Tweede Jaargang.
«862. U
<§efóer, Jïicutucöiej», Wiffemsoorö, en 5.
WOENSDAG
14 MEI.
Zitting van den Gemeenteraad,
M 100.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan denTJitgever S. Gji.tjks.
De prijs der Advertenties is van 1—4 regels 40
Centsvoor eiken regel meer 10 Cents. Zcgelrcgt voor
elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12uur, gelieve mende Advertentie»' intezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
op Maandag 12 Mei 1862.
Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Ilosse.
Secretaris de lieer L. Verhey.
Afwezig de lieeren Lastdrager en de Lange.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
1). Plan Brugwachters-woning
De raming bedraagt ƒ2678.liet advies van B. en IV.
is om liet plan aan de ouderlioudscommissie terug te zen
den, zoo mogelijk om bezuiniging.
Bij stemming wordt de oorspronkelijke raming met 9
tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden B. en W.
2). Apotheek.
De Voorzitter herinnert den Raad dat in eene vorige
zitting besloten is voor eene Apotheek een afzonderlijk ge
bouw te makenhetwelk voorloopig geraamd was op /'36S0,
doch dat bij nader onderzoek van den gemeente-bouwmeester
gebleken is, dat dit gebouw moet berusten op eene paal-
fuudering, dat daardoor de kosten verhoogd worden en nu
geraamd zijn op ƒ4750.
Dat in principe door den Raad do houwing is aangenomen,
maar of de leden ook nog iets hebben in het midden te bren
gen tegen dit verhoogde cijfer.
De lieer Strootinan gelooft dat het niet noodig is deze
zaak verder te besprekendat de Raad eenmaal tot de bou
wing heeft beslotenen dat het cijfer niet te hoog iswan
neer men goed werk verlangt dat toch noodzakelijk is.
Op de vraag van den Voorzitter of de leden er zich mede
kunnen vereenigen, zegt de heer Bakker er niet mede te
kunnen instemmen.
Daarna niemand meer het woord verlangende, wordt tot
stemming overgegaan, waaruit blijkt dat de meerderheid er
hare goedkeuring aan schenkt. Vier leden stemden tegen te
weten: B. en W. en den heer Janzen.
3). Doodgravers woning.
De Voorzitter zegt dat een der leden er op aangedrongen
heeft dat in die woning ook eene kamer beschikbaar worde
gesteld, voor de fainilien en diegenen die de begrafenissen ver
gezellen, alsmede dat het noodzakelijk iser ook eene berg
plaats te hebben voorde baren, enz. Voorts dat hij de nood
zakelijkheid inziet dat spoedig met deze werkzaamheden
een aanvang worde gemaakt, opdat de doodgraver in de
onmiddelijke nabijheid van de begraafplaats wone en daardoor
een beter toezigt kunne houden dan thans het geval is. Dat
deze woning, enz. op ƒ5000 geraamd is.' De teekening gaat
in de vergadering bij de leden rond.
De heer Boomsma geeft zijne bevreemding te kennen dat
deze woning, die toch niet geheid moet worden, meerder
moet kosten dan de Apotheek met het heiwerk mede.
De lieer Reeringh antwoordt den vorigen spreker dat door
de bijbouwing van eene kamer voor de familiën, hetgeen hij
toch meent dat een algemeen verlangen van het publiek is
en door eene bergplaats voor de barendit gebouw een
meerderen omvang verkrijgt; dat het een vereischte is om
hechten sterkte bouwen en niet meer zoo als vroeger; dat
men daardoor in een eindclooze reparatien vervaltdie door
den tijd veel grootere kosten vorderen.
De lieer Verweijde is het wel met den vorigen spreker
eens, maar begrijpt niet hoe dat men deze woning vroeger
op slechts ƒ1500 geraamd heeft.
De Voorzitter antwoordt hierop dat er de famielje kamer
en de bergplaats toen nog niet bij opgenomen waren.
De lieer Boomsma repliceert den lieer Reeringhdat hij
niet weet dat er een algemeen verlangen bestaat naar eene dus
genaamde famielje-kamerdat ook de Apotheek cn Apo
thekers woning hecht en sterk gebouwd moeten wordenen
er nogmaals op terugkomt dat de doodgravers woning niet
geheid behoeft te worden en de Apotheek wèl, hij begrijpt
dus niet waarom liet eerstgenoemde gebouw meer moet kos
ten dan liet laatstgenoemde.
De lieer Reeringh voert hier tegen aan, dat de kosten
van transport naar de begraafplaats grooter zijn, uithoofde
dit voor een groot gedeelte per as moet plaats hebben.
De heer de Breuk zegt dat door de bouwing van eene
kamer voor de betrekkingen, in eene lang gevoelde behoefte
wordt voorzien.
Wordt daarna in omvraag gebragt en aangenomen.
4.) Verordening opde uitoefening van het beroep van uitdrager.
De Voorzitter brengt ter kenuisse, dat de vaste commissie
voor die zaken eene concept-verordening ontworpen heeft
en die aan den Raad onderwerpt.
Daarna wordt dit concept door den Secretaris gelezen
waarvan de lioofdbepaling is, dat elke uitdrager verpligt is
een register te houdenwaarin hij aaiiteekening houdt van
al de voorwerpen die door hem gekocht, verkocht cn ge
ruild wordenmet vermelding van datums en de namen van
de verkoopers, en ingeval die niet bij hem bekend zijn, de
inkoop alsdan niet mag plaats hebben dan in bijzijn van twee
bij hem bekend zijnde getuigenwier namen moeten worden
aangeteekend.
Voorts dat op eiken eersten werkdag van iedere maand do
uitdrager verpligt is, om zijn register aan den Commissaris
van Politie ter iuzage aantebieden, dat ook de gekoekte
voorwerpen gedurende de drie eerste dagen in den winkel
moeten worden geplaatst en zoodanig dat ze voor een ieder
zigtbaar zijn. Ook heeft de Commissaris ten allen tijde toe
gang tot liet huis en bergplaatsen van den uitdrager.
Na eene discussie tengevolge w:aarvan eenige artikelen eene
kleine wijziging ondergaanwordt deze verordening aan
genomen.
5.) Rapport Maatschappij van Landbouwenz.
De Voorzitter zegt dat liet eerste gedeelte van dit rapport
uitgebragt door de commissie voor die zaken, loopt over de
verplaatsing der mestbelt naar de stortgronden ten westen
van het Noordhollandsch kanaal; en het tweede gedeelte