Jfê 92. Tweede Jaargang. /sv 1862. «fjcftlcr, JlteumeÖtep, lïïiffemsoorö, CI15. WOENSDAG 16 APRIL. WA4KHE1BREGTVMRDIMID, Oil'ARTIJÜKillEIII. NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.80 Franco per post „1.50 Men abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advkutentien is van l4 regels 40 Cents; voor eiken regel meer 10 Cents. Zcgclrcgt voor elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve men de Advcrtenticn iutezenden. Ingezonden stukken een dag vroeger. Vervolg van NQ. 90). Zoo sprak Ilistus en zijne woorden vonden bij de meeste der wijzen een' grooten bijval. Reeds stond de deftige, bedaarde Adrastos op om ze te beantwoorden, toen de driftige Aresdie slechts met moeite de rede van den archont ten einde toe gehoord had, met geraas opsprong, en 't woord nam. //Bij Zeus en de Goden, laat u niet, o Wijzen, door //dien man verleiden om te handelen tegen de wet." Zijne redevoering is als altijdgegrond op eigenbelang. Noch hij, als archont, noch de wijze Ariostos mag deelnemen aan onze wijze vergaderingen; en is dit tot nog toe geschied, dan gebeurde dit slechts, daar wij onze bijeenkomsten zoo veel mogelijk in het verborgen hielden, en voor het volk in het openbaar slechts datgene behandelden wat wij wenschten dat het weten zou. Maar die tijd is voorbijte meer daar de groole Raad der Ouden eene andere uitvoering onzer wetten verlangt. Heeft deze niet duidelijk getoond dat ze over het beheer niet te vreden was, toen wij laatst voor stelden de inkomsten der archonten te vermeerderen? Hoeveel moeite en geld heeft het Ilistus niet gekost, om zich door het volk te laten herkiezen Ook dat volk is ontevreden, het mompelt er over, dat 't bestuur meer zijne eigene belangen dan die onzer heilige plaats op 't oog heeft, en zegt dat wij, in onze vergaderingen in het duister, reeds hunne zaken beslissen alvorens ze in de volksvergadering in het openbaar te behandelen. Gij weet wel, o wijzen, dat dit verboden is en dat de Monarch en zijn dienaar ver langen dat openbaarheid 't eerste vereischtc zij, van onze bijeenkomsten, terwijl het ons gestrengelijk is ontzegd som mige onderwerpen in het duister te bespreken. Laat ons voor 't vervolg ons meer houden aan de bepalingen van onzen wetgever, ten einde moeijelijkheden te voorkomen. Eene groote opschudding was het gevolg van deze woor den van Aresdaar vele wijzen begrepen dat ze waarheid behelsdenen deze zich nog nooit in de duistere grot in hare naaktheid vertoond had. Het standvastig weigeren van Aristos om ze bijtewonen en het zeldzaam verschijnen van Adrostos had onder het plebs 't vermoeden doen ontstaan, dat die vergaderingen in het duister streden met de algemecnc belangen en met de wet. Doch noch Parysos, noch zijne archonten konden besluiten daaraan een einde te maken daar de bijeenkomsten op de markt, in het openbaar,zaken zouden aan het licht brengen, die men beter in de grot konde behandelen. //Bij Pollux", sprak Ilistus tot Parysos, //er ontbreekt nog slechts aan dat Ares deze bewering volhoudt op de markt, dan is het met onze magt gedaan." //Die magt is toch reeds veel verminderd, hernam Arios tos; reeds alle middelen en uitvlugten moeten wij te baat nemen om deel te blijven uitmaken van de verga dering der wijzen; men verlangt dat ik niet langer onze heilige tempels bouwe, en dat gij afziet van het bestuur der aquaducten en van de bekendmaking onzer wijze wetten en besluiten aan het volk, welker opbrengsten men beweert dat wij niet ontvangen mogen. //Het is onwaar", hernam Ilistus, //reeds sedert lang ko men die penningen niet meer in mijn huis, en alzoo ben ik bevoegd archont tc blijven. vMaar bij den boog van Apollo, men durft volhouden dat ook dit niet waar is, en dat't slechts eene ontduiking der heilige wet zoude zijn; het is waar, de penningen vloeijen niet uwe kas, doch in die van den jongen Xistus, uw zoon, en men zegt dat de. raad der ouden zal geroepen worden, om in deze te beslissen. //De zwarte golven van den Styx verzwelge hem, die dit zou durven doen, hernam Ilistus. Die raad der Ouden heeft mij reeds de penningen onthouden, die gij, wijzen, mij had toegedacht; gij hoordet straks hoe Ares daarop zinspeelde, en hij is in staat zijne woorden op de marktvergadering te herhalen. //Het volk mompelt evenwel reeds, hernam Ariostosdat gij onwaardig zijt archont tc blijven. In de laatste openbare bijeenkomst, toen besloten werd het aantal dienaren van Themis uit te breiden, hebt gij uwe stem niet durven uit brengen hoewel ge archont waart't volk schreef dit toe aan gebrek aan moed. //Ik weusch mij geeue vijanden te maken, sprak Ilistus, en daarom onthield ik mij daarvan. Ook stemde ik tegen het voorstel om de inkomsten der dienaren onzer heilige plaats te vermeerderen, omdat deze betaald moeten worden uit de algemeene kas. //Ook dit duidt het volk u ten kwade, hernam Ariostos, het beweert dat ge alles verlangt voor uw zelv' doch niets aan een ander wilt toestaan. Nog zou [Een gedeelte ontbreekt in 't Manuscript]. Groot zijn de verliezen die onze heilige plaats daardoor geleden heeft. Waarom o Parysos, waarom o wijze archouten hebt gij onze besluiten niet ten uitvoer gelegd Eerst toen de denarien (penningen) van het volk verdwenen waren hebt gij er aan gedacht maatregelen te nemen, om ze te bewaren. Overal zie ik, waar ik ook mijne blikken wend, afwijkingen en overtredingen onzer wet, altijd ten nadeele van het volkaltijd ten voordeele van uwe bescher melingen. Bij Zeus en de Goden het wordt tijd dat er verandering kome in de wijze van bestuur, anders vrees ik den raad der Ouden en zijne tusschenkomst Of ik zal zelf genoodzaakt zijn mijne regtinatige klagten in de volksvergadering to herhalen en er de aandacht van den raadsman van onzen Monarch op te vestigen, want uwe onregtvaardigheden zijn groot, voornamelijk daar gij zo voor bedachtelij k begaat. Welk regt toch, hadt gij, om den anderen beeldhouwer te beletten hetzelfde beeld te plaatsen voor zijne werkplaats als Ilistus voor dc zijne heeft. Volstrekt geenmaar toch bij Zeus, waagdet gij het uwe Het volgendehoewel grootendeels onbegrijpelijk door dc telkens ontbrekende plaatsen is woordelijk uit liet oud Manuscript. liet schijnt echter in dezelfde vergadering tc zijn voorgevallen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1