hij den leeuw bij het regter oor, draaide zulks om zijno hand en hield den leeuw aldus een weinig verwijderd. Met eenc angstige spanning zagen de toeschouwers de groote gevaren waarin Butner verkeerde. Elk schepsel hier op aarde heeft ziju Achillcs hiel. Dit is bij den leeuw het oor eu daarom had Butuer het gevat eu gedraaid. Het middel was in zooverre probaat dat de leeuw geen tegenstand bood. Tocu Butuer het oor losliet, stond de leeuw als beschaamd. Butner had gezegenpraald doch het gevaar was nog geenszins geweken want niemand wist, noch hoe Butner den leeuw iu het hok kon lokkennoch hoe hij heelhuids van den leeuw zoude afkomen. Daar nadert eeu kleine houd, de speelgenoot van den kouiug der dieren. Butner gaf last het beestje in den kooi te plaatsen. En zie, naauwelijks ziet de woudvorst zijn kleinen vriend of lluks is hij in 3eu kooi. Butner ijlt den leeuw ualaat de deur van het hok vallen eu heeft den leeuw in zijne magt. Een luido gil ging onder de menigte op. Nadat alles van den schrik hersteld was, maakte de politie zich meester van den wachter aan wien de zorg voor den leeuw was toevertrouwd. Te gelijker tijd had men den roover gevat, die Therese zoo mishandeld en be stolen had. Men herkende in hem een misdadiger die reeds vroeger uit de gevan genis gevlugt was. Hij beleed alles. Niet zelden ontdekt men door één misda diger vele anderen zoo was het ook hier. Men arresteerde de schoone geestige en voorname bruid van den ouden Bimmel cn het bleek nu dat zij niet minder wasdan eene volslagcu bedriegster, die met den roover eene kaart speelde en aldus den ouden Bimmel had verzocht des avonds in den schouwburg te gaau om don roover gelegenheid te geven zich van Bimmels geld meester te maken. Do schuldigen ontvingen hun welverdiende straf. Doch hoe was het met Bimmel Ach, ook hij werd met de maat gemeten waarmede hij anderen gemeten had. Even als de leeuw zijne klaauwen iu het bloed had geslagenzoo ook had Bimmel dikwijls het bloed zijner arme natuurgenooten gezogen. Ja de leeuw was nog barmhartiger geweest dan hij. Het was geen doodelijke wond. De schrik eu de verbijstering de gedachte aan een naastbijzij nden dood hadden Bimmel lot een beter mensch gemaakt. Zijne zonden bcwee- nende en zijn leven trachtende te verbeteren lag hij op het ziekbed. Hij schonk den armen ruime aalmoezen en gaf zijn vaderlijke zegen over het huwelijk van zijne dochter met Butner. Bimmel stierf; doch zijn sterfbed was kalm en zacht, met vol vertrou wen op God blies hij deu laatstcn adem uit. De diergaarde werd niet meer bezocht, want men vreesde elk oogenblik eeu woedenden leeuw te zullen ont moeten. Jareu daarna echter toen de geschiedenis bijna vergeten was waren de bezoekers even talrijk als te voren. Butner was onder-directeur gewor den en dikwijls als hij met zijne Therese voorbij deu leeuw kwam sprak hij tot zijne gade „Door dat dier zijn wij vereenigd geworden, of liever gezegd, het was de hand van God die door dit rcdelooze dier ons gelukkig maakte. Amen zeide Theresa en hare oogen glinsterden vau dankbare tranen. Van 31 Maart tot 4 April 1862. ONDERTROUWD: W. H. F. van Oordtzee-officier oud 31 jaren en M. L. Bruin ond 29 jaren. A. van Luit, matroos bij de Marine,£oud 34 jaren en K. Kaptein oud 27 jaren. GEHUWD T. de Roos en A. Tholen. P. Filmer cn C. Dito. P. Daman en M. Vriuk. C. Neef en A. vau der Vliet. T. Lanser en T. Blankmau. BEVALLEN: M. van Wolferen geb. Klop. A. C. Nadort geb. Kosten D. A. AI. Kamper geb. Veen D. J. AI. Gebing geb. Kruithof Z. K. Biichoff geb. Namink Z. S. P. Dijkgraaf geb van Alal Z. A. K. Dijkshoorn geb. Scharwe Z. II. Schróder geb. van der Boom Z. B. Smit geb. Bakker Z. P. Kramer geb. de Jong Z. S. Scntis geb. Kort Z. J. II. Susscnberg geb. Peters I). D. Schuurman geb. Molenaar Z. C. Heijkoop geb. van Brederodc Z. OVERLEDEN A. Jilleba 4 m. J. Huijsing 10 m. J. A. Loo- mcijer 58 j. C. Pool 73 j. A. de Groot 34 j. N. Dijker 59 j. A. Klorn 31 j.G. H. van Dijk 4 j. AI. AI. Geervliet 2 j. P. J. Stijgers 10 m.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 3