optreding van het ministerie Thorbeckcen wij zagen hoezeer deze uit el kander liepen. Een blad dat slechts twee malen per week verschijntis niet in de mogelijkheid zijne lezers op de hoogte te houden van den strijd tusschcn de verschillende staatkundige partijenhoe belangrijk deze ook we zen mogemaar is genoodzaakt zich te bepalen tot de mededeeling van datgenewat het 't meest acht de belangstelling zijner lezers te kunnen opwekken. Wij bcdoclcu hier den strijd onzer pers over het contra-seign door den heer Thorbeckc gesteld op de benoeming zijner ambtgenooteu alvorens hij zelf als minister in functie was getreden. Eene eerste vraagdie zicli voordoet bij eeu ieder die zonder vooringe nomenheid of partijzucht de dagbladen leestis welke waarde kunnen wij hcchteu aan het oordeel in dit of dat blad uitgesproken? Is dat oordeel het uitwerksel eencr heilige en waarachtige overtuigingdan wel is het een uitvloeisel van partijzuchtcoterie-geesteigenbelang of ook van linan- ticle aangelegenheden Wij moeten openhartig bckeuncu dat in een land als het onze, waar de wet aan een ieder vrijheid geeft zijne gedachten en gevoelens door den druk te openbarenhet antwoord op deze vragen niet vereerend zijn kan voor onze pers. De lantaarn van Diogenes zou er noodig zijn om niettegenstaande dit grondwettig beginseleen wezenlijk onafhankelijk orgaan iu ons vaderland te vindenen wij betwijfelen het zeer of hij na ons geheel koningrijk te hebben rondgezochtzou durven zeggeneen onpartijdig blad te hebben gevonden. Het zou ous te ver leiden zoo wij de oorzaken wilden opsporen waaraan dit verval onzer journalistiek is toeteschrijvenvcrschillcude redenen brcu- gen daartoe het hare bij vau welke zekerlijk niet de minste isdat de bladen zich gebonden achten de dadeu vau diegenen die ze voorstaan te verdedigenquand-mêmo al strijden ze ook tegen beter wetenen hoewel ze zelf van de ongegrondheid hunner beweringcu overtuigd zijn. Niet duidelijker kan onze bewering in 't licht gesteld wordendan door den strijd dien wij boven aanhaaldennopens de wettigheid van de benoe ming der nieuwe ministersbet orgaan der ultra-couservatievc koloniale partij wierp het eerst die twistvraag op zoo als 't vroeger het eerst de dépêche-circulaire van den heer vau Zuylen bad medegedeeld die insgelijks tot zulk een licvigen pennenstrijd aanleiding gaf. Natuurlijk gaveu de geestverwante organen van dat blad dadelijk hunne goedkeuring en adhaesie aan het gevoelen vau hunnen Haagschen collegaen de Amsterdamsche Courant en de Noordhollandsche Tijd verdedigden het beginselop de gron den die Avij vroeger in ons politiek overzigt vau het binnenland mededeelden. Elk onpartijdige wachtte thans ongeduldig het gedrag en 't oordeel der liberale organen men hoopte dat die bladen zouden te voorschijn treden of met eene grondige en bondige wederlegging dan wel met eene bloote bekentenisdat zelfs de groote Homerus wel eens sliepdat ze of de gron den der conservatieven zouden ontzenuwen en de onwaarheid daarvan bewij zen dan wel rondborstig en openhartig zouden bekennendat er eene ver gissing begaan wasdie herstelling behoefdedaar ze streed tegen een grondwettig beginsel. Maar hoe werd die verwachting teleurgesteld Het is verre van ons de gevoelens en beginselen der bovenvermelde conservative organen iu 't al gemeen te deelen of er ons mede te kunnen vcrccuigcu. Doch na de lezing der artikelen op dit onderwerp betrekking hebbende en de repliek der libe rale organen, was 't naar ons oordeel onwederlegbaar, dat de eersten iu bet gelijk moesten worden gesteld. Do grondwet spreekt in dit opzigt duidelijk Art. 73 namelijk zegt: „Alle koninklijke besluiten en beschikkingen worden door eeu der hoofden van de ministeriële departementen mede onderteckend." Was de heer Thorbecke op den laatstén Januarij Minister van Binncn- landsche Zakcu of niet? Dit alleen is de vraag waarop alles aankomt; zoo ja,dan was hij bevoegd op dien datum het besluit der benoeming der overigen tc contrasignerenzoo neen dan is het contraseign nul en van geenc waarde. Immers bij elk koninklijk besluit wordt de datum vau „benoeming en aanstelling" duidelijk vermelden niemand is bevoegd voor dien datum van die benoeming gebruik te maken of ze als wettig te doen gelden. De St.-Courant echter meldt: „dat de lieer Thorbecke be noemd is tot Min. van Binuenl. Zaken op den 1 Februarij jl." en dus ecu dag, nadat hij reeds als zoodanig bad gefungeerd. Dat hier eene illegali teit beeft plaats gehad, is onwederlegbaar, te meer wanneer men in aan merking neemt dat wanneer reeds dc benoemingen in de Staats-Courant gepubliceerd zijndc benoemde het regt niet bezit de distinctieve teekeuen aan dien rang verbondentc dragenalvorens bij in het bezit zij der aan stelling zelve. Wel is waar, beweren de liberale organen, de iV. Holt. Courant b. v.dat het contra-seign slechts betrekking heeft op de uitvoe ring van 't Koninklijk besluiten dat dit weken en maanden zonder hand- tcckening des Ministers in het Kabinet des Konings kan blijven liggen. Het zonderlinge en valschc dezer bewering springt van zelf in het oog. Onderstel b. v. dat dc Koning bet besluit getcckend hadde van de schort- sing der Academie te Delft, doch dat dit stuk in het kabinet ware liggen gebleven; zou dan dc heer Thorbecke gehouden zijn dit thans te contra signeren Natuurlijk neen. Ware het door den heer van Heemstra ge contrasigneerd en zag het eerst thans het licht, zou dc heer Thorbecke genoodzaakt zijn het tc doen uitvoeren?Natuurlijk neen. Zeer teregt merkt de Tijd op, dat wanneer deze leer der N. Rotterdamse/ie Courant opgingwij kans hadden eerstdaags besluiten in de Staats-Courunt te zien, gecontrasigneerd door den lieer v. Hallof eenig ander sinds laug afge treden Mi uister. 's Konings besluit kon Zaturdag niet worden medege- teekend door den beer Thorbeckctoen, nog slechts privaat persoon en heeft even weinig waarde, dan wanneer daaronder dc handteekening stond van een ander individu. Dc quacstie tusschen den heer v. Meursvoor malig Minister vau Oorlog, en de algemeene Rekenkamer, bevestigt zulks volkomen. Me.a ziet daaruit, dat ons gevoelen niet alleen door een der Kamer-leden werd gedeeld, maar dat hij 't zelfs belang rijk genoeg achtte daaromtrent eene interpellatie te vragen. Wij wensclien, (in verband van ons No. 79) anterieur aau dezen datumte vragen//bestaat er in ons land een on afhankelijk blad, dat zonder consideratie der personen, zonder subsidie, zonder aan een bepaald stelsel te hechten, dc daden der Regering durft te bcoordeelen Het antwoord moet zuiver ontkennend zijn, zoo als wij in ons volgend artikel zullen aantooneu. POLITIEK OVERZIGT. In de zitting van de Tweede Kamer van beden verwacht men dat de dag zal bepaald worden vau de interpellatiön van de HH. van Goltstein en Wintgens, nopens de quacstie van 't contra-seign en liet besluit nopens de Delftschc Aca demie. Ook zal welligt eene verklaring van de politieke rigting van 't Kabinet, voornamelijk over koloniale zaken, gevraagd worden. Omtrent de reis vau H. M. onze Koningin leest men De keizer heeft zelf de koningin der Nederlanden van het station afgehaald. Hij bood haar dadelijk, nadat zij den trein verlaten had, den arm aan, en geleidde haar met ontblooten hoofde naar het gereed staand rijtuig. De keize rin wachtte H. M. aan den voet van den trap en omhelsde haar hartelijk. Prinses Mathilde was II. M. tot Compiègne te gomoet gegaan en daar bij haar in het rijtuig gestegen; prins Napoleon en zijne gemalin hadden II. M. te Creil op gewacht. Dezen morgen heeft de koningin een paar uren voor het dejeuner in vertrouwelijk gesprek met de keizerin doorgebragt. Daar H. M. het verlangen te kennen gege ven heeft ook Compiègne te bezoeken, zal daartoe de dag gekozen worden der komst van den Koning, dien men dan bij goed weder van daar zal afhalen. Uit Ragusa ontvangt men nieuwe berigten omtrent den strijd tusschen de Turken en de Monteuegrijnen. Daaruit blijkt, dat bij Bjelopoglie weder een veldslag is geleverd, waarbij op nieuw de opstandelingen de zege hebben behaald. Van het verlies aan hunne zijde wordt niet gewaagd, terwijl daarentegen gemeld wordt, dat Hassem-Pacha vier kanonnen en 500 manschappen heeft verloren. Volgens berigten uit Shanghaï, vau 15 Maart, zijn de Tai- pings door de geallieerden te Minghon geslagen en hebben zij ongeveer duizend man verloren. Drie Pransche zende lingen zijn bij die gelegenheid door hen vermoord. Vol gens een gerucht, zouden do vreemdelingen te Newchang in gevaar verkeeren. ITIB UW STITDIlTgBn Helder, Nieuwediep, "Willemsoord, enz. 29 April 1S62. Gisteren morgen zijn van hier naar Amsterdam ver trokken de staf en drie compagnies van het 2® bat. 7® reg. Infanterie, onder commaudo van den majoor Stoltenhoff. De staf bestaat behalve uit voormelden majoor, uit den offic. vau gez. 3° kl. Dr. Gutteling, en den 2CU luit. kwar tiermeester Le Pèbre. De le comp. ouder bevel van den kapt. Hamm en den 2®" luit. de Bordes; de 2® comp. onder de lc luits. de Graaf en Prinsende 3® comp. onder den kapt. v. Heel en den 2®n luit. de Sitter. Donderdag a. s. vertrekken van bier do twee overige eom- paguies, onder commando van den kapt. Wildeman, benevens de 1® luit. adj. v. Dijk, de le luit. Bulder en de 2C luits. Coster, Textor eu Roelands. Gisteren zijn de staf, de 1ste 2de en 3de comp. van het lste bat. van Amsterdam vertrokken, welke hier morgen zullen aankomen. Heden morgen zijn van hier vertrokken de twee compag nies vesting-artillerie, onder bevel van den kapt. de Girard de Mieiet van Coehoornals kommandant, den kapt. de Quartel, de 1° luits. Sclmeidcrs v. Greijffenswert, In de Beton en de 2® luit. Heijmans, welke zich per stoomboot vau de H.II. Zurmühlen naar Uithoorn, en vervolgens van Haarlem naar Delft zullen begeven. Voor het gezellig verkeer tusschen de officieren en de burgerij is deze geheele verplaatsing niet zeer bevorderlijk. Wensclielijk is't echter dat hunne opvolgers bij hun vertrek weder de sijmpatliie hunner plaatsgcnooten in dezelfde mate moge deelen. Voornamelijk betreurt de mindere stand het vertrek van den offic. v. gez. Dr. Gutteliug, die om de vele en belanglooze diensten die hij aan zijne minvermogende natuur- genooten bewees, zeer hoog bij hen stond aangeschreven, en wiens gemis zeer zal worden gevoeld. Wij gelooven, dat velen, die van zijne welwillendheid en menschenliefde hebben geprofiteerd, ons dank zullen zeggen, wanneer wij hopen dat hij op zijne volgende standplaatsen dezelfde achting en dank zijner medeburgers zal blijven verdienendie hij hier voortdurend genoot en ondervond. Heden middag ten 3 ure zijn alhier van Delft aangeko men de 2® comp. vesting-artillerie, onder commando van deu len luit. Paravicini di Capellimedegeleiders de 2® luits. Callenfels en Danneubarglieu morgen zal van Gorinchem aankomen de 7® comp. onder commando van den kapt. Sauns- paclibenevens de 2® luit. Calkoen. Heden morgen is per stoomboot Zaanstroom van hier vertrokken een detachement mariniersonder bevel van den 2en luit. de Geldermet bestemming voor Z. M. stoom schip Medusaliggende te Vlissingen. In de laatste dagen is aan de kust, uabij Huisduinen, eene groote hoeveelheid geep gevaugen, welke aan de Maas- sche sloepen is afgeleverd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2